Mijn boek verkopen

In de afgelopen vier jaar heb ik mijn boek geschreven. Het is in juni uitgebracht door uitgeverij Elikser. Sinds die tijd zijn er drie recensies gepubliceerd, alle vier op internet. Eén van de drie was op de website van een regionale krant (Heerenveense courant) die verschijnt in het dorp waar ik als kind misbruikt ben. En daar op kwam een reactie, per e-mail, van iemand die een jaar ouder is dan ik en mij liet weten dat ze met mij samen uit school naar huis liep. En in de volgende mailwisseling mij vertelde dat zij in het huis woonde en in de kerk kwam waar het gebeurd was. Ze las mijn boek en bevestigde mijn herinneringen…..voor zo ver het feiten betrof als de kleur van de tegeltjes of de plaats van deuren en toegangen. Maar wie de dader was kon ze me niet vertellen. Ze heeft geprobeerd er achter te komen, dat vertelde ze, maar het was niet gelukt. Wel liet ze me weten dat die dader waarschijnlijk al overleden was.
Ik was blij met de drie andere recensies: van Hanny Lynch op de website van BOL com waar het boek te koop is en de andere van Ivonne Meeuwsen op haar eigen website Helen van seksueel misbruik. de derde las ik op een literaire blogsite en was geschreven door een man. Het was een heel positieve recensie en daar was ik blij mee. Maar het boek verkopen is een ander verhaal.
Voor het voorblad van het boek heb ik ervoor gekozen om daar in opvallende rode letters op te zetten dat het in dit boek over de gevolgen van seksueel misbruik van een kind gaat en de uitgeefster waarschuwde mij toen: dat willen boekwinkels niet in de winkel neerleggen! en dat blijkt inderdaad zo te zijn. Tenminste, in de twee winkels waar ik na lang aarzelen zelf het boek ben gaan aanbieden. in de eerste winkel werd het zelfs niet in de winkel gelegd maar gewoon opgeborgen in een kast. In de andere winkel kwam het achteraf in de winkel terecht, op een plank met biografieën.
Het is en blijft een taboe om openlijk aandacht te geven aan seksueel misbruik, ook al is er een golf van aanklachten via twitter….

Mist

Dankzij echt goede hulp van therapeuten die meer zagen dan wat ik zei heb ik de mist kunnen wegblazen die mijn herinnering aan het misbruik waarvan ik nu bijna zestig jaar geleden slachtoffer was.
Ik heb er een boek over geschreven. De titel is MIST en het boek is op 21 juni uitgekomen. Uitgeverij Elikser.

Pianist – hoe muziek mijn leven redde

Een opmerkelijk, misschien wel geniaal boek is het onlangs in Nederland uitgegeven boek van de pianist James Rhodes (1975). Nederlandse titel “Pianist” ondertitel “hoe muziek mijn leven redde.” Rhodes had aanvankelijk een goede baan in de City van Londen maar belandde ten gevolge van een verleden van seksueel misbruik (de gymleraar op de basisschool misbruikte hem vele jaren) in een psychiatrische inrichting. Een kliniek waar hij, ondanks strenge bewaking, een poging tot zelfdoding deed.
Na een moeilijke en zware weg besloot Rhodes zijn hart te volgen en musicus te worden. Hij had op 18-jarige leeftijd al een beurs aangeboden gekregen voor een pianostudie aan een conservatorium maar had die niet aangenomen. Momenteel is Rhodes een gevierd pianist en tv-presentator. Kenmerkend bij zijn concerten is dat hij niet kil en zakelijk op het podium plaatsneemt maar dat hij casual gekleed concerteert om tussen de muziekstukken door ook uitleg te geven over de muziek die hij speelt.

Geniaal is het boek. Het is niet zomaar een boek waarin misbruik en de gevolgen ervan beschreven worden. Ja, dat is het ook… maar het boek is meer, het is ook interactief.
De indeling van het boek is niet in hoofdstukken, maar in “tracks”. De tracks hebben een verwijzing naar een klassiek muziekstuk. In de inleiding van een hoofdstuk/track verklaart Rhodes de componist en de wijze hoe de componist tot het schrijven van het betreffende muziekstuk is gekomen. Vervolgens volgt het verhaal dat Rhodes in het hoofdstuk aan de orde wil laten komen. Bij het boek is een internetlink naar een Spotify pagina waarop de diverse tracks in de volgorde van de hoofdstukken/tracks zijn terug te vinden.
Bij het lezen van het boek was het voor mij opmerkelijk hoe de diverse muziekstukken het –ingrijpende- verhaal van Rhodes ondersteunt.
Zoals hij tijdens zijn concerten praat over de stukken die hij speelt, vertelt waarom hij de stukken gekozen heeft en wat ze voor hem betekenen zo zijn de soundtracks bij de hoofdstukken in een boek. “…Zo ongeveer als een chic restaurant dat bij elke gang een bijpassende wijn aanbeveelt, zo wordt elk hoofdstuk vergezeld van een bepaald muziekstuk…”

Rauwe taal Rhodes schrijft op eerlijke en open wijze met niets verhullend taalgebruik gelardeerd met af en toe zwartgallige humor over de demonen die hij weerstond en overwon o.a. door zijn muziek. Hij is daarin eerlijk waarbij hij ook op realistische wijze naar zichzelf weet te kijken. In zijn schrijven is hij geniaal, soms bruut dan weer ontroerend openhartig of wreed naar zichzelf of de wereld of de dader die hij in de ander of de situatie ontmoet.

Het boek Track 1 en Track 20 vormen het eerste en laatste hoofdstuk van het boek. Het zijn de Goldberg variaties van Bach, liefst in de versie van zijn favoriete musicus Glenn Gould. De muziek van Bach, opgebouwd in bijna mathematische structuur zijn er om structuur te brengen in het leven van Rhodes. Een leven dat door het misbruik van de gymleraar totaal uit structuur is gegooid.
Track 4 Bach-Busoni, Chaconne door hemzelf gespeeld op piano. Daarbij: “Het seksueel misbruik hield vijf jaar aan. Tegen de tijd dat ik tien was en daar van school ging, was ik veranderd in James 2.0, de robotversie. In staat om mijn rol te spelen, gevoelens van empathie te stimuleren en vragen op gepaste wijze te beantwoorden. Maar ik voelde niets, had nergens vertrouwen in en was voorgeprogrammeerd met een hele zooi gestoorde fabrieksinstellingen: een psychopaatje in de dop. Maar te midden van dat alles overkwam me iets waarvan ik zeker weet dat het mijn leven heeft gered. Twee dingen in mijn leven waarvan ik zeker ben: de liefde voor mijn zoon [Jack] en de liefde voor muziek. En met muziek kwam ik in aanraking –kom er maar in, sentimentele X-factor-violen- toen ik zeven was. De klassieke muziek, om precies te zijn. En dan vooral Johan Sebastiaan Bach. En als ik dan echt in details moet treden: zijn Chaconne voor soloviool in d-klein BWV 1004…”
“Track 5 verhaalt over zijn eigen leven dat doet hij aan de hand van Beethoven, Pianosonate nr. 32 opus 111 – tweede deel. Beethoven: “… stokdoof, creperend van de pijn, een emotioneel wrak, componeert hij in 1822, een paar jaar voor zijn dood, zijn 32e en laatste pianosonate. Twee delen, in plaats van de gebruikelijk drie of vier, muziek die het niveau van het gewone menselijk bestaan ontstijgt en ons naar een hoger plan tillen. (…) Dit was geen muziek voor God of vorstenhof; het draaide om gevoelens, om de blik naar binnen, om het mens-zijn. Beethoven voerde die strijd elke dag van zijn leven.”
Vervolgens beschrijft Rhodes over zijn leven met angst (ik word beheerst door honderdduizend vormen van angst), zelfhandhaving (als je bent misbruikt, ben je de rest van je leven iemand die zich weet te handhaven) en schaamte (schaamte garandeert dat je blijft zwijgen)
Wonderlijk eerlijk is hij -en dat raakte mij- als hij schrijft:
“Je kunt nog zo hard ‘het is jouw schuld niet!’ tegen ze roepen, net als in de film Good Will Hunting. Je kunt evengoed beweren dat de lucht groen is. De enige manier waarop je zo’n slachtoffer kunt bereiken, is door zielsveel van hem of haar te houden en dat halsstarrig te blijven doen, al is het maar van een afstandje, om zo hun overtuigingen een klein beetje aan het wankelen te brengen. En dat is een opgave die de meeste mensen eenvoudig niet kunnen opbrengen. Ze hebben er de energie en het geduld niet voor (…) Ja, ik ben veel dingen tegelijk. Ik ben musicus, man, vader, klootzak, leugenaar en oplichter. Maar inderdaad, in de eerste plaats ben ik iemand die zich schaamt.”
Track 10 – Franz Liszt – Totentanz. Over de geboorte van zijn zoon: “Hier nog een waarschuwing voor de slachtoffers van seksueel misbruik. Het is kennelijk heel gebruikelijk dat je compleet op drift raakt als je kind de leeftijd nadert die jij had toen het misbruik begon. Ik wist dat niet. Mijn psyche wel. Het overviel mij compleet. Er zat iets in mij dat al klauwend wanhopig vocht om naar buiten te komen, en ik kon het onmogelijk nog in bedwang houden. Het voelde alsof mijn hoofd een computer was die overbelast raakte en simpelweg explodeerde.” Rhodes is in wanhoop toen tot zelfbeschadiging gekomen. Een bijna dodendans beschrijft hij. Het podium met de muziek van Bach op de 88 toetsten van het Steinway-klavier worden na een zware en lange tijd dan zijn –therapeutische- redding.

Resume Móét je dit boek kopen of lezen? Nee! Maar….
Voor wie het aandurft om in de wereld te kijken van de mens die op jonge leeftijd misbruikt is én die een uitweg heeft gevonden in de helende kracht van muziek, dan is dit boek zeker de moeite waard.
Voor hulpverleners, artsen, therapeuten, mantelzorgers, vrienden, die niet snappen wat de misbruikte mens doormaakt en nog steeds opmerkingen durven te maken als “ja maar, het is nu toch lang geleden…” of “je was zeker in trek bij die ander…” of “nou James, je was ook wel een ontzettend mooi jongetje…” (blz. 77) biedt dit boek een blik in die mens.
Om begrip te kunnen tonen, om nabij te kunnen zijn. James Rhodes was een mens die het had getroffen dat er enkele mensen (een bevriend echtpaar en een “weldoener”) als vrienden waren. Mensen die in hem geloofden en die de nek durfden uit te steken om mét hem te leven en hem nabij te zijn.
Voor de therapeuten van de psychiatrische instellingen die nog steeds menen dat de isoleercel helend kan zijn. Rhodes kreeg daar op illegale wijze een iPod in handen waardoor hij naar Bach kon luisteren.
Voor jou, slachtoffer/overlevende van misbruik, dat je net als ik [recensent] dit verhaal kan lezen en kunt ontdekken “dus ik ben niet gek.” Dat jouw fysieke en psychische klanten een herkomst hebben. Rhodes schrijft “ik draag de littekens letterlijk in en buiten mij.”

De Huffington Post schrijft: “een onmisbaar boek.”
Ik zeg: mee eens!

Boekgegevens:
James Rhodes -2014
Oorspronkelijke titel Instrumental
Uitgeverij Canongate Books Ltd., Edinburgh
Nederlandse vertaling Paul van der Lecq en Frank Lekens
Nieuw Amsterdam Uitgevers.
ISBN 978 90 468 1796 4
www.nieuwamsterdam.nl/jamesrhodes

Nabij zijn …

Als we trauma’s tot iets van een hogere orde maken, iets wat niet verwoord kan worden, dan kunnen de overlevenden geen kant op, dan zullen ze nooit het gevoel hebben dat ze werkelijk worden begrepen… Je bewijst mensen geen respect door te zeggen: “ik vind het onvoorstelbaar wat jij hebt doorgemaakt.”
Luister in plaats daarvan naar hun verhaal en probeer je voor te stellen dat je erbij was, hoe pijnlijk of ongemakkelijk dat ook voelt.

Phil Klay, veteraan van het US Marine Corps
[citaat in James Rhodes, pianist]

Mart Brok schrijft boek over seksueel misbruik in katholieke kerk

Nieuw-Amsterdam – Schrijver, dichter en oud-stadsdichter van Coevorden Mart Brok heeft een boek geschreven over seksueel misbruik in de rooms-katholieke kerk: ‘Zuigend Graf’.

Hij reikt zondag 22 november het eerste exemplaar uit aan dominee Alexander Veerman.

Veerman is landelijk bekend vanwege zijn werk binnen de problematiek van seksueel misbruik. Via de IKON is hij bereid gevonden om aanwezig te zijn bij dit belangrijke moment voor de schrijver Mart Brok. In zijn jeugd is de schrijver misbruikt op het Klein Seminarie in Oosterhout. In zijn leven daarna zijn daarvan de sporen duidelijk terug te vinden. Toen enige jaren geleden bleek dat seksueel misbruik binnen de RK Kerk veelvuldig voor kwam heeft hij de pen opgevat en zijn, veelal weggemoffelde, herinneringen in dichtvorm opgeschreven.

De kunstenaars Myrte van Dijk ( Kumy) en Sé van Weert hebben een installatie gemaakt naar aanleiding van seksueel misbruik. Deze zal geëxposeerd worden tijdens de doop van de bundel.

Mart Brok nodigt iedereen uit om dit moment met hem te ‘vieren’. Er zullen gedeelten uit de bundel worden voorgedragen en ook Esther Veerman, de vrouw van Alexander, zal vertellen over haar werk met mensen die slachtoffer zijn geweest van seksueel misbruik.

De uitreiking vindt 22 november plaats bij de Taalwerkplaats in Nieuw-Amsterdam om 15.00 uur.

Verdere informatie: www.taalwerkplaatsdrenthe.nl.

Robert Chesal : Seksueel misbruik massaal door de vingers gezien, een levenslange lijdensweg

Toen journalist Robert Chesal het seksueel misbruik in de katholieke kerk op grote schaal onthulde in 2010, kwamen vele meldingen binnen van mensen die waren misbruikt in Nederland, maar per direct waren er ook meldingen uit Curaçao. Een golf van publiciteit was het gevolg. In Nederland welteverstaan, niét op Curaçao. In zijn recent verschenen boek Een verzwegen leven doet Chesal verslag van de gruwelijkheden, ook op Curaçao. Maar wie denkt dat het misbruik is gestopt, heeft het mis: met financiële vergoedingen en in die zin afhankelijkheid van de kerk worden momenteel veelal arme gezinnen het zwijgen opgelegd.
“Een misbruikt kind is getekend voor zijn leven, misbruik verdwijnt nooit uit je hart en bestaan. De zoektocht naar erkenning is levenslang.” Dat zegt de uit Amerika afkomstige Robert Chesal, die als journalist bij Radio Nederland Wereldomroep (sinds 1990) samen met NRC-journalist Joep Dohmen het grootschalige misbruik binnen de katholieke kerk op het spoor kwam. Ze doken er samen in en het liet hen niet meer los. Chesal was genoodzaakt enige tijd te stoppen aangezien de meldingen hem te zwaar vielen.

De schok en het afgrijzen trok een wissel op de Nederlandse samenleving. Moeizaam en frustrerend was het proces omdat het zwijgen en verdraaien van feiten aan de orde van de dag was. Zelfs de commissie-Deetman – ingesteld om onafhankelijk onderzoek te doen – bleek minder onafhankelijk dan verwacht. In haar rapport uit 2011 (1257 pagina’s) wordt toegegeven dat sinds 1945 tienduizenden jongens en meisjes seksueel zijn misbruikt door kerkdienaren. Ondanks verwijtbare feiten stapte geen enkele bisschop op. De discussie laaide enige weken geleden in Nederland weer op toen NRC een artikel van Dohmen en Chesal publiceerde over hun onderzoek naar de onbetrouwbaarheid van het rapport, waarin nieuwe verzwegen feiten aan het licht kwamen. Zoals de castratie die een minderjarige jongen onderging als straf nadat hij het misbruik had gemeld. Maar ook het feit dat een aantal (nog zittende) bisschoppen al die tijd de hand boven het hoofd gehouden was, waaronder Ad van Luyn (toenmalig bisschop van Rotterdam en hoofd van de bisschoppenconferentie).
Ook in maart presenteerde Deetman zijn tweede rapport over het geweld tegen meisjes, wat eveneens een regen aan kritiek ontving vanwege weglatingen en bagatelliserende opmerkingen.
Misstanden in Curaçao
In navolging van de commissie-Deetman stelde het bisdom Willemstad in 2010 de onderzoekscommissie-Koeijers in, die zaken op Curaçao moest onderzoeken. Dit vanwege het feit dat direct na de eerste publicaties een aantal reacties uit Curaçao binnenkwam, wat het vermoeden deed rijzen dat er meer aan de hand was. In tegenstelling tot een lijvig rapport van Deetman ondernam de commissie-Koeijers geen actie toen er klachten binnenkwamen en liet met regelmaat weten geen tijd te hebben gehad om te vergaderen. Het bisdom, als eerst verantwoordelijke, leek niet van plan werk te maken van de misstanden. Op papier bestaat de commissie nog steeds.
Chesal: “Aangezien de kerk zo’n belangrijke rol speelt in de Curaçaose maatschappij, betrokken wij Curaçao in ons onderzoek. De Caribische afdeling van de Wereldomroep zag inmiddels ook voldoende aanleiding. We ontdekten dat de kerk, zo geliefd en invloedrijk, financiële macht gebruikte om mensen de mond te snoeren. Gezinnen, afhankelijk van de kerk voor hun levensonderhoud, moesten het misbruik waarvan zij op de hoogte waren op de koop toe nemen. Dit vertelde ons een anonieme bron: een vrouw werkzaam in de kinderhulpverlening.”

Don Sarto School. Foto © Lisette Wellens

In dit eerste deel doen we verslag van een aantal misbruikzaken die zich op Curaçao afspeelden, waarbij we aantekenen dat alle zaken die worden aangekaart nooit zijn weerslag mogen hebben op de liefdevolle zorg van andere broeders en nonnen. In deel 2 gaan we in op het accepteren van de slachtofferrol en waarom dat zo moeilijk is op Curaçao. Ook volgt in deel 2 Chesals persoonlijke verhaal over het misbruik dat hijzelf onderging.
Onder de meldingen die Chesal vanuit Curaçao ontving was die van een nu zestigjarige man, die uitsluitend onder pseudoniem Johnny wil praten. Hij vertelde over misbruik en mishandeling van tientallen kinderen door twee fraters in het internaat in Soto. Beide fraters, waaronder het verantwoordelijke hoofd van de Don Sarto lagere school, behoorden tot de Fraters van Tilburg, over wie ook in Nederland vele meldingen binnenkwamen uit de jaren zestig en zeventig en die zich bovendien vergrepen aan zwakbegaafde en geestelijk gehandicapte jongens van het De La Salle-instituut in Brabant.
Johnny was tien toen het misbruik begon. “Het gebeurde op de kamer van een frater, je moest je broek opendoen en dan begon hij te friemelen. Je durft niet meer naar binnen, omdat je weet wat er gaat gebeuren.” Volgens Johnny troffen de betastingen die op school plaatsvonden alle leerlingen, ook diegenen van buiten het internaat. Johnny vertelde tevens van regelmatige fysieke mishandelingen.
Voetbalgroep Curaçao. Archief Fraters van Tilburg
Frater Broer Huitema, wereldwijd de hoogstverantwoordelijke van de Fraters van Tilburg, weet dat het gebeurde. “Fraters die zich hieraan schuldig maakten, werden overgeplaatst naar andere – administratieve – posities, weg van kinderen. Aangifte bij de politie werd niet gedaan, noch werd contact gezocht met ouders.” In de jaren zestig tot eind 1995 waren de Fraters van Tilburg betrokken bij het onderwijs op de Antillen, in Suriname en Indonesië.
Trauma herbeleven
Chesal sprak op Curaçao één van de jongens die in de jaren vijftig op het jongensinternaat het Juvenaat zat, een prestigeproject voor Curaçao, de trots van de kerk. Deze nu zeventigjarige man was in zijn internaattijd een bedplasser. Een pater hielp hem ‘s nachts zijn bed verschonen, maar misbruikte de jongen vervolgens, een misbruik dat twee jaar doorging. Chesal: “Angstig om zich heen kijkend of iemand hem zag, betrad deze man het hotel waar wij hadden afgesproken. Even daarvoor had hij het misbruik, levenslang als geheim bij zich gedragen, aan zijn dochter verteld. De tranen stroomden over zijn wangen toen hij door het vertellen het trauma herbeleefde.” Een aantal jaren na het misbruik sloot het internaat plotseling en uitsluitend geruchten deden de ronde. De man in kwestie deed zijn beklag bij de ’onafhankelijke’ klachtencommissie-Koeijers, maar hoorde maandenlang niets, nog geen ontvangstbevestiging. Chesal: “Mensen weten inmiddels dat ze niet bij de kerk terecht kunnen, dus melden ze hun klachten daar niet meer. Omdat er dus weinig binnenkomt, lijkt het of het niet is gebeurd. Dan is de cirkel rond. Mijns inziens moet er een onafhankelijk lichaam komen, dat de zaken uitzoekt.”
Ronald Koeijers. Foto © René Roodheuvel

 

Verwrongen
De reputatie van de kerk blijkt elke keer belangrijker dan het belang van het slachtoffer. Een patroon dat niet alleen in de kerk, maar ook daarbuiten is te zien: overal waar kinderen in institutionele zorgsituaties van de zorg van volwassenen afhankelijk zijn, waar volwassenen macht hebben over kinderen, bij scouting, bij een sportclub gebeurt dit, wereldwijd. Zo wordt in Noord-Amerika, Europa en Australië het seksueel misbruik inmiddels aan de kaak gesteld. Het is universeel menselijk gedrag, hoe onmenselijk tegelijkertijd. Chesal: “Dat het in de kerk zo’n vlucht kon nemen heeft te maken met de vele zorgsituaties, zoals internaten en kostscholen onder kerkelijke leiding maar ook parochiale situaties, waarbij misdienaren bij priesters thuis kwamen of de priester een vertrouwde figuur binnen de familie werd.”
Wat we bij het kerkelijk seksueel misbruik niet uit het oog mogen verliezen volgens Chesal, is de verwrongen seksualiteit van de paters, door het celibaat in de hand gewerkt, maar ook het ontbreken van realistisch seksueel onderwijs. “Het onderwijs in de katholieke kerk is gebaseerd op de seksuele moraal uit de middeleeuwen en is nooit aangepast aan de praktijk, een verouderd beeld dat destructief blijkt. Ook jongeren leren vanuit dit onderwijs slechts dat ze zich moeten onderwerpen aan het gezag en zijn zodoende weinig weerbaar.”
Naast misbruik ontstaan vanuit verwrongen seksualiteit, staan pedofielen die doelbewust op zoek gaan naar werk waar kinderen in groten getale aanwezig zijn, zo stelt Chesal. Een niet onbelangrijk gegeven is verder dat vele mannen in de jaren vijftig die vanwege homofilie of pedofilie niet pasten binnen de moraal van trouwen en kinderen krijgen een gepast toevluchtsoord zochten in de kerk, waar zij een status genoten die zij anders zouden moeten ontberen.
Sint Annakerk, Otrabanda. Foto © Ferdinand Willemse
Antenne voor timide kinderen
Het leek de vrolijke goedlachse Curaçaose ‘Cora’, therapeute van beroep, zinvol om met haar misbruikverhaal naar buiten te komen, zij wilde degene zijn die de discussie rond seksueel misbruik op Curaçao zou openbreken. Na een paar gesprekken met Chesal togen zij samen naar Curaçao om terug te gaan naar de plaats waar het misbruik plaatsvond. In twee verschillende periodes van haar jeugd werd Cora slachtoffer: toen ze acht was in de Sint Annakerk in Otrobanda en als twaalfjarige in de kerk van Suffisant, waar ze door verschillende paters werd misbruikt, onder meer in de biechtstoel. “Cora was een onzeker, zoekend meisje, de uitverkorene van mannen als deze”, vertelt Chesal. “Misbruikers hebben een antenne voor timide kinderen.” De strijdlustige, inmiddels zeventigjarige Cora uit Nederland verandert op Curaçao voor Chesals ogen op slag in het timide meisje, dat terugschrikt voor het effect dat het op de plaats van het misbruik zijn op haar heeft. “De openhartige vrouw wordt onbereikbaar, het wordt heel moeilijk haar te spreken. In de sfeer bovendien van daar, opgenomen tussen vrienden en familie, blijkt ze in een tang te komen. In hotel ‘t Klooster waar we hebben afgesproken met vrienden uit haar kindertijd rolt het verhaal eruit, met een klein kinderlijk stemmetje als van het kind van toen.” Chesal, die bij het vertellen erover zelf een brok in zijn keel krijgt: “Het was ongelofelijk wat het effect van het vertellen had op haarzelf en op haar vrienden.”
Ralph Raveneau. Foto © Robert Chesal
Sadistische mishandeling
Naast seksueel misbruik zijn er verhalen van mishandeling. Van nonnen, van wie niet bekend is dat ze zich schuldig maakten aan seksuele handelingen, wordt gezegd dat ze snel overgingen tot fysiek geweld, bijvoorbeeld slaan met stokken. Fysieke mishandeling kwam ook voor op het Sint Paulus College, een lagere school in Groot Kwartier van de Broeders van Dongen, een congregatie sinds 1948 actief op Curaçao. Ondanks dat de tijdsgeest in ogenschouw moet worden genomen waarin kinderen het ook thuis zwaar te verduren hadden, was Ralph Raveneau (61) één van de slachtoffers uit de jaren zestig van het sadisme van de gevreesde Broeder P., die kinderen terroriseerde, vernederde, bespuugde en mishandelde. Een broeder die dusdanige vreselijke lijfstraffen gaf dat angst de herinneringen kleurt van kinderen van deze school.
In de jaren vijftig en zestig waren het met name Nederlandse geestelijken die op Curaçao verbleven: de Fraters van Tilburg, Broeders van Dongen, vele priestercongregaties en nonnenordes. Toen in de jaren zeventig het aantal roepingen terugliep, dreigde een tekort aan geestelijken, zodat priesters uit Latijns-Amerika werden gehaald, met name uit Colombia.
Als slot van dit artikel het verhaal van Aldrico Amando Felida, die als veertienjarige misdienaar in 1976 het slachtoffer werd van de Colombiaanse pastoor Fabias in de parochie Jan Doret. Toen Fabias de jongens uitnodigde te blijven slapen om te oefenen voor de processie, moest Felida als uitverkoren misdienaar ‘extra oefenen’ in de kamer van de pastoor, waar deze bij hem kwam liggen en Felida afschuwelijke dingen liet doen. “Je voelt dat het verboden is, maar wie zou je geloven? Je hoopte dat het snel over was.” Toen het misbruik bij Aldrico’s ouders aan het licht kwam, vertrok de pastoor snel daarna, verbannen naar Colombia, zei men. In de preek kort na het incident werd de parochianen verteld dat de jongens in het dorp de kerk niet meer dienden en een duivelse weg waren ingeslagen.
Een jaar daarna vertrok Felida naar Nederland, waar hij jaren beleefde van depressie tot zelfmoordpogingen aan toe. “Ik raakte in de war over mijn seksualiteit. Was ik homofiel? Had ik het uitgelokt? Zelfs na de geboorte van mijn zoon kwam alles weer naar boven.” Felida ging in 2008 terug om het af te sluiten, jaren voordat het onderwerp breed in de belangstelling van de media kwam. Pater Römer, Fabias’ opvolger nam hem mee naar het bewuste kamertje en vertelde dat bisschop Ellis destijds op de hoogte was van Fabias’ misbruik, zowel op Curaçao als in Colombia vóór zijn aanstelling in Jan Doret. De alom zeer geliefde Römer bleek van veel meer misbruik op de hoogte, ook na Felida’s vertrek.
Stanley Brown. Foto © René Roodheuvel

 

Het was publiek geheim – wat oud-politicus en oud-onderwijzer Stanley Brown bevestigde – dat Colombiaanse priesters die misbruik pleegden door het bisdom Willemstad in de jaren tachtig en negentig werden verbannen om ze uit handen van justitie te houden. Overgeplaatst en niet gestraft, zodat het misbruik elders kon verdergaan.
Felida bezocht Ellis’ opvolger bisschop Secco, die zei dat hij nooit misbruikgevallen kreeg overgedragen, maar stuurde uiteindelijk een excuusbrief, waarin ‘vergiffenis werd gevraagd voor het misbruik en alle gevolgen daarvan gedurende zijn leven’.

Levenslang door seksueel misbruik

Na al die ervaringsverhalen van seksueel misbruik in de katholieke kerk op Curaçao  roept journalist Robert Chesal – die het misbruik grootschalig aan het licht bracht in 2010 – op tot de erkenning van de slachtoffers. Zelf slachtoffer van misbruik weet hij dat erover praten de enige mogelijkheid is tot herstel.
Kinderen die martelingen ondergingen terwijl een broeder naast ze een boek zat te lezen. Of kinderen die wekenlang in eenzame opsluiting in de kelders van een internaat doorbrachten. De intense eenzaamheid maakte dat ze bijna blij waren met het gezelschap van een geestelijke die ze ‘s nachts bezocht en liefkoosde, zo verlangend naar menselijke nabijheid in hun eenzame opsluiting. De onvoorstelbare verwarring, het schuldgevoel en het emotionele drama waaraan een kind wordt blootgesteld, betekent een levenslange lijdensweg.
Keep it happy
Het feit dat misbruikschandalen in de katholieke kerk vanaf 2010 boven tafel zijn gekomen, dat mensen hun verhaal kwijt konden, heeft gemaakt dat er enige verlichting kwam. Robert Chesal: “Wil er sprake zijn van genezing dan dient er eerst erkenning te komen voor de beschadiging die is opgelopen. In de meeste gevallen zijn de daders onvindbaar, waardoor het probleem nooit face to face besproken kan worden. Veel slachtoffers hebben de pijn toegedekt en verstopt, maar pijn toelaten is de enige manier om vooruit te komen.”
Veel slachtoffers in Nederland hebben zich na 2010 kunnen uiten en zijn daardoor individueel een stuk opgeschoten. In een maatschappij als die van Curaçao is het niet zo gebruikelijk te praten over zaken als deze. Chesal:  “Ik herken dat uit mijn eigen jeugd in Florida; op Curaçao kreeg ik hetzelfde gevoel. De code is: Keep it light, keep it happy, blijf lachen, alleen maar de succesverhalen. De altijd maar sterke buitenkant, de machocultuur. Ik heb me altijd afgevraagd hoe het kan dat macho’s zelf niet kunnen zien hoe ‘zwak’ ze zijn. Voor mij zijn de sterkste mensen diegenen die toegeven dat ze ook zwak zijn.”
Je komt de pijn niet voorbij als je deze niet eerst erkent. Daarbij komt dat de kerk zelf een geheel eigen code heeft van hoe je met pijn omgaat. “Daar zijn rituelen voor met gekunstelde taal, wazige beelden, restricties en biechtgeheimen. Hierdoor help je niemand vooruit in zijn proces.”
Opgeheven hoofd
Hoe moeilijk het ook is om toe te geven dat je slachtoffer bent, Chesal roept ook de mensen op Curaçao op om de slachtofferrol te erkennen om vandaar uit te werken aan herstel, wat ieder mens verdient. Emancipatie van het slachtoffer, waarmee hij bedoelt dat je zonder gêne kunt zeggen dat je slachtoffer bent. Het is geen schande, zoals vaak wordt gedacht, maar dan moet wel het emotionele eraf, volgens Chesal. “Zie het als feit. Je kunt met opgeheven hoofd zeggen dat je slachtoffer bent, als onderdeel van het grotere geheel van wie je bent. Je hoeft je hoofd niet te buigen, je niet als gebrandmerkt mens te gedragen. Als je de pijn van het misbruik in de kerk maar ook andere pijn op maatschappelijke schaal toelaat, kom je als persoon, maar ook als land in zijn geheel verder.”
Hij trekt het breder dan alleen het seksueel misbruik, omdat zoveel mensen zijn gekweld. “In vele naties, in vele mensen zit zoveel pijn die niet erkend wordt, daarvan zijn tal van voorbeelden. Om maar heel dichtbij te blijven, het slavernijverleden; de pijn van het kolonialisme wordt slechts mondjesmaat erkend en blijft generaties lang doorspelen. De één zegt dat het nu maar eens over moet zijn, de ander voelt nog altijd de pijn. Beide uitgangspunten zijn waar, maar spreek je het niet uit, blijft het op elkaar botsen.”
Eén keer excuus aanbieden volstaat niet, maar pas als de erkenning permanent aanwezig is in de maatschappij komen we als geheel vooruit, pas dan is er een mogelijkheid dat een taboe op welk vlak dan ook wordt doorbroken. “Het probleem lijkt dat als iedereen slachtoffer is, niemand het is. Ik bedoel daarmee dit: toen de joden na de oorlog terugkwamen, was er geen ruimte om te luisteren naar individuele verhalen, omdat iedereen gepijnigd was. De pijn van al die mensen gaat ondergronds een eigen leven leiden.”
“Maar ook ontkenning kan een rol spelen, bijvoorbeeld zoals ze in China met gehandicapte kinderen omgaan. De maatschappij wil het niet weten, dus ze worden ofwel weggestopt, ofwel je doet net of het kind normaal is. Ontkenning en afwijzing enerzijds of geen ruimte voor het individuele verhaal anderzijds houdt beide in dat er geen acceptatie is en dus ook geen weg naar genezing.”
Niet de mens verandert
Naast zijn dringende oproep om te praten over wat er is gebeurd ten tijde van het misbruik in de katholieke kerk van de jaren zestig tot negentig en de acceptatie van de rol van slachtoffer, benadrukt Chesal dat we ons bewust moeten blijven van het feit dat het misbruik niet uit de wereld verdwenen is. Het massale misbruik mag dan wel zijn afgenomen omdat de internaten weg zijn en er minder priesters zijn dan toen, maar dat betekent alleen dat de omstandigheden zijn veranderd, niet de mens zelf. Dat blijkt uit het feit dat er momenteel sprake is van veelvuldig misbruik in de sterk opkomende evangelische kerken. “Onder druk van snelle groei wordt niet voldoende aandacht besteed aan een gedegen check van mensen aan wie kinderen worden toevertrouwd. Datzelfde was het geval in de katholieke kerk die tussen circa 1850 (toen de katholieke kerk dezelfde status kreeg als de protestantse kerk) en 1950 een explosieve groei kende.”
Er zijn nog steeds recente verhalen van mensen die zijn misbruikt, misbruik van de laatste tien, vijftien jaar. In de nieuwe, evangelische kerken, maar ook in de katholieke kerk. Want waar bleven de verbannen paters? Het is bekend dat een pater die op Curaçao jongens verkrachtte, nu in Brabant werkzaam is. De familie van het slachtoffer houdt haar mond omdat die nog altijd afhankelijk is van het geld dat ze van de kerk ontvangt en ook het verantwoordelijke bisdom zwijgt erover.
Chesal: “Zo lang de economische macht van de kerk niet afneemt, zal de rol van de kerk blijven ingebed in de economie. We kunnen het celibaat alleen niet verantwoordelijk stellen voor het misbuik; het gaat om machtsverhoudingen en een blijvend vertrouwen in de goedheid van religieuze leiders. Een voorganger geldt niet als ‘normaal’ mens, maar geniet als charismatische leider meer vertrouwen en daarmee macht dan we op het eerste gezicht verwachten.”
Voorgangers hebben hoe dan ook, in welke tijd dan ook een bepaalde positie. Dat geldt niet alleen in de katholieke of de evangelische kerk, maar ook in de joodse gemeenschap waar Chesal zelf uit stamt.
Doorbraak naar eigen ervaring
De ervaringen die we beschreven in het voorgaande artikel deden wat met Robert Chesal. Zo betekende het verhaal van de Curaçaose Felida voor hem persoonlijk een doorbraak. Hij was onder de indruk van de moed van deze man om op zoek te gaan naar zijn dader. De vraag die de Curaçaose Cora hem stelde of hij zelf bereid zou zijn om zijn verhaal te vertellen als hij in haar schoenen stond, deed hem besluiten in zijn eigen verleden te gaan graven. Door alle verhalen kwam Chesals jeugd terug, waarin ook sprake was van seksueel misbruik. Deze ervaringen plus het feit dat hij in december 2010 op Curaçao was voor het optekenen van de verhalen, maakte zijn keerpunt duidelijk.
“In die hete natte decembermaand van 2010 werd ik teruggeslingerd naar mijn eigen jeugd in Florida, waar dezelfde broeierigheid heerste, er viel een deken van vochtige warmte over me heen.” De zoektocht naar seksueel misbruik in de katholieke kerk werd een zoektocht naar zijn eigen verleden, waarin hij ten prooi viel aan een pedofiel, een parttime muziekleraar op de joodse school. Deze Rick nam hem mee naar zijn huis, zogenaamd om daar gitaar te spelen, drogeerde hem om hem vervolgens te misbruiken.
“Ook hier gold dat er een tekort was aan mensen en zonder check werden er leraren aangenomen. Ook deze muziekleraar behoorde tot het ‘soort’ dat bewust werk opzoekt waar kinderen aanwezig zijn”, aldus Chesal, die wanhopige pogingen deed met de leraar in contact te komen, maar die tot op heden op niets uitliepen.
Troostprijs
In zijn in 2012 verschenen boek Een verzwegen verleden doet hij verslag van de zoektocht die begint bij het aan de kaak stellen van het misbruik in de kerk maar steeds meer zijn persoonlijke zoektocht wordt. Door deze zoektocht komt hij bovendien achter een pijnlijk feit: zijn vader blijkt niet zijn echte vader te zijn. Chesal zit op dit moment middenin de zich opstapelende emoties die alle zijn onder te brengen onder de noemer van de onuitspreekbaarheid der dingen, zoals hij het omschrijft.
“De onuitspreekbaarheid zit in het feit dat mijn moeder een relatie bleek te hebben buiten haar huwelijk, van wie ik het product ben, iets wat ze mij nooit heeft verteld. De onuitspreekbaarheid zit ook in het verdriet van mijn vader, die mij moest opvoeden, maar voor wie ik dagelijks het levende bewijs was van het overspel. Ik voel me een troostprijs, die het middelpunt is van liefde en verdriet. Ik ben gemanipuleerd door mijn moeder en probeer medeleven met haar te voelen, wat moeilijk is omdat zij inmiddels is overleden.”
Het feit dat dit Chesal is overkomen, heeft naar eigen zeggen gemaakt dat hij journalist is geworden “Ik wilde altijd speuren, altijd onderzoek doen omdat ik levenslang een basisgevoel had dat er iets niet klopte: someone is not telling me something.”
Trauma nooit weg
Zijn eigen ervaringen, de onthullingen over zijn verleden, maar ook de verhalen van zo vele beschadigde mensen is voor Chesal aanleiding zijn weg verder te zoeken in de journalistiek, ook na zijn ontslag in 2012 vanwege de reorganisatie van de Wereldomroep. Hij wil zich specifiek richten op zaken rond het menselijk lichaam, van seksueel misbruik tot euthanasie en de keuzevrijheid van vrouwen.
 “Een misbruikverleden sluit je nooit af als je de erkenning die je zoekt nooit hebt gekregen. Geen misbruikslachtoffer is er ooit mee klaar, je kunt het niet vergeten, het trauma gaat nooit weg. Het enige dat je kunt doen is er bewust mee omgaan. De onuitspreekbaarheid der dingen, dat is wat ik door de journalistiek bespreekbaar wil maken. Verhalen vertellen aan elkaar, kwetsbaar durven zijn, oog in oog staan met elkaar en van daaruit de acceptatie van mens tot mens, van volk tot volk.”
Robert Chesal – Een verzwegen leven. De dramatische waarheid achter de façade van een gewone familie.Bertram + de Leeuw Uitgevers, 2012, ISBN 9789461560957.
[uit Amigoe, zaterdag 25 mei 2013]
http://4.bp.blogspot.com/-SW9PqEWSif4/UkgCQHJzXkI/AAAAAAAArW4/JYTQJDikZAY/s1600/Een+verzwegen+leven+LR_1.png
Bron: werkgroep caraïbische letteren – Mineke de Vries

Wees niet te bang voor een trauma

Wie een traumatische gebeurtenis meemaakt, heeft vooral behoefte aan warmte en aandacht. Die zijn vaak zelfs belangrijker dan de hulp van een therapeut, meent hulpverlener Luuc Smit.

Traumadeskundige Luuc Smit (1960) schreef een boek over hulpverlening na traumatische ervaringen, zoals een verkrachting, een ernstig verkeersongeluk of bedreiging met de dood.
‘Er wordt van alles gezegd en beweerd over trauma’s. Het woord is populair, het wordt te pas en vaak ook te onpas gebruikt. Dat is tot daaraan toe. Ik vind het alleen jammer dat een trauma als iets onherstelbaars wordt gezien. Van dat idee wil ik de lezers afhelpen. We krijgen last van normale reacties bij een ingrijpende, soms levensdreigende gebeurtenis. Mensen kunnen last krijgen van nachtmerries, herbelevingen, schuldgevoelens, schaamte, huilbuien. Verreweg de meeste mensen die een traumatische ervaring meemaken, hebben genoeg veerkracht om zonder therapeutische hulp hun trauma te verwerken. Een kleine minderheid, 15 procent ongeveer, heeft er wel moeite mee. We spreken dan van een PTSS, een posttraumatische stressstoornis. Hiervoor is specialistische hulp nodig.’

Wat moeten we dan vooral doen?
‘Mensen met een traumatische ervaring hebben warmte en aandacht nodig. Helaas komen ze vaak alleen te staan, doordat een trauma als iets heel bijzonders en exclusiefs wordt gezien. Familie, vrienden, collega’s weten er niet mee om te gaan, ze durven geen belangstelling te tonen. Dat is jammer. Aandacht en steun uit het gezin, de buurt, de kerk kunnen zo veel betekenen voor iemand met een trauma, dat therapeutische hulp misschien niet eens meer nodig is.
Mensen zijn bang voor trauma’s bij anderen, omdat zo’n trauma ook henzelf raakt. Daarom houden ze trauma’s van anderen graag op afstand. Ze blijven er liever buiten. Dat is jammer, want mensen met een trauma hebben aandacht en warmte nodig. Het verhoogt hun veerkracht. Aandacht en warmte moeten thuis verkrijgbaar zijn. Als familie en vrienden die niet geven, omdat ze een trauma eng vinden, of omdat ze bang zijn zaken ‘op te rakelen’ of fouten te maken, is dat zeer te betreuren. Ze onderschatten zichzelf, ze kunnen veel meer betekenen dan ze denken. Dat heb ik met mijn boek willen duidelijk maken.’

Wat is goede aandacht?
‘Goede aandacht is aandacht die gericht is op de ander. Dus niet wat ik belangrijk vind, maar wat de ander belangrijk vindt. Goede aandacht is voelbaar: de ander kan aan m’n ogen zien en aan m’n woorden horen, dat ik echt betrokken ben. Echte betrokkenheid is voelbaar. Als die er niet is, wordt er uit fatsoen of uit sensatie geluisterd, en kan er maar beter niets gezegd worden.
Betrokkenheid heeft te maken met verbinding en verbinden doen we de hele dag. Een caissière die vriendelijk en hulpvaardig is, beleven we anders dan een caissière die je niet aankijkt en alleen plichtmatig iets tegen je zegt. Dat is het verschil tussen verbinden en niet verbinden. Dat verschil kennen we toch allemaal? Verbinden is snappen wat de ander bedoelt, verbinden is serieus genomen worden.’

Slachtoffers van traumatische ervaring zullen niet altijd willen of kunnen praten over wat er met hen gebeurd is, zoals seksueel misbruik of oorlogservaringen.
‘Het is de eerste valkuil in het gesprek met mensen met een traumatische ervaring: denken te weten wat er aan de hand is. Ik krijg mensen in de praktijk die op het eerst gezicht niet eens zo veel hebben meegemaakt. Tot ik hoor welke invloed die ervaring op hun leven heeft. En ik kom mensen tegen die zoiets ergs hebben meegemaakt, dat ik eraan onderdoor was gegaan als het mij overkomen was. Maar zij tonen een enorme veerkracht.
De ernst van een trauma hangt niet alleen af van wat je overkomen is. Het heeft te maken met wie je bent, hoe je bent, hoe je omgeving ermee omgaat, hoe je bent opgevoed, of je gemakkelijk praat over wat voelt, of je rust kunt nemen in je leven, of je weleens over de dood hebt nagedacht, of je al vaker traumatische ervaringen hebt meegemaakt. Al die dingen spelen mee in de manier waarop je met traumatische ervaringen omgaat.
Seksuele delicten zijn moeilijker te verwerken, omdat er een groot taboe op ligt, ook in de hulpverlening. Ik ken een vrouw die vanaf haar dertiende drie jaar lang seksueel misbruikt is door haar achterbuurman, een volwassen kerel. Ze is bij vijf psychologen geweest en bij geen van hen is het ter sprake gekomen. Ze wisten niet wat ze ermee aan moesten.
Ik geloof dan ook niet dat de psycholoog altijd de oplossing biedt voor psychische problemen. Zeg niet te snel: ‘Ga maar naar de psycholoog’ , want de oplossing is niet gegarandeerd. Ik zeg: zoek een deskundige. Zoek een deskundige op het gebied waar jij hulp nodig hebt.’

Uit wat voor soort mensen bestaat die 15 procent die niet genoeg veerkracht heeft om zelf een trauma goed te verwerken?
‘Mensen bij wie traumatische ervaringen zich hebben opgestapeld, lopen meer risico om bij die 15 procent te komen. Hoe je zelf in het leven staat, is ook van invloed. Wie van nature zwaarmoedig is, zal het moeilijker vinden een traumatische ervaring te boven te komen. Leeftijd speelt ook een rol, bij ouderen neemt de psychische veerkracht af. Het maakt ook uit of andere mensen jou iets vreselijks hebben aangedaan, of dat je slachtoffer werd van iets onpersoonlijks als natuurgeweld of een technisch defect. De ramp met MH17 was des te erger omdat ze door mensen werd veroorzaakt, niet door een mankement van toestel. Geloof en levensbeschouwing zijn van groot belang. Het helpt als mensen betekenis kunnen geven aan wat hun overkomen is.’

U behandelt mensen die verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt. Wat doet dat met uzelf?
‘Ik word altijd geraakt als mensen me over hun trauma vertellen. Dat kan ook niet anders. Als ik niet geraakt werd door de ervaringen van patiënten, zou ik geen goede hulpverlener meer zijn. Ik huil niet met een cliënt mee, maar ze zien wel dat ik geraakt ben. Soms raakt het me zo wat ik gehoord heb, dat ik er ook over moet praten. Dan deel ik het met mijn vrouw, en kan ik weer verder.’

Hoe blijft u in evenwicht?
‘In mijn agenda maak ik altijd eerst ruimte voor rust en ontspanning, dan pas voor overige bezigheden. Rust en ontspanning mogen nooit een restpost zijn. Ik doe twee- of driemaal per week aan sport en beweging, samen drie uurtjes in de week. Als ik het niet doe, zit ik minder goed in mijn vel en functioneer ik slechter. Verder gezond eten, genoeg slapen. Kortom: zorg goed voor jezelf, dan dien je anderen het best.
En de sjabbat is heilig voor mij. Op vrijdagmiddag gaat de stekker er uit, en die gaat er zaterdagavond pas weer in. Als ik niet de sjabbat zou onderhouden, zou ik dit werk niet kunnen doen. Dat was ik nu zwaar ziek of overspannen. In het mooiste geval deed ik de helft van wat ik nu doe. Wie zeven dagen in de week werkt, werkt hooguit zeventig procent.

Wie is Luuc Smit?
‘Ik ben docent aan de Hogeschool Zeeland, afdeling Social Work, gespecialiseerd in trauma en verliesverwerking. Dat doe ik nu acht jaar. Daarvoor zat ik in het welzijnswerk. Ik ben directeur van slachtofferhulp en hoofd van de gezinsvoogdij geweest. Bij Jeugdzorg heb ik een afdeling jeugdreclassering opgezet. Ik heb ook radioprogramma’s gemaakt voor de Omroep Zeeland, altijd met een serieuze ondertoon. Voor het programma Het geheim van de Smit interviewde ik mensen een uur lang over hun leven, hun overtuigingen en hun levensdoel.
Bij de Joodse Omroep op Radio 5 heb ik ook zo’n programma gehad, Aan tafel met Luuc Smit. Nu ben ik bezig met een televisieprogramma waarin cliënten over hulpverlening praten. Als er iets misgaat in de hulpverlening, komt dat meteen in beeld. Over de vele dingen die goed gaan in de hulpverlening, hoor of zie je weinig. Dat zit me vaak dwars. In mijn televisieprogramma wil ik positieve en toch realistische verhalen laten horen over de hulpverlening. Na vijf jaar voorbereiding zijn we de programma’s nu aan het opnemen.
Verder hebben mijn vrouw en ik een praktijk aan huis. Ik voer therapeutische gesprekken met mensen die moeite hebben met het verwerken van een traumatische ervaring. Ten slotte ben ik voorzanger van de Joodse Gemeente in Zeeland, in de synagoge in Middelburg. Op sjabbat en tijdens Joodse feesten zing ik de psalmen en gebeden voor.’

Trauma en veerkracht. Hulpverlenen bij schokkende gebeurtenissen
Luuc Smit. Uitg. SWP, Amsterdam 2014. 144 blz. € 24,90

Bron: Interview in dagblad Nederlands Dagblad
geplaatst: 17-10-2014
auteur: Willem Bouwman

Een kostenberekening.

Via een vriendin kreeg ik een gedichtenbundel van de hand van Dieke de Jong. Titel: Verlangen naar huis. [ISBN 978-90-484-2920-2]

In een eerdere bericht publiceerde ik al een gedicht van Dieke. Ik schreef daarbij dat ik veel herkenning ervaar. Ook mijn leven is “voorbijgegaan”, niet tot zijn bestemming gekomen. Dus niet de baan of het werk dat misschien wel voor mij zou zijn geweest. Veel onkosten en of derving van inkomsten door therapieën, ziektekosten e.d. Dieke beschrijft in haar boek in een brief aan de dader wat het haar allemaal heeft gekost [en nog kost]. Een kostenberekening dus…

Heb jij herkenning? Ik wel….

Hallo dader,

Alweer achtenveertig jaar geleden heb je mij verkracht met geweld en onder bedreiging. Misschien, ik hoop het, was ik de enige met wie je dat gedaan hebt. Heb je het ook met andere meisjes gedaan, dan schrijf ik je deze brief ook namens hen.

 Wat je waarschijnlijk niet weet, is welke impact die daad op mijn leven heeft gehad. Zelfs nu nog zijn de sporen daarvan merkbaar, en een deel gaat nooit over. Wat kapot is blijft beschadigd. Ik weet niet wie je bent, je was voor mij een onbekende jongen, en daarna heb ik je nooit meer gezien, ik weet niet of je open staat voor mijn verhaal. Vind je het gezeur en geklaag? Gedateerd? Een gesloten boek? Gezemel over gevoelens die opgeblazen worden om meer effect te krijgen? Ziekelijke zucht naar aandacht, of een manier om jou een schuldgevoel aan te praten? Ik weet dat het niet zo is. Onder mijn verhaal staat een stukje uit een krantenartikel dat genoeg zegt.

Misschien heb je echt spijt, en is je leven niet goed verlopen. Elke daad heeft hoe dan ook een gevolg heb ik gemerkt. Hoe je ook bent, wat er ook gebeurd is in je leven, het is tijd een rekening op te stellen. Omdat ik niets weet over jou, houd ik het zakelijk. Smartengeld laat ik er buiten, maar ik kijk naar de financiële gevolgen die zijn voortgevloeid uit jouw daad.

Je werpt me tegen dat het niet zo’n vaart had gelopen als ik niet zo was zoals ik ben, dat er heel veel kinderen rondlopen die er geen trauma’s aan over zouden hebben gehouden. Dit is een raar argument. Net zoiets als een kleuter verwijten dat ze haar been heeft gebroken bij een botsing, waarbij een stevige kerel slechts een paar blauwe plekken zou hebben opgelopen. Feit is dat je niemand moet aanrijden. Feit is dat je jegens mij een buitengewoon agressieve daad hebt gepleegd die zijn gevolgen heeft gehad.

 Hier volgt een globale lijst van kosten die ik gedurende mijn leven heb moeten maken om het hoofd boven water te kunnen houden. De oorzaak van de klachten zijn gerelateerd aan jouw daad van 48 jaar geleden.

 —————————-

Omdat ik zo jong was, zijn gevoelens als angst, woede in mijn lichaam opgeslagen. Ze verbaal uiten kon ik niet, want ik bezat toen niet de woordenschat om uit te spreken wat er was gebeurd. Onverklaarbare pijnen, lichamelijke spanningen, ziekten zonder oorzaak. In het gangbare circuit kom je daar niet ver mee. Dus de homeopaten en andere genezers zijn vaak bezocht. En alles hielp. Maar omdat de werkelijke oorzaak niet werd aangepakt, kwamen dezelfde ziektes en ongemakken telkens weer terug, en bleef behandeling noodzakelijk.

 Geschatte kosten: 

Per jaar € 500,00

Aantal jaren hulp gehad tot nu toe: 25

25 x 500 = € 12.500                                                     € 12.500

——————————– 

Als gevolg van ziektes, depressies en angsten, is het me nooit goed gelukt een carrière op te bouwen. Het omgaan met deze aandoeningen kost enorm veel tijd en energie. Bovendien was het de vraag wat ik eigenlijk wilde. Die vraag stuitte bij mij op een blokkade die het gevolg was van de verkrachting door jou. Het was slikken of stikken, doen wat jij wilde of doodgaan. Het uiten van een eigen wil was levensgevaarlijk, heb ik toen geleerd. Ik doe vaker wat anderen van mij willen, dan wat bij mij past of goed voor mij is.

Bij de schatting houd ik rekening met mijn mogelijkheden (ben redelijk slim, getalenteerd) en de carrières van mijn broers en zus die allemaal maatschappelijk geslaagd zijn en onder dezelfde omstandigheden als ik zijn opgegroeid.

 Geschatte gederfde inkomsten:

Per jaar: € 5000

(gemiste carrièrekansen, onvermogen mijn werk op (financiële ) waarde te schatten)

Aantal werkzame jaren: 20

(zorgjaren voor kinderen niet meegerekend)

20 x 5000= € 100.000                                       € 100.000

——————————-

Naast de lichamelijke klachten had ik ook veel psychische klachten. Ook hiervoor heb ik de ene therapie na de andere gevolgd. In het reguliere circuit, maar ook in het alternatieve. Van schreeuwtherapie ( om mijn woede te reguleren) tot therapie die leidt tot zachte ontspanning,  hypnotherapie, gestalttherapie, speiertherapie,  weekendgroepen, filosofische benadering, noem maar op. Alle beetjes hielpen. Zoals mijn broer zei: je komt er na elke therapie weer leuker uit. 

 Geschatte kosten:

€ 6000,00                                                         € 6000,00

——————————- 

Het is bekend dat vrouwen met een verleden waarin misbruik voorkomt vaak relaties aangaan met mannen die een garantie geven op verdriet en verlies. Ikzelf ben hier geen uitzondering op, en was niet in staan een gezonde, gelijkwaardige relatie aan te gaan. Kwam een goede man te dichtbij, dan werd ik bang en ging er als een haas vandoor. Behalve al het hartzeer kost een negatieve relatie ook veel geld,  want je krijgt geen problematische relatie met iemand die zijn leven goed op orde heeft.

 Geschatte kosten:

Verlies kapitaal:             € 5500,00

Verlies pensioenopbouw:          € ? er is niets opgebouwd

Overige kosten:€ 35.000

€ 5500 + € 35000=€ 40.500                  € 40.500

 ———————————

Ook gewone vriendschappen zijn problematisch. Ik heb wel twee vriendinnen, maar door mijn hyperactieve altijd bezig zijn, en pendelen tussen grote activiteit en totale uitputting, heb ik geen tijd of energie om die mogelijk waardevolle vriendschappen te onderhouden. Ik heb gelezen dat dit vaker voorkomt als gevolg van misbruik, dus ik opper het hier als kostenpost.

De kosten bestaan uit een te klein netwerk van vrienden en kennissen waardoor mijn gezondheid, welbevinden, op een onwenselijk laag pitje blijven. Hierdoor moet ik vaker betaalde hulp inschakelen.

Geschatte kosten:

Kosten door eenzaamheid:        € 200

Aantal jaren: 30

30 x 200= 6000                                                € 6000

——————————-

Totale schatting tot nu toe:                                € 165.000

 Als verantwoording van bovenstaand kostenplaatje heb ik hieronder een artikel geplaatst.

Uit: BN de Stem, 27 maart 2010

 ‘DEN HAAG – De samenleving betaalt een hoge prijs voor ernstig seksueel misbruik. Jaarlijks kost dat de maatschappij tussen de twee en drie miljard euro.

Dat zeggen misbruikexperts Thomas Bolm, psychiater bij ggz-instelling Altrecht, en Martijne Rensen, directeur van het Landelijk Centrum voor Vroegkinderlijke chronische Traumatisering (LCVT).

De kosten lopen zo hoog op, omdat slachtoffers vaak langdurig niet kunnen werken en veel hulp nodig hebben. Zij doen drie keer zo vaak een beroep op de zorg als niet-slachtoffers. Ernstig seksueel misbruik komt op brede schaal voor. In Nederland worden jaarlijks tussen de 140.000 en 160.000 kinderen mishandeld. Een deel van hen wordt seksueel misbruikt. Dertig tot veertig procent van deze slachtoffers wordt misbruikt door familieleden, de helft door iemand die ze goed kennen en vertrouwen. Slechts tien procent van de slachtoffers kende de dader niet.

Slachtoffers van misbruik lopen later vaak niet met hun verleden te koop maar houden er wel lichamelijke en geestelijke klachten aan over. De gevolgen van ernstig misbruik kunnen verwoestend zijn voor hun verdere leven.

Slachtoffers zijn vaak zwaar getraumatiseerd, hebben meer depressies en zelfmoordneigingen dan anderen, ontwikkelen soms een persoonlijkheidsstoornis, of raken verslaafd aan de drugs of alcohol.’

 

Ik wil ook smartegeld

Via een vriendin kreeg ik een gedichtenbundel van de hand van Dieke de Jong. Titel: Verlangen naar huis. [ISBN 978-90-484-2920-2]

Ik las het min of meer nonchalant als het “zoveelste boek” geschreven vanuit de belevingswereld van een slachtoffer van seksueel misbruik. Tot ik op pagina 37 getroffen werd door het gedicht “Ik wil ook smartegeld”. De tekst raakte mij diep, ik ervoer er zoveel herkenning in. Hoewel geschreven door een vrouw en dus vanuit haar belevingswereld, is de tekst ook zo universeel.

 

Ik wil ook smartegeld

 

Genoegdoening

Voor de jarenlange angst.

Voor de jarenlange buikpijn.

Voor de niet aflatende misselijkheid.

Voor de voortdurende alertheid op gevaar.

Voor de angst voor dichtslaande deuren.

Voor de schade opgelopen door verkeerde relaties.

Voor het onvermogen te kunnen ontspannen.

Voor de inprenting verliezer te zijn, want zwak.

Voor de haatverhouding met mijn lichaam.

Voor de angst voor conflicten.

Voor een leven met een slot op mijn vermogens.

Lof der hunkering

lofderhunkeringBoek geschreven door Walter Bargenta

Is de hoofdpersoon verknipt geraakt door misbruik in zijn jeugd of speelt zijn aanleg hem parten? In de intieme omgeving van een sauna vertelt hij zijn levensverhaal. Vanuit het perspectief van een tienjarige komt het langdurig misbruik door een huisgenoot aan bod, waarbij geen detail de lezer bespaard blijft. Als volwassene kost het hem moeite contacten te leggen en daarom grijpt hij de kans om zich als notaris te vestigen op `het eiland . Daar voelt hij zich beter thuis door de warme relatie met zijn chef. Hier huwt hij een Colombiaanse prostituee, moeder van twee kinderen. Op den duur vlucht hij steeds meer in zijn fantasie, met groeiende twijfel over zijn seksuele geaardheid.

 

Recentie door Peter John Schouten:

Het klopt helemaal.

Ik heb “lof der hunkering” dit weekend gelezen en ik lees het leven van iemand
die traumaseksueel is en die lijdt aan een psychische dwarslaesie.
Ik lees mijn eigen theorie terug, mijn eigen ervaringen en over al de mannen in mijn praktijk.

De vraag aan het eind van het boek of zo’n leven te maken heeft met seksueel misbruik
is echter voor mij al jaren geen vraag meer. Ik heb in mijn praktijk al meer dan 500 mannen gezien
die een soortgelijk leven leiden. Met veel varianten, maar uiteindelijk blijven de thema’s hetzelfde.

Het boek beschrijft niet de gevolgen van een “gewoon trauma” (bijvoorbeeld invalide worden door een dronken automobilist)
maar van een seksueel trauma en die combinatie (seks+trauma) is duivels. Naar mijn idee een vijf sterren trauma.
Een schokkende ervaring met lustgevoelens die is binnengedrongen via al de zintuigen en die doorgaat tot op de bodem van het bestaan.
En direct daarna je bestaan gaat beïnvloeden. Deze website gaat daar helemaal over.

Gedurfd en waardevol
In zijn ervaringen is de hoofdpersoon dus helemaal niet de enige op de wereld. Maar het naar voren brengen van de details van de seksuele (indentiteits-)verwarring en de daarbij horende verlangens is gedurfd en waardevol.
Maar doordat het boek onder pseudoniem is geschreven en als fictie wordt gebracht kan de lezer nog ontsnappen aan de realiteit.
Ook worden we betrokken bij de geheimhouding. Dat is ook typisch een aspect van het misbruik: we moeten het voor onze heling met anderen delen
maar de consequenties houden ons tegen. We willen anderen beschermen, ook de dader en zijn familie.

Ik hoor deze geheimen, die mannen vaak in stilte met zich meedragen en enorm mee worstelen, dagelijks in mijn therapeutisch werk.
Er is trouwens wel iets aan te doen.

Als aanvulling op het boek zou ik willen zeggen dat de oorzaak van het verlangen naar een jongen of man zijn oorsprong heeft in de gespletenheid
die seksueel misbruik veroorzaakt. Een deel van het zelf (van de persoonlijkheid) gaat naar de achtergrond. Populair gezegd: “je raakt jezelf kwijt”.
daardoor ga je op halve kracht leven en ben je makkelijk „gebruikbaar” door anderen.
In de beschrijving van het seksueel misbruik van de tienjarige jongen komt dit goed naar voren. Ik wil het wel / ik wil het niet. Maar het gebeurde wel.
Ook de uitgestelde walging die zich na afloop ontlaadt en het organiseren van het geheim zijn prachtig beschreven.

Frozen kid kan wel ontdooien
Waar de hoofdpersoon naar zoekt en verlangt is het deel in zichzelf dat zich niet wilde laten aanraken, dat deel dat tijdens het misbruik naar de achtergrond verdween. Dit “frozen kid” deel zoeken seksueel misbruikte mannen vaak buiten zichzelf in jongens van de leeftijd waarin ze zelf misbruikt werden. Daar wordt het echter nooit gevonden. in deze zoektocht naar zichzelf kan een slachtoffer zelf als dader nog meer frozen kids. (de bijna-scene op de boot)

De oplossing is (o.a. in therapie) dit bevroren kind weer te laten ontdooien en de van innerlijke dubbelheid weer een eenheid te maken.

Dat kan en dat is hoopvol.