Alternatief voor advies Lindenbergh
Onderstaand alternatief voor het advies van de commissie Lindenbergh heb ik per email ontvangen.
De Commissie Lindenbergh heeft 20 juni advies aan de Bisschoppenconferentie en de Konferentie van Nederlandse Religieuzen uitgebracht. Slachtoffers van sexueel misbruik hebben daar naar uitgezien.
De commissie beschrijft haar opdracht: te komen met een collectieve compensatieregeling. Ze heeft voor een beperking gekozen: de regeling geldt alleen voor buitengerechtelijke zaken, voor de erkende gevallen via de klachtprocedure van Hulp en Recht. De kern van het advies luidt: 1. stel een Compensatie Commissie samen bestaande uit onafhankelijke buitenstaanders los van de RK
Kerk die per geval besluit over de vaststelling van seksueel misbruik 2. neem onze vijf categorieën van ernst-van-misbruik en hun vaste compensatiebedragen
over 3. laat deze buitenstaanders dwingend aan bisschoppen en oversten het per geval te betalen
compensatiebedrag opleggen
Het grote voordeel van deze centrale regeling is eenvoud en snelheid: je scoort elke casus in een cate- gorie. Het categoriebedrag moet uitgekeerd worden. Noch slachtoffer noch instelling kunnen bezwaar maken tegen een onbillijke indeling of deze nuanceren.
De voorgestelde regeling roept principiële vragen op. Zo wordt níet duidelijk waarom juist déze wordt voorgesteld en welke alternatieve regelingen waarom zijn afgewezen. De commissie leert slachtoffers en opdrachtgevers ook niet waarom déze categorieën en déze bedragen acceptabel zijn. Dat is natuur- lijk relevant voor hun acceptatie door slachtoffers. Er wordt wel geschreven: “de door de rechter in der- gelijke gevallen toegewezen smartegelden hebben ons geinspireerd”. Als dat zo is: waarom niet alle re- levante rechterlijke uitspraken en overwegingen in een bijlage openbaren en je inspiratie laten zien ? Waarom niet onderbouwen hoe categorie-indeling en compensatiebedragen tot stand kwamen ? Is er verschil gemaakt tussen gevallen van seksueel misbruik door een loslopende oom of buurjongen en personen in dienst van bijvoorbeeld een internaat dat door de ouders van de minderjarige betaald werd voor dag-en-nacht zorg voor hun kind vanuit katholieke normen en waarden waardoor de gevolgen ern- stiger kunnen zijn dan bij seksueel misbruik zonder die dimensie ?
Een slachtoffer zou recht moeten hebben op financiele compensatie voor alle directe schade. De com- pensatiebedragen die de commissie hanteert bestaan zegt ze uit een deel smartengeld en een deel the- rapie- en reiskosten. Hoe dat feitelijk per categorie wordt opgebouwd blijft wederom onduidelijk: wer- den bijvoorbeeld DBC’s genomen, werden psychotherapeuten gevraagd een gemiddeld aantal behande- lingen te duiden per categorie van seksueel misbruik ? Welk deel is smartengeld ?
Het zou van wijsheid getuigen de centrale regeling van Lindenbergh zorgvuldig af te wegen tegen een decentrale regeling. Een decentrale regeling kan bijvoorbeeld zijn: iedere instelling is en blijft verant- woordelijk voor de vanuit de instelling toegebrachte schade. De Overste ervan bepaalt bijvoorbeeld vanuit de erkenning door een dader, vanuit een uitspraak van Hulp en Recht daarover en/of door eigen oordeelsvorming, etcetera of, in welke mate en waarvoor men schadeplichtig is. De Overste ontwikkelt een voornemen tot een compensatiebedrag. Voor de bepaling van de hoogte van de schade vanwege seksueel misbuik door een religieus staat een handvat ter beschikking: de vijf categorieën en daarbij passende compensatiebedragen van Lindenbergh. Mocht de overste hulp behoeven bij de categorie-in- deling dan kan advies ingewonnen worden bij een compensatie adviescommissie. De overste is vrij hierbij ook te betrekken andere zaken die ook voor compensatie in aanmerking komen zoals sodomie door medeleerlingen, structurele slaag en pesten. De voorgenomen hoogte van de totale compensatie wordt vervolgens het slachtoffer toegelicht en desgewenst met hem/haar besproken. Het slachtoffer kan dus reageren en aanvullende informatie aandragen. Daarna wordt de compensatie definitief vastge- steld door de overste. Men zou verder kunnen denken aan een soort hoger beroep op landelijk niveau als een slachtoffer het er beargumenteerd niet mee eens is. Zo’n aanpak is niet zonder precedent in Nederland.
De voordelen van een decentrale insteek zijn legio. Religieuze orden behouden hun autonomie. Er komt geen buitenstaander boven hen die in hún financien ingrijpt. Situationele nuanceringen zijn mogelijk en doen recht aan reële verschillen tussen instellingen, orden en misbruikgevallen. Er worden minder stap- pen gezet. De afhandeling zal daarom sneller kunnen zijn dan bij de centrale regeling van Lindenbergh. Slachtoffers spreken de eindverantwoordelijke in zijn vertaling van hun unieke geval naar een financiele compensatie. En ervaren daarbij ook hoe daar is geland wat hen voor het leven vormde. Besluiten die de slachtoffers inhoudelijk uitlegbaar zijn worden bevorderd. Slachtoffers hebben een mee-zingevende rol en worden niet gedwongen te slikken wat buitenstaanders hebben bepaald zoals bij een centrale re- geling. Zij ervaren meer maatwerk. Omdat een religieuze orde zelf beslist over eigen middelen krijgt de compensatie zelf voor een slachtoffer meer betekenis. En tot slot: ook bij een gerechtelijke procedure
neemt de overste bij schikkingen e.d. zelf besluiten over de hoogte van compensatiebedragen. Een de- centrale regeling zal mijns inziens slachtoffers meer recht doen. En spreekt oversten individueel aan op hun onvervreemdbare verantwoordelijkheid. Toegegeven: als nadeel kun je opwerpen dat er marginale verschillen kunnen ontstaan tussen gelijke gevallen. Maar dat veronderstelt ten eerste veel gelijke gevallen: in hoeverre zijn die er in de praktijk, is niet ieder geval per definitie uniek ? En het veronderstelt ook dat alle instellingen elkaar verantwoor- ding schuldig zijn voor hun financiele schadewaardering, of strikt gelijk moeten optreden. Waarom zo’n nieuw idee invoeren? Is er iets mis met de huidige situatie dat iedere instelling geheel zelf verantwoor- delijk is voor de schade aan het door haar gemaakte slachtoffer?
Een decentrale regeling ligt mijns inziens gegeven de juridische verhoudingen tussen instellingen en tussen instellingen en slachtoffers behoorlijk voor de hand. Dat Lindenbergh die niet uitwerkt als vari- ant is opvallend. Misschien heeft het te maken met een belangrijke voorwaarde voor toepassing van een decentrale regeling: degene die bijvoorbeeld een Religieuze Orde naar het slachtoffer toe vertegen- woordigt dient schuldbewust en barmhartig te opereren én het slachtoffer moet het vertrouwen hebben dat de behandeling eerlijk is en helpt bij de verwerking.
Het vertrouwen in goed (plus katholiek) mens zijn van alle religieuzen werd door het misbruik ernstig geschaad. De RK Kerk kreeg toen de klachten over seksueel misbruik los kwamen wel een grote kans (en feitelijk een plicht) om aan slachtoffers die aantoonbaar ernstige levensschade opliepen te laten zien dat Gods inspiratie en barmhartigheid – zoals ze zelf zeggen – hen boven alles leidt. Veel slachtof- fers werden echter getrakteerd op een slachtoffer-onvriendelijke Hulp en Recht-procedure. Op een Commissie Deetman met een naar slachtoffers onduidelijke opdracht en selectieve acties op dit punt. Op structureel ontbrekende procesregie tussen advies- en klachtinstanties. Ze hoorden valselijk-ontken- nende, badinerende en niet eerbiedige uitspraken van bischoppen in de media aan. Kregen op hun klachten (zeer) defensieve reacties waaruit zij aflazen dat er bij de ontvangers ervan geen psychisch vermogen was om naast hen te gaan staan of oprecht schuld te belijden. Velen die de Kerk bij aanvang van deze periode nog een kans gaven zich te bewijzen hebben nu geen vertrouwen meer. Vanuit derge- lijke feiten is een roep om een centrale compensatie-instantie buiten de kerk te begrijpen.
Als Lindenbergh c.s. daarom tot een boven de hoogste verantwoordelijken van de RK Kerk te stellen commissie adviseert had zij dat moedig prominent in haar advies moeten zetten. Zij onderbouwt haar advies dan en vastgesteld is dat het handelen van de kerk (haar opdrachtgever) in de afgelopen jaren naar slachtoffers toe die slachtoffers gemiddeld geen vertrouwen heeft gegeven, integendeel zelfs.
Tot slot: zou er collectief in volledige vrijheid door alle bischoppen en alle oversten in principe gekozen worden voor een centrale aanpak, dan nog zou ik menen dat een slachtoffer dat vertrouwen heeft in een decentrale aanpak het recht daarop niet mag worden ontzegd (er moeten dus uitzonderingen mo- gelijk zijn als het slachtoffer dat wenst). Zo’n slachtoffer heeft bijvoorbeeld een overste getroffen met veel begrip en compassie, die zich goed in zijn unieke casus heeft ingewerkt. Hij/zij voelt zich begre- pen, eindelijk ten volle gehoord. Die overste kan op maat – met de heldere makkelijk te onderscheiden vijf compensatiecategorien van Lindenbergh als vertrekpunt – een compensatievoorstel in bespreking brengen. Een slachtoffer dat daar staat wil onder geen voorwaarde dat proces stoppen en inwisselen voor een gedwongen gang naar “buitenstaanders zonder links met de kerk”. Hij wil het voor zíjn ver- werking constructief verlopende proces kunnen voortzetten en afsluiten.
Rob van der Valk
slachtoffer
hallo allemaal,
het zal moeilijk zijn te bewijzen wat er in mijn geval gebeurd is op Hageveld in Heemstede, want daar is geen overste of direkteur meer aanwezig, zo zullen er meer internaten of groeperingen verdwenen zijn, bij decentralisering kan op die manier de kerk er weer onderuit komen.
Verder als er geld betaalt moet worden, aannemen dat geld, wil je het niet hebben geef het aan iemand die het echt nodig heeft. Voor de kerk is geld een van de belangrijkste zaken die er bestaat, al eeuwen zijn ze aan het schrapen om geld bij elkaar te krijgen en daar hebben ze meer als genoeg van. Als aan ons een onrecht is aangedaan moet je ze terugpakken waar het ze het meeste zeer doet en dat is in hun portemonnee.
Verder zou ik willen stellen dat het bedrag gezien zou moeten worden als een maximaal basisbedrag voor de reeds geleden schade, volgens de commissie getoetst aan de gebruikelijke schade vergoedingen, maar daarna zou er gepraat moeten worden over welke bedragen redelijk zijn voor vergoedingen voor toekomstige schades zoals door Ton al eerder zijn genoemd, gemist pensioen, hogere ziektekosten, behandelingen door specialisten, die bedragen zouden weleens veel hoger moeten zijn.
Na 46 jaar in ellende geleefd te hebben kan met een eenmalig uitbetaald schadebedrag niet betaalt worden wat het kost om de rest van mijn leven wat gelukkiger te kunnen worden. Hoeveel jaren van mijn leven heeft het mijn baas een vermogen gekost omdat ik steeds in de ziektewet liep en ook in de WAO terecht kwam, voor de toekomst zou ook dat door de kerk vergoed moeten worden. Dus een betaling ineens en een soort pensioen voor de rest van ons leven of voor zolang als wij dat nodig achten.
Ruud Vreeburg
Colombia
Ik ben het met Ruud wel eens. Ik heb NOOIT een goede carrière kunnen maken en ben sukkelend, met vallen en opstaan, door het leven gegaan. Tussen mijn 13e en 18e jaar seksueel misbruikt geweest, waarvan ik drie de ervaringen mocht opdoen in het internaat Huize St.Joseph, te Cadier & Keer in Limburg. Nu ben ik 61 jaar jong, maar loop bij een psycholoog omdat ik pschosomatische klachten zou hebben. Deze uit zich in zomaar in comateuse toestand op straat, supermarkt en/of dierentuin neervallen en van 10 tot 30 minuten schokkend en bonkend op de grond liggen stuiteren. Ik heb NOOIT een rechtzaak gehad en ook NOOIT een vergoeding en moet NU rondkomen van een inkomen onder het bijstandsniveau; dus onder de armoegrens. Ik zou dus zeker wel een leuke vergoeding willen krijgen van De R.K.-Kerk om nog een beetje leven te hebben.
Jos Stadhouder.