Zo kon Tony Anatrella jarenlang zijn gang gaan

Door: Hendro Munsterman
Dit artikel verscheen maandag 9 juli in het Nederlands Dagblad.

De Franse dominicaan Philippe Lefèbvre was jarenlang vrijwel de enige die zich tegen het gedachtegoed van de invloedrijke mgr. Tony Anatrella keerde. Nu de misbruikende priester en psychoanalyticus Anatrella van zijn voetstuk is gevallen, doet Lefèbvre een boekje open over de kerkelijke cultuur waarin dit misbruikschandaal kon gedijen.

Tony Anatrella, de priester en hulpverlener wiens misbruik onlangs ontmaskerd werd.
Tony Anatrella, de priester en hulpverlener wiens misbruik onlangs ontmaskerd werd. | beeld nd en wikimedia commons / Peter Potrowl
Fribourg

Philippe Lefèbvre neemt geen blad meer voor de mond. ‘Maffiapraktijken’ noemt hij de wijze waarop de Rooms-Katholieke Kerk met de slachtoffers van Tony Anatrella is omgegaan. Lefèbvre, die in Fribourg (Zwitserland) bijbelwetenschappen doceert, kwam toevallig in aanraking met het denken van Anatrella, toen hij bezig was met een boek over mannen en vrouwen in de ­Bijbel.
‘Begin 2006 kwam ik een artikel tegen waarin Anatrella schrijft over de onmogelijkheid van homoseksuelen om priester te worden. En ik las zijn boek over homoseksualiteit met de titel Het Rijk van Narcissus. Ik heb daarop toen een kritische reactie ­geschreven. Twee katholieke tijdschriften weigerden dat te publiceren. ‘U hebt gelijk, maar we kunnen ons niet veroorloven om kritiek op Anatrella leveren’, werd me geantwoord. Uiteindelijk kwam mijn verhaal op een katholieke internetsite terecht. Onder de talloze reacties die ik kreeg, zat ook een brief van een jongeman die schreef ‘lichamelijke therapieën’ bij Anatrella te hebben gevolgd. Hij had door Anatrella van zijn homoseksuele gevoelens genezen moeten worden.’

Was hij het enige slachtoffer dat u hebt leren kennen?
‘Nee, ook een Franse priester meldde zich. Hij kende drie mannen die hetzelfde hadden meegemaakt. Die priester is in november 2006 met ­zeven bisschoppen gaan praten. Die stonden er helemaal niet van te kijken. Iedereen wist ervan! Op 23 november 2006 schrijft kardinaal Vingt-Trois, de aartsbisschop van ­Parijs zelfs nog aan al zijn priesters: “Wij steunen mgr. Anatrella met ons gebed en onze waardering.”
Vier slachtoffers ken ik persoonlijk, maar nog meer hebben me geschreven. Aan het eind van 2006, toen bleek dat de Franse bisschoppen niets deden, heb ik een nieuw artikel geschreven, waarin ik ook de ‘lichamelijke therapie’ van Anatrella aankaartte.’

Nam u daarmee risico’s?
‘De kerk geeft dit soort mensen een haast almachtige status. En als je ze bekritiseert, krijg je de bisschoppen op je dak. Of het hele katholieke systeem van leken dat allerlei internetsites draaiende houdt. Het zijn maffiapraktijken die zelfs gepaard gaan met intimidaties. Ik weet hoe Anatrella alles heeft geprobeerd om me van mijn leerstoel hier in Fribourg verwijderd te krijgen, tot aan de hoogste Romeinse rechtbank aan toe. Ook kreeg ik telefoontjes van vrienden die me zeiden dat ik in Rome als ‘vernietiger van de kerk’ werd voorgesteld. Een bisschop zei me dat ik beter kon stoppen: mijn docentschap hangt immers af van de Congregatie voor het Katholiek Onderwijs in Rome.’

Hoe is die steun voor Anatrella tot in de hoogste regionen van de kerk te verklaren?
‘Bisschoppen zijn over het algemeen angsthazen. Iemand die in het publieke debat stevig stelling neemt over zaken als het gezin en homoseksualiteit kwam hen dus goed uit. Als je bang bent, stuur je je hond erop af. En hij zei dingen die behoudende katholieken graag hoorden. Veel priesters en monniken zijn bovendien bij Anatrella in therapie geweest – onder meer om hen van hun homoseksuele gevoelens te genezen. Sommigen van hen hebben nu hoge posities in de kerk. Anatrella weet dus dingen, en mensen zijn bang voor hem. Maar de slachtoffers zijn erg waardig en moedig gebleven. Ze hebben zich niet laten ontmoedigen.’

Waarom vindt u deze affaire zo ­betekenisvol?
‘Iets anders denken – over het gezin bijvoorbeeld – is door de huidige kerkelijke structuren volstrekt onmogelijk gemaakt. Ofwel door kerkelijke ambtsdragers, ofwel door behoudende leken met hun internetsites. In Iran noemen we dat de revolutionaire garde. De ayatollahs hebben de macht, maar dit zijn de mensen die in alle dorpen en gezinnen toezien of bijvoorbeeld de hoofddoek van je vrouw wel dik genoeg is. De Rooms-Katholieke Kerk is daarop gaan lijken. De cultuur van discussie en ­dialoog is volledig verdwenen. We zitten in een kerk van conformisme met apparatsjiks die een instituut in stand houden. Jezus noemt dat “de doden die de doden begraven”.
Anatrella heeft dertig jaar lang het Franse katholicisme in zijn ideologische greep gehouden. Terwijl de ­bisschoppen van het door hem gepleegde misbruik wisten. In de ­wandelgangen hebben meerdere ­bisschoppen tegen me gezegd: “Je hebt gelijk, maar zeg niet dat ik je dat gezegd heb.”

De aartsbisschop van Parijs heeft zijn mededeling heel slim vlak voor de zomervakantie gedaan. Dan zijn we het na de zomer al weer vergeten. Maar ik hoop dat de veroordeling van Anatrella een begin is van nieuwe bezinning.’ <

– ND-site: https://buff.ly/2m5bQdO
– Blendle: https://buff.ly/2KUa9h3