Sexual Abused on Oprah Winfrey Show

Enkele maanden geleden zag ik een show van Oprah met Tyler Perry over het feit dat hij in zijn jeugd seksueel misbruikt was geweest door zijn vader en andere daders en door een vrouw. Ik heb veel gehuild bij zijn verhaal en ook veel herkend over de gevolgen van het misbruik. Later heeft Oprah & Tyler samen twee shows opgezet met 200 mannen als publiek die allen een foto voor zich droegen met daarop een afbeelding van henzelf toen ZIJ  seksueel misbruikt werden in hun jeugd. Ik heb beide uitzending vol met verdriet, pijn en emotie gezeten. Het is erg vreemd dat ik helemaal niets in de media er over gelezen hebt. Wie heeft deze drie uitzendingen ook gezien van Oprah over seksueel misbruik van jongens door mannen?
Jos

st louis amersfoort

Het valt me zwaar hier iets neer te zetten vooral om het feit dat ik het al mijn leven lang verzwijg iets wat mijn leven heeft verwoest en nog nooit met iemand heb gesproken over mijn verblijf op st louis .

 De vele media aandacht en het feit dat de kerk de misstanden begint te erkenen geeft mij kracht om eindelijk na al die jaren te gaan klagen, ja gewoon te gaan klagen om wat mij als jongen van 10 jaar is aangedaan.Ik kwam als 10 jarige op pensionaat saint Louis in Amersfoort terecht ,ik kwam uit een RK middenstandsgezin met 5 kinderen waarvan ik de oudste was,het was 1965-66 dat ik in klas 5 kwam mijn eerste jaar van de 2 jaren die ik daar verbleef. De eerste weken mocht je nog niet gelijk naar huis mijn ouders reisden veel en ik was in de weekenden vaak op st louis.

Nooit zal ik de dag vergeten dat ik ’s morgens wakker werd en in mijn bed had geplast broeder Felicius  “fikke”had zaaldienst en zei mij het bed af te halen en hij zou me later hierover onderhouden.

de avond dat wij naar bed gingen en de lichten uit gingen op de zaal liep hij zijn ronde , bij mijn bed aangekomen zei meekomen , ik was al gewaarschuwd voor deze broeder

meestal kreeg je slaag van hem, hij was niet vriendelijk nooit eigenlijk en erg streng, bij het minste geringste kreeg je een oorveeg . als een bang konijntje liep ik met hem mee naar een hokje welke in de hoek van de slaapzaal stond moest naar binnen en hij sloot een gordijn, in dit hokje brachten de broeders die zaaldienst hadden de nacht door .

hij vertelde me dat ik iets heel ernstig had gedaan en daarvoor bestraft moest worden mijn broek en pyamabroek moesten uit en ik moest over hem heen komen liggen

mijn piemeltje kwam hierdoor vast te zitten tussen zijn benen en ik was als de dood, ik zal het je afleren vies jongetje zei hij steeds en begon met een pantoffel op mijn bips te slaan

het slaan leek wel uren te duren maar ik denk dat het nooit meer dan 5 a 10 klappen waren, ondertussen duwde hij met kracht zijn benen omhoog.

huilend moest ik opstaan en voor hem blijven staan ik kan me herinneren dat hij iets zei van je hebt je straf gehad nu zal ik zorgen dat je niet meer het bed vies maakt hij pakte mijn piemeltje en sjorde eraan er kwam wit spul uit wat ik nog nooit gezien had en hij ving dit op in een doekje ik moest me aankleden en mocht er niks over zeggen op de zaal bid maar een paar wees gegroetjes dan komt alles goed.

Ik besefte toen nog niet dat ik klaar gekomen was en durfde niemand wat te vertellen ik dacht ook dat ik een vies jongetje was en straf had verdiend en wat hij gedaan had net zoiets als bij een dokter was die je piemel weleens controleerde, ook was ik bang dat ik niet in de hemel kwam hierdoor en dat gaf mij nog meer angst.

Ik bad altijd in bed dat ik niet zou plassen  maar dat hielp natuurlijk niet er waren nog enkele jongens die regelmatig straf kregen eigenlijk altijd dezelfde. soms haalde hij wel 2 of 3 x op een avond iemand uit zijn bed. iedereen die dat niet meemaakte dacht dat je straf met de pantoffel had gehad. Later besefte ik dat juist deze manier van straffen weinig impact had op de zaal als jongens moesten wij altijd om half zeven op hadden een zwaar dagprogramma en een druk vrijetijdsprogramma dus ’s avonds erg moe en iedereen sliep gauw.

ik ben het eerst jaar waarschijnlijk ruim 20 keer “gestraft”door deze broeder. Pas in de zesde klas was het voorbij .

Let niet op mijn interpunctie die vind ik in deze niet van belang

wat nu vraag ik me af, ik heb geen melding gedaan , ik weet niet of ik dat moet doen en waarom zou ik het doen , ik heb nu eindelijk erkend dat het niet normaal was wat er met mij gebeurde , ik weet niet of dat genoeg voor me is .

graag hoor ik advies van lotgenoeten.

Arthur

Crowdfunding film "Woensdagen"

Wij zijn bezig met een film over seksueel misbruik bij kinderen. Er is de laatste tijd veel media-aandacht rondom dit thema, maar het gaat vrijwel altijd om de dader in plaats van het slachtoffer. Met de korte film ‘Woensdagen’ bekijken we het uit het perspectief van het kind.

De financiering van dit project gebeurd d.m.v. crowdfunding, en wellicht heeft u al wat kunnen lezen over dit net opgerichte initiatief in de media (o.a. het Parool en de filmkrant) . Herman van Veen steunt dit project ook, zoals u kunt zien in de projectpresentatie. Op deze website vindt u meer informatie over de makers en de film.

Graag willen we uw instelling of stichting vragen om hier aandacht aan te geven d.m.v. een vermelding in een nieuwsbrief of, liever nog, de film op uw site te zetten. We moeten, om het geld bij elkaar zien te krijgen, zoveel mogelijk mensen benaderen en daar kunnen we alle hulp bij gebruiken.

Het ‘crowdfunden’ gebeurt via de site www.cinecrowd.nl en het project heet woensdagen.
Voor meer informatie kunt u altijd contact opnemen met mij of cinecrowd.

Met vriendelijke groet,

Aaron Rookus (regie)
Maarten van der Ven (productie)

PERSBERICHT
Herman van Veen steunt derde project Cinecrowd.nl

Online te financieren film handelt over seksueel misbruik bij kinderen

Herman van Veen is de eerste sponsor van het derde project op Cinecrowd, genaamd ‘Woensdagen’. De kleinkunstenaar spreekt op de site de kijker toe dit project van ‘een heel bijzondere jonge maker’ te steunen. Over het onderwerp van de film, seksueel misbruik bij kinderen, zegt hij: ‘Het gaat om het recht dat een kind heeft, veilig te zijn in welke omgeving dan ook.’

Het korte filmproject van regisseur Aaron Rookus hoopt binnen 70 dagen voldoende steun te krijgen voor realisatie.

‘Woensdagen’ gaat over de beleving van de 8-jarige Kris, met de 35-jarige Willem naar het zwembad gaat. Het jongetje geniet op een onbevangen manier, totdat hij wordt geconfronteerd met een vreemde verzoek in het badhokje… Regisseur Aaron Rookus: ‘Via mijn korte film wil ik het kind een stem geven over een onderwerp waar het afgelopen jaar weer veel over te doen is geweest. Puur door de kijker te laten voelen hoe kwetsbaar je als kind bent.’ Producent Maarten van der Ven: ‘Wij zijn zeer blij met de komst van Cinecrowd. Het geeft ons de mogelijkheid een film te maken die via de traditionele kanalen onmogelijk zou zijn te financieren. Maar het is wel een film die, vanwege het onderwerp en het talent van de regisseur, gemaakt moet worden.’

Over Cinecrowd
Stichting CineCrowd is een non-profit website opgezet door een groep jonge filmmakers en ondernemers die zochten naar een nieuwe vorm van financiering. Cinecrowd is een vorm van het zogeheten crowdfunding, dat grote groepen mensen bij elkaar brengt om een idee te financieren. Dergelijke platforms bestaan al langer voor onder meer de uitgave van boeken, kunstprojecten en bands.

De onzin getallen van Deetman

Voortdurend worden door de media, politiek en publiek getallen herhaald welke door de commissie Deetman gepubliceerd zijn.
En dat begint mij behoorlijk te irriteren. Niet alleen omdat ik vind dat die cijfers absoluut niets zeggen over het onbeschrijfelijk leed dat veel slachtoffers, iedere dag die God geeft, moeten overwinnen, maar ook omdat er niks van klopt.
Nooit en te nimmer…en we moeten dus ophouden deze cijfers voor wijsheid aan te nemen.

Met spanning werd de ‘barometer’ vorig jaar gevolgd van 150, 300, 500 tot 800, toen de meldingen van Hulp en Recht erbij: 2000
2000 MELDINGEN…wie had dat gedacht…een mooi rond getal, daar kunnen we wat mee!
Nu hebben we vat op de situatie; de politiek kan rekenen hoeveel zetels er te halen zijn door voor deze groep mensen iets te doen, de pers kan op zoek naar 1000 daders, de man/vrouw aan de bar heeft weer stof tot discussie: “Valt wel mee” zegt de een, “wat een ravage heeft die kerk aangericht”, zegt een ander. Het is maar wat je ervan maakt…
En dan produceert Deetman een nieuw getal om mee te goochelen en iedereen houd de adem in: 1000 daders! Zo, dat is toch wel veel….of niet…ja, toch?!? Misschien is er echt iets mis met die kerk?!?

Uit een publicatie van de bisschoppenconferentie in de Verenigde Staten blijkt dat 95% van de 195 parochies en 60% van de 140 geestelijken orden, die meewerkten aan het z.g. John Jay Report in 2005, meldden minstens één beschuldiging van kindermisbruik door een van hun priesters meegemaakt te hebben in de periode 1950 – 2002. En dat zijn dan alleen de gevallen waar een aanklacht is ingediend, dus ook deze cijfers zijn verre van compleet. Neem deze niet voor een waarheid!
Hier is allang geen sprake meer van ‘incidenten’ maar een pandemie.
Nee, maar in Nederland was het natuurlijk allemaal veel beter, ik zou niet weten waarom, maar die cijfers kloppen niet voor ons land, toch?!?

Jammer mensen, ik moet die droom verstoren, want van die cijfers van de commissie Deetman klopt namelijk helemaal niks, die slaan nergens op. Die geven nog niet eens een indicatie van het aantal mensenlevens dat rooms-katholieke religieuzen vernietigd hebben (nee, ik heb het niet over de duizenden en nog eens duizenden die sinds de oprichting van dit christelijk instituut het hoofd hebben moeten buigen voor de vrome beul) of hoeveel daders daar voor tekenden.
Nee, ik bedoel dat die 2000 meldingen van misbruik en daardoor het aantal daders niet eens het topje van de spreekwoordelijke ijsberg zijn.

De commissie leidt uit de meldingen het aantal daders af. Zijn de meldingen niet kompleet, dan is het aantal daders niet correct.
En als je die cijfers omdraait dan klopt er al helemaal niks van!
Uit de internationale statistieken blijkt een pedofiel in zijn leven. als hij niet gestopt wordt, zo’n 100 slachtoffers te maken. (Het rapport spreekt van 117, maar dan lijkt het net of het een exact cijfer is…)
Dan zit de Nederlandse maatschappij dus nu, op basis van de gevonden 1000 daders, met zo’n 100,000 slachtoffers van de roomse religieuzen opgescheept.
Maar we hebben maar 2000 meldingen!!!
Ik ga hieronder proberen die verschillen uit te leggen en een beetje ratio in die cijfers te brengen, want dadelijk gaat iemand conclusies trekken op basis van de ‘droomcijfers’ van Deetman en als daar dan ook hulpverlening e.d. op afgestemd wordt dan zijn we nog steeds niets mee geholpen.

“Verloren” dossiers van Hulp en Recht
Ik kom maar niet uit die cijfers uit het tussenrapport van Deetman van 9 december 2010.
Volgens dat rapport:
Ontving H&R in de tijd van 1995 – 2009: 286 meldingen
Daar kwamen er in 2010 bij: 1799 meldingen
Dan kom ik tot totaal: 2371 meldingen op de achterkant van een bierviltje…
Hulp & Recht overhandigde aan de commissie Deetman 1225 meldingen.
Wat is er gebeurd met de ontbrekende meldingen: 860 meldingen
Die waren in het verleden al door H&R bekeken? Afgehandeld? Geweigerd?
Dhr Deetman kwam tot de conclusie dat er bij H&R niets van klopt, maar controleert die gevallen niet?!? In de prullenbak/doofpot ermee…860 mensenlevens meer of minder…860 daders meer of minder…

Meldingen na 1 december 2010
“Informatie die de commissie ontvangt na 1 december gaat niet verloren, maar zal niet meer als melding in het onderzoek worden geregistreerd.” Bron: website van de commissie Deetman: http://www.onderzoekrk.nl/misbruik-melden.html
Gaat niet verloren? Voor het onderzoek wel, maar op een of andere manier ook weer niet, of zo…en de daders die achter die meldingen zitten? Die gaan vast ook niet verloren, toch?!?

Niet gemeld – wantrouwen
Wij weten dat er veel mensen zijn die bewust niet bij Deetman gemeld hebben, omdat de commissie de indruk een verlengde arm van de katholieke kerk te zijn maar niet kwijt raakt, hoe zeer dhr. Deetman in zijn breedsprakige speeches ook probeert ons daar allemaal van te overtuigen.
Hoeveel dat er zijn? Durf ik niet te raden, dat zullen we pas weten als een echte onafhankelijke commissie zich eindelijk over deze historie buigt en mensen vertrouwen hebben dat er daadwerkelijk iets goeds gebeurt met hun melding.

Niet gemeld – overleden
Veel slachtoffers hebben de instelling van de commissie Deetman niet meer meegemaakt. Internationale statistieken tonen aan dat zo’n 50% van alle slachtoffers van seksueel misbruik herhaaldelijk overwegen zelfmoord te plegen. Cijfers over het aantal slachtoffers die dat daadwerkelijk doen zijn zeer onbetrouwbaar, tenslotte kunnen deze mensen niet meer gevraagd worden en dikwijls weet de sociale omgeving niets over het misbruik of het voornemen van het slachtoffer. Dus wordt de zelfdoding niet aan het misbruik toegerekend.
En natuurlijk zijn er een aantal slachtoffers die ‘gewoon’ overleden zijn, maar….de dader is mogelijk wel nog in leven en gaat vrolijk door anderen te misbruiken.
Daar gaan Deetman’s cijfers dus naar beide richtingen (meldingen en daders) in de fout; daar tegenover staat dat ook een aantal van de daders inmiddels overleden zal zijn.

Niet gemeld – dader geworden
Sommige studies tonen aan dat 40%, anderen tot 60%, van de slachtoffers zelf dadergedrag gaan vertonen. Ik ga nu even niet in op de achtergrond van dit gegeven, maar wel is aan te nemen dat een aantal van deze slachtoffers zich niet gemeld hebben bij de commissie.

Niet gemeld – nog van geen kwaad bewust
Er zijn nog steeds een groot aantal mensen die zich niet bewust zijn dat de reden van hun verslavingen, hun afgebroken relaties, hun agressie, hun grenzeloosheid terug te voeren zijn naar het ‘spelletje’ dat zij met die pater gedaan hebben in een hoekje op zolder.
Ik wil niemand iets aanpraten en als je er geen last van hebt…maar mogelijk komen die er in de toekomst achter dat er toch iets mis is en maken melding, dus mogelijk nog wat nieuwe daders.

Niet gemeld – vrede met het verleden
En dan zijn er nog een aantal mensen die helemaal geen last hebben van wat er gebeurt is. En ik hoop echt met heel mijn hart dat dat zo blijft. Ben wel jaloers…

Conclusie
Zoals de oplettende lezer opgemerkt zal hebben zitten er behoorlijke gaten in mijn cijfers hierboven, maar ik weet ook niet wat de juiste cijfers zijn. Ik weet alleen dat deze cijfers níet juist zijn en dat wij allemaal: publiek, politiek, media, etc. er ons van bewust moeten zijn dat er niks van klopt en niet voor waar aangenomen moeten worden.
Dat betekent ook dat een eindrapport van de commissie Deetman niet het einde is van dit drama.

Een aantal van de hierboven opgevoerde ontbrekende meldingen worden mogelijk opgelost als er een onafhankelijke commissie ingesteld wordt en een dringende oproep, vanuit die onafhankelijke commissie, in de media gelanceerd wordt, een aantal zal nooit worden opgelost en daar komen die misdadigers mooi mee weg.

Door: Ton Leerschool
Stichting Mannenhulpverlening na seksueel misbruik

"Commissie Deetman is niet on-partijdig"

Trouw – vrijdag 4 maart 2011

PvdA, SP en GroenLinks willen een parlementair onderzoek naar het misbruik in de katholieke kerk. De commissie-Deetman zou de schijn van partijdigheid niet kunnen vermijden. GroenLinks pleit daarom voor een onafhankelijke waarheidscommissie. De PvdA en SP denken aan een parlementair onderzoek, onder meer omdat getuigen dan onder ede worden gehoord.

Dat zeiden de drie partijen gisteren na afloop van gesprekken in de Tweede Kamer met onder anderen vertegenwoordigers van de kerk, deskundigen en slachtoffers. De steun voor een onafhankelijk onderzoek groeit hiermee in de Kamer. In 2008 stond de PvdA nog alleen in haar oproep tot een parlementair onderzoek.

SP-Kamerlid Sharon Gesthuizen had eind vorig jaar gevraagd om de gesprekken met betrokkenen. De Kamerfracties krijgen veel berichten binnen van slachtoffers die de commissie-Deetman onaanvaardbaar vinden. Deze slachtoffers hebben geen vertrouwen in het onderzoek, vooral omdat ze de commissie als verlengde van de rk kerk zien.

Ook Wim Deetman zelf werd gisteren door de Kamerleden bevraagd. Dat is op zichzelf opvallend: de commissie-Deetman is een politiek onafhankelijke commissie en hoeft geen verantwoordelijkheid af te leggen aan het parlement.

Daarnaast werd tot nu toe het argument van scheiding tussen kerk en staat vaak gebruikt. Dat werd gisteren door Leo Koffeman, hoogleraar kerkelijk recht weerlegd: het gaat hier om mogelijke strafbare zaken en maakt het daarmee niet meer een zaak voor de kerk alleen.

PvdA-Kamerlid Khadija Arib wijst daarnaast op de plicht van de overheid. “De kerk is vrij om een eigen onderzoek te doen, maar dat ontslaat de overheid er niet van om ook een onderzoek in te stellen. De overheid heeft de plicht om misstanden binnen instellingen aan te pakken en kinderen te beschermen.”

Nog niet alle fracties hadden gisteren na de gesprekken een conclusie getrokken. Wel lijkt de kans op een meerderheid in de Kamer voor een parlementair onderzoek nog altijd klein, vooral omdat partijen bang zijn dat het onderzoek erg lang gaat duren.

De PVV en het CDA willen bovendien de onderzoeksresultaten van Deetman afwachten. Pas als dan nog het gevoel bestaat dat niet alle informatie boven is gekomen, willen zij eventueel een onderzoek instellen. Ook D66 vindt een parlementair onderzoek vooralsnog te ver gaan. De fractie ziet andere mogelijkheden, zoals een anoniem meldpunt voor de slachtoffers.

Na slachtoffers melden nu ook daders zich
Tot nu hebben zich zo’n tweeduizend slachtoffers, die tussen 1945 en nu seksueel zijn misbruikt in de rk kerk, gemeld bij de commissie-Deetman. Zij hebben ongeveer duizend namen genoemd van vermeende daders, al moeten mogelijke dubbeltellingen nog worden gefilterd. Op 17 februari riep Deetman daders op om zichzelf bij de commissie te melden. Die oproep kreeg gehoor, zei de voorzitter van de commissie gisteren tegen de Wereldomroep. Hij wilde niet zeggen hoeveel daders inmiddels hun misbruikverleden bij hem hebben opgebiecht. Slachtoffers kunnen zich nog tot 4 april melden bij de commissie. Het onderzoek wordt naar verwachting dit jaar afgerond.

Voorzitter BAC-Hulp en Recht stapt op

ANP – vrijdag 4 maart
UTRECHT – De voorzitter van de beoordelings- en adviescommissie (BAC) van meldpunt Hulp & Recht, Marie-Anne Tan, is per direct opgestapt. Reden voor haar vertrek is het structurele gebrek aan ”deugdelijke secretariële ondersteuning vanuit Hulp en Recht, waarvan de bac afhankelijk is”.

Dat schrijft ze vrijdag in een brief aan de voorzitter van de Nederlandse Bisschoppenconferentie, bisschop Ad Van Luyn.
De BAC onderzoekt klachten over seksueel misbruik binnen de Rooms-Katholieke Kerk en brengt daarover advies uit aan de bisschoppen en bestuurders van religieuze ordes en congregaties.

Officiële klacht
Van de tweeduizend meldingen van seksueel misbruik binnen katholieke instellingen hebben er tot nu toe 250 tot een officiële klacht geleid.
Tan schrijft in de brief te betwijfelen of de afhandeling daarvan dit kalenderjaar nog wel kan worden gehaald, zoals de bisschoppen ambiëren.

Onzorgvuldige behandeling
Tan noemt de tijdsplanning van de afhandeling ”onrealistisch, onverantwoord en een illusie” en vreest dat het de kans op onzorgvuldige behandeling van de aangemelde zaken zal vergroten.

”Het secretariaat van Hulp en Recht is, ondanks aandringen op en suggesties tot verbetering, niet in staat gebleken om het afgelopen jaar de slag naar een modern, professioneel secretariaat te ontwikkelen”, schrijft Tan in haar brief. Volgens haar grijpt het bestuur van Hulp & Recht niet of nauwelijks in.

Drastisch
De onderzoekscommissie onder leiding van oud-minister Deetman adviseerde in december aan de bisschoppen het meldpunt zo snel mogelijk drastisch te reorganiseren.

Oud-burgemeester Ronald Bandell gaat die orde scheppen binnen het katholieke meldpunt in Utrecht. De opgestapte voorzitter ziet echter niet snel uitzicht op verbetering.

Bandell stelde vrijdag het vreemd te vinden dat Tan opstapt. ”Vanuit de bisschoppenconferentie is toegezegd ons de middelen en het geld te leveren om alle klachten te onderzoeken. Maar blijkbaar gaat het haar niet snel genoeg. Dat vind ik vreemd en dat spijt mij zeer.”

Hij pleit ervoor zo spoedig mogelijk een nieuwe voorzitter voor de beoordelings- en adviescommissie te zoeken. ”Al denk ik niet dat het onderzoek vertraging oploopt door haar opstappen. Het zou erg raar zijn als dat alleen van de voorzitter afhing.”

Om te komen tot oplossingen, gerechtigheid, en genoegdoening

Donderdag – 3 maart 2011
Hieronder publiceren wij onze gespreksnotitie aan de Commissie Veiligheid & Justitie op basis waarvan vandaag overleg heeft plaats gevonden.

Peter John Schouten en Ton Leerschool
Stichting Mannenhulpverlening na seksueel misbruik

Aan de leden van de Vaste Commissie
voor Veiligheid en Justitie
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderwerp: Voorstel Waarheids- en Verzoeningscommissie – Seksueel misbruik in de rooms-katholieke kerk

Utrecht, 28 februari 2011

Geachte leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie,

Hierbij zenden wij u in de bijlage onze mening over de gang van zaken rondom het functioneren van de commissie Deetman en de hulpverlening aan slachtoffers.
Het onderzoek dat de commissie Deetman uitvoert is een door de rooms-katholieke kerk geïnitieerd, intern onderzoek. Door seksueel misbruik zijn slachtoffers overgevoelig voor mensen die dubbelrollen innemen. 
Dhr Deetman zegt een neutrale houding in te kunnen nemen bij zijn onderzoek. Voor de slachtoffers is dit ongeloofwaardig omdat hij zegt onafhankelijk te opereren maar zich niet daadwerkelijk distantieert van de organisatie die hem de opdracht heeft gegeven en waaraan hij nog steeds rapporteert.

Hij moet rapporteren aan de overheid en die overheid moet beslissen wat zij doet met de uitkomsten van dit onderzoek. Niet de rooms katholieke kerk die dit grote ingrijpende probleem heeft veroorzaakt. Ook dringen wij aan om de hulpverlening niet langer in handen te laten van deze organisatie. Slachtoffers die zich melden bij Hulp en Recht komen in “vertrouwde handen”, die van oudsher niet te vertrouwen zijn.
Samenvatting
Zoals u in de bijlage kunt lezen, zijn er naast de slachtoffers nog vele andere partijen buiten de kerk die direct of indirect een rol hebben gespeeld bij het seksueel kindermisbruik door rooms katholieke religieuzen. Wij stellen een onpartijdig onderzoek voor die de schade zichtbaar maakt en waar alle betrokken partijen de mogelijkheid krijgen om tot klaarheid te komen.
Daarbij wil onze stichting helpen nieuwe vormen te vinden om de wonden te helen en de schade te herstellen.

Voorbeelden voor ons zijn de ‘Waarheids- en Verzoeningscommissies’ in Zuid-Afrika of Chili.
In beide gevallen werden deze door de toenmalige regeringen ingesteld.
Voorstel Waarheids- en Verzoeningscommissie – Seksueel misbruik katholieke kerk
Wij stellen voor aan de politiek een commissie samen te stellen met de volgende opdracht:

1- Een zo volledig mogelijk beeld schetsen van de oorzaken, omvang en gevolgen van het seksueel misbruik door rooms-katholieke geestelijken in de periode van 1945 tot nu.
Hierbij kan het rapport van de Commissie Deetman het begin zijn.

2- Amnestie verlenen aan plegers van seksueel misbruik, op voorwaarde dat zij een volledige bekentenis afleggen.
Amnestie verlenen aan de verantwoordelijken, getuigen en medeplichtigen door wiens toedoen (actief of passief) het seksueel misbruik heeft kunnen plaatsvinden of voortgang heeft kunnen vinden, op voorwaarde dat zij een volledige bekentenis afleggen.

3- De waardigheid van de slachtoffers van seksueel misbruik herstellen door hen de kans te bieden hun ervaringen te vertellen en door vergoedingen voor te stellen ter compensatie voor de gebeurtenissen uit het verleden.

4- Een rapport opstellen dat een zo duidelijk mogelijk beeld geeft van de bevindingen van de Commissie en dat een overzicht biedt van de oorzaak, omvang en gevolgen van het seksueel misbruik en de schade op persoonlijk, sociaal en maatschappelijk niveau, ter lering voor de volgende generaties.

Wij vragen de Tweede Kamer der Staten-Generaal een dergelijk onderzoek te initiëren en de hulpverlening bij de stichting Hulp en Recht weg te halen en de slachtoffers een alternatief te bieden.

namens Stichting Mannenhulpverlening na seksueel misbruik

Peter John Schouten – secretaris
Ton Leerschool – bestuurslid

Bijlage
“Om te komen tot oplossingen, gerechtigheid, en genoegdoening”

Slachtoffers van seksueel misbruik door r.k. priesters zitten na vele jaren nog met de schade en de gevolgen van het seksueel misbruik.
Wat willen slachtoffers eigenlijk? Ze blijven maar zeuren! Waar zijn ze op uit? De Paus heeft toch zijn excuus aangeboden? Wanneer is het eigenlijk genoeg? Wanneer is er sprake van genoegdoening of erkenning?

Genoegdoening kan in combinatie of afzonderlijk, afhankelijk van het slachtoffer, zijn:
– gerechtigheid, volgens de in onze maatschappij geldende wetten en gedragsregels.
– gemeend berouw en vergeving
– schadeloosstelling

Het interne onderzoek van de r.k. kerk onder leiding dhr. Deetman richt zich op het vaststellen van de aard, omvang, omstandigheden en verantwoordelijkheden van het misbruik. Dit is weliswaar belangrijk, maar niet voldoende om tot genoegdoening voor de slachtoffers te komen. Hieruit ontstaan een aantal spanningsvelden, welke hieronder verder beschreven worden.

Spanningsveld – Gerechtigheid: De overheid wordt partij
Een deel van de gerechtigheid is dat de overheid hierin partij wordt en zich bemoeit met deze omvangrijke schade die de r.k. kerk heeft aangericht.

De r.k. kerk stelt, in antwoord op de golf van getuigenissen van seksueel misbruik door r.k. geestelijken, in 2010 een ‘onafhankelijk onderzoek’ in onder voorzitterschap van dhr. Deetman.
De kerk is echter zelf partij: de daders, oversten, bisschoppen e.d. maakten ten tijde van het misbruik deel uit van de kerkorganisatie; dezelfde die nu het onderzoek instelt.
Objectief gezien betreft het dus een intern onderzoek en is het dus niet onafhankelijk.

Op zich is er niets in te brengen tegen het feit dat de r.k. kerk een intern onderzoek instelt.
Echter de overheid wacht nu de resultaten van dit interne onderzoek af om te besluiten of en wat er ondernomen moet worden. Dit betekent dat er, in tegenstelling tot bijv. Duitsland, tijdens het onderzoek niets gebeurd voor de slachtoffers; mensen komen met hun getuigenis naar buiten en worden op geen enkele manier opgevangen!

Onderzoek moet gepaard gaan met hulp.
Mensen naar hun pijnlijke ervaringen vragen alleen voor een onderzoek, is gebruik maken van de behoefte die slachtoffers hebben: erkenning. Verhalen oprakelen moet gebeuren binnen een veilige bedding, met lotgenoten, met getuigen.

Het onderzoek betreft een maatschappelijk probleem, immers alle betrokkenen (daders, verantwoordelijken, slachtoffers, getuigen) zijn op het moment dat de misdrijven worden gepleegd, voor het merendeel inwoners van Nederland. Alle onderwijs-, opvang- en zorginstellingen, jeugdorganisaties, etc. vielen op datzelfde moment onder de regelgeving en controle van de Nederlandse overheid.
Een intern onderzoek van de r.k. kerk kan dan niet afdoende zijn om, afgezien van het onderzoek naar door r.k. geestelijken gepleegde misdrijven, ook tekortkomingen in het functioneren van de overheid aan het licht te brengen.

De kerkorganisatie behoudt zich het recht voor om onder het kerkelijk en niet onder het burgerlijk recht te functioneren.
Mogelijk heeft dit geleid tot een andere handelswijze, dan wanneer de burgerlijke wetgeving aangewend was. Voorbeeld: daders werden overgeplaatst i.p.v. voor een rechter verantwoording af te moeten leggen. Hiervan zijn al voldoende gevallen openbaar geworden.
Door de handelswijze van de kerk, toentertijd, zijn nu veel zaken verjaard en kunnen nu niet meer bij de burgerlijke rechter ter beoordeling voorgelegd worden.
Daarmee wordt de genoegdoening van de slachtoffers m.b.t. ‘gerechtigheid’ onmogelijk gemaakt.

Dit is wederom een maatschappelijk probleem en de maatschappij moet besluiten hoe nu alsnog te komen tot een ‘in tijd verlegde’ gerechtigheid. Tenslotte zijn de daders schuldig en niet de slachtoffers aan het negeren van het burgerlijk recht. Zij mogen dus ook niet de dupe zijn van het gedrag van de daders en kerkelijke verantwoordelijken.
Het betreft een omvangrijke ‘omzeiling’ van het burgerlijk recht; de vaststelling van de exacte omvang kan niet worden overgelaten aan een intern onderzoek van de organisatie welke zich daaraan schuldig heeft gemaakt.

De verantwoordelijken en schuldigen moeten onder leiding van een derde, onafhankelijke instantie worden aangesproken of geholpen (rechter, mediator, waarheidscommissie)

Heling door:
1. Openheid, alles in het volle licht zetten
2. Gemeend, getoond, berouw en vergeving
3. De schade benoemd en gezien
Alle spanningsvelden vragen om een oplossing!

1. OPENHEID, ALLES IN HET VOLLE LICHT ZETTEN

Waarheids- en Verzoeningscommissie
“Beter dan gerechtigheid in de vorm van vergelding is gerechtigheid die tot verzoening leidt.”
Citaat van aartsbisschop Desmond Tutu

Omvang en gevolgen van het seksueel misbruik van kinderen is voor iemand die zich niet dagelijks met dit onderwerp bezighoudt maar moeilijk te bevatten. Omvattend onderzoek naar lange termijn gevolgen ontbreekt op dit moment ook nog.
Wat wij als stichting al langer weten en zeggen dringt nu in het collectieve bewustzijn door. Uit de getuigenissen sinds vorig jaar weten we dat in Nederland duizenden mannen en vrouwen nog dagelijks ingrijpend geconfronteerd worden met het trauma dat zij in hun jeugd opgelopen hebben. Daarvan getuigen de fysieke en psychische problemen, stukgelopen relaties, drugs- en andere verslavingen, arbeidsuitval, carrière-breuk, etc. etc.

Tellen wij daarbij de hieronder beschreven maatschappelijke factoren, dan is hier misschien wel sprake van het grootste maatschappelijk probleem sinds de tweede wereldoorlog en waar de overheid zich tot nu toe slechts aarzelend over uitspreekt of mee bezig houdt.
Dat is voor de duizenden lotgenoten niet te bevatten!
Zij voelen zich wederom niet gehoord en opnieuw misbruikt!
Alleen een door de overheid geïnitieerd onderzoek kan daar verandering in aanbrengen.

Na de val van de apartheid in 1994 werd de nieuwe Zuid-Afrikaanse regering geconfronteerd met de noodzaak af te rekenen met de misdaden uit het verleden. De vraag die zich stelde was op welke wijze dit moest gebeuren zodat een zo groot mogelijk deel van de Zuid-Afrikaanse bevolking genoegdoening zou vinden. Verschillende mogelijkheden werden naar voren gebracht, maar uiteindelijk werd gekozen voor het opstellen van een Waarheids- en Verzoeningscommissie (TRC).

Het mandaat van de TRC omvatte volgende doelstellingen:
1- Een zo volledig mogelijk beeld schetsen van de oorzaken, omvang en gevolgen van de grove mensenrechten schennissen tussen 1 maart 1963 en 5 december 1993.
2- Amnestie verlenen aan misdadigers van het apartheidsregime, op voorwaarde dat zij een volledige bekentenis aflegden en dat de misdaden politiek gemotiveerd waren.
3- De waardigheid van de slachtoffers van apartheidsmisdaden herstellen door hen de kans te bieden hun ervaringen te vertellen en door vergoedingen voor te stellen ter compensatie voor gebeurtenissen uit het verleden.
4- Een rapport opstellen dat een zo duidelijk mogelijk beeld geeft van de bevindingen van de Commissie en dat een overzicht biedt van de misbruiken die plaatsvonden tijdens apartheid.

De uitgangspunten als hierboven omschreven in de doelstellingen van de TRC zouden een basis kunnen vormen voor het onderzoek naar het kindermisbruik door r.k. geestelijken.

Kader

We zouden gebaat zijn bij een kader waarin het mogelijk wordt voor alle partijen* om te erkennen, en te bekennen, en verantwoordelijkheid te nemen voor de rol die ze toentertijd hebben ingenomen.
Dit kader kan alleen door de hoogste macht in ons land: de overheid, gecreëerd worden. Dit kan niet aan een van de betrokken partijen, lees: de katholieke kerk, overgelaten worden.

Daarbij zou waarlijk berouw en echt verantwoordelijkheid nemen het uitgangspunt en het herstellen van verstoorde verbindingen het doel moeten zijn.
Iedereen zou de mogelijkheid/kans moeten krijgen om hun rol af te leggen.
Condities daarbij zijn dat alles benoemd wordt en op tafel komt om recht te doen aan de pijn en de verstoorde levens.
* Partijen zijn:
 Slachtoffers, daders, kerkleiders, medeplichtigen, getuigen, misbruikte mannen die zelf ook dader zijn geworden.

Instellingen: r.k. kerk, justitie (seponeerde zaken) Raad van de Kinderbescherming (plaatste in Katholieke internaten), hulpverlening (onderkende de schade niet)

Collectief schuldgevoel
Het collectieve schuldgevoel van al diegenen die toentertijd wisten van de ‘handtastelijkheden’ van r.k. geestelijken en toen geen actie hebben ondernomen om het te stoppen of te voorkomen.

Toen het seksueel misbruik plaatsvond was bij het algemene publiek niet bekend hoe ingrijpend dergelijke ervaringen voor het verloop van het leven van de kinderen was. De daders en daden werden vergoelijkt en gebagatelliseerd (het eerste grootschalige onderzoek naar seksueel misbruik werd in 1985 uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken).
Velen voelen zich nu schuldig, omdat zij toentertijd niets ondernomen hebben.
Ook aan dit schuldgevoel zal genoegdoening gedaan moeten worden.

Openbaar Ministerie
Zoals uit recente berichtgeving blijkt waren het Openbaar Ministerie en Justitie terughoudend in de vervolging van r.k. geestelijken. Mogelijk omdát het r.k. geestelijken betrof.

Dit heeft verregaande gevolgen gehad voor de slachtoffers: n.l. na het misbruik werden zij niet geloofd en ging de dader vrijuit: zij werden opnieuw misbruikt! De overheid werd hierdoor medeplichtige.
Velen verloren het geloof in de gerechtigheid en autoriteit: de basis van onze samenleving.
Het onderzoek van de commissie Deetman doet geen recht aan het aangedane onrecht en ook hieraan zal genoegdoening gedaan moeten worden.

Lerende samenleving

Het leereffect voor de samenleving zou uiteindelijk zijn: zich inzicht te verschaffen in de omstandigheden welke het misbruik mogelijk gemaakt hebben en op basis van dat inzicht beleid te maken over hoe om te gaan met seksueel geweld en te komen tot werkelijke preventie.

De hulpverlening
De hulpverlening blijkt uit ervaringen van slachtoffers, niet uitgerust op de toegenomen vraag.
Sinds 2000 is seksueel misbruik geen speerpunt meer van de hulpverlening; zij hebben zich op instructie van de overheid toegelegd op de hulpverlening bij huiselijk geweld.

De subsidies aan FIOM (hulpverlening) en TRANSACT / MOVISIE (beleid en scholing)
zijn op het gebied van mannen en seksueel misbruik tot nul gereduceerd.
Ook nu met een toegenomen vraag naar hulp en erkenning van dit thema is er geen geld aan deze instellingen toegezegd. Daar was van oudsher de deskundigheid.

Veel kennis en ervaring is sindsdien verloren gegaan bij de hulpverleners.
Om seksueel misbruik succesvol te kunnen behandelen (en in het bijzonder als het seksueel misbruik van jongens/mannen betreft en de doelgroep waar wij hier over spreken bestáát voor het merendeel uit mannen) vraagt om gespecialiseerde kennis welke nu nauwelijks meer voorhanden is. De achterstand zal ingehaald moeten worden; hierbij zal de overheid betrokken moeten zijn.

2. GEMEEND, GETOOND BEROUW EN VERGEVING

Spanningsveld – Gemeend berouw en vergeving
Om gemeend berouw te kunnen hebben en om vergeving voor het aangedaan onrecht te kunnen vragen zullen de lange termijn gevolgen van het seksueel misbruik in kaart gebracht moeten worden. Anders: als je niet weet wat de omvang van het aangedaan leed is, kan je ook geen gemeend berouw hebben en overzie je de volledige omvang niet van de gevraagde vergeving. Zonder de omvattende analyse is dit niet, tot tevredenheid stellend voor de slachtoffers, uitvoerbaar.

Het onderzoek van de commissie Deetman richt zich op het vaststellen van de aard, omvang, omstandigheden en verantwoordelijkheden van het misbruik. Dit is een weliswaar belangrijke, maar tegelijkertijd op één dimensie beperkte vaststelling van het gevolgen van het misbruik.

Ook hier stelt zich wederom een maatschappelijk probleem.
De effecten van het misbruik hebben een uitwerking gehad op de persoonlijke ontwikkeling van de door misbruik getroffenen en daardoor hun inzetbaarheid en positie in de maatschappij. Velen vertonen een geschiedenis van fysieke en psychische klachten en professioneel, sociaal of emotioneel disfunctioneren. Dit heeft geresulteerd in directe gevolgen (financieel en sociaal) voor de maatschappij.

Deze effecten en de impact daarvan horen door de maatschappij onderzocht te worden, dit intern onderzoek doet ook daar geen recht aan.

De slachtoffers zullen tot vergeving moeten komen van het aangedaan onrecht en velen zijn daar toe bereid. Het kan echter pas tot vergeving komen als de erkenning van de omvang van het onrecht en berouw in alle oprechtheid getoond zijn.

3. DE SCHADE BENOEMD EN GEZIEN

Spanningsveld – Schadeloosstelling
Zonder een omvattende analyse van de werkelijk geleden schade en gevolgen (zie hierboven) kan geen sprake zijn van het financieel compenseren van de geleden schade.
Een schadeloosstelling kan dan hoogstens een tegemoetkoming zijn in de gemaakte directe kosten om het gelijk te halen. De vraag blijft of het ooit mogelijk is de werkelijk geleden schade volledig te vergoeden. Wat kost een mensenleven netto, ‘onder de streep’?

Genoegdoening, of rehabilitatie, betekent dat je je gevoel terugkrijgt dat je door de dader werd ontnomen op het moment van de misdaad. De slachtoffers zullen dit door de schadeloosstelling niet terugkrijgen en dus zal het hooguit voor een deel bijdragen tot de beoogde heling en genoegdoening.

Pater Krouwels Gouda of elders

Goedenavond,

na de indiening van mijn klaagschrift heb ik bericht gekregen dat er helemaal geen getuigen meer in leven zijn. Ik zou heel graag willen weten of pater krouwels die o.a. in Gouda een parochie had, meer slachtoffers heeft gemaakt. Zou je dat dan asjeblieft willen laten weten? Ik heb het gevoel anders opnieuw door de kerk te grazen te worden genomen. Geen getuigen = geen waarheid? Echt wel.

Het gaat om misbruik van zowel jongens als meisjes. Ik hoop eerlijk gezegd dat ik de enige was, maar zo niet dan hoop ik van je te horen.

Bijzondere Commissie in België

Bericht van Jan Hertogen – 23/02/2011 –

Geen onafhankelijk meld- en opvolgingspunt voor slachtoffers
De Bijzondere Commissie van 16 februari met de slachtoffervoorzieningen heeft een erg slechtste gevoel nagelaten. De verwachtingen waren al niet hoog gespannen, er is voor de 475 ‘vergeten’ slachtoffers geen enkel perspectief geboden, behoudens het opmerkelijke aanbod en filosofie van de Brusselse organisaties ‘Service d’Aide aux Victimes de Bruxelles’ waarvoor Anne-Françoise Dahin van de ‘Fédération des services laïques d’aide aux justiciables’ het woord voerde met een betoog en aanbod dat slachtoffer erkent en alle hulp en ondersteuning geeft die zij nodig hebben en dit, in tegenstelling tot de CAW’s, niét in de tijd beperkt. Allen daarheen dus.

1. Wat kan uit deze Bijzondere commissie van 16/02/2011 besloten worden:

1. Behoudens Kris Stas heeft niemand het lot van de 475 slachtoffers, die nog altijd verstoken zijn van elke hulpverlening na hun melding aan de commissie Adriaenssens ter sprake gebracht.
2. De oprichting van een centraal meld- en opvolgingspunt, onafhankelijk van de kerk, zoals Peter Adriaenssens voorstelde wordt, wordt door alle hulporganisaties afgewezen.
3. De kerk krijgt de bal dus volledig terug gespeeld: als zij geen continuïteit geven aan wat zij met de commissie Adriaenssens zijn begonnen dan zal niemand anders het doen. Zij moeten dus elke schroom laten vallen  en doen wat zich aandient: heractiveren van hun aanbod aan de reeds gemelde slachtoffers, opvang van wie zich achteraf bij diverse ander diensten gemeld hebben en uitwerken van een regeling van erkenning en tegemoetkoming aan de slachtoffers in overleg met de zich aandienende slachtoffervertegenwoordigingen.
4. Landuyt schiet de hoofdvogel weer eens af door (af) te rekenen met de slachtoffers: Kijk eens, 150 meldingen bij de federale procureur en maar 61 telefoontjes bij de CAW’s na september. En wie zegt dat slachtoffers de hulpverlening verkiezen? oreert Landuyt.  De 475 blijven ook voor hem onder de mat, slechts enkele hebben zich bij de federale procureur of bij het CAw gemeld, en wat met de 427 Devillés en al degenen die nog niét hun mond hebben opengedaan, je zou voor minder. En hij heeft zich daarbij nog misrekent.

2. De ‘vergetenen’

Ik heb het bericht (van 20/02 nvdr) wél gelezen, zo mailt me een slachtoffer. Ik stel me nog steeds dezelfde vragen en hoop op evenzoveel antwoorden. Al zoveel maanden voel ik me 1 van de 475 “vergetenen”. Maar gelukkig hoef ik me niet echt alleen te voelen. Een bos met teveel bomen stelt op de duur wel zelf orde op zaken. Jammer dat bomen zo geduldig kunnen zijn.”

3. Slachtoffervoorzieningen krijgen op hun doos van commissaris Déom

“Jullie moeten begrijpen, geachte vertegenwoordigers voor slachtofferopvang, dat het in deze commissie gaat over de commissie Adriaenssens die als dubbele justitie zelf besliste over vervolging of niet. Kom dus niet af met afwijzen van meldingsplicht en met behoud beroepsgeheim, daar hebben we geen boodschap aan”, met iets in die zin stelde Mevr. Déom na twee uur orde op zaken in de Bijzonder Commissie zodat  Landuyt, Van Cauter e.a. zich aan een onderlinge babbel begaven terwijl Parmentier, Martin juist op hun vragen aan het antwoorden waren. Samen met Anthoni en Kloeck sloofden de hulpverleningsorganisatie zich terecht en in het slachtofferbelang uit om het nog maar eens duidelijk te maken voor de dovemansoren van een zich openlijk van hen afkerende commissie. Het is de eerste maal dat dit zo ostentatief gebeurde en dan moesten de CAW’s uit Vlaanderen en de opmerkelijke slachtofferhulp uit Brussel nog aan het woord komen voor een alsmaar uitdunnende commissie die op het einde nog maar met 5 parlementairen overbleef. Is de commissie à bout de souffle of hebben  zij echt hun ‘onderwerp’ verloren.

4. De ezelsstamp van Landuyt aan de slachtoffers:

Alleen restte Landuyt nog om de ezelsstamp te geven aan de slachtoffers te geven zoals in het laatste Belgabericht wordt uit de doeken gedaan: Brussel 21/02 (Belga) Het federaal parket kreeg sinds september 150 telefonische meldingen binnen over seksueel misbruik in de kerk tegen 51 voor de Centra voor Welzijnswerk. Voor Renaat Landuyt (sp.a) druist dit in tegen de stelling dat slachtoffers eerder naar de hulpverlening dan naar justitie stappen. Dat zei hij maandagavond in de bijzondere commissie Seksueel Misbruik…

Voor Landuyt is het dus een ‘stelling’ dat slachtoffers eerder naar hulpverlening dan naar gerecht stappen en dat met het beperkt aantal meldingen aan de CAW’s bewezen is dat de slachtoffers ‘toch’ naar het gerecht stappen. Hij vergeet evenwel dat de meeste aanmeldingen bij de federale procureur mede het gevolg zijn van de doorverwijzing vanuit het centrale meldpunt bij de kerk (infomisbruik) of de steunpunten in elk bisdom en het gans land betreffen. Misschien heeft Rik Devillé z’n 76 nieuwe aanmeldingen na 24 juni er ook wel naar doorgestuurd waarom zouden de aanmeldingen bij de CAW’s niet in grote getale gevolg gegeven hebben aan de suggestie naar het federaal parket te gaan. Wat zin heeft het trouwens, zoals Heylen van de CAW’s stelde, om de twee tegen over elkaar uit te spelen, alsof hulpverlenning en gerecht met elkaar in concurrentie zijn, zo stelde hij.

Maar nee, het is Landuyt te doen om ‘af’ te rekenen met de slachtoffers die, godbetert, naar de kerkelijke commissie Adriaenssens zijn getrokken, enkel het gerecht kan soelaas bieden en zie, dat is nu toch ook de keuze van de slachtoffers. Zoals in ons bericht van 20/02 al gesteld moet voor ogen gehouden worden dat voor elke gerechtelijke melding er misschien 2 zijn die zich nergens melden omdat er geen equivalent is van de commissie Adriaenssens en er dus, volgens de hulpverleningsorganisaties geen onafhankelijk meld- en opvolgingspunt dient te komen.

5. En wat is er van de cijfers over meldingen na 24 juni 2010?

Landuyt gaat helemaal uit de bocht wat de cijfers betreft. Hij rekent 150 aanmeldingen bij de federale procureur na september, terwijl de aangifte, zoals voor de CAW’s, uiteraard na 24 juni 2010 mogelijk was. De federale procureurs zijn evenwel pas in september met deze meldingen beginnen werken.

Federaal procureur Lieve Pelelens gaf op 6 oktober voor de commissie justitie al volgend overzicht: ”Tot nu toe – na een maand werking – zijn er dat 103. Het federaal parket stuurde hiervan 53 dossiers naar plaatselijke parketten, waarvan 48 in Vlaanderen: 11 in Leuven, 7 in Brussel, 5 in Gent en Hasselt, 4 in Dendermonde, 3 in Antwerpen en Kortrijk en de rest 2 of 1. Het oudste slachtoffer uit deze reeks van 103 was 82 jaar, het jongste 23 jaar. 76% van de slachtoffers zijn mannen, die gemiddeld 49 jaar oud zijn. De feiten spelen zich af in een pastorale context (47%) of met priesters op een school (26%). In de helft van de gevallen is de dader gekend en van de gekende daders is 28% nog in leven.”

Delmulle vulde dit overzicht aan tot 6 februari 2011: “Sinds juni 2010 moet het federaal parket alle dossiers over seksueel misbruik van minderjarigen in de Kerk coördineren. Het gaat tot nu toe om 222 dossiers: 13 dossiers kwamen van de Commissie-Adriaenssens, 38 van de 16 parketten zelf, 150 van slachtoffers die rechtstreeks naar het federaal parket stapten en 21 van de bisschoppen”, zo geeft John Dewit verslag in de Gva. Bij de CAW’s kwamen enkel voor Vlaanderen na 24 juni 171 meldingen binnen.

6. Geen algemeen meldpunt voor slachtoffers van seksueel misbruik

De CAW-in vlaanderen hebben hun telefoonnummer na de inbeslagname van de dossiers bij Adriaenssens maar 2x bekendgemaakt met als doel low profile te blijven zolang door eigen diensten geen algemene regeling was uitgewerkt, regeling die er trouwens nog altijd niet is. Child focus zegt enkel verwijzend te zijn zonder dat er al afstemming is tussen CAW en Childfocus of met het federale gerechtelijke meldpunt. De Vertrouwenscentra Kindermishandeling treden enkel op voor minderjarigen en bieden dus geen antwoorden voor slachtoffers van seksueel misbruik uit het verleden. En de hulpverleningsorganisaties zijn, behoudens voor de kinderen, niet te vinden voor een algemeen meldpunt.

Daarbij geven de CAW’s aan enkel 1ste lijnsopvang te verzorgen, dwz in een acute situatie en voor de rest verwijzen ze door naar individuele therapeten/psychiaters of naar de wachtlijsten in de CGG’s. Al degenen die zich het lot van de 475 slachtoffers met melding aan de commissie Adriaenssens aantrekken dienen dus te beseffen dat het bestaande hulpverleningsaanbod geen alternatief biedt, behalve de Brussels (Franstalige) organisatie Service d’aide aux victimes.

7. Tot spijt van wie er tegen is: De kerk zal het zelf moeten doen

De opstelling van de hulpverleningsorganisaties laat in feite voor de kerk geen keuze meer: de commissie Adriaenssens dient terug opgestart en tot de orde van de dag over te gaan. Hoe kan er dat uitzien?

1. De dossiers verzegeld ophalen bij de griffie in Brussel. Meedelen aan slachtoffers die dit niet wensen; kunnen volgens federaal procureur Ddelmulle, bezwaar aanteken bij het openbaar ministerie zodat het dossier door het slachtoffer op de griffie kan opgehaald worden.
2. De commissie en enkele oud-commissieleden activeren zodat een adressenlijst kan opgemaakt en de 475 slachtoffers een brief of bericht doorkrijgen dat hen minstens het volgende voorstelt:
– het slachtoffer kan het dossier terugvragen door eenvoudige melding, het wordt dan teruggestuurd met weglating van alle achteraf toegevoegde documenten
– het slachtoffer wordt uitgenodigd voor een gesprek waar hij z’n gehele dossier kan inkijken en er desgevallend de eigen documenten uithalen of vragen om in een verdere afhandeling te voorzien zoals al 60 slachtoffers, voor de inbeslagname gehad hebben.
– het slachtoffer de diensten aanbieden zoals tot 24 juni 2010 is gebeurd, met speciale aandacht voor de Franstalige gemeenschap gezien daar de activiteit pas echt op gang moest komen.
– het slachtoffer informeren over de stappen die hij desgevallend kan zetten naar het gerecht voor de verdere juridische afhandeling. Hierin dient de weg gevolgd zoals in de Reguleringsnota van de communicatie door de procureurs-generaal is vastgelegd die nog altijd van toepassing is.
– modaliteiten aanbieden voor ondersteuning in het vinden en volgen van therapie en hulp en toekennen van financiële tegemoetkoming of vergoeding

8. ‘Services d’aide aux victimes: heldere slachtofferbenadering

De kerk kan bij de uitwerking van een nieuw steunpunt ook denken aan de werkwijze zoals  gevolgd in  2 Brusselse diensten voor hulp aan slachtoffers en ‘justitiables’ (diegenen die onderworpen zijn aan een rechtsgang). Hiertoe behoren ook slachtoffers van seksueel misbruik in de kerk die door laattijdige melding of het niet (kunnen) inschakelen van het gerecht geen juridische afhandeling meer kunnen krijgen en die gedurende tientallen jaren van alle hulp verstoken zijn gebleven. Deze Brusselse diensten zetten mét en vanuit de slachtoffers nog alle stappen die toelaten om tot verwerking van het leed te komen. Zij hebben in feite een ‘ritueel’ ontwikkeld dat het slachtoffer toelaat om tav parket en gerecht alle stappen te zetten van melding, ondervraging enz die als dusdanig door het slachtoffers als erkenning wordt beschouwd van wat hem/haar overkomen is, ook al zijn de feiten al lang verjaard. Zij vinden dat de begeleiding en desgevallend gerechtelijke afhandeling dient te gebeuren vanuit het oogpunt van het slachtoffers, dat het slachtoffer zich kan ontdoen van de last die hij decennia gedragen heeft en er zich van moet kunnen losmaken. Het is de eerste maal dat een slachtofferbenadering zo helder verwoord werd en dat de hulpverleningslogica de juridische en ‘advocaten’rationaliteit van de Bijzondere Commissie heeft kunnen doorbreken.

9. Een uniek decreet in Brussels voor ‘aide aux victimes”

Het is de samenleving die de kosten dient te dragen, zo stellen de Brusselse hulpverleners. Door zijn lijden en de gevolgen van het misbruik een leven lang te dragen verdient het slachtoffer om kostenloos geholpen te worden, de hulp is niet gratis zo wordt naar de slachtoffers gesteld, maar de kosten worden gedragen door de Cocoff, het Brusselse gewest, en dit zolang de hulp gewenst en nodig is, dus niet beperkt in tijd. Dit is een groot verschil met de regeling vanuit de Vlaamse gemeenschap die de CAW-slachtofferhulp in tijd beperkt en bv in Brussel bv langs het Groot Eiland voor de Nederlandstaligen wordt aangeboden en enkel maar een eerstelijnshulp betreft. Ook de Franstalige gemeenschap/Frans Gewest geeft enkel eerstelijns en in tijd beperkte slachtofferhulp. In het Brusselse gewest wordt evenwel, los en apart van de Franse gemeenschap, met financiële hulp van het Brusselse gewest door 12 professionele krachten (6 Voltijdse equivalenten) hulp geboden aan alle betrokkenen in gerechtelijke procedure, slachtoffers inbegrepen, zolang zij dit nodig hebben.  “Wij hebben dit zo kunnen onderhandelen met het Brusselse gewest omdat dit het best beantwoordt aan de behoefte van de slachtoffers en van al degenen die met het gerecht te maken hebben”. Het decreet dat hun werking regelt wordt in bijlage gevoegd.

De Brusselse hulpverlening is gericht op Franstaligen maar ook inwoners uit het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde en in feite van gans België kunnen er beroep op doen. Voor die laatste wordt dan wel gezocht, zo zij wensen, naar de meest geschikte hulp in  de regio waar zij wonen.

10. Kerk en ‘Services laïques d’aide aux justiciables’: één strijd voor de slachtoffers?!

De kerk kan misschien beroep doen op de expertise en ervaring van bv Anne-Françoise Dahin van Fédération des services laïques d’aide aux victimes et justiciables” om, in navolging van de commissie Adriaenssens, een autonoom werkend centrum voor hulp aan slachtoffers van seksueel misbruik in de kerk op te zetten dat tegemoetkomt aan de vragen en verwachtingen van de slachtoffers zolang zij deze nodig hebben. Het zou een unieke samenwerking zijn die exemplarisch is voor de (beperkte) hulpverlening zoals nu opgezet in de Vlaamse gemeenschap en het Waalse gewest en het allicht ontbreken van een onafhankelijk centrum voor erkenning en heling waarnaar minstens de 475 en andere slachtoffers van seksueel misbruik in de kerk zich naar kunnen richten.

Deelname aan "Achter de voordeur"

Het NCRV programma “Achter de voordeur” wil het onderlinge contact tussen buren en buurtbewoners stimuleren.
Om elkaar beter te leren kennen vertellen buurtbewoners hun tot nu toe onbekende levensverhaal.
Wij zoeken die verhalen door zelf de wijken in te gaan en aan te bellen.
Maar soms benaderen wij ook organisaties en instanties omdat we op zoek zijn naar een specifiek verhaal.

In deze nieuwe serie willen we aandacht besteden aan seksueel misbruik.
Wie heeft belangstelling om zijn verhaal in ons programma te vertellen?
Neem dan contact op met Rob Lorié, 035 – 6719648 of rob.lorie@ncrv.nl