Antwoord minister Schippers

Min. Schippers kijkt weg...

Hieronder het officiële antwoord van mw. drs. E.I. Schippers – minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op vragen van K. Arib (PvdA), S.M.J.G. Gesthuizen (SP) en T. Dibi (GroenLinks) over nazorg van misbruik in de rooms-katholieke kerk.

 

Bovengenoemde vragen waren op 28 april 2011 aan de minister verstuurd. Dit antwoord komt krap 3 maanden later. Niet verwonderlijk als je de antwoorden van de minister bekijkt.

 

De minister, ónze minister, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is namelijk van mening dat het op dit moment allemaal voldoende goed geregeld is en ziet geen reden extra maatregelen voor nazorg te treffen. Dan kan je rustig een paar maanden wachten met antwoorden op vragen, want dan snap je helemaal niets van wat er onder de slachtoffers van seksueel en ander geweld door rooms katholiek geestelijken leeft! Duizenden mensen zaten op deze antwoorden te wachten, mevrouw Schippers!

Het antwoord van de minister documenteert haarscherp de instelling van onze huidige regering.
Antwoord vraag 3: “…De zelfhulp en lotgenootcontacten zijn op dit moment toereikend…”
M.a.w.: Op deze manier kost het de overheid niets en zoeken ze het zelf maar uit.
Bij deze regering moet namelijk iedereen voor zichzelf zorgen.
Deze regering is druk met andere dingen (?) en heeft geen geld over voor het welzijn van de Nederlandse staatsburger.

De minister gaat er gemakshalve (of beroepshalve: want als politicus denk je dat als je een wet of regeling hebt ingericht, deze ook als verwacht uitgevoerd wordt en naar behoren functioneert) van uit dat Slachtofferhulp Nederland de juiste partij is om deze mensen op te vangen en dat de reguliere gezondheidszorg uitgerust is mensen welke lijden onder de langdurige effecten van seksueel of ander misbruik te kunnen helpen.

Beiden is niet de realitieit! Wakker worden, minister! Even iets verder kijken!

Slachtofferhulp is weliswaar vol goede bedoelingen, heeft een leger aan goedwillende vrijwilligers, maar geeft in een persoonlijk onderhoud te kennen niet uitgerust te zijn voor de opvang van deze mensen en zoekt naar samenwerking met groepen en therapeuten die die ervaring wel hebben. Wakker worden minister: een tasjesroof of getuige zijn van een ernstig verkeersongeluk is niet het zelfde als de langdurige effecten van misbruik in je kinderjaren bij je gedragen te hebben. Daardoor is je hele leven verkracht en ben je ernstig geestelijk en lichamelijk beschadigd geraakt. Die knoop krijg je niet zomaar uit de war…
De slachtoffers wisten allang dat Slachtofferhulp Nederland geen partij was en hebben zich daarom ook niet massaal daar aangemeld.
Weer wordt niet met de slachtoffers gesproken, om te zien welke hulp noodzakelijk is, maar bepalen de z.g. experts wat goed is voor de mensen, worden deze wederom “ont-macht” en daarmee herhaald zich het misbruik…

De reguliere gezondheidszorg van onze minister Schippers is voor velen een herhaling van de lijdensweg geworden.
Het ontbreekt op grote schaal aan mensen met ervaring om met dit onderwerp om te gaan. En dat heeft niets met onwil te maken, maar met het feit dat voor de overheid sinds begin 2000 seksueel misbruik geen speerpunt meer is voor de gezondheidszorg, maar huiselijk geweld opgevangen moest worden. Ook belangrijk, maar dat heeft wel gevolgen voor mensen met seksueel misbruik ervaringen.
Alle ervaring uit de voorafgaande jaren gingen met één klap verloren of zijn in de kast verdwenen.
Het goede nieuws is dat sommigen nog wel degelijk de methodieken, procedures en protocollen bewaard hebben en wij die alleen weer “op moeten graven”.

Seksueel misbruik (en door religieuzen in het bijzonder) heeft een heel eigen aanpak in de geestelijke gezondheidszorg nodig. Daar past niet de arrogante, autoritaire en “ont-machtende” aanpak van de weledelzeergeleerden. Hierbij hoort een aanpak gericht op zelf-realisatie en wordt het pad naar heling voor een groot deel door de client zelf bepaald en begeleid de therapeut daar waar nodig en/of gewenst.

Maar als we geen geld willen steken in de ontwikkeling van deze aanpak zal het bij goedbedoelde initiatieven van andere slachtoffers blijven en komt de overheid er goedkoop van af. Mensen offeren hun eigen vrije tijd en geld om anderen te helpen.
Prachtig, mevrouw Schippers, hiermee gaat u de wereld niet verbeteren, maar wel lof oogsten van uw collegae politici.
Want: de slachtoffers gaan onder en het land is gered!

door Ton Leerschool
Stichting Mannenhulpverlening na seksueel misbruik

—begin brief—
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Bezoekadres: Parnassusplein 5
2511 VX Den Haag
T 0703407911
F 0703409834
www.rijksoverheid.nl

Kenmerk CZ-U-3063631
Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.

Datum 21 juli 2011
Betreft nazorg van misbruik in de rooms-katholieke kerk

Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie de antwoorden op de vragen van de Kamerleden K. Arib (PvdA), S.M.J.G. Gesthuizen (SP) en T. Dibi (GroenLinks) over nazorg van misbruik in de rooms-katholieke kerk (2011Z09077).
Hoogachtend, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. drs. E.I. Schippers

Antwoorden op Kamervragen van de leden Arib (PvdA), Gesthuizen (SP) en Dibi (GroenLinks) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over nazorg van misbruik in de rooms- katholieke kerk (ingezonden 28 april 2011)
1. Bent u op de hoogte van het bericht dat er onvoldoende nazorg is voor slachtoffers van seksueel misbruik binnen de Rooms-katholieke kerk?
Antwoord vraag 1. Ja.

2. Kent u het motto van de Stichting Mannenhulpverlening na Seksueel misbruik in samenwerking met vertegenwoordigers van verschillende lotgenotengroepen: “ Alles wat beschadigend is geweest moet in het volle licht komen: dit is nodig voor erkenning en herkenning en voor de heling die daarvan uitgaat”? Wat is uw mening hierover?

Antwoord vraag 2.
Ik heb kennis genomen van de Stichting „Mannenhulpverlening na Seksueel misbruik‟ naar aanleiding van uw vraag. Ik deel hun zienswijze dat slachtoffers van seksueel misbruik (zowel mannen als vrouwen) voor hun negatieve ervaringen een platform nodig (kunnen) hebben om met anderen daarover te praten. Het is aan het slachtoffer om te bepalen in hoeverre deze verwerking in de reguliere zorg of bij een lotgenotenstichting plaats moet vinden.

3. Deelt u de mening dat bijeenkomsten, zoals maandag 25 april jl. in Utrecht georganiseerd, kunnen helpen bij het verwerken van seksueel misbruik? Deelt u de mening dat de overheid een taak heeft bij het organiseren/ondersteunen van de organisatie van dergelijke bijeenkomsten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze gaat u hier invulling aan geven?
Antwoord vraag 3.
Ik deel de mening dat bijeenkomsten, zoals maandag 25 april jl. in Utrecht georganiseerd, kunnen bijdragen bij de verwerking van seksueel misbruik. Ik deel niet uw mening dat de overheid een taak heeft bij het organiseren/ondersteunen van de organisatie van dergelijke bijeenkomsten. De zelfhulp en lotgenootcontacten zijn op dit moment toereikend.

4. Deelt u de mening dat nazorg nú nodig is, en dat het niet verantwoord en niet nodig is om te wachten op de rapporten van de commissie Samson en de commissie Deetman?

Antwoord vraag 4.
Ik ben met u van mening dat adequate verlening van nazorg van belang is. Ik deel niet uw standpunt dat er op dit moment extra maatregelen met betrekking tot nazorg nodig zijn. Het blijkt dat melders behoefte hebben aan hulp. Er zijn daarom goede afspraken gemaakt met Slachtofferhulp Nederland. De snelle en professionele begeleiding van Slachtofferhulp Nederland wordt op prijs gesteld en voldoet aan een behoefte. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van reguliere voorzieningen in de (geestelijke) gezondheidszorg die op dit terrein hulpverlening bieden. Overigens wijs ik erop dat de commissie-Deetman in haar tussenrapport nadrukkelijk aandacht heeft geschonken aan adequate hulpverlening. In het verlengde hiervan zal de heer Bandell binnenkort de vorderingen naar buiten brengen over de hulpkant van Hulp en Recht. Ik zie daarom op dit moment geen aanleiding om in extra hulpverlening te voorzien en geef er de voorkeur aan nu eerst de resultaten van de lopende onderzoeken af te wachten.

5. Welke mogelijkheden voor nazorg zijn er op dit moment voor slachtoffers van seksueel misbruik binnen de Rooms-katholieke kerk?
Antwoord vraag 5.
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 4.

6. Hoeveel slachtoffers van seksueel misbruik binnen de Rooms-katholieke kerk doen een beroep op hulpverlening? Hoeveel van hen krijgen ook daadwerkelijk de juiste hulp? Hoeveel slachtoffers van seksueel misbruik kunnen geen hulp krijgen op het moment dat zij er om vragen? Hoe lang moeten zij wachten op hulp?

Antwoord vraag 6.
Het aantal slachtoffers van seksueel misbruik binnen de rooms-katholieke kerk dat een beroep heeft gedaan op hulpverlening via Slachtofferhulp Nederland bedraagt 15, voor 12 gevallen is de hulpverlening afgerond en voor 3 gevallen loopt nog een traject van hulpverlening.

7. Hoe zou de hulpverlening aan slachtoffers van seksueel misbruik binnen de Rooms-katholieke kerk er volgens u idealiter uit moeten zien? In hoeverre verschilt dat van de hulpverlening zoals die nu bestaat? Welke maatregelen zouden genomen moeten worden om te zorgen voor optimale hulpverlening aan slachtoffers van seksueel misbruik? Kunt u aangeven wanneer u welke van deze maatregelen gaat nemen?

Antwoord vraag 7.
Slachtoffers die hulpverlening behoeven kunnen dat krijgen, ongeacht de aanleiding voor de betreffende hulpvraag. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 zijn er goede afspraken gemaakt met Slachtofferhulp Nederland en voldoet de professionele begeleiding van Slachtofferhulp Nederland aan een behoefte. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van reguliere voorzieningen in de (geestelijke) gezondheidszorg die op dit terrein hulpverlening bieden.

4 antwoorden
  1. LevensLust
    LevensLust zegt:

    Destijds was de rk kerk, met haar diverse priesters, fraters, broeders, paters, nonnen en zusters, de macht die niet wist wat er aan de hand was. We konden jaren later nog een sneer krijgen van “Wir haben es nicht gewusst” (daarmee heeft Simonis zich wel laten kennen (Ut cognoscant te)). Als er iets aan de hand was werd het wel geregeld. Slachtoffers die later wel iets durfden te zeggen werden voor leugenaar en fantast uitgemaakt.
    Deze minister heeft in haar alwetendheid eenzelfde instelling. Het is toch al geregeld! Wat zeuren jullie nu, er speelt niets meer, op 3 gevallen na en die zijn in behandeling.
    Wellicht krijgt zij ooit eens het inzicht dat meer dan 2000 mensen bij de commissie Deetman zich hebben aangemeld. Dat is iets meer dan 15. Als Slachtofferhulp Nederland na een roofoverval (eigen ervaring) het goedbedoelde advies geeft “Schrijf het op, dan gaat het een stuk beter”, dan ga ik niet daar naar toe met mijn ervaringen met de diverse geestelijken die erg lichamelijk aanwezig waren.
    Minister, u slaat de plank behoorlijk mis. U doet uw werk niet goed omdat u zich het lot van meer dan 2000 mensen niet aantrekt. En dat moet uw taak wel zijn.

  2. glkoopman
    glkoopman zegt:

    Levenslust,mooie naam, je hebt helemaal gelijk. de minister kletst uit haar nek. Afgelopen zondag zat ik er helemaal doorheen en ik MOEST met iemand spreken. Lang gezocht op internet , dan maar slachtofferhulp. Niet dus, bereikbaar op werkdagen van 8 tot 5. Daar heb je dan wat aan !

  3. Dwarsligger
    Dwarsligger zegt:

    Meneer Steenhuis en meneer Wolters, zitten in de raad van bestuur van Slachtofferhulp, dus daar moet je wel in goede handen zijn!

    Dhr. Harry Crielaars is de algemeen directeur. De Raad van Toezicht van Slachtofferhulp Nederland bestaat uit zeven personen.

    Dhr. Drs. J.H.H. Mans, voorzitter
    Dhr. J. Stavast
    Mw. H.L. Groen
    Dhr. Drs. J. Post
    Dhr. Mr. D.W. Steenhuis
    Dhr. Prof.dr. W.H.G. Wolters
    Dhr. Mr. A. Wolfsen

Reacties zijn gesloten.