Ireen van Engelen vecht als een leeuw tegen seksueel misbruik van kinderen
Ireen van Engelen probeert met een kort geding de pedofielenpartijí in oprichting PNVD te verbieden. Vanaf 1994 heeft ze zich als een pitbull in de wereld van de pedofielen vastgebeten. Speuren, vastleggen en controleren, totdat ze erbij neervalt.
Pedofielen kennen haar wel: Ireen van Engelen (57). Een pedofielenstalkster eersteklas. Is er een begrafenis van een prominent uit dat kringetje: Van Engelen is erbij. Hebben ze hun jaarlijkse uitje op het Leidseplein: Van Engelen staat stiekem te fotograferen. Ze checkt dagelijks hun sites, ze zit bij hun rechtszaken, ze duikt op bij hun bijeenkomsten. Van Engelen observeert en documenteert.
Nu zit ze achter de computer in haar zelf ingerichte zenuwcentrum, een werkkamer in een Amsterdams flatje. Tegen de muur krantenknipsels, enkele vergeeld: Drie jaar na ontucht met jonge Thai en De duistere verlangens van de kinderliefhebber. Achter haar een kast met zwarte ordners, vol gegevens over kindermisbruik.
Kijk, zegt ze, terwijl ze doorklikt, ik krijg ook hatemail.
Op het scherm, nog een oudje, verschijnt de tekst: Je bent ziek Ireen, errug ziek. En, een man die werkt onder de naam Bl4U: Zoek zelf hulp voor je obsessieve gedrag. In het aangelegde dossier van Van Engelen lezen we dat Bl4U in 1987 is geboren. Dat is nog een jong ventje. Zijn voorkeur gaat uit naar nog veel jonger: jongens van acht tot twaalf jaar.
Ze heeft vanaf 1998 een lijst opgebouwd met bijna zeshonderd schuilnamen van pedofielen die met elkaar chatten. De bezoekers van die sites wisselen regelmatig van naam, dus het is volstrekt onduidelijk om hoeveel mannen, want vrouwen komt ze nooit tegen, het daadwerkelijk gaat.
Ze registreert alles wat ze tegenkomt: gebabbel op internet, maar ook eventuele veroordelingen, opleidingen, werkgevers, of ze zelf misbruikt zijn, als het aan haar ligt tot aan de schoenmaat aan toe. Ik vind het zelf ook onzinnig werk en ik zou ook liever hebben dat iemand anders het doet. Maar zolang dat niet het geval is, hou ik het bij.í
De fascinatie voor pedofilie ontstond in 1994. Van Engelen was bezig met een stamboomonderzoek van haar familie en daarbij stuitte ze, op de zolder van haar nicht, op een stapel brieven van haar neef uit Indonesie. Een pedofiel, zo bleek uit de correspondentie.
Van Engelen las de sadomasochistische ontboezemingen van een oud-groepsleider van een weeshuis.
Hij beschreef aan mijn neef tot in detail hoe hij kinderen verkrachtte. Ik dacht: die man mag niet meer vrij rondlopen. Maar aangezien het toch ook haar neef betrof, en de familie zich nog van geen kwaad bewust was, aarzelde ze om aangifte te doen. Ik wilde mijn naam er niet aan verbinden, wel heb ik die brieven bij de zedenpolitie gebracht. Maar toen een paar jaar later Dutroux werd gearresteerd en de toenmalige minister van Justitie, Winnie Sorgdrager, iedereen die iets wist over kindermisbruik opriep om aangifte te doen, heb ik dat gedaan.
Haar neef werd veroordeeld, evenals de groepsleider.
Van Engelen zat inmiddels zo diep in ëde materieí dat ze het niet meer kon loslaten. Ze dook er nog verder in en werd vaste klant bij de werkgroep pedofilie van de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH).
Tot 2001 was daar een keer in de maand, tegen betaling van vijf gulden (voor leden), een avond waar enkele tientallen pedofielen hun ding deden. Doodeng vond ik het, die eerste keer. Van Engelen ging naar het clubgebouw aan de Blauwburgwal, brabbelde wat over een kennis die pedofiel was, en ze hoorde er vanaf dat moment gewoon bij. Dus daar zat Van Engelen dan. Als enige vrouw.
Niet dat er porno werd gedraaid. Maar wel van die springende jongetjes in een weiland. Er stond een tombola waar je plaatjes van kinderen kon winnen. En ze keken naar dat programma van Peter-Jan Rens, Geef nooit op. Als dan een leuk jongetje in beeld kwam, nou, dat vonden ze prachtig. Ze pakt een map erbij: Dossier OK Magazine, het lijfblad van de pedovereniging Martijn. Dit vinden ze een ge-wel-dige foto. Wij zien een lachend jongetje, zij zien een open mondje en hun fantasie begint te werken. Inmiddels heeft Van Engelen, van huis uit verpleegkundige en pedagoog, twee boeken over het onderwerp geschreven: En ze noemen het liefde uit 1999, en onlangs kwam Jij mag nablijven uit, een relaas van ouders van misbruikte kinderen.
Ze sprak daarvoor ook de ouders en de slachtoffers van een seksschandaal in Sexbierum, waar de directeur van basisschool De Trochfeart zijn leerlingen jarenlang seksueel misbruikte.
Van Engelen zocht hem, na een lange speurtocht, op in zijn nieuwe, geheime onderkomen. Tijdens de jaarmarkt, want ik wist dat hij dan naar buiten zou komen. Hij schrok zich kapot. Ze eiste dat de directeur zijn excuses zou maken aan het slachtoffer dat de eerste aangifte had gedaan. Het haalde niets uit. Ze wachtte hem nog twee keer op.
Ik vind gewoon dat iemand zijn verantwoordelijkheid moet nemen. Ze stuurde haar eerste boek naar de directeur op. Maar dat heeft hij in de houtkachel verbrand. Dat al dat gesnuffel van Van Engelen in sommige kringen niet echt wordt gewaardeerd blijkt wel uit de kogelbrief die ze in 2002 op de deurmat vond. Een onprettig idee. Pedofielen zijn toch psychisch gestoorde mensen. Verminkte kinderzielen, dat ook, want vaak toch verwaarloosd, mishandeld of misbruikt, maar toch: ook psychisch gestoord, vindt ze. En zo blijft Van Engelen er druk mee. Dit is mijn roeping. Ze is er fulltime mee bezig en hoopt dat een universiteit haar laat promoveren op het onderwerp tot dusver, na herhaaldelijke verzoeken, zonder resultaat. Niemand wil zijn vingers aan het onderwerp branden. Ondertussen blijft Van Engelen doorwerken aan haar pedofielenbibliotheek. Ook probeert ze, samen met een aantal slachtoffers, de politiek aan te sporen om de onderwijsbevoegdheid van veroordeelde leerkrachten af te nemen. En dan is ze nog bezig met haar strijd tegen de pedofielenpartij Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit (PNVD). Met een kort geding, dat op 7 juli dient, hoopt ze dat de partij wordt verboden. Moet je voorstellen: je bent een slachtoffer van seksueel misbruik en dan staat er een partij op die zegt dat seks met kinderen moet kunnen. Nee, zo’n partij brengt maatschappelijk veel te veel onrust. Pedofielen moeten behandeld worden, die moeten helemaal geen partijen oprichten.
Door Malika Sevil (Tubantia)