Onderzoek Dettmeijer
In dit nieuwe rapport keek de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen naar fysieke vormen van seksueel geweld zoals aanranding en verkrachting, maar ook naar vormen waarbij er geen fysiek contact plaatsvindt zoals misbruik via de webcam of het bezit van kinderporno.
Naar schatting worden in Nederland jaarlijks 62.000 kinderen voor de eerste keer slachtoffer van seksueel geweld. Bij meisjes komt het vaker voor: 41 procent van de meisjes krijgt ermee te maken tegenover 23 procent van de jongens. Dat staat in een nieuw rapport van Corinne Detmeijer, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.
Zij bracht in kaart hoe vaak seksueel geweld tegen kinderen in Nederland voorkomt, en in welke vormen. Daarbij keek zij naar fysieke vormen van seksueel geweld zoals aanranding en verkrachting, maar ook naar vormen waarbij er geen fysiek contact plaatsvindt zoals misbruik via de webcam of het bezit van kinderporno.
Eén op twintig meisjes verkracht
Uit dit rapport blijkt verder dat één op de tien meisjes ongewild wordt betast, één op de twintig maakt ongewild orale of genitale seks mee. Niet ieder slachtoffer ziet zichzelf ook als slachtoffer volgens Detmeijer, jongens relatief minder vaak dan meisjes. Oudere kinderen (16-17 jaar) lopen meer risico dan jonge kinderen.
Overige risicogroepen zijn kinderen met een beperking, kinderen uit gezinnen waarin verslaving of criminaliteit voorkomen, of uit samengestelde gezinnen of eenoudergezinnen. De ervaringen van de slachtoffers lopen uiteen: sommigen ervaren nagenoeg geen problemen, bij velen heersen gevoelens van schaamte, en anderen ervaren nachtmerries, en/of langdurige psychische, medische of seksuele gevolgen. Iedereen kan slachtoffer worden, zo schrijft de rapporteur.
‘Slachtoffers moeten zichtbaarder worden’
Dettmeijer heeft het rapport overhandigd aan minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie. De Rapporteur Mensenhandel pleit ervoor om het voor kinderen en instanties makkelijker te maken om aangifte te doen van seksueel misbruik, om zo te zorgen dat de slachtoffers zichtbaarder worden. Ook stelt Dettmeijer dat gevallen van seksueel geweld consistent, gedetailleerd en uniform moeten worden vastgelegd. Op die manier worden de aard en omvang van het probleem duidelijker.
Opstelten: één op de drie, dat is schokkend’
Minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) is geschrokken van het rapport van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen Corinne Dettmeijer. Dat zei de bewindsman vanmiddag nadat hij het onderzoek in ontvangst had genomen: “Een op de drie. Dat is schokkend.” Opstelten wil dat het makkelijker wordt voor slachtoffers om aangifte te doen. Opstelten tegenover persbureau Novum:
“Ja, daar schrik ik altijd van”, reageerde Opstelten op het rapport. Seksueel misbruik van kinderen is ongelooflijk ernstig.”
De minister wil ‘met alles wat we in huis hebben’ het probleem aanpakken. Een van de problemen die Dettmeijer signaleert is dat een melding bij de politie in slechts drie op de tien zaken tot een aangifte leidt. Zij vindt dat de drempel om aangifte te doen omlaag moet.
Opstelten is het met haar eens. “Dat ga ik natuurlijk met de politie bespreken.” Ook vindt de minister met Dettmeijer dat de politie vaker zelfstandig onderzoek moet doen wanneer geen aangifte is gedaan, bijvoorbeeld omdat het slachtoffer dat niet durft. De bewindsman gaat verder serieus aan de slag met de andere aanbevelingen van de rapporteur, beloofde hij.
Uit: NRC 27 mei 2014