Een op de acht sporters ervaart seksuele intimidatie

Unknown-1Seksueel misbruik in de sport komt vaak voor, en het is dringend noodzakelijk dat sportclubs snel veel meer gaan doen aan de vele incidenten en het voorkomen daarvan.

Twaalf procent van de sporters heeft als kind ten minste een ervaring met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Vier procent zegt te maken te hebben gehad met aanranding en verkrachting.

Dat concludeert een onderzoekscommissie onder leiding van oud-minister Klaas de Vries, die sinds mei namens de sportkoepel NOC*NSF onderzoek deed naar de aard en omvang van seksueel misbruik in de sport.

De commissie kreeg zelf 103 meldingen binnen. Ook voerden de commissieleden 30 gesprekken met slachtoffers. Daarnaast heeft een aantal deskundigen deelonderzoek gedaan.

Wat houdt een meldplicht in?

De commissie bepleit een meldplicht. Bij een verplichte melding moeten gevallen die niet onder het tucht- of strafrecht vallen volgens de commissie door het clubbestuur worden afgehandeld, eventueel in overleg met het bondsbestuur.

Tucht- en strafrechtelijke vergrijpen moeten gemeld worden bij het bondsbestuur. Na overleg met het bondsbestuur moet er een ordemaatregel of sanctie volgen.

Vervolgens dient een onderzoekscommissie belast te worden met het vaststellen van de feiten. De sportwereld beschikt al over zo’n onderzoekscommissie.

Het Vertrouwenspunt Sport, dat is ingesteld door NOC*NSF, moet volgens de commissie op de schop. Het is onduidelijk wat er met meldingen van misbruik gebeurt. Ook moet er een wettelijke plicht komen voor de sportwereld om vermoedens van seksueel misbruik te melden.

Medesporters worden in ruim veertig procent van de gevallen als pleger genoemd. De leeftijd waarop de eerste ervaring met seksuele intimidatie en misbruik plaatshad, ligt bij driekwart van de gevallen onder de zestien jaar.

Direct actie nodig

De onderzoekscommissie heeft ook onderzoek laten doen naar de 686 gevallen van seksuele intimidatie en misbruik, die tussen 2001 en 2017 bij het Vertrouwenspunt Sport en zijn voorgangers zijn gemeld. Daaruit blijkt dat zestig procent van de slachtoffers jonger is dan zestien jaar. In zeventig procent van de gemelde gevallen is de pleger een begeleider.

De commissie zegt dat alle sportclubs direct zelf aan de slag moeten. Ze moeten ondersteuning en begeleiding voor slachtoffers regelen via Slachtofferhulp Nederland en informatie over vertrouwenspersonen bij clubs of bonden moet altijd zichtbaar zijn in kantines, op websites en in eigen publicaties. Ook moet het aantal vertrouwenspersonen verder worden uitgebreid en hun opleiding geïntensiveerd.

Geen verjaring

De sportwereld kent tuchtrechtspraak bij het Instituut Sportrechtspraak en bij een aantal bonden. De Onderzoekscommissie vindt dat alle regels en procedures op het gebied van seksuele intimidatie en misbruik moeten worden geüniformeerd.

Hierbij ligt de prioriteit bij de mogelijkheid tot het doen van aangifte. Het moet niet meer uitmaken of je nog lid bent van een club, en of het om een voorval van lang geleden.

De politie houdt niet bij hoeveel meldingen en aangiften worden gedaan over seksueel misbruik, specifiek in de sport. In 2016 zijn in totaal iets meer dan 2200 gevallen van aanranding en ruim 1500 gevallen van verkrachting aangegeven. Omdat maar een klein aantal daders is bestraft, wil de commissie dat wordt onderzocht of dat te maken heeft met gebrek aan menskracht bij de politie en het Openbaar Ministerie.

De onderzoekscommissie is in mei ingesteld en bestaat uit voorzitter Klaas de Vries, oud-staatssecretaris Clémence Ross-van Dorp en jurist Egbert Myjer.

zie nos.nl

1 antwoord
  1. Raymond Lelkens
    Raymond Lelkens zegt:

    Zag gisteravond Nieuwsuur met daarin een terugblik met “klokkenluidster”wielrenster Petra de Bruijn. Waar ik al bang voor was is ook uitgekomen. Ook deze vrouw heeft alle moed bij elkaar geraapt en vorig jaar haar verhaal naar buiten gebracht. Wat schetst je verbazing sinds die tijd niets gehoord van NOC-NSF of KNWU. NOC-NSF notabene opdrachtgever van de commissie Klaas de Vries.
    Nu bij het in ontvangst nemen van het rapport “een grote broek” aantrekken is ronduit stuitend. Alvorens met preventie te beginnen zullen ze eerst met het verleden in het reine moeten komen. Alle meldingen die in het verleden bij het Vertrouwensmeldpunt Sport zijn binnengekomen zouden wat mij betreft opnieuw tegen het licht moeten worden gehouden en waar nodig “heropend”. Alles valt- of staat bij een echt onafhankelijk meldpunt waar overlevers zich veilig en gehoord voelen. Krijg weer commissie Deetman herbelevingen!!. Als nou iemand schinbaar hardleers is is het wel de voormalig secretaris van de commissie Deetman en huidig secretaris van de commissie de Vries(hoe kan het ook anders..) Bert Kreemers.

Reacties zijn gesloten.