Overheid kijkt de verkeerde kant op en zwijgt…
“Meneer ! Hallo ! Meneer… Meneer de premier !?! Hallo… meneer Rutte…”
Ik herhaal mijn roep nog een paar keer in de hoop de aandacht te trekken van onze minister-president. Omringd door een groep sterke mannen beweegt hij zich in mijn richting, maar kan mij blijkbaar nog niet horen. Ik word door zijn begeleiding min of meer in de gevel van een winkelpand gedrukt. Ik herhaal mijn oproep nog een keer, harder nu, bang dat het anders te laat is…
“Meneer ! Hallooo, meneer… Meneer de premier !?! Meneer Rutte…”
De groep is nu vlakbij me, ik kijk Rutte strak aan en dan opeens is het zover. Hij hoort mijn roepen en kijkt mijn kant op. Even twijfel ik. Dan stap ik naar voren. Met uitgestrekte hand. Als vanzelf, een automatisme bijna, pakt hij mijn hand vast. De ‘spieren’ sluiten meteen de ring om onze hoogste volksvertegenwoordiger en ik sta daar, mijn uitgestrekte arm tussen de beschermers door, de hand van Rutte vasthoudend. Hij maakt een vaag gebaar naar ze en ze wijken uiteen om mij door te laten in hun kring…
“Menner Rutte, mag ik u iets vragen ? Één vraag maar. Ik ben geen journalist en zeker geen terrorist, maar ik wil u al heel lang iets vragen. Één vraag, mag dat ?” Ik praat snel, ratel het af om het moment niet te verliezen.
Hij knikt, een beetje verward, weet niet goed wat hij er van moet denken. Ik heb hem blijkbaar verrast met mijn spontane actie.
“Ga u gang.” zegt hij, nog steeds een beetje overdonderd.
“Nou, het zit zo, meneer Rutte, volgens mij weet u toch best wel wat er in de wereld gebeurt. En in Nederland helemaal.”
“In 2011 is er een rapport gepubliceerd door de heer Deetman. Dat rapport sprak van 10 tot 20-duizend slachtoffers, Nederlandse kinderen, die door katholiek geestelijken seksueel misbruikt waren. Met de kennis van vandaag weten u en ik dat dat betekent dat er 10 tot 20-duizend levens verwoest zijn. Dat is een afschuwelijk gegeven. En dat rapport heeft nog nauwelijks of geen aandacht geschonken aan het fysieke en psychologische geweld tegen kinderen. Dan waren het er nog veel meer geweest…”
Hij knikt, twijfelend, opent de mond om te gaan spreken, maar ik ga meteen door…
“Dat betekent dat vandaag 10 tot 20 duizend mensen niet in staat zijn een normaal leven te leiden, te kampen hebben met verslavingen, levensbedreigende ziekten, hun carrière af hebben moeten breken en zich zorgen maken om hun oude dag voorziening, niet in staat zijn tot een harmonische relatie met hun partner, in de criminaliteit terecht gekomen zijn.”
Hij knikt, bijna onzichtbaar, wordt een beetje ongeduldig…
“U weet ook dat de situatie in Nederland niet op zichzelf staat. U weet van de gebeurtenissen in onze buurlanden, België en Duitsland. Dat daar het zelfde is gebeurt. En wat verder weg, in Frankrijk, Ierland, Oostenrijk, Zwitserland, Spanje, Portugal en Italië. Of nog verder, in Amerika, Canada en Australië. En dat in sommige landen binnen Europa de deksel nog niet eens van de doofpot is. Dat het zelfde nieuws begint te komen uit Polen, Litouwen en Estland. Uit ieder land waar de katholieke kerk ooit een rol van enige betekenis heeft gespeeld komen verhalen van seksueel en fysiek geweld tegen kinderen.”
Hij kijkt mij alleen maar aan. Met stomheid geslagen.
“U en ik horen de verhalen uit Afrika, Zuid-Amerika en Zuid-oost Azië, de laatste steunpunten van grenzeloos vertrouwen en geloof in de katholieke kerk. Dat daar het verhaal gewoon verder gaat. Dat daar het misbruik van kinderen gewoon doorgaat. Dat daar iedere dag nog kinderlevens vernietigd worden om de lusten van katholieke priesters en nonnen te bevredigen.”
“U weet dat de katholieke kerkorganisatie jarenlang misbruik heeft toegestaan, er vanaf wist en het eigen heil gekozen heeft boven de veiligheid van de kinderen. U weet dat en toch liet u die zelfde organisatie een onderzoek leiden, weliswaar met de heer Deetman een bekend politicus, maar u bleef zelf langs de zijlijn toekijken. Tot op de dag van vandaag laat u uw ministers met die zelfde organisatie afspraken maken om het misbruik boven tafel te krijgen en zij mogen zelf bepalen hoe zij met de slachtoffers omgaan. U staat toe dat er met die organisatie overlegt word, steeds weer opnieuw, nadat er weer een ander aspect van het misbruik naar boven komt.”
Hij wordt nu echt onrustig en ongeduldig… zijn gezicht verkrampt..
“Ja, ik kom zo tot mijn vraag, meneer Rutte, nog heel even…” en ik ga gauw door…
“Terwijl u dat alles weet en toch als volksvertegenwoordiger de plicht heeft de bevolking, de kinderen, te beschermen en te zorgen dat hen recht gedaan word voor geleden schade en onrecht.”
“Ik weet natuurlijk ook wel dat u toen niet verantwoordelijk was voor het toezicht op door katholieken geleidde scholen, in zorginstellingen, opvangcentra, op internaten. Maar vandaag bent u dat wel en in uw huidige positie bent u toch verplicht fouten die in het verleden gemaakt zijn door onze overheid in het volle licht te brengen.”
Hij wordt nu echt onrustig en probeert in te breken…
“Ja, ik kom nu tot mijn vraag. dank u voor uw geduld.”
“Wat ik u wilde vragen: bent u, in alle eerlijkheid, van mening dat die kinderen hier in Nederland recht gedaan is? Dat er echt het alles mogelijke gedaan is om het leed te verzachten? Dat u als vertegenwoordiger van die zelfde kinderen, vandaag volwassen mensen, rustig kan slapen omdat u weet dat er goed voor hen gezorgd word?”
“Of kunt u zich voorstellen, bij nader inzien, dat al die deelonderzoeken die de een na de ander gestart worden en waardoor de betrokkene mensen steeds maar weer opnieuw beschadigd worden en hun aangedaan leed niet erkend word, niet de juiste weg is? Dat het nu echt tijd wordt, hoogste tijd, om een onafhankelijk parlementair onderzoek te starten? Voor eens en voor altijd alle vuiligheid aan het licht te brengen of de Nederlandse katholieke kerk dat nu fijn vind of niet? Uw solidariteit met de getroffen Nederlanders voorrang te geven boven de goede relatie met de katholieke kerk?”
“Wat vind u, meneer Rutte, wordt het niet tijd om niet meer toe te kijken en zelf een rol te gaan spelen deze ellende te beëindigen? Gaat u nu eindelijk zorgen dat er een onafhankelijk onderzoek komt, meneer Rutte?”
Ik word wakker, badend in het zweet. Zoals zo dikwijls de laatste tijd.
Ik had de hoop, na het optreden van minister Opstelten in de kamer begin 2012, opgegeven dat de Nederlandse overheid zijn verantwoordelijkheid neemt in deze onverkwikkelijke zaak. Had mijn activiteiten verlegd naar de Verenigde Naties in Genève. Misschien dat die wel echt begaan zijn met het lot van duizenden kinderen…
Door de uitzending van Argos en het daarbij behorende artikel in NRC ben ik weer terug gezogen in het gebeuren in Nederland en ook ik kan mijn verantwoordelijkheid niet langer ontkennen. Ik moet hierover blijven schrijven en praten. De betroffen mensen mogen niet vergeten worden. Misschien kan ik dan ook weer beter slapen… of blijft dit allemaal alleen een droom waarin ik eindelijk het probleem kan neerleggen bij wie het hoort?
De benoeming van Corinne Dettmeijer als Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen is een prima initiatief voor de toekomst. Maar het verleden, ook mijn verleden, wordt alleen gediend met een onafhankelijk parlementair onderzoek en een schaakmat stelling van de Nederlandse katholieke kerkorganisatie.
“Wat zegt u ervan, meneer Rutte? Gaan we het aanpakken?”