Stap niet in de klachtenprocedure!

door Mees-Ruben van Embden – slachtoffer – 12 oktober 2011
Slachtoffers: stap niet in de klachtprocedure van Meldpunt Seksueel Misbruik RKK, zoek geen mediation !

Ik was van mijn 12e tot en met 19e jaar geinterneerd op een internaat in Zeist. Ik heb lang terug een klacht ingediend bij Hulp & Recht voor 1. seksueel misbruik door een broeder en klachten te- gen die orde die te weinig heeft gedaan dit te voorkomen en voor
2. sodomie door oudere mede- leerlingen en
3. hard fysiek slaan en pesten.

Hieronder schets ik enkele ervaringen die ik opdeed gedurende een klein jaar hardnekkig en zeer constructief toewerken naar een schikking met een overste en mijn ervaringen met de procedures bij Hulp & Onrecht (H&R), Meldpunt Sexueel Misbruik (MSM), BAC en KlachtenCommissie (KC) tot nu toe. Ik verwachtte fatsoen, eerbied, gelijkheid, professionaliteit, maximale zorgvuldigheid, christelijke intenties: je gesprekspartners noemen zich immers dienaren van (hun) God. Nu zijn de schellen van mijn ogen gevallen. Ton Leerschool van KLOKK/Stichting Mannenhulpverlening waarschuwde mij al eerder, maar ik was op dat moment eigenzinnig. Ik geef hieronder vanuit mijn ervaringen graag mede-slachtoffers waarschuwingen mee over:
– het RKK-aanbod tot informele klachtafhandeling
– de vooropgezette benadeling van het slachtoffer in de klachtenprocedure van BAC/KC – het structurele streven naar eigen belang van RKK zoals dat uit de procedures blijkt
– het RKK-aanbod tot mediation (zie bijlage)

1. Niet doen die informele klachtafhandeling !
Een jaar lang heb ik zeer constructief gestreefd naar een minnelijke schikking met de overste. Toen het overleg met de overste verstroefde omdat hij schriftelijke afspraken niet nakwam stelde ik bemiddeling voor en suggereerde ik een pater als bemiddelaar. Met die pater die inmiddels kon spreken namens de overste voerde ik een (tweede) bijzonder goed gesprek waarna ik me zeer gehoord en erkend voelde. Op schrift werd vastgelegd dat mijn beweringen over sodomie en hard fysiek pesten voor 100% werden erkend en het misbruik voor 90%.

Daarop brak de overste het al bijna zes maanden durende schikkingsproces eenzijdig af. Hij bleek ineens niet bereid tot schikking. Nergens over. Toen bleek hij ook eerdere met mij – op zijn verzoek ! – schriftelijk gemaakte afspraken over geheimhouding van de naam van broeder “7x” al 1,5 maand daarvoor te hebben geschonden. Dat was in lijn met het door hem niet nakomen van andere afspraken en zijn zeer ge- brekkige inzet. De overste gaf toen aan: ik wil geen schikking maar een uitspraak van KC of rechter. Deze overste bleek dus nooit de intentie te hebben gehad tot een schikking.

Mijn advies aan alle slachtoffers die een informele klachtafhandeling overwegen; doe het niet. Het volgende zal er gebeuren: eerst wordt er pastoraal “geluisterd”. Dat wekt de indruk dat er een intentie is je serieus te nemen als slachtoffer. Je krijgt schriftelijke mededelingen waarin staat “ik wens u veel sterkte in deze voor u zo moeilijke tijden”. En als het er op aan komt laat men zien wat de echte intentie is: alles doen om een klacht niet te hoeven erkennen, een overeenkomst daarover naast zich neer leggen en steeds vertragen. En weer je vertrouwen in hen misbruiken.
Mag je uit een incident met een overste alle oversten over een kam scheren ? Natuurlijk niet. Maar wat is inmiddels na alle signalen die slachtoffers ontvangen hebben de kans geworden op een fatsoenlijke bejegening ?

2. De klachtprocedure bij KC bevoordeelt de orde en benadeelt het slachtoffer
Bij wat nu recent KlachtenCommissie onder de nieuwe onafhankelijke MSM (voorheen H&R) is gaan heten gaat het om de aannemelijkheid dat de misdaad door een aangeklaagde is gepleegd. Het is voor slachtoffers om te jammeren wat je daar krijgt aan behandeling en condities voordat en nadat je daar bent gehoord.
Ik heb het dus niet over de onafhankelijkheid van van de KC: voorzitter en leden daarvan doen hun werk naar eer en geweten en staan boven partijen. Zij lopen wel een heel klein gevaar gezien te worden als burgemeester in oorlogstijd.
a. vooraf
Ik sta zelf nu een week voor mijn zitting bij die KC. Voor die zitting werd niet ik als slachtoffer per brief uitgenodigd maar werd mijn juridisch adviseur per brief uitgenodigd mij als slachtoffer op de zitting te presenteren. Er werd aangegeven dat de zaak nu bij het MSM en niet meer bij H&R lag en dat de BAC nu KC heet. Ik verwachtte dus – conform advies commissie Bandell – een meer onafhankelijke bejegening en procedure. Maar nee.

In mijn geval leeft aangeklaagde. En er werd in de MSM-uitnodigingsbrief al een eerste oordeel geveld: “broeder “7x” kan om medische redenen niet aanwezig zijn”. Bij die zitting wordt juist expliciet het principe gehanteerd dat de dader geconfronteerd wordt met de aangeklaagde en omgekeerd: men verwacht er toegevoegde waarde van staat er. Als slachtoffer verwachtte ik daar staat op te kunnen maken. MSM schrijft mij niet: broeder “7x” zegt ons om medische redenen niet aan- wezig te kunnen zijn. Dus kan ik concluderen dat wat een broeder – of zijn overste die voor hem spreekt – inbrengt bij MSM door MSM klakkeloos wordt genomen voor de waarheid. Wat ik als domme leek mag zien als een eerste voorbode voor de kwaliteit van bejegening en oordeelsvor- ming daar.

De tweede voorbode van niet-onpartijdigheid was: ik kreeg niet dezelfde uitnodiging als de broeder, maar een andere. Hij werd uitgenodigd aanwezig te zijn. Ik werd uitgenodigd om aanwezig te zijn zonder de aanwezigheid van de broeder. Gelijke behandeling door een onafhankelijk orgaan zou hebben moeten betekenen dat beide partijen – zou ik weer als leek zeggen – een gelijke uitnodi- ging van MSM krijgen en gelijktijdig uitgenodigd worden over hetzelfde naar MSM te reageren. Dan zou de een bijvoorbeeld MSM meedelen te ziek te zijn voor een zitting. En de ander zou tegelijker- tijd MSM kunnen melden er te ziek van te worden. Hier is sprake geweest van een voorkeursbe- handeling van de broeder. En op zijn minst is de schijn daarvan gewekt.
Uit de rapportage van Bandell weten we dat een meer onafhankelijk MSM nu juist het niet-onafhankelijke en inmiddels bezwaarde H&R moet vervangen. Er komt een nieuwe klachtenprocedure voor het nieuwe KC waarin die onafhankelijkheid beter geborgd wordt. De leerpunten met de oude procedure worden er in ingebouwd.

Tot mijn grote verassing vind mijn zitting bij de nieuwe KC nu echter plaats onder de oude BAC- klachtenregeling ! Men wacht niet tot de nieuwe KC-procedure er is. Dat betekent dat onder het nieuwe MSM en het nieuwe KC een serie klagers per definitie anders behandeld wordt dan een serie klagers daarna bij een nieuwe procedure. Dat zou onbestaanbaar en onacceptabel moeten zijn. Ik heb dit moeten ontdekken door zelf op onderzoek te gaan. Men deed schriftelijk of er niets aan de hand was.
Wie zich zoals ik vanuit interesse dan meer in de klachtenprocedure wil verdiepen komt ook daar in een doolhof. Er staan in die procedure slechts uitermate globale zaken. Informatie hoe het feite- lijk verloopt of kan verlopen wordt achter gehouden. Er blijken vele opties achter verscholen te liggen. Je kunt je als slachtoffer dus vandaaruit niet voorbereiden. Er worden slechts vele vragen opgeroepen!

Wie een slachtoffer bewust in deze zeer chaotische setting plaatst wekt het vermoeden van onkunde of onzorgvuldigheid. Maar dat is mogelijk niet de beste verklaring daarvoor. Een dergelijke strategie wordt namelijk in de managementliteratuur gezien als het schoolvoorbeeld van een machtsstrategie: lager volk onzeker maken door onduidelijkheden te laten of te creëren (chaos) over het procesverloop, met het doel hen in die onzekerheid beter te kunnen manipuleren.

b. de huidige BAC-klachtenregeling benadeelt duidelijk het slachtoffer, en naar verwacht zal de nieuwe KC-klachtenregeling dat ook blijven doen. Ik meen te kunnen vaststellen dat de procedure zo is opgezet dat een slachtoffer op voorhand al in het nadeel is. En dat is zeer ernstig.
Steeds is mij – vanuit wat de klachtenprocedure beschrijft – gemeld: na het oordeel van de KC maakt de overste zelfstandig zijn mind op. Hij is niet verplicht het KC-oordeel te volgen. Hij beslist zelfstandig op wat hem bekend is. En op wat hij wil zien. Hooguit gaat van het KC-advies een morele verplichting uit daar serieus mee om te gaan. Een morele verplichting geldt natuurlijk alleen voor degene die zich op de beoogde moraliteit laat aanspreken. Een overste zal dan ook dat KC- advies aan zijn laars kunnen lappen.

Na zijn zelfstandige oordeel regelt de overste vervolgens de materiele schuldvereffening. Tenzij volgens advies Commissie Lindenbergh (juni 2011) dit door een centrale instantie boven de oversten wordt geregeld. Hierover laten BC en KNR overigens al vier maanden onzekerheid.

In de uitnodigingsbrief van Meldpunt aan mijn advocate wordt me en-passent meegedeeld dat omdat de aangeklaagde broeder niet aanwezig kan zijn zijn overste dus de zitting zal bijwonen. Dit “bijwonen” wordt niet nader geduid. Maar iemand die bijwoont is naar de letter slechts aanwezig. Die volgt het procesverloop als buitenstaander, zonder enige actieve rol te spelen. Schriftelijk is me dus zeker niet meegedeeld dat de overste van broeder “7x” daar een andere rol dan die van “bijwo- ner” zal vervullen, bijvoorbeeld als gemachtigde.
Ik heb daarom nog eens “De Procedure bij klachten van Sexueel Misbruik” op de site van MSM doorgenomen en kaart een issue aan dat in die huidige procedure mijns inziens bewust onduidelij- kis gehouden en feitelijk zeer ten nadele is geregeld voor een slachtoffer. De overste of bisschop in twee (strijdige) rollen:
– als eindbeoordelaar (met zelfstandige beslisruimte) op een klacht na advies BAC/KC, en
– als belangenhartiger van een procespartij (die van aangeklaagde)

Die dubbele rollen niet uitsluiten in de nieuwe procedure, maakt dat wat nu als onafhankelijk is aangekondigd, dat niet is of niet als zodanig gezien kán worden door slachtoffers.
Naar ik vernam zouden ook oversten zelf hebben ervaren dat hier iets (zeer fors) wringt.
Art 15.3 van de oude procedure stelt op dit punt slechts: “Tijdens de zitting wordt aan partijen de gelegenheid gegeven: (a.) haar belangen voor te dragen of te doen voordragen”. Het “te doen voordragen” lees ik zo dat aangeklaagde – als hij leeft – het recht en de vrijheid heeft iedereen te benoemen, ook zijn overste. Als hij dood is kan hij niet benoemen. In dat geval heeft de nu aangeklaagde zijn overste al eerder gemachtigd om als hij na overlijden zou worden aangeklaagd voor hem op te treden. In mijn persoonlijke casus benoemt conform dit artikel de levende (zeg) A zijn overste (zeg) B. als zijn voordrager-belangenbehartiger.
Een zo rechtvaardig (eerlijk) mogelijke oordeelsvorming op het advies van de KC is het hoogste belang van een overste. Zo’n oordeel is het einddoel van de overallprocedure. Van dit belang van overste is ook afgeleid zijn verplichting om alles te doen om het beeld van zijn rechtvaardige behandeling en oordeelsvorming naar het psychisch ernstig bezwaarde slachtoffer overeind te houden.
In alle gevallen – bij zowel een verscheiden als een levende aangeklaagde – is het door een overste vervullen van die twee rollen principieel onverenigbaar. Een belangenbehartiger van een van de procespartijen kan niet tot een rechtvaardig oordeel over beide partijen komen. En die wekt ook een (grote) schijn van vooringenomen partijdigheid.
Dat een overste in de rol van belangenbehartiger ook nog eens volgens de klachtenprocedure toehoorder kan zijn van feiten die aan de KC worden verklaard door een slachtoffer, maakt dat een overste die informatie kan gebruiken voor zijn eigen zelfstandige oordeelsvorming. Dat maakt diens rolvermenging voor een slachtoffer alleen maar erger en wijst nog meer op de ingebouwde ruimte voor partijdigheid.
En in het beeld van het slachtoffer is er nog meer partijdigheid ingebouwd wanneer de overste-be- langenbehartiger actief tijdens een zitting direct of indirect vragen zou kunnen stellen aan klager en/of namens aangeklaagde inhoudelijk gaat antwoorden. Daarbij mag de volgende realiteit ook niet worden veronachtzaamd: een bisschop of overste is iemand die op het hoogste niveau van de kerkelijke hiërarchie staat. Een leek-slachtoffer staat onderaan in die hiërarchie. Van de aanwezigheid van een overste gaat voor een gezagsgetrouwe gelovige sowieso een intimiderende werking uit. Dat verplicht de hoger gestelde.
Een procedure die dergelijk dubbel handelen van een overste mogelijk maakt bewijst het – door het misbruik nu op zijn hoede zijnde – slachtoffer dat bij de opstellers van de procedure en bij de
uitvoering ervan – bewust of onbewust – het belang van de orde (partijdigheid) voorop staat. Ook omdat er andere voor de hand liggender mogelijkheden zijn een en ander meer symmetrisch op te zetten.
Uit de wandelgangen vernam ik dat al vast zou staan dat in de nieuwe KC-klachtenregeling geen verbetering zal worden gepresenteerd op dit fundamentele punt. Zou dat ook echt het geval blij- ken dan zou mijns inziens KLOKK dit met een persbericht en anderszins in de media aan de kaak moeten stellen en slachtoffers moeten adviseren hoe zich daar tegenover op te stellen.

3. De zorg voor het eigen belang van de RKK in eerdere fasen van slachtofferbehandeling is groot
De maximering van het eigen belang ten koste van de slachtoffers tref ik niet alleen op de net besproken punten aan maar is structureel. Al eerder verzette ik mij zeer tegen de voor een slachtoffer zo duidelijke zeer onheuse klachtbehandeling. Elke stap die ik sinds mijn klachtmelding moest zetten is te verklaren uit het eigen belang van de orden en bischoppen. Welke stappen zette ik ?
Ik dien mijn klachten in samenhang in. Ik wordt persoonlijk door De Korte van Groningen gebeld die zijn medeleven kenbaar maakt. Ik voel me vereerd door deze hoge pastorale attentie.
Mijn klachten beleef ik als geheel: wat er op deze gebieden gebeurde hangt zeer nauw voor mij sa- men. Dan blijkt deze klacht door H&R super-bureaucratisch te worden behandeld.
Ten eerste krijg ik een H&R-antwoordbrief met: wil u pastorale hulp OF wil u een klacht indienen (twee kafkaiaanse hokjes of pigeon-holes in vaktaal)). U moet kiezen: als u een klacht heeft bent u niet hulp-waardig meer en als u een hulpvraag heeft vervalt uw klachtrecht. U kunt niet van twee vruchten uit ons paradijs tegelijk eten.
Ten tweede zegt men me: alleen klacht 1 kan ingebracht worden. Men zegt dus ook: je zoekt zelf maar uit waar en hoe je die andere voor je belangrijke klachten tegen de orde inbrengt.
Ten derde: ik wil dan een klacht indienen tegen broeder “7x” en tegen de orde die door mijn ou- ders goed betaald werd om voogd van mij te zijn. Die orde is aantoonbaar nalatig geweest naar de kennis van toen. Seksueel misbruik door betaalde voogden, ernstige sodomie en zwaar fysiek pes- ten zijn al eeuwen een issue in internaten. Historische feiten van misbruik door religieuzen liggen op tafel. Een voorbeeld van sodomie: een golf van sodomie vond op mijn internaat enige tijd zelfs nog medio jaren vijftig plaats. De sodomie op mij vond zeven goede jaren daarna plaats. Er waren geen zichtbare maatregelen genomen. Wij werden nooit geinstrueerd.
Dan verneem ik vervolgens dat er geen klacht tegen de orde ingediend mag worden over haar na- latigheid. U mag alleen een klacht indienen tegen broeder “7x”.
Ten vierde: ik wil dan een klacht indienen tegen broeder “7x” en nu wordt me gemeld: je kunt geen klacht indienen tegen de broeder, maar alleen tegen de burger (meneer) “7x”. Als meneeren staan jullie straks tegenover elkaar op zitting bij KC, hoorde ik in ongeloof aan. Meneer “7x” blijkt in de prodedure waarin ik gestapt ben de enige die alle schuld aan het gebeurde kan hebben. De orde heeft zich lijkt me als leek handig buiten de orde gesteld.
Kijk naar deze stappen. Ze zijn bewust steeds ! zo geconstrueerd. Er is sprake van structuur, niet van incidenteel onvermogen van de opstellers van die regelingen. Van een incident kunnen ze zeg- gen: dat wist ik niet. Een steeds terugkerende structuur van handelen naar slachtoffers toe waarin het slachtoffer benadeeld wordt en de orde bevoordeeld moet geweten zijn.
Waarom handelt men steeds zo naar slachtoffers ? Structureel onvermogen in inter-menselijke communicatie is zeer onwaarschijnlijk. Mijns inziens moet daarom de verklaring dieper gezocht worden: op het vlak van de intenties. Wie niet de juiste intenties heeft naar slachtoffers toe, kan zich niet “als goed mens” naar slachtoffers toe gedragen. Wie wel goede intenties heeft liegt niet goede intenties voor, en wordt ook niet structureel “betrapt” op gedrag dat gevoed wordt door zijn echte “andere” intenties.
Er is structureel bij RKK zelf geen enkele wil (en behoefte) samen met slachtoffers op pad te gaan en in dialoog procedures te ontwikkelen die ook aan de positie van slachtoffers tegemoet komen. Dat blijkt ook uit de voortdurende afwijzingen om slachtoffers in een of andere rol mee te nemen in het proces. Ik stelde de portefeuillehouder voor dit onderwerp in de Bisschoppenconferentie schriftelijk voor een slachtoffer als lid deel te laten deelnemen aan de commissie Deetman: nee. Commissie Lindenbergh: geen slachtoffervertegenwoordiging. Commissie Bandell: geen slachtof- fervertegenwoordiging. Zelfs steeds niet een vaste advies- of klankbordgroep van slachtoffers !. De leken-voorzitters van deze commissies leggen (soms) incidenteel op eigen initiatief (kort) contact met slachtoffervertegenwoordigers.
En nu komt er binnenkort een nieuwe klachtenprocedure waaruit de onafhankelijkheid van de KC onder het nieuwe MSM moet blijken. Ik hoorde uit betrouwbare bron dat slachtoffers ook hier weer niet bij betrokken zullen worden.

4. Slotaccoord
Het in het vooruitzicht gestelde “wetenschappelijke” onderzoek voor meneer Deetman kan binnen- kort over het heden niet anders dan gefundeerd concluderen dat de slachtoffers weer misbruikt zijn. Hen is niet handelen uit het Rijk Gods ten deel gevallen, wat zij nu wel mochten verwachten. En in dat handelen zit een structuur die wijst op opzet.
Slachtoffers worden (ook letterlijk) buiten de deur gehouden. Ze zijn hun boekje te buiten gegaan door hun klacht aanhangig te maken. Net als klokkenluiders bij de overheid. Zij maken de HH RRKK publiekelijk te schande. Daarmee hebben zij hun recht op enige deemoedige bejegening, op vertrouwen, op gelijkheid, op zorgvuldigheid verspeeld. Slachtoffers zijn vooral lastposten, paria’s. De meesten van hen betalen hun verenigingsgelden niet meer: ook daarmee verspeelden zij hun rechten.
Zij die naar de eigen leer als een herder over alle schapen zouden moeten zijn, behandelen die slachtoffers feitelijk als zwarte schapen in hun kudde. De RKK heeft met haar Zij-Wij denken het escaleren van haar conflict met de slachtoffers en hun vertegenwoordigers in Nederland gevoed (polarisatie). En er (bijna) niets aan gedaan om vanuit KNR en BC zelf in persoon verzoenende bruggen te slaan naar slachtoffers: het instellen van een flinke hoeveelheid commissies en “het plaatsen van een nieuw fundament onder bestaande (!) organisaties”1 is geen daad van verzoe- ning. Het is een daad van management-by-organisation. Voor verzoening is een goed geregisseerd proces nodig waarin kwetsbare onzekere mensen elkaar oprecht willen naderen. Wat is men toch ver weg geraakt van wat het Tweede Vaticaans Concilie van Paus Johannes XXIII en het Pastoraal Concilie van de Nederlandes Kerkprovincie in de tijd van Kardinaal Alfrink (jaren zestig) heel grote groepen jonge gelovigen aan intenties en hoop meegaven.
Toch kun je in die kerkgemeenschap religieuzen ontmoeten wier ziel hen tot een ware roeping bracht. In de persoon van ieder uniek slachtoffer herkennen zij – vermoed ik – hun God. Ik blijf me graag positief en open opstellen tegenover dat deel van de Romeins Katholiek Kerk dat mij (en andere slachtoffers) als slachtoffer-mens wel ziet staan en vanuit een door hun roeping geinspireerd meeleven in staat zijn met een slachtoffer op weg te gaan naar reële oplossingen voor ware feiten.
Mees-Ruben van Embden – slachtoffer

Bijlage: Bezint eer gij begint aan Mediation !
RKK biedt ook nu de mogelijkheid van mediation aan. Hoe RKK dat ziet is me niet duidelijk. Ik geef enkele vrijblijvende waarschuwingen aan slachtoffers die dit middel overwegen.
Vanuit mijn vak heb ik grote kennis en ervaring met onderhandelen en conflicten op diverse schaal. Mediation is een van de vele methoden om een conflict op te lossen, maar is alleen geschikt voor specifieke conflictonderwerpen in een bepaald conflictstadium. Mediation kan een beetje strakker verlopen dan informele klachtafhandeling: omdat partijen niet in staat zijn (!) constructief genoeg met elkaar te praten over de oplossing van een conflict halen zij er een derde bij die hun gesprekken begeleidt. Daar is niets mis mee. Maar ik schat in dat mediation bij de vaststelling van het misbruik geen middel kan zijn. Waarom ?
De website van de Nederlandse Mediatorsvereniging meldt in één zin wat mediation is: “De media- tor stimuleert en begeleidt U bij het creatief zoeken naar een oplossing en bewaakt het proces”.
Mediation wordt bijvoorbeeld ingezet als twee partners voor het feit staan te scheiden en de boedel-, geld- en kinderverdeling beheerst en goedkoper willen laten verlopen, zonder tussenkomst rechter en dure advocaten. Die partners hebben beiden een (bijna) gelijk belang bij een (creatieve) oplossing. Een onderdeel daarvan kan zijn dat zij nog met elkaar willen kunnen optrekken bij- voorbeeld uit beider zorg voor kinderen.
Is mediation dan het middel om samen toe te werken naar het besluit te scheiden ? Nee. Partijen kunnen er te ongelijk in staan en dit lang verborgen houden. Bijvoorbeeld: een van partners wil scheiden, maar meldt dit niet. Om tegen familie en vrienden te kunnen zeggen dat hij alles – zelfs mediation – heeft geprobeerd om er met de ander goed uit te komen. Maar die weet dat hij aan het eind op een goed getimed moment zegt: ik besluit dat we uit elkaar gaan.
In het geval van een overste als partij zal de mediator niet vooraf uit de verklaringen van de over- ste kunnen afleiden dat deze echt serieus wil meewerken. Die mediator kan dat niet waarborgen. De klager loopt bij mediation daarom hier hetzelfde risico als bij informele klachtafhandeling.
Met creativiteit de aannemelijkheid van seksueel misbruik vast stellen ?
Kan via mediation worden toegewerkt naar de vaststelling van de aannemelijkheid (of het bewijs) van misbruik ? Kun je bij het vaststellen van misbruik “creatief zoeken naar een oplossing” ? Nee, dit is te ongeloofwaardig om serieus te nemen. Feiten verplichten de overste tot erkenning van bewijs of aannemelijkheid. Daar kun je niet over gaan marchanderen.
Is het aannemelijk dat die overste je klacht bij mediation eerder erkent dan bij een onafhankelijke KlachtenCommissie onder leiding van een ervaren rechter ? Nee. Het is eerder omgekeerd: er wordt morele druk op de overste uitgevoerd door het oordeel van de KC.
Bovendien werkt de KC als een “meervoudige kamer” bij een rechtbank: er zijn drie personen die samen tot een gewogen oordeel komen. De kans op een eerlijk en zorgvuldig onderbouwd antwoord is bij de KC veel groter dan het antwoord van de overste (één persoon) die voor zijn eigen belang gaat. Voor de kleine kans dat je een overste treft die zich gedurende het gehele traject als een rechtvaardige Salomo boven partijen opstelt zou ik als slachtoffer echter nooit zo’n emotioneel belastend traject ingaan. Zeker niet als het veel waarschijnlijker is dat je aan het eind toch nul op je verzoek krijgt. Ga naar de KC.
Mediators verkopen mediation wel met het argument dat het sneller is dan een gang naar (de KC of) de rechter. Maar hoe snel mediation is hangt van het verloop van de mediation af. Mediation kan sneller verlopen dan de gang naar de KC. Maar de KC kan ook sneller resultaat opleveren. Had ikzelf bijvoorbeeld niet voor informele klachtafhandeling gekozen vanuit mijn streven de orde en de aangeklaagde gezichtsverlies en mezelf tijd en emoties te besparen, dan was ik nu een half jaar eerder bij de KC geweest. En had ik een half jaar eerder het KC-oordeel binnen. Informele klachtafhandeling en mediation zijn dus door een partij met slechte intenties in te zetten als ver- tragingsstrategie. Is mediation sneller dan een gang naar de rechter ? Mogelijk. Maar waarom niet wat meer geduld ennaar de rechter omdat je over de erkenning van misbruik niet marchandeert.
Mediation zou efficientie opleveren. Maar ik zie geen efficiencywinst t.o.v. een gang naar de KC. Ik kan geen redenen bedenken. Mediation kost je wel minder dan een gang naar de rechter met een door je betaalde advocaat. Bij mediation ben je tot slot erg afhankelijk van twee zaken: van de kwaliteit van de mediator, énvan de oprechtheid en inzet van de tegenpartij (zie voorwaarden mediation van ned.med.ver.).
Mediation over de schadeloostsstelling ligt niet het meest voor de hand
Mediation over de schadeloosstelling van een slachtoffer lijkt op het allereerste gezicht mogelijk kansen te hebben: de misdaad (of jaren van misdaden) is al (in bepaalde mate) erkend. Het misbruik staat voldoende vast (net als bij het voorbeeld van de scheiding). Je kunt dan met elkaar een creatieve oplossing zoeken voor wat je aan schade eist en wat zij aan schade willen uitkeren.
Maar er zijn serieuze redenen aan te dragen dat ook dan mediation slechts een optie is die tegen andere opties moet worden afgewogen.
Als slachtoffer mag je namelijk op het moment van erkenning verwachten dat de schuldenaar (de overste) dan naar vermogen een passende schadeloosstelling of een kader daarvoor aanbiedt. De overste-schuldenaar is dan namelijk aan zet ! Het slachtoffer kan in zijn luie stoel wachten op het aanbod. Die overste moet nu namelijk met zijn aanbod met geld duidelijk maken wat hij feitelijk erkent en hoe ernstig hij de gevolgen (bv gemaakte kosten van therapie, inkomstenderving, smartegeld) vindt. Die overste kan nu niet verblijven in een zelf gecreeerde wereld van bijvoorbeeld “absoluties” maar moet zich verlagen naar de aardse wereld waarin de ziel van de slachtoffers ja- ren onder het misbruik leed en de indrukwekkende effecten van het misbruik hun levenskwaliteit decennia, zo niet hun hele leven (heimelijk) bleven vormgeven. Komt de overste met een aantoon- baar lachwekkend kader of aanbod (onderbieding) dan is duidelijk dat hij zijn erkenning en zijn schuldenaarschap niet serieus neemt. Hij smeerde met zijn erkenning het slachtoffer slechts pastorale stroop om de mond. Overste zet onderhandelingsgedrag in: zo laag mogelijk starten om zijn eigen belang te maximeren. Hij gaat voor zijn eigen belang.
Een al te belachelijk aanbod kan zonder mediation door een slachtoffer anoniem – misschien via de KLOKK-site – gepubliceerd worden. Onderhandelen heeft dan namelijk nog geen zin. Overste er- vaart geen sancties, ook niet vanuit het leven van degene die hij bij zijn gelofte als zijn levensver- vulling beloofde na te leven. Alleen brede maatschappelijke verontwaardiging via de media, of col- legiale druk van verontwaardigde collega’s zal hem dan tot serieus handelen aan de onderhande- lingstafel kunnen dwingen. Een mediator kan daar niets aan veranderen als de overste niet wil. Meest voor de hand liggend is gewoon zelf met de overste te onderhandelen of een onderhande- laar uit eigen kring naar voren te schuiven.

Publicatie adviezen Hulp&Recht opnieuw online

Eerder vorige week werden de ge-anonimiseerde adviezen van de website gehaald, omdat zij niet volledig ge-anonimiseerd waren!?!
Ze zijn nu weer hier te vinden.

De professionaliteit van de nieuwe organisatie is zichtbaar “verbeterd”…verontschuldig mijn cynisme, maar ik ken deze club al jarenlang en ben nog nooit aangenaam verrast over de manier waarop zij met kwetsbare mensen en gevoelige situaties of informatie omgaan.
Integendeel !

Ook deze zogenaamde nieuwe organisatie is van begin af aan makkelijk te bekritiseren:
– onafhankelijk, maar door een door de kerk met onderscheiding vereerde heer Bandell bedacht en in nauw overleg met bisschoppenconferentie en conferentie religieuzen opgezet
– startdatum overname niet volledig duidelijk: juni naam veranderd, maar statuten (= werkwijze) nog als voorheen
– nieuwe zakken voor oude wijn – andere poppetjes, het zelfde spel
– nieuwe bestuursleden hebben zich bij de lotgenotengemeenschap meteen populair gemaakt (dhr. Wolters – verhaal bekend)
– willekeur, partijdigheid/vooringenomenheid of bevoorrechting van vertegenwoordigers van orden en bisschoppen
– etc. etc. lees hier de volledige analyse van iemand met ervaring met het “nieuwe” meldpunt

Let op als u de adviezen van Meldpunt Seksueel Misbruik RKK wenst te publiceren !
Je zou denken dat het copyright bij de slachtoffers berust; tenslotte hebben zij hun ziel blootgelegd over de meest intieme en vernederende ervaringen uit hun leven. Maar dat recht heeft het meldpunt zichzelf toebedeeld.
Altijd de directe link naar hun website vermelden!

Let ook op voor herhaling van het misbruik in ieder contact met de rooms katholieke kerk of vertegenwoordigers daarvan. Er is een grote kans verder beschadigd te raken als u het contact met hen aangaat.
Blijf kritisch en waakzaam !

Misbruikt door de trainer

UIT: METRONIEUWS.NL

Exclusieve voorpublicatie van een deel van het boek dat Steven van der Hoeven schreef over misbruik door zijn trainer in zijn jeugd

< Steven van der Hoeven, auteur van zijn eigen waargebeurde onthutsende verhaal. Foto: Richard van der Klaauw / Metro

Steven van der Hoeven (28) werd als kind misbruikt door een trainer van zijn voetbalclub. Deze vriend van het christelijke gezin met acht kinderen, palmde de tiener uit Rotterdam langzaamaan in. De ‘grooming’ door een pedoseksueel heeft Van der Hoeven inzichtelijk gemaakt in het boek Je Ogen Verraden Je. Het boek over een ongezonde relatie met verstrekkende gevolgen is nu te koop
In Metro een exclusieve publicatie:

Met een groepje fietsen we vrijdagmiddag in de richting  van het sportpark. Ik stel voor om niet langs de kantine, maar via de sporthal naar de trainingsvelden te gaan. “Dat scheelt een stuk lopen.”
Het eerste doel is bezet door een aantal jongens van de buurver- eniging. Ze stoppen met spelen, loensen in onze richting.
“Wat moet je dan?”, vraagt Ruben, als hij ze van onder zijn pet aankijkt.
Ze grimlachen. We passeren.
“Kouwen”, fluisteren ze in koor achter onze rug.
“Kouwen.”
Steeds harder, tot we de middellijn over zijn.
“Kouwen!”, roepen ze voluit.
Ik buk en strik mijn losgeraakte veter.
“Wat denken ze nou?”, vraagt Ruben. “Dat het ons iets uitmaakt?” We schieten  vanaf de rand van het strafschopgebied  de eerste ballen op doel.
“Ik vind het anders wel jammer dat hij weg is”, zegt een jongen uit B1. “Ik vond hem altijd wel gezellig. De tofste leider die ik heb gehad.”
Ik leg mijn sleutels naast de doelpaal.

“Jij kwam toch ook weleens bij hem thuis?”, vraagt de jongen. Ik strik opnieuw mijn veter.
“Jij kwam daar toch?”, houdt hij aan.
“Heel af en toe.”
“Heeft hij jou…”
Ik schud mijn hoofd. “Hij kwam ook gewoon bij ons thuis.”
Ik ren weg, vraag of iemand een bal aan wil leggen, ram voluit op de lat. Na anderhalf uur liggen we in het gras na te zweten. Ruben vraagt wie er mee gaat water drinken in de kantine. Iedereen staat op, ik kan niet achterblijven.
Omstebeurt hangen we onder de buitenkraan bij de nooduitgang van de keuken. Op onze noppen lopen we over het gravel richting de sporthal. Ik hoor mijn naam. Ik hoor mijn naam niet.
“Je wordt geroepen”, zegt Ruben.
Ik kijk over mijn schouder.  De secretaris steekt een hand half- hoog de lucht in, roept weer mijn naam. Ik kijk hoe bij elke stap mijn noppen minder ver in het rood verdwijnen, tot ik na het trapje voor hem sta. Hij legt een hand op mijn schouder en dirigeert me een hoek in.
“Je moet tegen je vrienden zeggen dat als ik ze nog één keer het gravel om zie ploegen met hun noppen,  ik ze met een schep achterna kom.”
Ik knik, wil weglopen, maar hij pakt mijn schouder beet. “Jij bent bij de politie geweest, hè?”
Ik stop met ademen.
“Er is niets gebeurd, hè?”
“Klopt”, breng ik krakend uit.

“Nou, ik heb nieuws voor je. Hij heeft bekend.” Ik moet opeens heel erg nodig naar de wc.
“Over jou.”
Ik begin met plassen.
“Waarom heb je dat niet gewoon gezegd?”
Ik stop met plassen voordat mijn onderbroek echt drijfnat wordt.
“Vertel jij het je ouders of moet ik het doen?” Ik laat een wind.
“Zal ik het doen?”
Ik schud mijn hoofd, val er bijna van omver, herpak me, zeg dat ik het ga vertellen.
Hij knikt. “Goed zo.” Hij klopt op mijn rug en loopt dan weg naar de ingang van de kantine.
Ik loop voorzichtig het trappetje af, laat de kantine achter me. Ik voel in mijn kruis, droog mijn hand af aan mijn sok.
“Loop eens door man, luie flikker!”
Ruben en de anderen hangen over hun fietsen.
“Wat moest-ie?”
“Of ik doorga in de keuken.”
“En?”
“Natuurlijk.”
Ik doe mijn voetbalschoenen  bij de keukendeur  uit. Ma staat achter het fornuis. Ze vraagt wat er is gebeurd.
“Een bal in mijn gezicht.”
Ik drink water uit de kraan en neem een koude douche.

JARENLANG PROCES

“Hij gaf me het gevoel dat ik bijzonder was”, zegt Steven van der Hoeven, die tegenwoordig als redacteur bij Feyenoord werkt. Het jaren durende proces waarmee de voetbaltrainer Steven inpalmde, hoopt de schrijver in Je Ogen Verraden Je duidelijk te maken. “Elke dag zie je wel een bericht in de krant over een pedoseksueel. Dat hele proces dat vooraf gaat aan het misbruik lees je nooit. Voor mezelf moest het verhaal er een keer uit. Het gaat nu goed met me, anders had ik het boek niet kunnen schrijven. Ik heb de regie over mijn leven weer terug.”

“WAT KIJKEN JULLIE NOU?”

Net op tijd voor het sportjournaal  kom ik beneden. Het is donker, pa en ma staan in de keuken. Pa maakt zachtjes zijn zin af, stopt dan met praten. Ik wurm me langs ze en doe de koelkast open. Pa’s gezicht licht op in het schijnsel van het koelkastlampje. Hij slikt.
“Wat kijken jullie nou?”
Ik scherm met mijn rug hun zicht op de koelkast af, pak een stuk worst en ketchup.
“Ik kom net terug van de voetbal”, zegt pa. “Ik werd door het bestuur aangesproken.”
Ik steek de worst in mijn mond.
“Ze vroegen hoe het met je ging.”
De kou van de koelkast verliest het van mijn huid.
“Ze dachten dat je het had verteld.”
De honger trekt zich in één keer op van mijn buik naar mijn keel, ik kan het niet wegslikken.
“Ik vind het zo erg voor je.”
Hij legt een hand op mijn schouder.
Ik draai me om en zet twee stappen naar het kastje met de broodtrommel.
“Waarom heb je niets gezegd?”
Ik pak een bord en begin te smeren.
“Is het waar?”
Het brood scheurt onder het mes. Ma pakt mijn arm beet. Ik smeer door. Ik smeer door.
“We dachten dat je…”
Ik laat het mes vallen. Ze staan allebei achter me. Hun handen gaan over mijn rug en boven­armen.
“Kun…”
“Hou op!”
Ik maak me los, struikel bij de kamerdeur over een sandaal.
“Och, jongen.”

Italiaanse slachtoffers op audientie bij paus?!?

Volgens www.rorate.nl, het katholieke informatie kanaal, dringen Italiaanse slachtoffers in een open brief aan de paus aan op een audientie.
Niet lang na die publicatie wordt ik al gecontacteerd “of ik weer bezig ben?”
Nou ben ik niet bang voor de media en inderdaad ook vrijwel dagelijks in contact met een aantal organisaties in Italië, maar van deze onzinnige actie wil ik me absoluut distantiëren…

t-shirt te bestellen: http://www.secularism.org.uk/clothing.html

Waarom? Om een aantal gefundeerde redenen:
In mijn ogen is de paus een misdadiger...ontelbare sporen leiden direct naar deze man in hoogst eigen persoon. Als baas van de congregatie van de geloofsleer en als paus heeft hij de laatste 30jaar heel duidelijk gemaakt hoe hij erover denkt:
"...eerst de kerk, dan de kerk en uiteindelijk alles voor de kerk..."
De slachtoffers moeten het doen met excuses, dat hij voor ze zal bidden (daar zitten ze op te wachten) en dat het in de toekomst allemaal beter zal worden. Ondertussen geeft hij (letterlijk) onderdak aan, in andere landen voor seksuele misdrijven gezochte, criminelen. Ontslaat of brengt bisschoppen die last van hun geweten beginnen te krijgen in diskrediet.
Als je nu nog denkt met een audientie iets te bereiken, dan heb je nog helemaal niets begrepen van hoe het systeem van de kerk werkt.

Het Vaticaan zal, en doet dat eigenlijk al meteen zie het feit dat rorate.nl dit inhoudsloze artikel publiceert, misbruik maken van deze vraag om persoonlijk gehoord te worden. De PR machine zal hier weer de nodige munt uit slaan en zij schromen zich niet daarvoor feiten te verdraaien of ronduit te liegen. Ik ben er geweest, heb het gezien...na ons gesprek een jaar geleden met Federico Lombardi (woordvoerder van de paus) die ons voor de gek zat te houden. Nog geen 12 uur later stonden de kranten vol, in alle wereldtalen, van dit historische gesprek dat het begin van de samenwerking met slachtoffer organisaties ingeluid zou hebben.
Niets was minder waar, want Lombardi was niet in staat een datum voor een vervolggesprek af te spreken en dat was het enige uitgangspunt, wat ons betreft.
Door hun PR machine te voeren zal je weer misbruikt worden...en dat ga je voelen ook!

Door hem (de paus) om een gesprek te vragen plaats je hem in de positie om over jouw heil te beslissen; wordt je afhankelijk van hem. En dat is nou juist waar je vanaf zult moeten om je leven weer een beetje op orde te krijgen: je zult de dader uit jouw systeem moeten verbannen. En dus niet bij hem op de thee gaan...

Over krap 3 weken, op 29 oktober, ben ik ook weer in Rome. (zie: https://www.seksueelmisbruik.info/stichting/?p=2412) En niet om de paus of een van zijn medeplichtigen te ontmoeten. In tegendeel zij zijn niet uitgenodigd en niet welkom als ik samen met andere 'survivors' het feit vier dat wij overleefd hebben ondanks de bemoeienissen van de katholieke kerk. Wij hebben ze niet meer nodig om ons leven weer op te pakken, zij hebben geen macht meer over ons! Wij hebben elkaar en ons wereldwijde netwerk wordt steeds groter en sterker. Onze stemmen worden steeds luider...
Hierbij herhaal ik nogmaals de uitnodiging om samen met ons een feest te komen bouwen in Rome. samen met mensen die het zelfde meegemaakt hebben en begrijpen hoe ingrijpend het voor jou geweest is wat jou als kind overkomen is.
Dáár knap je van op en niet van een praatje met die goed-heilig-man!

P.S. Moet nog even iets van het hart:
Typisch voor een katholieke site als rorate.nl, let er maar eens op, is dat jij geen kommentaar kan geven op hun publicaties.
Zij geven informatie en die moet je slikken. Een uitwisseling van inzichten of meningen is er bij de meeste door de katholieke kerk gecontroleerde sites niet bij.
Geheel in lijn met hoe het feodale systeem van de kerk functioneert:
"Jij moet geloven wat ze zeggen, niet over nadenken en kritiekloos slikken."
Dat lijkt heel erg veel op het misbruik wat duizenden als kind hebben moeten ondergaan!

leger des heils

zoek contact met mede slachtoffers die sexueel misbruikt zijn binnen de activiteiten van het leger des heils. email mij johannes_mes_53@msn.com
zelf ben ik misbruikt in het Buurtcentrum de toorts in amsterdam in de jaren 1956-1962/63

Alle kerken: één pot nat?!?

EO De Vijfde Dag – 29 september 2011 – door Nannette Zonneberg

Vanavond zond het EO programma De Vijfde Dag een documentaire uit van Nanette Zonneberg over seksueel misbruik in de “andere kerken” (evangelische, protestantse, etc.)

De conclusie moet zijn dat de, door de katholieke kerk gehanteerde handelswijze in het geval dat iemand een klacht indient over seksueel misbruik, vrijwel naadloos aansluit bij de binnen-kerkelijke procedures van de andere kerken:
ontkenning: “herhaling van het misbruik”; het slachtoffer komt alleen te staan en krijgt geen enkele hulp, integendeel, moet een harde strijd aangaan tegen de kerkorganisatie om tot gerechtigheid en erkenning te komen;
bescherming van de dader: daders worden naar andere gemeenten overgeplaatst en de nieuwe gemeente wordt niet geïnformeerd over de neigingen van de dader waardoor nieuw misbruik in de hand wordt gewerkt;
de doofpot: de ‘goede’ naam van de kerk is belangrijker dan de hulp en gerechtigheid voor de slachtoffers;
excuses en de vraag om vergeving: zonder zich echt verdiept te hebben in wat het misbruik voor het slachtoffer heeft betekent, waardoor het misbruik zich herhaald en wederom het slachtoffer niet geholpen is maar alleen blijft staan met de effecten van het misbruik;
het zogenaamde “onafhankelijk” meldpunt: waar de zaak “onderzocht” wordt met als doel tot vergeving te komen en met nauwelijks gevolgen voor de dader indien schuldig bevonden;
– waar gepreekt wordt over kuisheid, gerechtigheid, respect voor de naasten, bescherming van de kwetsbaren, etc. etc. maar deze door de machtsdragers van de kerken niet worden nageleefd. Wat blijft is huichelarij, onderdrukking en zelf-verheerlijking en -verrijking!
Daar doen de “andere kerken” niet onder voor de katholieke kerk.

Politieke verantwoording!
De verantwoording voor het onderzoek en de be- of veroordeling van gevallen van seksueel of ander misbruik (volgens de in onze samenleving geldende rechtsregels) kan niet langer overgelaten worden aan de binnen-kerkelijke meldpunten en zelf-ingestelde onderzoekcommissies, waarop door de overheid geen enkele controle uitgeoefend wordt.

Voor de “godsdienstbedrijven” hoort het zelfde recht te gelden als voor andere ondernemingen!
Niemand zou het in zijn hoofd halen toe te staan dat bijv. Shell zijn eigen interne recherche en rechtbank zou hebben en dat gevallen van seksueel misbruik volgens de eigen interne regels “berecht” zouden worden. (Noot: excuses aan Shell voor het voorbeeld)

De door de kerken ingestelde onderzoekcommissies zijn per definitie niet onafhankelijk en het goed van het instituut zal altijd prevaleren boven het recht van en de zorg voor het slachtoffer.

Machtsmisbruik en het daardoor in de hand gewerkte seksueel- of ander misbruik binnen de kerkelijke organisaties beschadigd Nederlandse burgers en daarom kan zich de overheid dan ook niet langer aan haar verantwoordelijkheid onttrekken.

Dit is een maatschappelijk probleem – geen godsdienst probleem!

Onafhankelijke klachtenprocedure en hulpverlening
Wij vragen onze politieke leiders dan ook nu, onmiddellijk, en kordaat te handelen en wel door:
– het instellen van een algemeen en onafhankelijk meldpunt voor seksueel of ander misbruik door geestelijken behorende tot eender welke religieuze organisatie;
– het instellen van een register van daders van seksueel of ander geweld en een bewijs van goed gedrag voor geestelijken behorende tot eender welke religieuze organisatie;
– het instellen van onmiddellijke professionele ondersteuning (juridisch en/of psychisch, indien gewenst door het slachtoffer) van de klagers van gevallen van seksueel of ander misbruik door geestelijken behorende tot eender welke religieuze organisatie.

Het moet afgelopen zijn met de uitzonderingspositie die religieuze organisaties innemen in ons rechtssysteem en welke geleid heeft en nog steeds leid tot beschadiging van de onschuldigen en weerlozen in onze samenleving!

Nanette: hartelijk dank voor weer een bijzondere documentaire!
Het zal je weer niet in dank afgenomen worden, maar het is door dergelijk werk dat de mensen die iets verder van dit rot onderwerp afstaan uiteindelijk ook zullen gaan inzien dat er iets helemaal mis is met de wijze waarop onze samenleving met slachtoffers en de hen aangedane misdaden omgaat.

Om de volledige documentaire te zien (vanaf ca. 7:15):
http://beta.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1112333

Ton Leerschool
Stichting Mannenhulpverlening
na seksueel misbruik

Lichtpuntje: beroep of verjaring afgewezen!

Beroep op verjaring misbruikzaak RK-kerk afgewezen
NRC Binnenland – 29 september 2011- door Joep Dohmen

De rechtbank Utrecht heeft een beroep op verjaring door de Rooms-Katholieke Kerk afgewezen in een zaak rond seksueel misbruik. Volgens de rechtbank heeft de Kerk “een bijzondere positie” in de samenleving.

“Dit is een lichtpuntje voor misbruikslachtoffers die de Kerk civielrechtelijk aansprakelijk willen stellen”, zegt Martin de Witte, advocaat van het slachtoffer dat naar de rechtbank stapte. Tot nu werd aangenomen dat civiele claims weinig kans maken omdat misbruik van vaak tientallen jaren geleden toch verjaard is.

De rechtbank moest gisteren oordelen over het toelaten van een getuigenverhoor in een zaak rond het mogelijke misbruik van een minderjarige jongen door een pastoor in Putten, in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het slachtoffer wil via het getuigenverhoor kunnen bepalen of een civiele bodemprocedure tegen het aartsbisdom zinvol is.

Het aartsbisdom Utrecht, werkgever van de pastoor, verzette zich voor de rechtbank tegen het horen van getuigen, mede omdat het misbruik toch verjaard zou zijn.

Voor het volledige artikel, zie: http://www.nrc.nl/nieuws/2011/09/29/beroep-op-verjaring-misbruikzaak-rk-kerk-afgewezen/

Joep Dohmen: Zalig zijn de armen van geest

NRC – 24 sept. 2011 door Joep Dohmen

Het overlijdensregister van de gemeente Heel en Panheel wordt bewaard in het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg: Op 18 juni 1953 meldt broeder Ivo Ramakers bij de ambtenaar van de burgerlijke stand het overlijden van drie gehandicapte kinderen uit Sint Joseph. Peter (13) stierf die dag om 6 uur ’s ochtends, Marinus (15) vier uur later. Leonard (15) stierf drie dagen eerder om 10 uur ’s ochtends.

Het was begin jaren zestig. ’s Nachts werden de twee broertjes wakker gemaakt. Dan nam de nachtbroeder ze mee naar zijn kamertje naast de slaapzaal. Om ze te verkrachten. Het gebeurde een paar keer per maand. Het hield pas op toen ze gesticht Huize Sint Joseph in Heel mochten verlaten.

Een andere pupil uit Heel moest met een stoel een broeder toetakelen om met rust gelaten te worden. Vanaf zijn elfde was hij in katholieke internaten seksueel misbruikt. In 1956 kreeg hij vier jaar jeugdgevangenis voor het slaan met die stoel. De cel voelde als een bevrijding. Daar bleven ze van hem af.

Sint Joseph was een gesticht voor epileptici, zwakzinnigen, wezen en voogdijkinderen. De instelling kwam onlangs in het nieuws. De commissie-Deetman, die seksueel misbruik in katholieke kostscholen en internaten onderzoekt, meldde het Openbaar Ministerie dat de sterftecijfers er tussen 1952 en 1954 veel hoger waren dan andere jaren. Binnen drie jaar overleden 34 minderjarige jongens. Inmiddels zoeken zes rechercheurs naar de oorzaak.

Kuisheid

Over misstanden op voormalig katholieke kostscholen en internaten is afgelopen anderhalf jaar veel bekend geworden. Nu blijkt dat het ook ernstig uit de hand liep in de katholieke zwakzinnigengestichten, met het mogelijk opzettelijk doden van pupillen als laatste onthulling. Wat was er aan de hand bij de broeders van de Heilige Joseph? Staat Sint Joseph model voor de rest van de katholieke gestichten? En, was de geestelijke gezondheidszorg in het katholieke landsdeel in de vorige eeuw slechter dan in andere delen van het land?

Terug naar Heel. In katholieke gestichten leefden kinderen onder één dak met priesters en religieuzen – ongetrouwde mannen of vrouwen die de geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid afgelegd hadden. Het risico voor de kinderen om slachtoffer te worden van machtsmisbruik was in zulke gestichten groter dan op kostscholen. Daar gingen de leerlingen periodiek naar huis. In de gestichten waren ze permanent in handen van broeders of zusters. En klagen over misstanden konden veel patiënten vanwege hun handicap niet.

De situatie in Sint Joseph was, tot de professionalisering van de zwakzinnigenzorg in de jaren zestig, erbarmelijk. Er heerste een voortdurend gevecht tegen vuil, stank en gekerm, schrijft historica Annemieke Klijn in haar in 1993 gepubliceerde boek Tussen caritas en psychiatrie over de gestichten Sint Joseph (jongens) en Sint Anna (meisjes) in Heel. Kinderen waren druk en vernielzuchtig, of verlamd, mismaakt en spastisch.

Sint Joseph was overvol. In 1953 waren er 447 bewoners en 25 broeders. Op de slaapzalen stonden de bedden rij aan rij. Om de zaak in de hand te houden zochten de broeders hun toevlucht tot een streng regime van orde en tucht. Oud-bewoners vertellen hoe broeders er op los sloegen, bij voorkeur met het touw dat ze om hun middel droegen.

Het hielp niet dat de broeders niet of nauwelijks opgeleid waren voor hun werk. Een deel was zelf verstandelijk beperkt. Een door de bisschop van Roermond ingestelde adviescommissie zette in 1946 vraagtekens bij de geestelijke vermogens van de broeders.

Wiel Snijders (77) was hoofdverpleger. Hij kwam in 1959 als een van de eerste leken naar Sint Joseph. „Ik was de enige met een verpleegdiploma. Het was een middeleeuwse toestand. Als die jongens het op de zaal in hun broek deden, stuurden de broeders ze naar de kelder. Als ze droog waren mochten ze weer naar boven komen.”

Verwaarlozing, mishandelingen en misbruik. Hoe ernstig de situatie was, blijkt uit het verhaal over pater Seraphinus, godsdienstleraar en rector in Sint Joseph. In hoger beroep werd hij in 1967 veroordeeld tot vijf maanden cel, waarvan vier voorwaardelijk, wegens het jarenlang misbruiken van verstandelijk gehandicapte kinderen.

Na zijn aanhouding in 1965 gaf de pater tegenover de politie toe dat seksueel misbruik vaker voorkwam, maar binnenskamers bleef: „Voorts wil ik nog naar voren brengen dat het logisch is dat men zoveel mogelijk, wanneer er het plegen van ontucht gebleken was, deze zaken intern wilde verwerken.”

Dat merkten twee lekenverplegers die de praktijken van de pater gemeld hadden bij de broeder-overste en de inrichtingsarts. Overste en arts deden niets. Toen de verplegers daarop naar de politie stapten, kregen ze van de broeders hun ontslag.

Annemieke Klijn rept in haar boek niet over seksueel misbruik. „Daar was ik destijds niet naar op zoek”, zegt Klijn. „Mijn boek was in 1993 grensverleggend. Ik beschreef ook de aangrijpende verhalen uit de patiëntendossiers. Dat was nog niet eerder gedaan. Maar ik zie nu ook dat ik destijds niet alles boven tafel gekregen heb.” Klijn mocht niet in alle archieven van de congregatie kijken.

Wat Klijn ook niet wist, was dat zwakzinnige kinderen niet alleen mishandeld en misbruikt werden, maar mogelijk ook vermoord. In het televisieprogramma Brandpunt vertelde oud-hoofdverpleger Nico van Hout (75) dat hij in 1969 hoorde dat een broeder vijftien jaar eerder twintig zwakzinnige pupillen had dood gemaakt. De kinderen zouden iets in hun pap gekregen hebben.

Uit de verklaring van de oud-hoofdverpleger blijkt dat het toen al bekend was binnen de instelling, en werd toegedekt. Daar deed, vertelde Van Hout, ook de inrichtingsarts aan mee. De arts stapte niet naar de politie, maar ondertekende de overlijdensaktes waarop natuurlijke doodsoorzaken stonden vermeld. Hij had er wel mee in zijn maag gezeten, bekende hij tegenover Van Hout.

Het doodmaken van kinderen mocht natuurlijk niet volgens de leer van de Rooms-Katholieke Kerk. Maar diezelfde Kerk vond ook dat ‘idioten’ een reine ziel hadden en voorbestemd waren om als engeltje naar de hemel te gaan. De taak van de broeders was de zieltjes tot God te brengen. Zo beschouwd was dat proces versneld.

Wie de broeder was die de kinderen vermoordde is niet duidelijk. Nico van Hout zei tegen rechercheurs dat het broeder Andreas was. Wiel Snijders noemde tegenover de politie broeder Constantius als dader: „Ik heb altijd gehoord dat die kinderen van ellende gestorven zijn. De broeder verzorgde ze slecht.”

Broeder Constantius verdween in 1959 uit Heel. Hij stapte uit de congregatie en nam de boot naar Amerika, zegt Snijders. „Daar had hij familie. Nooit meer iets van gehoord.” Broeder Andreas verdween ook. Na de sterfgevallen is hij overgeplaatst. Later verliet hij de congregatie. In 1969 trad hij in bij een andere katholieke kloosterorde, de trappisten. Broeder Andreas ligt begraven naast de Sint-Sixtusabdij in Westvleteren, West-Vlaanderen.

Heimelijk hersenonderzoek

Sint Joseph was niet uniek in de wereld van de katholieke gestichten. Eerder kwamen ook misstanden in andere instellingen aan het licht.

Zoals in 1978, in het ‘Internaat voor RK mannelijke zwakzinnigen’ Huize Assisië in het Brabantse Udenhout. Een instituut van de broeders Penitenten. Daar bleken broeder Dionysius en de inrichtingsarts riskante experimenten te doen met patiënten. Honderdentachtig „diepgestoorden, idioten en imbecielen” kregen ongevraagd injectienaalden in hun ruggenmerg en vloeistof en lucht in hun hersenen om op röntgenfoto’s de hersenschors en ventrikels beter waar te kunnen nemen (luchtencefalografie). Dat alles ten behoeve van een heimelijk hersenonderzoek. De jongens waren er dagen ziek van. Ouders was nooit om toestemming gevraagd.

In Udenhout werd de directeur ontslagen en kreeg de arts 10.000 gulden boete. Broeder Dionysius werd overgeplaatst naar Tanzania. Hij werkt daar nog steeds als ziekenhuisverpleger.

Na het schandaal in Huize Assisië volgde in de Tweede Kamer kritiek op de schaars bemande Inspectie voor de Geestelijke Volksgezondheid. Bij de inspectie bleek de neiging te bestaan zich niet te mengen in het eigen beleid van particuliere instellingen, zoals Sint Joseph en Huize Assisië.

Een andere katholieke inrichting voor geesteszieken, de St. Willibrordstichting in Heiloo, voerde castraties uit bij patiënten. Dit was een gesticht van de broeders van Onze Lieve Vrouw van Lourdes. Het overkwam vooral ‘ter beschikking gestelden’. Op die manier maakten ze een kans om het gesticht te kunnen verlaten.

Omroep KRO liet in een tv-documentaire in 1997 zien hoe dat in zijn werk ging. Opmerkelijk detail in de uitzending: in Heiloo werden ook regelmatig priesters en priesterstudenten ontmand om hun vleselijke lusten af te remmen.

Joost Vijselaar, bijzonder hoogleraar geschiedenis van de psychiatrie aan de Universiteit Utrecht, wijst erop dat veel behandelmethodes die nu als gruwelijk worden ervaren, destijds acceptabel waren.

Hij noemt als voorbeeld lobotomie, het lossnijden van de prefrontale cortex van de rest van de hersenen. Moeizaam controleerbare geesteszieken veranderden door de ingreep (via een oogkas) in hanteerbare zombies. Bijeffect was dat het de verpleging in de overvolle en onderbemande gestichten makkelijker maakte.

„Lobotomie is in Nederland volgens een schatting van de Gezondheidsraad 200 keer toegepast tot 1972. In het buitenland nog veel vaker”, zegt Vijselaar. „En niet alleen in katholieke inrichtingen.”

Adagium van stilhouden

Was er verschil tussen de katholieke, protestantse en algemene gestichten als het gaat om de behandeling van pupillen?

Katholieke gestichten waren geslotener, zegt Vijselaar. Daardoor konden misstanden gemakkelijk verborgen blijven.

Bij misstappen gold het adagium van stilhouden, overplaatsen en beschermen van de naam van instituut, congregatie en kerk. Zo bleef destijds bij Sint Joseph in Heel ook de affaire rond de rector, pater Seraphinus, buiten de publiciteit. De rechtbank behandelde de zaak achter gesloten deuren en de broeders deden er het zwijgen toe. De geslotenheid komt voort uit de katholieke kloostercultuur. Congregaties onttrokken zich met hoge muren aan de rest van de wereld.

De kloostercultuur plaatste de katholieke broeders en zusters voor een dilemma: naar wie moesten ze luisteren? Hun superieur binnen de congregatie of naar de geneesheer? Bij de zorg voor een stervende was het hoogste gezag in elk geval duidelijk: dan gingen de heilige sacramenten vóór de lavementen.

Terugblikkend lijkt het er ook op dat katholieke artsen sneller overgingen tot behandelmethodes die tegenwoordig omstreden zijn. „Katholieke inrichtingsartsen waren minder terughoudend met het toepassen van lichamelijke behandelmethodes die nu als gruwelijk of gevaarlijk worden gezien”, zegt Cecile aan de Stegge, die eind dit jaar aan de Universiteit Maastricht hoopt te promoveren op de geschiedenis van de psychiatrische verpleegkunde in Nederland. „Hoe dat te verklaren is weet ik ook niet precies. Maar als ik de leerboeken uit die tijd vergelijk was de toon in de boeken van gereformeerden en neutralen ten aanzien van lichamelijke kuren voorzichtiger.”

De katholieken stonden ook sceptisch tegenover professionalisering van de zorg. Tot de jaren zestig hadden katholieke gestichten hun eigen kosteloze en meestal slecht opgeleide personeel: de broeders en zusters. Hoogleraar Vijselaar: „Aanvankelijk bestond er bij de congregaties grote weerstand tegen beroepsopleidingen. De inspectie heeft moeten afdwingen dat een deel van de broeders en zusters een diploma moest hebben.”

Katholieke gestichten beschikten over minder bekwame krachten dan protestantse of openbare gestichten, blijkt ook uit onderzoek van Cecile aan de Stegge. „Het katholieke volksdeel liet de verantwoordelijkheid lange tijd over aan congregaties, waarvan de leden een gelofte van armoede hadden afgelegd. De sobere, sterk gestructureerde leefstijl van deze kloosterlingen – in grote groepen met bijzonder weinig privacy – werd ook de leefstijl van de patiënten. Katholieke jonge vrouwen die verpleegster werden in zo’n gesticht werden na hun diplomering vaak binnen twee jaar ontslagen en mochten geen leiding geven, tenzij ze intraden bij de congregatie. Katholieke mannelijke leken werden wat langer gehandhaafd, maar mochten tot vijf à tien jaar na de Tweede Wereldoorlog evenmin leiding geven. Het gereformeerde kerkvolk had geen congregaties en naar het schijnt een sterker besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid. In gereformeerde kerken werd flink gecollecteerd voor de gestichten en werden jongeren actief opgeroepen verpleger of verpleegster in de psychiatrie te worden.”

Pas na 1967, met de invoering van de Algemene wet bijzondere ziektekosten, werden alle inrichtingen gelijk bekostigd.

Geloof kwam meestal op de eerste plaats in katholieke gestichten. Onderzoekster Aan de Stegge illustreert dat met een voorbeeld. „Bij de broeders Penitenten werd het leerboek van de gereformeerde arts Schermers gebruikt. Een probleem was echter dat de zesde editie van dat boek (1938) ook tekeningen bevatte van menselijke geslachtsorganen. Dit waren vrij technische, anatomische tekeningen. De congregatie beschouwde deze kennelijk als verboden afbeeldingen voor de broeders. In de leerboeken werden deze tekeningen verwijderd. Ik maak daaruit op dat lichamelijkheid als vanzelfsprekend werd gekoppeld aan het probleem van de seksualiteit, meer dan aan de behoefte om goed te weten hoe het lichaam in elkaar zit.”

Katholieke gestichten waren gesloten, hadden slecht opgeleid en te weinig personeel en de zorg was ondergeschikt aan het geloof. Uiteindelijk draaide alles om de vraag of de patiënt in de hemel zou komen.

'Frozen Kids' in Psychologie Magazine

PERSBERICHT

19 september 2011, Zaandam – Filmmaker Cees Franke maakt een documentaire over mannen die als kind seksueel misbruikt zijn. Dankzij de bemiddeling van Franke komt Psychologie Magazine in het oktobernummer ( 22 september a.s.) met een openhartig interview met Mark vd H. Hij is een van de eerste mannen die meewerken aan de documentaire Frozen Kids. Hij vertelt openhartig zijn verhaal over 5 jaar lang seksueel misbruik door een vooraanstaand figuur uit een dorpsgemeenschap in Noord-Holland.
Franke heeft contact met een grote groep mannen en hij heeft 4 mannen geïnterviewd en vastgelegd op tape. Op de website http://www.frozenkids.nl staat een trailer van de documentaire met quotes uit de interviews.

Franke financiert de film middels crowdfunding en zoekt donateurs via zijn website www.frozenkids.nl. Sinds de website online is, komt de ene na de andere donatie binnen. Het tekent de actualiteit van het thema. Door de ontwikkelingen de laatste jaren in vooral ook de katholieke kerk zijn meer mannen bereid over hun ervaringen als slachtoffer te vertellen. Sinds de start van het project zetten steeds meer mannen de stap om hun verhaal aan Franke te doen.
In de documentaire wordt onder andere met het schokkende verhaal van S. het taboe op moeders als daders van seksueel misbruik doorbroken. Nog steeds worden voornamelijk mannen als dader aangewezen terwijl de praktijk anders is. Na de eerste echtscheidingsgolf blijkt uit de verhalen dat ook moeders tot de daders behoren.

In de film Frozen Kids doen een aantal mannen schokkende getuigenissen. ‘Door de feitelijke, ogenschijnlijk emotieloze opsomming van gebeurtenissen legt de film op huiveringwekkende wijze getuigenis af van wat in feite kindermoord is’, aldus Franke. ‘De film laat vooral geen emotionele scènes zien. Juist de registrerende, feitelijke weergave tilt de film boven goedkoop effectbejag uit. De volwassen mannen die aan het woord zijn, hebben allemaal één ding gemeen: ze zijn voor de rest van hun leven veroordeeld tot een leven waarin wantrouwen en angst een grote rol spelen’.

Franke heeft de titel ‘Frozen Kids’ gekozen. ‘Het verwijst naar een staat van bewustzijn die ontstaat tijdens het seksueel misbruik: je gevoel uitschakelen, zodat je er als het ware even niet bij bent. Het is een bekend overlevingsmechanisme. Het schokkende in de getuigenissen is dat deze staat van ‘bevroren zijn’ gedurende de rest van het leven terug blijft komen. De mannen ondervinden op psychisch -, lichamelijk -, relationeel-, seksueel- en gezondheidsgebied nog dagelijks last. Gevolgen van seksuele kindermishandeling zijn wel vergeleken met de gevolgen van een verblijf in een concentratiekamp’.

Franke heeft een aantal doelstellingen met de te maken film. Hij wil bovenal een statement maken voor mannen die als kind seksueel zijn misbruikt. Daarnaast wil hij een bijdrage leveren aan het actueel maatschappelijk debat en zo helpen de bewustwording van opvoeders te stimuleren. ‘Met de documentaire Frozen Kids willen we duidelijk maken hoe fout het gaat als grenzen van kinderen worden overschreden. We willen aandacht vestigen op het onderwerp en de samenleving bewust maken van de noodzaak en verantwoordelijkheid voor het bewaken van (seksuele) grenzen, in het bijzonder die van kinderen’.

Voor de financiering van de film gebruikt Franke crowdfunding, een methode van financiering die steeds vaker een weg naar de markt vindt. Het komt erop neer dat betrokkenen die graag zien dat de film er komt, hun steentje bijdragen. Zo hebben twee ondernemers al een rol gespeeld in het ontwikkelen van de website en nu kunnen donaties worden gedaan via die website. De donateurs krijgen daar ook iets voor terug. Hoe meer je inbrengt, hoe mooier de beloning, zoals een plekje op de aftiteling, een link om de film te downloaden, een dvd, naams- en logovermelding of zelfs een vermelding als geassocieerde producer. Om de film te realiseren is er een half tot driekwart jaar nodig met een budget van € 70.000,-. Franke hecht grote waarde aan transparantie en legt verantwoording over de besteding af op zijn website. Op de vraag of Franke denkt dat de financiering rondkomt, is het antwoord kort en duidelijk: ‘Die film moet er komen, linksom of rechtsom’.
En zo is het maar net.

Roel Verschueren – voor gerechtigheid

De Morgen – zaterdag 17 september 2011 – door Matthias Declercq

Roel Verschueren (57) krijgt vaak haatmails. Van gelovigen godbetert.
Ze pikken het niet dat hij, samen met tientallen andere overlevers, de kerk dagvaardt. Zagen aan de poten van de Heilige Stoel. Roel Verschueren, slachtof- fer van een jezuïet, maar vandaag kruisvaarder zon- der paternoster: ‘Niemand wil op zijn palmares een dagvaarding van het Vaticaan. Maar geloof me, het moet.’

Verschueren, van succesvol reclameman tot schrijver/vertaler/vrij journalist en nu ook de formele rechtspartij en de gevolmachtigde bewindvoerder van een groep anonieme slachtoffers van seksueel misbruik binnen de katholieke kerk, die een groepsvordering heeft ingeleid tegen de Heilige Stoel, de Belgische bisschoppen en alle hoofden van de congregaties in ons buurland. Een Europese primeur in navolging van de Verenigde Staten!

Lees hier het volledige interview: De Morgen 17 september 2011