Jos werd als kind tien jaar lang misbruikt
De dader blijft je hele leven op je schoot zitten
Mannelijke slachtoffers van seksueel misbruik. Als er vandaag nog taboes bestaan, is dat er zeker een van. Er is bovendien helemaal geen aangepaste opvang voor jongens en mannen die zoiets meemaakten.
Dat mocht ook Jos (33) ondervinden. Zijn weg naar herstel duurde heel lang. En dan moest hij het op de koop toe ook nog eens bijna alles zelf doen.
“Ik voelde me als Remi: helemaal alleen op de wereld.”
Bijna nooit hoor je iets over mannelijke slachtoffers van seksueel misbruik. Krijgen ze specifieke hulp? Zijn er centra die zich gericht met hen bezighouden? Bestaan er praatgroepen? Volgens Jos, een man die tien jaar lang misbruikt is geweest en meer dan tien jaar door allerhande instanties en personen is behandeld, luidt het
antwoord op al die vragen ‘nee’.
JOS: “Ik ben 33, van mijn 4,5 jaar tot mijn 14de ben ik misbruikt door een man. Dat had in mijn tienerjaren tot gevolg dat ik me volledig verloor in drank en drugs. Ik bleef dikwijls een week van huis weg en gebruikte cocaïne, drank en pillen, alles wat maar destructief was. Net voor ik me liet opnemen in een psychiatrische afdeling in de stad waar ik woonde, heb ik voor het eerst een shot heroïne gezet. Toen besefte ik dat het de verkeerde kant opging. Ik voelde heel duidelijk dat er iets gedaan moest worden. Want als kind had ik met mezelf afgesproken dat ik nooit in de goot zou belanden. Maar ik was er op dat ogenblik niet ver vandaan. Vanaf mijn 14de zocht ik de onveiligheid op. Ik heb rondgezworven tot ik ongeveer 20 was.
“In de eerste psychiatrische afdeling werd ik aan de deur gezet. Ik zat er tussen dementen en zware alcoholici en zo. Ze wilden me opnemen in de dagafdeling om er bezigheidstherapie te volgen: samen naar de Grote Markt gaan, samen inkopen doen, samen eten… De bedoeling was om opnieuw structuur in het leven te krijgen. Maar daar had ik geen boodschap aan. Daar zat ik dan naast een vrouw van 120 kg die problemen had om te vermageren. Of een andere vrouw die regelmatig in de prak werd geslagen door haar man. Ik had absoluut geen voeling met die mensen. Op dat moment was ik een trotse jongen, gekend door iedereen in de stad, en ik wilde niet met zo’n bende zwemmen of op de Grote Markt gezien worden. Al mijn vrienden zouden zich afvragen wat ik tussen dat volk deed. Dat vonden ze in de kliniek natuurlijk nogal pretentieus. “Toen heb ik besloten om naar de psychiatrische instelling St. Jozef van Kortenberg te gaan. Ik had gehoord dat daar een jongeren afdeling was voor psychoanalyse. ik wist nog niets van therapieën, maar psychoanalyse sprak me wel aan, omdat je op die manier dieper in jezelf gaat zoeken. De mensen van de eerste psychiatrische afdeling hebben naar Kortenberg geschreven om te zeggen dat er met mij niets aan te vangen was en dat ik één brok pretentie was. Gewoon omdat ik had geopperd dat hun behandeling niet paste bij mijn probleem.”
Alleen op de wereld
JOS: “Op mijn 20ste ben ik in Kortenberg aangekomen en ik ben er een jaar gebleven. Ik moest er deelnemen aan praatgroepen met mensen die totaal andere problemen hadden. Maar ik wist niet of dat belangrijk was. Ik had geen spijt van mijn verblijf in Kortenberg. Er werd veel gepraat, ik zat tussen jongeren; het leek ideaal. Maar er zijn serieuze fouten gemaakt. “Bij mijn eerste groepsgesprek in Kortenberg zei ik: ‘Hallo, ik ben Jos, ik ben misbruikt van dan tot dan en zus en zo zijn de gevolgen. Dat is het.’ Dat waren mijn standaard zinnen om uit te leggen wat er aan de hand was. Het hoofd van de jongerenafdeling, de psychoanalist waar ik nog tien jaar naar toe zou gaan, reageerde dat misbruik door veel mensen gebruikt wordt als kapstok om alles wat er in het leven fout gaat, aan op te hangen, maar dat het misschien niet de essentie van het probleem is. Ik dacht dat die man gelijk had. Maar het maakt je monddood, want je praat niet meer over dat misbruik. Je gaat ook heel diep in je binnenste naar wat jij zelf fout gedaan zou hebben.
“We zijn nu dertien jaar verder. Door met specialisten te praten, maar ook door veel zelfstudie, begrijp ik nu dat het heel typerend is dat je die standaardzinnen hanteert. Je kunt die uitkotsen bij eender wie, zonder enig gevoel. Maar je weigert om dieper in het verhaal te stappen. Het is de kunst om iemand het volledige verhaal te laten doen en dat is bij mij volledig mislukt. Vanaf dag één. Er is wel heel veel patchwork gedaan: er werd geprobeerd om mijn escapades te stoppen, zonder te zoeken naar waar die vandaan komen. Ik ging zo veel bij mezelf zoeken dat ik bijna aan een schuld en boete therapie deed. Bovendien heb ik nooit jongens ontmoet met hetzelfde verhaal. Niemand heeft me ooit aangeraden om lotgenoten te gaan opzoeken en ermee te gaan praten. Ik was net als Remi: alleen op de wereld I (lacht) »Toen ik over het bestaan van speciale chat groepen hoorde, vond ik dat allemaal dikke zever. Ik geloofde daar niet in. Maar nadat ik dan aan zo’n chatsessie deelnam, ontdekte ik dat er mannen zijn die hetzelfde hebben meegemaakt. Een nieuwe wereld ging voor me open. Als je leeft zonder te kunnen vertellen over het misbruik, voel je je als een snaar die niet stopt met trillen. Alles wat je doet, is stress.
Elk menselijk contact is moeilijk. Je kunt niet op een gewone manier praten met mensen omdat je altijd vermoedt dat ze iets van je willen. Je kunt geen vriendschappen aangaan, je kunt geen relaties opbouwen, je wereld is helemaal scheef van binnen. Waarom? Omdat de misbruiker altijd op je schoot zit. Daar moet je eerst van af vooraleer je verder kunt. Trauma therapie, en dan specifiek gericht op mannen, is daar heel belangrijk voor. Mannen hebben een andere behandeling nodig, of een andere nuance in de behandeling, dan vrouwen. Als je als enige man in een praatgroep zit met alleen maar vrouwen, dan ben je geremd. Dat geef ik je op een briefje. Bovendien is de druk op de man om te zwijgen ontzettend graal. Boys don’t cry; weet je wel.~
Misbruik van het misbruik
JOS: “Sinds mijn scheiding is alles bergafwaarts gegaan. Niet alleen het weggaan bij mijn vrouw was erg. Mijn ideaalbeeld van het gezin kreeg ook een stevige deuk. Bovendien hebben we een kind en dat roept heel veel herinneringen op. Als je kind de ouderdom krijgt waarop het misbruik bij jou is begonnen, begin je te flippen. Zeker als je er niet over kunt babbelen. Dat vertelde ik allemaal aan mijn toenmalige therapeut en hij negeerde dat volkomen. Volgens hem had dat helemaal niets met mijn problemen te maken. Telkens als ik uit de bocht ging, maakte ik volgens hem misbruik van het misbruik.
“Goed, ik héb misbruik gemaakt van van alles en nog wat, maar niet van het misbruik. Er waren weekends dat ik veel drugs gebruikte, maar ik was geen junkie. Ik was iemand die vluchtte. Ik kon drie, vier maanden niets gebruiken en dan plots een heel weekend doorgaan, zonder slaap. En daarna durfde ik mijn kop niet meer te laten zien, want op die manier maak je heel veel vriendschappen kapot. Dat was een beetje mijn strategie: iets opbouwen om het daarna weer kapot te kunnen maken. Op professioneel gebied deed ik dat ook. “Als ik ergens voor ga, doe ik dat voor het volle pond. Zo heb ik me kunnen specialiseren in mijn job. Ik heb jarenlang twaalf uur per dag gestudeerd. Ik moest in alles de beste zijn. Een andere weg was er niet. Mensen die misbruikt zijn geweest, worden dikwijls iets waar je – ‘holie’ kunt achterzetten.
“Mensen die misbruikt zijn geweest, worden dikwijls iets waar je -holic achter kunt zetten. Ik werd een workaholic en alcoholic”
Het zijn vaak mensen die echt heel straf zijn in hun beroep of hobby. Als je zo bezig bent met je vak, hoef je aan niets anders meer te denken. Bovendien is ‘druk bezig zijn met je job’ maatschappelijk aanvaard. Daarnaast heb je natuurlijk ook mensen die veel eten, veel drinken… Alles in grote mate. Zolang ze maar niet hoeven te denken aan wat hen is aangedaan. “Ik had beide problemen. Ik stak al mijn energie in een project en maakte het dan kapot door veel te drinken of veel drugs te gebruiken. Ik had al veel verder kunnen staan in mijn carrière. Ik heb veel contacten met collega’s opgeblazen omdat zij vonden dat ik niet betrouwbaar was. Ze wisten ook niet wat er precies aan de hand was.
Ik heb pas onlangs geleerd om dat allemaal te vertellen. Maar als je er met buitenstaanders over praat, krijg je meestal tips die nergens toe
leiden. Bovendien krijg je al snel de reactie: ‘Wordt het geen tijd om je erover te zetten?’ Ik neem het hen niet kwalijk, hoor, maar die mensen kennen de impact van het trauma niet. Ze vragen zich af hoe het kan dat ik daar nu nog last van heb. Je ziet ze denken: ‘Hij is weer gaan zuipen, zeker!’”
Mislukkeling
JOS: “Seksualiteit ligt nog steeds heel gevoelig, zeker in Vlaanderen. Dat maakt het spreken over seksueel misbruik nog moeilijker. Maar het móét meer in de openheid komen, anders blijven de slachtoffers zwijgen. Het is van zeer groot belang dat iemand zijn verhaal honderd keer kan doen. Een trauma groeit niet mee met het lichaam. Een trauma blijft een trauma. Als je als kind van vierenhalf misbruikt bent, blijf je een kind van vierenhalf. Je zit in een grote mensenlichaam te worstelen met dat kind. Je moet dat kind in jou leren kennen. Zolang je blijft zwijgen en vluchten, blijf je het kind in je bestraffen. “Uiteindelijk voelde ik dat er het een en ander niet klopte bij die psychoanalyse. Het enige wat ik nog kon zeggen was: ‘Jos, je bent een nul. Je bakt er niets van, je doet altijd hetzelfde…’ Van nature heb ik veel levenslust. Ondanks alles vond ik het leven best wel een feest. Maar die levenslust begon weg te ebben en ik werd bang. Ik voelde me echt een mislukkeling. Ik zat in een cirkel waar ik niet uit geraakte. Bovendien had ik veel vertrouwen in die psycholoog, maar hij vond ook dat ik niets kon opbouwen.
“Stilaan begon ik te begrijpen dat ik iets anders moest proberen. Aanvankelijk wilde ik dat doen in combinatie met mijn therapeut, maar toen ik hem dat voorstelde, werd hij heel kwaad en verschool hij zich achter zijn therapeutisch masker. We kwamen in een situatie die ze ‘tegenoverdracht’ noemen. Tegenoverdracht van de therapeut. Het komt erop neer dat hij zei: ‘Jos, heb je dat misbruik destijds ook niet zelf een beetje gezocht? Je hebt je er toch ook heel goed bij gevoeld en die man heeft je toch ook veel gegeven? Denk daar eens over na!’ Hij vond dat ik eigenlijk niet zo zwaar misbruikt was. ‘Is er geweld mee gepaard gegaan?’ vroeg hij. Nee, dat was er niet. Die man heeft me tien jaar misbruikt zonder geweld te gebruiken. Alsof het seksuele van zijn daden bij een kind al niet belangrijk genoeg is! Ik was verdorie vierenhalf! ‘Nee,’ antwoordde ik dus, ‘maar er is toch ook nog die verkrachting waarover ik u verteld heb?’ ‘Aha! Verkrachting! Een nieuwe opening. Dan kunnen we het daar misschien eens over hebben.’ Ik was elf jaar bij die man in behandeling. Ik heb troost bij hem gezocht toen ik verkracht was en plots zegt hij dat dit een nieuw gegeven is! Toen heb ik de therapie afgebroken.”
Schaamte van hier tot in Timboektoe
JOS: “Mijn ouders waren twee vluchters. Zij dronken heel veel en hadden geen tijd voor mij. Ze stuurden mij van hier naar ginder om opgevangen te worden. En dan was er Gerolf. Gerolf was een huisvriend die mijn ouders hier en daar hielp, Hij ontfermde zich over mij met zo veel liefde dat mijn ouders het goed vonden dat ik daar veel ging logeren. Soms verbleef ik er wel twee weken. Hoewel er heel veel signalen waren, heb ik hen nooit verteld van het misbruik voor ik 18 werd.
»Gerolf was niet de enige. Mijn ouders hebben twee keer, maar niet geheel bewust, heel slecht gereageerd. De eerste keer was met een —-bovenbuur die me uitnodigde op zijn kamer terwijl mijn ouders beneden zaten. Mijn vader vond het plots verdacht dat hij niets meer hoorde en kwam naar boven.
Hij deed de deur open, zag zijn zoon naakt in bed liggen en die man zijn broek uitdoen. Mijn vader werd woedend op mij, sleurde mij naar beneden en schold me de huid vol, zonder dat ik wist waarom.
Ik werd toen al jaren misbruikt. Voor mij was er niets vreemds aan de hand. Maar wat me het meeste bijblijft van die ervaring is een schaamte van hier tot in Timboektoe. “De tweede keer was in Brugge. Daar ben ik regelrecht verkracht door een jongen. Ik heb dat onmiddellijk aan mijn tante verteld. Maar zij heeft het verhaal nogal verbloemd doorverteld aan mijn ouders. Die dachten dat die man me alleen gestreeld had en zeiden me dat je daar een echte man van wordt: ‘Daar word je hard van.’ »Zoals steeds ben ik ook na die twee voorvallen troost gaan zoeken bij Gerolf. Hij zei me dat het schandalig was dat mensen zoiets konden doen. Want de manier waarop hij me behandelde, was tenminste met échte liefde en respect. (stilte) “Voor mij is de kentering in de relatie met mijn ouders er gekomen toen ik alle contact met mijn vader voor een jaar verbroken heb. Ik was woedend op hem. Ik had hem wel kunnen wurgen. Toen dat voorbij was, stonden we op hetzelfde niveau en konden we elkaar recht in de ogen kijken. Nu hebben mijn ouders heel veel spijt van wie en wat ze waren. Spijt, zonder excuses te zoeken. Dat voel je heel sterk. En dat verdient respect. Het is niet evident om je niet te verdrinken in excuses. Je ziet vaak in zulke gezinnen dat de ouders onschuldig pleiten. Dat mijn ouders dat niet proberen, geeft mij een warm gevoel. Ze proberen nu om alles goed te maken. Ze helpen me waar ze maar kunnen en vragen me steeds wat ze kunnen doen. Maar dat heeft veel tijd gekost.”
De snaar in rust
JOS: ‘Toen ik afgelopen december mijn laatste crash had, ben ik helemaal alleen en gedurende twee maanden heel intensief hulp gaan zoeken. Ik heb ongeveer een tiental centra, een pak psychologen en psychiaters afgedweild om ermee te praten. Het verschil met vroeger was dat ik nu heel wat meer wist. Ik had veel informatie van op het internet en had mezelf als het ware gespecialiseerd in de materie, zodat ik zicht had op wat ik nu precies moest vragen aan die hulpverleners. Ik wilde absoluut niet meer als slachtoffer binnenkomen. En zo veel peuten zeggen dat een praatgroep voor mannen zinloos is en dat vrouwen en mannen exact dezelfde behandeling nodig hebben. Dat is de grootste vergissing die je kan maken. »Een van de therapeuten die ik in januari opzocht, zei dat de geest niet losstaat van het lichaam. Tot daar aan toe. Ik geloof ook wel dat geest en lichaam een geheel vormen. Ik vroeg hem hoelang hij dacht dat ik bij hem in therapie zou moeten komen. Waarop hij heel geaffecteerd zei: ‘Neem nu dat je pianist bent. Dan heb je de keuze: wil je Klein, Klein Kleutertje spelen of wil je iets van Bach spelen?’ Wat later zei hij ook: ‘Je bent de loods op een schip: je springt eraf wanneer jij dat wilt.’ (lach~ Dan vroeg ik wat zijn therapie precies inhield. Hij wees naar een kussen en zei: ‘Het gaat om het kunnen vastpakken. Stel dat dat kussen je vader is die je nooit heeft vastgepakt. Hier heb je de kans om dat te doen. Je kunt dat kussen vastpakken wanneer je maar wil en dicht tegen je aandrukken.’ Die man was een echte karikatuur. Op den duur begon ik therapeuten naar hun diploma’s te vragen en of ze iets wisten van seksueel misbruik bij mannen. Dat wisten ze praktisch allemaal. Dan vroeg ik hen hoeveel mannen ze al behandeld hadden. De antwoorden varieerden van nul tot één. Niemand behandelde mannen op regelmatige basis. Op mijn voorstel om een praatgroep voor mannen op te richten, kreeg ik altijd nul op het rekest. Een therapeut zei me ook vlakaf dat het ging om vraag en aanbod en dat er niet genoeg mannen waren om zo’n groep op te richten. Wat in mijn oren klinkt als: daar kunnen we niet genoeg mee verdienen. »Momenteel zit ik dankzij die groepsgesprekken in een euforie. Ik word eindelijk goed geholpen en de wereld gaat open voor me. Ik word geconfronteerd met ander gevoelens. Mijn therapieën, zelfs al gaan ze heel specifiek over dat misbruik, zijn als Breaktast at Tiffany’s. Ik heb adem, ruimte. Het is voor het eerst dat iemand tegen me zegt om niet te streng te zijn voor mezelf. Iemand die me aanmoedigt, schouder-klopjes geeft.
Ik val in herhaling, maar ik dacht echt dat ik een mislukkeling was. En als dat dan nog eens bevestigd wordt door een therapeut, dooft het heilige vuurtje toch enigszins. Dan word je destructief. Wat in mijn geval nog eens de aard van het beest is. Maar ik heb nu niet meer de behoefte om te vluchten. De snaar trilt niet meer onophoudelijk. »Ongeveer negen jaar geleden heb ik klacht ingediend tegen Gerolf. Ik heb daarvoor de hulp ingeroepen van een ‘bevriende’ advocaat. Maar hij lachte mijn klacht weg. Hij zei me dat ik me niet zo moest aanstellen om in volle Dutrouxperiode een graantje te proberen mee te pikken. Met die klacht is dan ook niets gebeurd. Die advocaat is later de verdediger van Gie Laenen (bekende jeugdauteur, in 1973 en in 2005 veroordeeld voor pedofilie; red.) geworden. Intussen woont Gerolf in Afrika, waar hij les geeft. Aan kinderen.
Overgenomen uit P-magazine / 13 sept 2005
pdf-file is te downloaden onder dossier hulpverlening/downloads
Tekst: Han Zinzen Foto’s: VPM