Huiselijk geweld eist in Nederland jaarlijks vijftig levens
Samenvatting
In Nederland worden jaarlijks honderdduizenden mensen slachtoffer van huiselijk geweld. Eenentwintig vrouwen, dertien kinderen, dertien mannen overleven dit niet. Ondanks een uitgebreid stelsel van preventie en hulpverlening, de verplichte meldcode, het tijdelijk huisverbod en de grote inzet van deskundige beroepskrachten en vrijwilligers, dalen deze cijfers niet.
Verontrustend zijn niet alleen de cijfers zelf. Ook de conclusies van evaluatieonderzoeken zijn alarmerend. Keer op keer blijkt daaruit dat gevallen van ernstige mishandeling voortduurden ondanks de bemoeienis van een hele reeks hulpverleners. In een aantal gevallen ging het daarbij om kinderen, die uiteindelijk stierven aan de gevolgen van het geweld.
Er gaat in Nederland dus iets verschrikkelijk fout. In het manifest ‘Huiselijk geweld te lijf’ roepen wij, beleidmakers, bestuurders, beroepskrachten en ervaringsdeskundigen, op tot actie en herbezinning. Wat moet er gebeuren om eindelijk resultaten te boeken en een drastische teruggang van huiselijk geweld en kindermishandeling te bereiken?
We noemen ons de Kring van Veiligheid, naar de spreekwoordelijke kring die om elk kwetsbaar gezin, individu of kind zou moeten staan en die zich zou moeten sluiten bij dreigend gevaar. Het is nodig dat we meer verantwoordelijkheid nemen en meer lef laten zien om daarnaar te handelen. Dat is zowel een gemeenschappelijke als een persoonlijke opgave. Kijken we alleen naar de gezamenlijke kant, dan lopen we het risico in vrijblijvendheid te verzanden. Richten we ons alleen op het individuele aspect, dan dreigen fragmentering en langs elkaar heen werken. Het te lijf gaan van huiselijk geweld en kindermishandeling gaat ons allemaal aan. Ons allemaal én ieder van ons: het is ons aller pakkie-an.
Wat we nodig hebben in de strijd tegen huiselijk geweld en kindermishandeling, is een verandering in mentaliteit én systeem. Zo’n verandering komt niet uit de lucht vallen en wordt niet alleen met goede woorden bereikt. Ze moet worden georganiseerd en gestructureerd. Wij doen daarvoor drie voorstellen:
- Iedereen: een actieve samenleving tegen geweld
Wegkijken kan niet meer. Wij pleiten daarom voor een activeringsstrategie: alle betrokkenen – omstanders, vrijwilligers en professionals – moeten handvatten krijgen en leren om de ernst van partnergeweld en kindermishandeling beter te duiden. Verlegenheid moet worden overwonnen. Wie in contacten met buren, familie of op straat geconfronteerd wordt met vermoedens van geweld moet gestimuleerd worden tijdig het gesprek aan te gaan en zo nodig alarm te slaan.
- Professionals: samenwerken, integrale verantwoordelijkheid en leren
Bestaande opvattingen van professionaliteit zorgen voor hokjesdenken en staan dwarsverbanden in de weg. De gevolgen kunnen ernstig zijn: waar niemand zich verantwoordelijk voelt voor het geheel, vallen mensen tussen de wal en het schip. De ernst van de situatie vraagt om meer samenwerking, gekoppeld aan een bredere vorm van professionele verantwoordelijkheid. Waar nodig moeten professionals de grenzen van hun formele taak durven overschrijden. Daarnaast moeten regietaken eenduidig worden toebedeeld, zodat per geval duidelijk is bij wie de uiteindelijke verantwoordelijkheid berust. Op korte termijn kan een inhaalslag worden gemaakt door te starten met consequent leren van incidenten, good practices te bespreken en elkaar kritisch te bevragen.
- De Nationaal Rapporteur huiselijk geweld en kindermishandeling
De noodsituatie op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling mag niet uit het oog worden verloren. Het is letterlijk van levensbelang dat een besef van urgentie en noodzakelijke verandering groeit en beklijft. Daarom stellen wij voor een Nationaal Rapporteur te benoemen. Een waakhond en aanjager die op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling agendeert, monitort, signaleert, stimuleert en verbindt. Lokale/regionale rapporteurs kunnen hem of haar steunen en met informatie voeden. Op deze manier kunnen we voorkomen dat het debat zich blijft voortslepen van incident naar incident.
Ons appel
Met ons appel richten wij ons op alle betrokkenen en verantwoordelijken. Willen we op gezins-niveau, maar ook lokaal en regionaal, de kring van veiligheid sluiten, dan zijn structurele verbeteringen in cultuur, structuur en werkwijze geboden. Dit is een innovatieprogramma dat van, voor en door ons allemaal gedragen en gefinancierd moet worden, met vasthoudende sturing en publieke verantwoording. Het gaat om wezenlijke veranderingen die ook steun vragen van regering en parlement. Met elkaar moeten we daarna niet aflaten de vraag “Wordt het geweld nu werkelijk teruggedrongen?” publiekelijk aan de orde te stellen.
Ondertekenaars manifest Kring van Veiligheid
Jacques Wallage, voorzitter Kring van Veiligheid
Annelies Boode, districtsmanager Humanitas Oost
Aleid van den Brink, directeur-bestuurder Blijfgroep
Johan Brongers, directeur-bestuurder Welzijnsgroep Tinten
Tineke Fransen, voorzitter stichting Zijweg
Oetra Gopal, wethouder gemeente Hoogezand-Sappemeer
Janet ten Hoope, plv hoofdofficier van justitie Openbaar Ministerie
Ans van de Maat, raad van bestuur Intermetzo
Majone Steketee, raad van bestuur Verwey-Jonker Instituut
Janis Tamsma, plv. districtschef Politie Friesland
Met expertise van:
Ingrid ten Berge, programmaleider Veilig opgroeien Nederlands Jeugdinstituut
Astrid van der Kooij, manager Huiselijk en seksueel geweld Movisie
Saskia Daru, adviseur Huiselijk en seksueel geweld Movisie
Lou Repetur, senior adviseur Effectiviteit en vakmanschap Movisie
Het manifest is te lezen via: https://www.movisie.nl/publicaties/huiselijk-geweld-te-lijf
Een mooi verhaal, met een doelbewuste aanpak in drie hoofdstukjes verwoord. Maar het is wederom de vraag of dit zal helpen.
De schrijver van deze reactie is nog afkomstig uit de oude samenleving vòòr de zestiger jaren, de jaren, dat alles omgegooid moest worden. Met lede ogen zag deze jongen dat alles aan. Zag, dat niet weinigen, vooral de mannen, het er niet mee eens zijn; maar die hielden wijselijk? hun mond dicht: het hek was immers van de dam, de dijk doorgeprikt; wie kon dat oergeweld nog indammen?
Voor die zestiger jaren verliep alles nog traditioneel. Gebaseerd op oude, versleten normen. Het werkte niet meer, men voelde zich ingesnoerd als in een korset, een dwangbuis. Ook in die oude tijd waren ontaardingen niet van de lucht.
Maar iedereen ging nog braafjes naar de kerk; het kon niet anders. De pastoor, de dominee, zij namen de zielszorg op zich, de gezinsproblematiek, waar later sociale instellingen het stokje van hen overnamen. Men wist waar men zich aan te houden had; er heerste een enorme wederzijdse controle op het naleven van allerlei nuttige en nutteloze regels en regeltjes. Het werkte verre van perfect, als een krakende hooiwagen te hoog opgetast; maar het werkte.
Deze jongen kwam regelmatig bij zijn vriendjes in andere gezinnen. Grote gezinnen, want geboortebeperking kende men nog niet. Moeder aan het sloven aan de was, het eten, kleren naaien of sokken stoppen, en nog veel meer. Maar zonder te klagen nam ze de last op zich – klagen verminderde immers niet de grote last, het had geen zin, en iedereen stond er hetzelfde voor. ‘s-avonds kwam de man van het werk, velen afgepijgerd vanwege het zware werk in de fabriek, of de steenkoolmijnen, ging in zijn luie stoel zitten, een van de kinderen bracht hem de pantoffels, en zijn vrouw de krant. Zorgen maakt hij zich over hoe hij al zijn groter wordende kinderen kon blijven geven wat zij nodig hadden – dus namen niet weinigen nog een bijbaantje. Bijvoorbeeld thuis de administratie doen van een of ander kantoor. ‘s-Avonds
was er soms tijd voor een spelletje Ganzenbord, of Monopolie; zo niet, dan zaten alles rond de grote tafel met hun eigen hobbies of werkzaamheden, met op de achtergrond de radio.
Kinderen vernamen zelden de problematiek in hun gezin. Ja, soms een ruzie, waar moeder zich beklaagt en het niet meer ziet zitten, en haar man haar berispt, en later vertroost. Want de man was van oudsher de baas in het gezin, die er voor moest zorgen dat alles standhield. Maar het werkte, ja het werkte. Ontaarde gezinnen waren er ook, maar weinig. De kerk was daarin betrokken.
Maar daarna moest alles anders. Iedereen voelde zich opgelucht. Vrijheid-blijheid was het parool. Maar het werd het begin van een vreselijke ontaarding, een verwording, die nooit meer terug te draaien zal zijn. De mens raakte vervreemd van zichzelf.
Nu, meer dan vijftig jaren later, is dat het duidelijkst te zien aan het gezin – of wat daar nog van over is. Eenoudergezinnen, of ouders van hetzelfde geslacht, een kind alleen met hoogstens een of twee broers of zusjes, verwekt door een ander, kortom een grote rotzooi. Kinderen die in zo’n gezin geconfronteerd worden het hevige ruzies, tot echtscheiding toe. Geslagen door hun ouders, of kinderen die de ouders slaan, overal dwars tegenin gaan zonder enige reden – daar vliegt weer een bord pap door de lucht. Incest tiert welig.
Deze jongen heeft hun zoon zestien jaren lang actief alternatief thuisonderwijs gegeven, dus niet naar school gedaan. Altijd was hij er full-time mee bezig geweest. Autoritair tijdens de lesuren: geen inspraak door zijn zoon, en nooit dat eeuwige gewaarom: gewoon, het is zo, punt uit. Daarna ging hij altijd spelen met zijn vriendjes, en was zijn vader een liefdevolle vader die niet meer zo autoritair was. En zijn liefdevolle moeder, die evenals de vader altijd thuis was, maakte altijd lekkere chinese hapjes, en maakte zelf kleren voor ons alles. Vader maakte zelf speelgoed, of kocht vele dozen in van Fischer Technik, het ware technische speelgoed voor jongens. En altijd las hij voor – acht bananendozen vol tweedehands soms vooroorlogse jongensboeken, waar jongens nog jongens mogen zijn, vol met kattestreken en ruig buitenspel. Ja, dikwijls nam hij zo’n groep jongens naar buiten, wat uitmondde in een heuse huttenoorlog, of vlottenbouw, of zelfgemaakte vliegers.
Wat hij hiermee wil zeggen is dit: in ons klein gezinnetje met onze zoon kwam weinig ruzie of onenigheid voor. Het functioneerde naar behoren. Alles naar bijbelse norm, die hij dagelijks voorlas – nooit naar een kerk toe. Wel spanningen vanwege de legalisatie van het thuisonderwijs [zie mijn reactie in de blog van 14 september], maar liet me er niet door meeslepen: de Heer Jezus, Die me altijd liet weten hoe te doen of handelen, liet me standhouden en het tot een succes maken – niet door mezelf: ben maar een stumperd, die niet weet hoe te gaan of te staan.
Met dit artikel heeft deze jongen hopelijk een afdoend antwoord gegeven op de huidige gezinsproblematiek. Nee, geen gebruiksaanwijzing, maar wel een hoopvol artikel voor hen die behoren tot een gezin. Het kàn anders. Niet bang zijn door tegen de heersende stroom in te gaan. Waarom ermee wachten? Ben