Mijn verwerking

Tijdens mijn jeugdjaren ben ik gedurende 2 à 3 jaar seksueel misbruikt door een pater van het internaat waar ik destijds (1962 tot 1966) verbleef. Het is pas jaren later dat ik ben gaan beseffen dat de feiten die mij in mijn puberteitsjaren overkomen waren zware consequenties hebben gehad voor mijn verdere leven. Gedurende gans mijn leven heb ik met een minderwaardigheidscomplex geworsteld. Rond mijn dertigste heb ik een zware depressie gehad. Mijn huwelijk heb ik niet kunnen beleven zoals dat in normale omstandigheden had moeten zijn. Ik kon de genegenheid, de lijfelijke warmte zeg maar, waar een vrouw zo behoefte aan heeft niet geven. Na 25 huwelijksjaren zijn we uiteindelijk gescheiden. Mijn voormalige echtgenote noch mijn twee kinderen kennen dit verhaal. Voor mijn voormalige echtgenote was ik de koele afstandelijke minnaar die als maar minder de intimiteit die bij een huwelijk hoort kon opbrengen. Ooit heb ik haar verteld dat ik op het internaat misbruikt ben geweest maar meer wilde ik er toen niet over vertellen, vooral uit schaamte. Voor mijn kinderen was ik de man die hun moeder heeft verlaten om zijn leven verder alleen te leven.

Er is veel geschreven – zowel door slachtoffers als door de media – over dit misbruik dat in de jaren van het ‘rijke roomse leven’ veelvuldig is voorgekomen. Ook ik ben beginnen schrijven en op zoek gegaan naar opheldering omdat ik inzicht wilde krijgen in datgene wat mijn leven voor een groot deel heeft bepaald. Inzicht in de toen heersende cultuur maar ook in de persoon van de dader. Meer bepaald, zijn afkomst, zijn tekortkomingen, zijn frustraties. En hoe is het zover kunnen komen? Was ik dat domme, verlegen, naïeven, naar genegenheid hunkerende (thuis kreeg ik die door omstandigheden te weinig) jongentje dat de dader plots op een idee heeft gebracht of was ik overgeleverd aan een notoir pedofiel die al een verleden van ontucht op kinderen met zich meesleepte? Was ik het enige slachtoffer op het internaat? Was ik het enige slachtoffer van de dader?

Deze zoektocht heeft mij terug naar het internaat gevoerd en heeft geleid tot meerdere gesprekken met mensen van de congregatie die destijds het internaat beheerden. De levensloop van de dader is mij inmiddels grotendeels bekend. De kleine Joep (zo noemde men hem) was niet gezond, leed als kind al aan suikerziekte en had een groeistoornis. Op mijn 13de was ik al groter als hem. Aan de hand van verschillende foto’s en gesprekken met zijn toenmalige confraters weet ik dat Joep als 12 jarig jongentje naar het klein seminarie ging om priester te worden. De oudste foto die ik van hem heb dateert van 1921 en daar staat hij trots te wezen, met in zijn handen een soort van toelatingsdiploma voor het seminarie, te midden van de erg jonge aspirant priesters,… hij als allerkleinste. Joep had ‘roeping’,…dacht hij. Je kunt je afvragen of het verantwoord was een twaalfjarige met een al of niet aangepraatte ‘roeping’ een fuik in te sturen waar in die tijd nauwelijks of geen zijuitgang voorzien was. Hij was waarschijnlijk een goed student. Op 1 aug 1933 wordt hij tot priester gewijd door Mgr J.D.J. Aengenent, bisschop van Haarlem. Op 3 aug 1933 draagt hij zijn Eerste Heilige Mis op. Joep wordt missionaris in Congo en op 6 jun 1934 krijgt hij het ‘missiekruis’ uit handen van dezelfde bisschop. Of het missionaris worden zijn eigen keuze was is nog maar de vraag. Op zijn overlijdensprentje staat letterlijk : ‘Ofschoon zwak van gezondheid, ging hij, gehoorzaam toch als missionaris naar Zaïre’. Hij misdraagt zich ginder en wordt in 1951 terug naar België gestuurd. Nog volgens zijn overlijdensprentje :’Na de oorlog kwam hij terug naar Europa en noch hijzelf, noch zijn oversten vonden zo direct een voor hem geschikte opdracht’. Hij zal echter toch in enkele Belgische parochies actief zijn en gaat godsdienstlessen geven. Alzo leer ik hem in 1962 op het internaat kennen. Hij ontfermt zich over mij, troost mij omdat ik ongelukkig ben, nodigt mij uit om naar zijn kamer te komen en zal later ook regelmatig thuis mijn ouders bezoeken. Als het misbruik begint zit ik volledig vast in het web dat hij zorgvuldig rond mij heen gesponnen had. De details van het misbruik doen er nu niet toe. Het misbruik heeft 2 à 3 jaar geduurd en het zijn uiteindelijk mijn barslechte rapportcijfers die mij op mijn 16de van school doen veranderen. Veel later ben ik te weten gekomen dat hem in 1965 (periode van het misbruik) de bevoegdheid van godsdienstleraar is ontnomen. Rond 1970 is hij, met bemiddeling van advocaten, uit het klooster gezet, officieel wegens zijn asociaal gedrag. Hij verziekte de sfeer in de kloostergemeenschap en heeft zijn congregatie te schande gemaakt. Hij heeft nadien zowel in België als in Nederland gewoond en is uiteindelijk overleden ten gevolge van zijn ziekte op 18 maart 1988 in Boxmeer. Dit is in grote lijnen zijn levensloop die niet wijst op een gelukkig leven.

Men heeft van de congregatie uit tijd noch moeite gespaard om tegemoet te komen aan mijn verlangen de feiten zo goed mogelijk te reconstrueren en in zijn juiste context te plaatsen. Men heeft mij honderduit verteld over hem, over zijn moeilijk karakter, gefrustreerd als hij was vanwege zijn ziekte en zijn kleine gestalte en over zijn familiale afkomst. Hij heeft het zijn confraters, zijn congregatie, zijn studenten en de bevolking in Congo en ook zichzelf bijzonder moeilijk gemaakt. Ik ben dankbaar dat men naar mij geluisterd heeft, mij serieus genomen heeft en mij erkenning heeft gegeven. Allemaal elementen die voor een slachtoffer onontbeerlijk zijn om het gebeuren een plaats te kunnen geven en nodig zijn vooraleer er nog maar gedacht kan worden aan ‘vergeving’… En ja, ik heb dat ‘geluk’ gehad.

12 sep 2010 is een druilerige dag. Het is 13.30 uur en ik sta alleen op het piepkleine kerkhof in het al even kleine dorpje in de provincie Noord Brabant in Nederland. Vlak voor mij het onopvallend graf van Joep, tussen enkele al even onopvallende graven van overleden confraters. Hij ligt hier al 22 jaar en de laatste jaren van zijn leven zijn, wegens zijn ziekte, voor hem bijzonder moeilijk geweest. Voor het eerst sinds 45 jaar ga ik weer met hem praten, luidop, terwijl er tweehonderd meter verder festiviteiten gaande zijn. Ik noem hem voor het eerst ‘Joep’. “Joep, ik ben hier om u vergeving de schenken. Het is beter dat we het voor elkaar niet moeilijker maken dan het al is. Je hebt geen makkelijk leven gehad en waarschijnlijk zijn de dingen niet gelopen zoals je ze zelf hebt gewild. Toch ging ook voor u het leven door en moest je roeien met de riemen die je had, ik ga dat ook proberen. Ik probeer mij te troosten met de gedachte dat je niet wist welke ravage je in mijn leven hebt aangericht. Rust zacht….”

En daar stond ik dan onder mijn paraplu op het natte troosteloze kerkhofje te huilen,… maar niet van verdriet… Maar van opluchting, van dankbaarheid ook omdat ik in mijn verwerkingsproces op het juiste pad was gezet en mezelf niet verloren heb in verbittering en wraakgevoelens. En dat ik de kracht gevonden heb om deze woorden uit te spreken. Uiteindelijk heb ik daardoor mijn doel bereikt. Ik wilde niet blijven steken in het moeras waar ik als kind tot aan mijn knieën in was weggezakt.

Ik kan hier niet in woorden uitdrukken welke uitwerking deze ‘vergeving’ bij mij heeft gehad. Er viel een zware last van mijn schouders die ik al jaren en jaren mee gezeulde. De beperkingen die het misbruik hebben veroorzaakt heb ik aanvaard of dat probeer ik althans, zoals iedereen beperkingen heeft en die ook zal moeten leren aanvaarden. De dader is gereduceerd tot wat hij werkelijk was,… een sukkelaar die zelf slachtoffer was van zowel lichamelijk als geestelijk ongemak maar ook van een verstikkende ideologie en misbruik gemaakt heeft van mijn afhankelijkheid, mijn ongelukkig zijn en van mijn kinderlijke naïviteit.

Dit is zeer in het kort het relaas van een proces dat jaren heeft geduurd en waarvan ikzelf overtuigd ben dat dit voor mij de enige juiste weg is naar heling. Nogmaals dank aan al diegene die naar mij hebben willen luisteren, mijn serieus hebben genomen, mij geholpen hebben en de aanzet hebben gegeven naar een voor mij, naar omstandigheden, leefbaar leven.

Vertaling speech van Enda Kenny

(Vertaling van de speech van Enda Kenny, Taoiseach of Ireland, van 20/7/2011 in het Iers parlement) door ROEL VERSCHUEREN

De onthullingen uit het Cloyne-rapport brachten de regering, Ierse katholieken en het Vaticaan op een nooit gezien kruispunt. Het is niet meer dan eerlijk om te zeggen dat na het Ryan- en het Murphy-rapport, Ierland wel immuun lijkt geworden voor misbruik van kinderen.

Maar, Cloyne bewees dat het nog erger kan.

Omdat voor het eerst in Ierland een rapport over seksueel misbruik van kinderen een poging blootlegt van de Heilige Stoel, om een onderzoek te boycotten in een soevereine, democratische republiek, niet minder dan drie jaar geleden, niet drie decennia geleden. Het Cloyne-rapport spit naar de disfunctie, de wereldvreemdheid, het elitisme, het narcisme die de cultuur van het Vaticaan hebben gedomineerd tot vandaag.

De verkrachting en de marteling van kinderen werd geminimaliseerd of ‘gemanaged’ om de superioriteit, de macht, de standing en de ‘reputatie’ van het instituut hoog te houden.

In plaats van te luisteren naar de bewijzen van vernedering en bedrog met Sint-Benedictus’ ‘oor van het hart’ was de reactie van het Vaticaan de bewijzen te ontrafelen en analyseren door het priemend oog van een advocaat in canoniek recht.

Deze berekende, negerende houding, is de tegenpool van radicalisme, nederigheid en medelijden waarop de Katholieke kerk is gebouwd.

Het radicalisme, de nederigheid en het medelijden die inherent deel uitmaken van haar stichting en haar doel.

Deze houding is er een van: “Roma locuta est: causa finita est”. (“Rome heeft gesproken, de zaak is beëindigd.”)

Slachtoffers

De onthullingen in het Cloyne-rapport zijn hartverscheurend. Ze beschrijven hoeveel slachtoffers bleven leven in de kleine dorpjes en parochies waar ze werden opgevoed en misbruikt. De dader die in vele gevallen nog altijd in de buurt woont geniet vaak nog het hoge respect van hun families en hun buren. De daders gingen door met missen vieren tijdens huwelijken en begrafenissen. In een specifiek geval, celebreerde de dader zelfs het huwelijk van een van zijn eigen slachtoffers.

Er is weinig wat ik of wie dan ook in dit parlement kan zeggen om slachtoffers en anderen te troosten, hoe zeer we dat ook zouden willen. Maar we kunnen en moeten wel de moed erkennen van alle slachtoffers die hun verhalen deden bij de commissie.

Cloyne zal lang nodig hebben om te herstellen van deze verschrikkelijke onthullingen, het zou kunnen dat de slachtoffers en hun families hun hele leven bezig blijven met het opruimen van de scherven van hun vernield leven.

Papal Nuncio

Een dag na de publicatie van het rapport was er een ontmoeting tussen de eerste minister en de minister van buitenlandse zaken met de Pauselijke Nuntius in Ierland, aartsbisschop Giuseppe Leanza.

De eerste minister maakte twee dingen duidelijk aan de nuntius:

• De ernst van de houding en reactie van de Heilige Stoel.

• De volledige veroordeling ervan en de opgewekte gruwel over hoe de Heilige Stoel met de feiten is omgegaan.

De Pauselijke Nuntius beloofde het Cloyne-rapport aan het Vaticaan voor te leggen. De regering wacht op een gepast antwoord van de Heilige Stoel.

Ik geloof dat de Ierse bevolking, met inbegrip van de vele trouwe katholieken waartoe ik behoor, verontwaardigd en geschokt zijn door het herhaalde falen van de kerkoversten om tegemoet te komen aan wat nodig is: het recht op de bevestiging vanuit het Vaticaan dat alle kerkoversten aanvaarden en onderschrijven dat ze zich neerleggen bij het feit dat alle gevallen van seksueel misbruik, lopend of uit het verleden, verplicht gerapporteerd moeten worden aan de nationale overheid, in overeenstemming met de Children First National Guidance die van rechtswege van kracht is.

Klerikalisme

Klerikalisme lag aan de basis van sommige van Ierland’s helderste, meest bevoorrechte en machtigste mensen, die vandaag onwillig zijn of niet bij machte om de verschrikkingen uit de Ryan en Murphy rapporten aan te pakken.

Dit Rooms klerikalisme moet verschrikkelijk zijn voor de priesters die het goed voorhebben, sommigen van hen zijn al oud, anderen vechten om hun menselijkheid te bewaren… om hun geestelijke gezondheid te bewaren… terwijl ze er alles aan doen om de hoeders te blijven van het licht van de kerk en het goede binnen hun parochies, de gemeenschappen, in het hart van de mensen.

Kerk & Staat

Maar gelukkig voor hen, en voor ons, is Ierland Rome niet.

En we zijn vandaag ook niet meer de Ierse weeshuizen van toen of de Magdalene’s van Ierland, waar het ruisen van een soutane het geweten en de menselijkheid toedekten en waar met een zwaai van een wierookvat over de Ierse katholieke wereld werd beslist.

Dit is de Ierse Republiek anno 2011.

Als praktiserend katholiek is wat ik zeg niet gemakkelijk. We hebben in onze jeugd geleerd dat we deel uitmaakten van een pelgrim kerk.

Vandaag moet die kerk een kerk van boetedoening zijn. Een kerk, die oprecht en intens boete doet voor de verschrikkingen die ze veroorzaakte, die ze verstopte en ontkende. En dat alles in Gods naam. Maar dat alles ook om het instituut te beschermen.

Dank zij onze wetgeving, de beslissing van de regering om kinderen op de eerste plaats te stellen (Government action to put Children First), kunnen al diegenen die werden misbruikt een weinig troost vinden, in de wetenschap dat ze deel zijn van een natie, van een democratie, waar menselijkheid, kracht, rechten, verantwoording, gekoesterd worden en tot wet verheven worden, altijd – altijd – voor hun welzijn.

Waar de wetten  – hun wetten – als burgers van dit land, altijd en immer de bovenhand zullen hebben over het canoniek recht, dat noch geldigheid, noch een plaats heeft in de organisatie van dit land.

Staat/samenleving

Dit rapport bewijst het bewust en brutaal veronachtzamen van de bescherming van kinderen. Als we als natie niet snel en gepast reageren, dan moeten we ons voorbereiden op nog meer rapporten zoals deze.

Ik ben het volkomen eens met aartsbisschop Martin dat de kerk elk rapport zoals dit rapport openbaar moet maken. Ik wil ook duidelijk maken dat de Commissie zeer positief reageert op het werk van de ‘National Board for Safeguarding Children’, opgericht door de kerk om de werking van bisdommen en congregaties te overzien. De Commissie laat weten dat alle kerkelijke overheden gevraagd werden om een overeenkomst te ondertekenen met de National Board, waarin ze akkoord gaan om de standaardregels toe te passen en dat diegenen die zouden weigeren de overeenkomst te ondertekenen, vermeld zouden worden in het jaarlijks rapport van de National Board. Met dank aan Ian Elliott en vele anderen.

Het mag de slachtoffers en inwoners van Cloyne een kleine troost zijn, dat de Commissie sinds 2008 elke inspanning van het bisdom ondersteunt op het vlak van training, in het meer assertief maken van personeel en in de risicobeheersing ten opzichte van priesters die van misbruik werden beschuldigd.

De houding van Bisschop Magee en Monseigneur O’Callaghan bewijzen nog maar eens hoe kwetsbaar goede basisafspraken en richtlijnen kunnen zijn in een sfeer van zwakheid en bewust negeren van diegenen die er niet in slagen om de prioriteiten betreffende kinderbescherming als prioriteit te beschouwen.

Maar als het vaticaan orde op zaken moet stellen, zo ook de staat.

Het rapport is terecht kritisch over de totaal onbevredigende situatie die door de vorige regering jarenlang werd in stand gehouden. Het ongepast gekibbel tussen de minister voor kinderen en het HSE over wie de statutaire macht heeft over het behandelen van misbruik buiten het gezin, het mislukken om wetgeving op te stellen waardoor de uitwisseling van ‘soft’ informatie mogelijk wordt gemaakt zoals beloofd na het Ferns-onderzoek, en de lange periode van verwarring en onsamenhangende verantwoordelijkheid over kinderbescherming binnen het HSE, zijn eenvoudigweg onaanvaardbaar in een samenleving die de veiligheid van haar kinderen belangrijk vindt.

Ierland heeft te lang haar kinderen verwaarloosd.

Vorige week kwam een zaak voor het gerecht over de marteling van kinderen binnen de gezinssituatie. Nog geen twee dagen geleden werden we weerzinwekkend geconfronteerd met de zaak van een in Donegal geregistreerd dader van seksueel misbruik en conciërge van een school.

Kinderen en adolescenten, herleid tot menselijke wrakken. Die vragen bij de problemen over hoe de staat met die zaken moet omgaan. We zijn klaar om een reeks maatregelen te nemen die ervoor moeten zorgen dat de staat er alles aan doet om kinderen te beschermen. Minister Shatter brengt twee nieuwe wetten op tafel: de eerste zorgt ervoor dat het achterhouden van informatie met betrekking tot misdrijven gepleegd op kinderen en kwetsbare volwassenen strafbaar wordt; de tweede is (eindelijk) de regeling van de ‘soft’ informatie-uitwisseling over daders.

Als regeringshoofd wil ik er alles aan doen om de heilige plaats van de kindertijd te beschermen en haar onschuld te herstellen. Meer bepaald onze jonge teenagers, die ik als kinderen beschouw.

Want losstaand van onze huidige economische crisis zijn de kinderen van dit land ons meest waardevolle bezit, en dat zullen ze altijd blijven.
Het moet een nationale prioriteit zijn om hun onschuld en integriteit te vrijwaren. Dat is de reden waarom ik beslist heb een ministerie voor kinderen- en jeugdzaken op te richten.

De wetgeving ‘Children First’ stelt voor om onze kinderen een maximale bescherming en veiligheid te bieden zonder in te dringen in het levendige en betoverende van het kind zijn.

Besluit

Kardinaal Josef Ratzinger zei: “De maatstaf en de houding die gepast is binnen een burgerlijke samenleving van een democratie, kan niet zo maar puur en simpel op de kerk worden toegepast.”

Nu de Heilige Stoel zich opmaakt om haar overwogen antwoord op het Cloyne-rapport te formuleren, wil ik als regeringshoofd er geen twijfel laten over bestaan dat – als het op de bescherming van de kinderen van dit land aankomt – de gedragscode die de kerk voor haarzelf geschikt vindt, niet van toepassing  mag en kan zijn binnen de werking van de democratie en samenleving in deze republiek.

Niet puur, niet simpel, noch anders.

KINDEREN… EERST

(vertaling Roel Verschueren)

Literatuurlijst van Roel

http://www.verschueren.at/literatuurlijst_seksueel_misbruik_3.html

Antwoord minister Schippers

Min. Schippers kijkt weg...

Hieronder het officiële antwoord van mw. drs. E.I. Schippers – minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op vragen van K. Arib (PvdA), S.M.J.G. Gesthuizen (SP) en T. Dibi (GroenLinks) over nazorg van misbruik in de rooms-katholieke kerk.

 

Bovengenoemde vragen waren op 28 april 2011 aan de minister verstuurd. Dit antwoord komt krap 3 maanden later. Niet verwonderlijk als je de antwoorden van de minister bekijkt.

 

De minister, ónze minister, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is namelijk van mening dat het op dit moment allemaal voldoende goed geregeld is en ziet geen reden extra maatregelen voor nazorg te treffen. Dan kan je rustig een paar maanden wachten met antwoorden op vragen, want dan snap je helemaal niets van wat er onder de slachtoffers van seksueel en ander geweld door rooms katholiek geestelijken leeft! Duizenden mensen zaten op deze antwoorden te wachten, mevrouw Schippers!

Het antwoord van de minister documenteert haarscherp de instelling van onze huidige regering.
Antwoord vraag 3: “…De zelfhulp en lotgenootcontacten zijn op dit moment toereikend…”
M.a.w.: Op deze manier kost het de overheid niets en zoeken ze het zelf maar uit.
Bij deze regering moet namelijk iedereen voor zichzelf zorgen.
Deze regering is druk met andere dingen (?) en heeft geen geld over voor het welzijn van de Nederlandse staatsburger.

De minister gaat er gemakshalve (of beroepshalve: want als politicus denk je dat als je een wet of regeling hebt ingericht, deze ook als verwacht uitgevoerd wordt en naar behoren functioneert) van uit dat Slachtofferhulp Nederland de juiste partij is om deze mensen op te vangen en dat de reguliere gezondheidszorg uitgerust is mensen welke lijden onder de langdurige effecten van seksueel of ander misbruik te kunnen helpen.

Beiden is niet de realitieit! Wakker worden, minister! Even iets verder kijken!

Slachtofferhulp is weliswaar vol goede bedoelingen, heeft een leger aan goedwillende vrijwilligers, maar geeft in een persoonlijk onderhoud te kennen niet uitgerust te zijn voor de opvang van deze mensen en zoekt naar samenwerking met groepen en therapeuten die die ervaring wel hebben. Wakker worden minister: een tasjesroof of getuige zijn van een ernstig verkeersongeluk is niet het zelfde als de langdurige effecten van misbruik in je kinderjaren bij je gedragen te hebben. Daardoor is je hele leven verkracht en ben je ernstig geestelijk en lichamelijk beschadigd geraakt. Die knoop krijg je niet zomaar uit de war…
De slachtoffers wisten allang dat Slachtofferhulp Nederland geen partij was en hebben zich daarom ook niet massaal daar aangemeld.
Weer wordt niet met de slachtoffers gesproken, om te zien welke hulp noodzakelijk is, maar bepalen de z.g. experts wat goed is voor de mensen, worden deze wederom “ont-macht” en daarmee herhaald zich het misbruik…

De reguliere gezondheidszorg van onze minister Schippers is voor velen een herhaling van de lijdensweg geworden.
Het ontbreekt op grote schaal aan mensen met ervaring om met dit onderwerp om te gaan. En dat heeft niets met onwil te maken, maar met het feit dat voor de overheid sinds begin 2000 seksueel misbruik geen speerpunt meer is voor de gezondheidszorg, maar huiselijk geweld opgevangen moest worden. Ook belangrijk, maar dat heeft wel gevolgen voor mensen met seksueel misbruik ervaringen.
Alle ervaring uit de voorafgaande jaren gingen met één klap verloren of zijn in de kast verdwenen.
Het goede nieuws is dat sommigen nog wel degelijk de methodieken, procedures en protocollen bewaard hebben en wij die alleen weer “op moeten graven”.

Seksueel misbruik (en door religieuzen in het bijzonder) heeft een heel eigen aanpak in de geestelijke gezondheidszorg nodig. Daar past niet de arrogante, autoritaire en “ont-machtende” aanpak van de weledelzeergeleerden. Hierbij hoort een aanpak gericht op zelf-realisatie en wordt het pad naar heling voor een groot deel door de client zelf bepaald en begeleid de therapeut daar waar nodig en/of gewenst.

Maar als we geen geld willen steken in de ontwikkeling van deze aanpak zal het bij goedbedoelde initiatieven van andere slachtoffers blijven en komt de overheid er goedkoop van af. Mensen offeren hun eigen vrije tijd en geld om anderen te helpen.
Prachtig, mevrouw Schippers, hiermee gaat u de wereld niet verbeteren, maar wel lof oogsten van uw collegae politici.
Want: de slachtoffers gaan onder en het land is gered!

door Ton Leerschool
Stichting Mannenhulpverlening na seksueel misbruik

—begin brief—
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Bezoekadres: Parnassusplein 5
2511 VX Den Haag
T 0703407911
F 0703409834
www.rijksoverheid.nl

Kenmerk CZ-U-3063631
Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.

Datum 21 juli 2011
Betreft nazorg van misbruik in de rooms-katholieke kerk

Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie de antwoorden op de vragen van de Kamerleden K. Arib (PvdA), S.M.J.G. Gesthuizen (SP) en T. Dibi (GroenLinks) over nazorg van misbruik in de rooms-katholieke kerk (2011Z09077).
Hoogachtend, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. drs. E.I. Schippers

Antwoorden op Kamervragen van de leden Arib (PvdA), Gesthuizen (SP) en Dibi (GroenLinks) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over nazorg van misbruik in de rooms- katholieke kerk (ingezonden 28 april 2011)
1. Bent u op de hoogte van het bericht dat er onvoldoende nazorg is voor slachtoffers van seksueel misbruik binnen de Rooms-katholieke kerk?
Antwoord vraag 1. Ja.

2. Kent u het motto van de Stichting Mannenhulpverlening na Seksueel misbruik in samenwerking met vertegenwoordigers van verschillende lotgenotengroepen: “ Alles wat beschadigend is geweest moet in het volle licht komen: dit is nodig voor erkenning en herkenning en voor de heling die daarvan uitgaat”? Wat is uw mening hierover?

Antwoord vraag 2.
Ik heb kennis genomen van de Stichting „Mannenhulpverlening na Seksueel misbruik‟ naar aanleiding van uw vraag. Ik deel hun zienswijze dat slachtoffers van seksueel misbruik (zowel mannen als vrouwen) voor hun negatieve ervaringen een platform nodig (kunnen) hebben om met anderen daarover te praten. Het is aan het slachtoffer om te bepalen in hoeverre deze verwerking in de reguliere zorg of bij een lotgenotenstichting plaats moet vinden.

3. Deelt u de mening dat bijeenkomsten, zoals maandag 25 april jl. in Utrecht georganiseerd, kunnen helpen bij het verwerken van seksueel misbruik? Deelt u de mening dat de overheid een taak heeft bij het organiseren/ondersteunen van de organisatie van dergelijke bijeenkomsten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze gaat u hier invulling aan geven?
Antwoord vraag 3.
Ik deel de mening dat bijeenkomsten, zoals maandag 25 april jl. in Utrecht georganiseerd, kunnen bijdragen bij de verwerking van seksueel misbruik. Ik deel niet uw mening dat de overheid een taak heeft bij het organiseren/ondersteunen van de organisatie van dergelijke bijeenkomsten. De zelfhulp en lotgenootcontacten zijn op dit moment toereikend.

4. Deelt u de mening dat nazorg nú nodig is, en dat het niet verantwoord en niet nodig is om te wachten op de rapporten van de commissie Samson en de commissie Deetman?

Antwoord vraag 4.
Ik ben met u van mening dat adequate verlening van nazorg van belang is. Ik deel niet uw standpunt dat er op dit moment extra maatregelen met betrekking tot nazorg nodig zijn. Het blijkt dat melders behoefte hebben aan hulp. Er zijn daarom goede afspraken gemaakt met Slachtofferhulp Nederland. De snelle en professionele begeleiding van Slachtofferhulp Nederland wordt op prijs gesteld en voldoet aan een behoefte. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van reguliere voorzieningen in de (geestelijke) gezondheidszorg die op dit terrein hulpverlening bieden. Overigens wijs ik erop dat de commissie-Deetman in haar tussenrapport nadrukkelijk aandacht heeft geschonken aan adequate hulpverlening. In het verlengde hiervan zal de heer Bandell binnenkort de vorderingen naar buiten brengen over de hulpkant van Hulp en Recht. Ik zie daarom op dit moment geen aanleiding om in extra hulpverlening te voorzien en geef er de voorkeur aan nu eerst de resultaten van de lopende onderzoeken af te wachten.

5. Welke mogelijkheden voor nazorg zijn er op dit moment voor slachtoffers van seksueel misbruik binnen de Rooms-katholieke kerk?
Antwoord vraag 5.
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 4.

6. Hoeveel slachtoffers van seksueel misbruik binnen de Rooms-katholieke kerk doen een beroep op hulpverlening? Hoeveel van hen krijgen ook daadwerkelijk de juiste hulp? Hoeveel slachtoffers van seksueel misbruik kunnen geen hulp krijgen op het moment dat zij er om vragen? Hoe lang moeten zij wachten op hulp?

Antwoord vraag 6.
Het aantal slachtoffers van seksueel misbruik binnen de rooms-katholieke kerk dat een beroep heeft gedaan op hulpverlening via Slachtofferhulp Nederland bedraagt 15, voor 12 gevallen is de hulpverlening afgerond en voor 3 gevallen loopt nog een traject van hulpverlening.

7. Hoe zou de hulpverlening aan slachtoffers van seksueel misbruik binnen de Rooms-katholieke kerk er volgens u idealiter uit moeten zien? In hoeverre verschilt dat van de hulpverlening zoals die nu bestaat? Welke maatregelen zouden genomen moeten worden om te zorgen voor optimale hulpverlening aan slachtoffers van seksueel misbruik? Kunt u aangeven wanneer u welke van deze maatregelen gaat nemen?

Antwoord vraag 7.
Slachtoffers die hulpverlening behoeven kunnen dat krijgen, ongeacht de aanleiding voor de betreffende hulpvraag. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 zijn er goede afspraken gemaakt met Slachtofferhulp Nederland en voldoet de professionele begeleiding van Slachtofferhulp Nederland aan een behoefte. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van reguliere voorzieningen in de (geestelijke) gezondheidszorg die op dit terrein hulpverlening bieden.

Ierse premier haalt uit naar Vaticaan

van RKkerk.nl:

21 juli 2011 – De Ierse premier (taoiseach) Enda Kenny heeft gisteren in het Ierse parlement in zeer krachtige taal uitgehaald naar het Vaticaan. Hij beschuldigt de leiding van de RK-Kerk van het  toedekken van kindermisbruik door geestelijken, het verhinderen van onderzoek en van een “wereldvreemde en narcistische” opstelling.

Cloyne
Kenny deed zijn uitspraken naar aanleiding van de uitkomsten van het zogeheten Cloyne-rapport, dat op 13 juli gepresenteerd werd. Het betreft een onderzoek van de Ierse regering naar beschuldigingen van seksueel misbruik door 19 geestelijken in het zuidelijke bisdom Cloyne.

Misbruik
In het rapport wordt scherpe kritiek geuit op de lakse houding van het Vaticaan. De leiding van de kerk zou het seksueel kindermisbruik hebben gebagatelliseerd om haar eigen macht en reputatie te beschermen. Ook zou het Vaticaan drie jaar geleden hebben geprobeerd om onderzoek naar het misbruik te verhinderen. Volgens Kenny, zelf praktiserend rooms-katholiek, toont het rapport aan dat de Vaticaanse cultuur tot op heden gedomineerd wordt door “disfunctionaliteit, wereldvreemdheid, elitarisme en narcisme”.
Berekenend
“In plaats van te luisteren naar de bewijzen voor vernedering en verraad met Sint Benedictus’ ‘oor van het hart’, was de Vaticaanse reactie het te ontleden en te analyseren met de priemende blik van een kerkjurist. Deze berekende, vernietigende houding is het absolute tegenovergestelde van het radicalisme, de nederigheid en het mededogen waarop de Kerk van Rome is gesticht,” aldus Kenny.

Clericalisme
In zijn toespraak tot het parlement zei de premier dat enkele van de “meest intelligente, machtige en bevoorrechte mensen” van Ierland door hun “clericalisme” niet in staat of zelfs niet bereid zijn gebleken de afschuwelijke feiten uit de eerder gepubliceerde misbruikrapporten onder ogen te zien.

Bisschop Magee
Het bisdom Cloyne werd tot voor kort bestuurd door bisschop John Magee. Paus Benedictus XVI accepteerde vorig jaar diens ontslag. Magee zou geprobeerd hebben het onderzoek te dwarsbomen. Bovendien werd hij ervan beschuldigd kinderen niet tegen misbruik beschermd te hebben.

Nuntius
Naar aanleiding van de publicatie van het Cloyne-rapport ontbood de Ierse regering vorige week de diplomatieke vertegenwoordiger van het Vaticaan, nuntius Giuseppe Leanza, om te protesteren tegen de houding van de leiding van de RK-Kerk bij misbruikschandalen.

Ierse regering hekelt toedekmethode Vaticaan

UIT HET FRIESCH DAGBLAD van 25 juli 2011
Aartsbisschop Martin van Dublin doet een bijna smekend beroep op de Ierse premier Enda Kenny om de controverse tussen de Ierse regering en de R.-K. Kerk over kindermisbruik niet op de spits te drijven.
Frans Wijnands
,,Als we niet samenwerken worden onze kinderen andermaal de dupe”, zei aartsbisschop Diarmuid Martin van Ierland. Hij pleit er bij de Ierse premier en de justitiële autoriteiten voor om te blijven samenwerken, zodat het vergrijp van kinderen door priesters, paters, broeders en nonnen een halt kan worden toegeroepen en de schuldigen op gepaste (gerechtelijke) wijze gestraft worden.
De aartsbisschop riep de vorig jaar teruggetreden bisschop van het bisdom Cloyne, mgr. John Magee (1936), terug te keren naar Ierland en zich ter verantwoording te laten roepen. De gewezen bisschop – ooit een rijzende ster binnen de kerkelijke organisatie en werkzaam op het secretariaat van drie opeenvolgende pausen – is ondergedoken nadat aan het licht was gekomen dat hij de kwade genius was achter het schandelijk negeren van een schier onafzienbare reeks kindermisbruikgevallen door enkele tientallen priesters van zijn bisdom.
Maar de afgetreden bisschop is met de noorderzon vertrokken – vermoedelijk ondergedoken in de Verenigde Staten – en heeft tot nu toe alleen maar excuus aangeboden voor zijn laksheid wat betreft het afhandelen van klachten over misbruik.

Keiharde woorden

De christen-democratische premier Kenny van Ierland gebruikte vorige week in het Ierse Parlement keiharde woorden om de Ierse kerk, maar ook het Vaticaan, aan te klagen en te beschuldigen van bewuste tegenwerking van de Ierse Justitie in het onderzoek naar gevallen van kindermisbruik.
Uit een recent, vernietigend rapport over het bisdom Cloyne blijkt dat tussen 1996 en 2009 minstens negentien priesters van seksueel misbruik zijn beschuldigd. Maar in strijd met de Ierse wet en ook Vaticaanse voorschriften werden die gevallen niet aan Justitie gemeld. ,,In het Vaticaan heerst een cultuur waarin gebrek aan inlevingsvermogen, elitair gedrag en narcisme voorop staan”, aldus premier Kenny.
Het onderzoek van de Ierse regering naar seksueel misbruik door negentien geestelijken in het bisdom Cloyne is het vierde rapport in Ierland over seksueel misbruik. De veertig slachtoffers die in het onderzoek worden genoemd, zeggen zonder uitzondering dat zij zich door de leiding van de kerk in de steek gelaten voelen.

Reactie

De perschef van het Vaticaan, de Jezuïet pater Lombardi, liet weten dat het Vaticaan ,,te gelegener tijd en op gepaste wijze op de beschuldigingen zal antwoorden”. Ondertussen vroeg hij om ,,noodzakelijke objectiviteit” van weerskanten. Dat klinkt arroganter dan bedoeld, maar pater Lombardi probeert het zwellende conflict tussen Ierland en het Vaticaan in te perken.
Niet alleen in buitenkerkelijke kringen in het overwegend katholieke Ierland heerst grote verontwaardiging en afschuw over de jongste onthullingen over het systematisch toedekken van misbruikgevallen. De apostolische visitator mgr. Clifford, die in opdracht van paus Benedictus XVI de misbruikgevallen binnen de Ierse R.-K. Kerk in kaart brengt, spoort de Ierse bisschoppen aan tot nog meer zorgvuldigheid. Hij stelt zelfs voor om priesters en andere kerkelijke medewerkers een soort van certificaat te geven dat zij geschikt zijn om met kinderen om te gaan; een kindvriendelijk kwaliteitszegel.
De prefect van de Vaticaanse Congregatie voor de Geloofsleer, kardinaal Levada, heeft in een rondschrijfbrief aan alle bisschoppen in de wereld nogmaals benadrukt dat de zorg voor de slachtoffers voorop moet staan, dat er strengere selectienormen moeten komen voor priesterstudenten en dat samenwerking met de Justitie een verplichte richtlijn is. Alle bisschoppenconferenties krijgen een jaar de tijd om een plan van aanpak bij de Congregatie in te dienen.
Daarmee wordt impliciet onderschreven dat het Vaticaan niet boven de burgerlijke wet staat en geen eigen rechter mag spelen over priesters die zich aan kinderen vergrepen hebben. Want die eigen aanpak resulteerde in het verleden vrijwel uitsluitend in het toedekken van misbruik en de disciplinaire maatregelen tegen schuldige priesters beperkten zich doorgaans tot overplaatsingen naar andere parochies.

Biechtgeheim

De Ierse regering heeft het conflict met de R.-K. Kerk helemaal op scherp gezet met de aankondiging dat er een wet gaat komen die het biechtgeheim aanpakt. ,,De wetten in dit land zullen niet wijken voor bisschopsstaf en priesterboord”, zei een verontwaardigde premier. Priesters die in de biechtstoel misdaden horen zouden de biechteling niet alleen moeten aanraden om naar Justitie te stappen, zoals nu gebeurt, maar zouden zelf de opgebiechte misdaden aan moeten geven. En dat staat nu eenmaal haaks op het heilig sacrament van de biecht van de Rooms-Katholieke Kerk.

Oproep

Ik ben regelmatig misbruikt, geestelijk én lichamelijk door de zusters van het heilig hart (kostschool aan de Amstelveenseweg in Amsterdam) én door de pastoor én kapelaan van de H. Agnes kerk in Amsterdam.

Dit alles in de jaren 1952 t/m 1958.

Zijn er meerdere mensen die dit bij deze instellingen is overkomen?

Laat me dat dan weten aub zodat we dit onrecht eindelijk kunnen aanpakken.

Pensionaat St.Louis in Weert en Amersfoort: Broeder Eliseüs (Zeegers).

Lotgenoot is op zoek naar lotgenoten.
Heb in de jaren 1964 tot 1967 op Pensionaat St.Louis te Weert gezeten.
Ben in de jaren tussen 1964 en 1966 seksueel misbruikt door Broeder Eliseüs (Zeegers) ook wel broeder Schilder genoemd. Mijn vraag is of er mensen zijn die ook door deze broeder zijn misbruikt. Of zijn er mensen die zich iets herinneren of getuige zijn geweest van deze gebeurtenissen? Br. Eliseüs is ook jaren werkzaam geweest op pensionaat St.Louis te Amersfoort.

Italiaanse toestanden bij OM

Door Afshin Ellian in Elsevier – 4 juli 2011

bananenrepubliek-door-mephisto-op-www.vk.nl

bananenrepubliek door mephisto op www.vk.nl

Ik heb vertrouwen in het Openbaar Ministerie (OM). Wij kennen geen Italiaanse toestanden. Onze openbare aanklagers zijn integer en onafhankelijk. Toch heeft mijn vertrouwen een klein deukje opgelopen. In opdracht van het College van procureurs-generaal heeft het OM een onderzoek gedaan naar de strafrechtelijke gevolgen van het seksueel misbruik in de Katholieke kerk.

Velen hebben zich afgevraagd waarom de geestelijken die seksueel misbruik hebben gemaakt van minderjarigen niet zijn opgepakt en berecht. Steeds werd er beweerd dat er geen aangiftes waren. Zedendelicten zijn voornamelijk klachtdelicten. Zonder klacht kan er geen vervolging worden ingesteld. Dat was het standaard verhaal over de strafrechtelijke reactie op het plegen van zedendelicten in de kerk.

Kastje
Dato Steenhuis, een oud-procureur-generaal, heeft zijn bevindingen in een rapport aangeboden aan het OM. Het rapport zal ook aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

Steenhuis schrijft dat Rolph Gonsalves bij zijn aantreden als procureur-generaal van Den Bosch een kastje had gevonden. Een kastje?
Ja, een kastje! Daarin zaten zes à zeven zedenzaken uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Deze dossiers werden door de voorgangers van Gonsalves opzettelijk niet behandeld en in een apart kastje bewaard. Curieus hé!

Vernietigen
Waarom werd een aantal kerkelijke zedenzaken bewaard in een kastje? Als je de verdachten niet wilt vervolgen, kun je de dossiers vernietigen.

Angst is de reden dat deze zaken in een apart kastje werden bewaard. Niet onbegrijpelijk, omdat deze actie van het OM illegaal was en in strijd met de goede zeden. Bovendien konden ze langzamerhand verjaren. Het ‘verjaringskastje’ van het OM begint te stinken.

Nu schrijft Steenhuis dat de kerkelijke zedendossiers zijn verjaard en zijn vernietigd op grond van de Wet op politiegegevens: ‘Ik sluit niet uit dat de zaken in het kastje waren gelegd om ze te laten verjaren.’

Slimme man
Knap hè, de oud-procureur-generaal is echt een slimme man. Hij sluit immers niet uit dat ze de dossiers in het kastje hadden gelegd om ze te laten verjaren. Meneer Steenhuis voor welke andere reden lagen de dossiers daar? Het was een illegaal verjaringskastje.

Steenhuis citeert in zijn rapport uit de aantekeningen van Gonsalves over het verjaringskastje. Gonsalves schreef in 1986:
‘Ik bezocht de bisschoppen op eigen initiatief. Van mijn voorganger begreep ik dat zich wel eens delicate zaken voordeden, waarin leden van de katholieke geestelijkheid waren betrokken. Men stond een discrete behandeling voor. Tegen de bisschoppen zei ik: Ik wil ook op dat punt duidelijk zijn. Als u hoort dat een van uw priesters zich aan strafbare feiten heeft schuldig gemaakt – waarbij het kon gaan om zedendelicten – dan raad ik u aan om daar meteen met mij contact over op te nemen. Ik ben dan bereid met u te overleggen hoe we de publicitaire schade kunnen beperken. Maar één ding zeg ik u wel: de zaken worden hoe dan ook aangepakt.’

Respect
Dit is Nederland, niet honderden jaren geleden, en ook niet het negentiende eeuwse Nederland. Het is geschreven in 1986.

Verbazingwekkend! Een bisschop!, met alle respect voor zijn ambt, is vanuit het perspectief van onze rechtsorde geen bijzondere figuur. In de Middeleeuwen was een bisschop een belangrijke statelijke figuur, met een zekere mate van immuniteit, maar in de twintigste eeuw is hij niet meer dan een gewone burger.

In het rapport wordt melding gemaakt van een incident in 1981. Hoofdofficier E. Bauwens beval zijn ondergeschikte officier van justitie J. Huurman om niet verder onderzoek te doen in een zedenzaak tegen een priester: ‘Geef maar hier, deze doet de kerk zelf af.’ Bauwens leeft nog en hij is vicepresident van het gerechtshof in Den Bosch.

Seksualiteit
Steenhuis probeerde in het tv-programma Nieuwsuur de handelwijze van het OM te verdedigen. De oorzaak van deze illegale toestand is volgens Steenhuis gelegen in onze opvattingen over seksualiteit in de jaren zestig van de vorige eeuw. Toen was alles wat losser dan nu, volgens Steenhuis.

Wat een ongelooflijke onzin. Heeft het OM vanaf de jaren zestig tot en met de jaren negentig van de vorige eeuw niemand vervolgd wegens het begaan van zedendelicten met minderjarigen? Dat hebben ze wel gedaan. Maar ze maakten een uitzondering voor de geestelijken. Een illegale uitzondering.

Bovendien gold ook in de jaren zestig van de vorige eeuw dat seksueel misbruik van minderjarigen verwerpelijk en strafbaar was. De seksuele emancipatie had betrekking op de religie en de kerk en niet op het Wetboek van Strafrecht. Maar kennelijk viel één categorie burgers onder de regels van het verjaringskastje.

Aanleiding
De vreemde manier van optreden van Steenhuis geeft aanleiding om de zaak nog een keer te laten onderzoeken. De Kamer moet aan een aantal onafhankelijke strafrechtsgeleerden vragen om de zaak te onderzoeken.

Daarnaast moet de Kamer onderzoeken of in deze zaak de opeenvolgende ministers van Justitie mondeling dan wel schriftelijke richtlijnen hebben gegeven aan het OM. Ook moet duidelijk worden of zij op de hoogte waren van het verjaringskastje. Dit moet tot de bodem worden uitgezocht.

Het onbestraft laten van zedendelinquenten is een buitengewoon ernstige zaak. Ook wil ik weten waarom en op grond waarvan het OM bijzondere contacten had met de katholieke kerk. Hadden ze ook met andere kerken bijzondere contacten? De katholieke kerk, een neerbuigend OM, een verjaringskastje! Dit zijn wel Italiaanse toestanden.