Oranje kazerne: Defensie liet steken vallen

Defensie liet steken vallen bij de interne aanpak van misstanden op de kazerne

Gebrekkige hulpverlening, interne onderzoekcommissie die niet onafhankelijk was (ik had niet anders verwacht van een interne onderzoekcommissie), documentatie die niet compleet is, sommige klachten die niet onderzocht zijn, etc. etc. zo bericht de commissie Giebels. Deze doet onderzoek naar de sociale veiligheid in die kazerne na klachten van seksueel misbruik.

Ik denk dan: weer een meldpunt, weer een onderzoekcommissie, weer een “onafhankelijk” onderzoek, weer beschadigende aanpak van slachtoffers, weer een doofpot van misbruik. Het ene onderzoek na het andere.

Uit welke hoek komt de volgende klapper? Leger des Heils ? Daar kondigde zich al iets aan. Scouting? Moet je je niet over verbazen. Zeilscholen of zomerkampen? Goed mogelijk. Al weet je het nog niet precies waar het vandaan komt: je weet dat er weer een komt !

En wat doen we ermee? Nog maar een meldpuntje en doe maar weer een commissietje? Met aan het hoofd weer een prima opgeleid wetenschappertje die zich dat onderzoekje op zijn cv-tje kan schrijven?

Of gaan we het nu eindelijk eens aanpakken alsof we echt de onderste steen boven willen halen over wat er toch in onze maatschappij aan de hand is. Naar het voorbeeld van Australië misschien? Waar de overheid het besluit nam een samenleving-breed onderzoek te starten en daarin niemand te ontzien. Ook zichzelf niet.

Wijsheid van de dag:

“De onderste steen komt niet boven, want dan stort de hele Nederlandse overheid in”

Tienduizenden kinderen seksueel misbruikt in Australië

rockEen vijf jaar durend onderzoek naar seksueel misbruik van kinderen in Australië is afgerond. “Tienduizenden kinderen zijn misbruikt in verschillende instituten, we zullen het exacte aantal nooit weten”, is een van de conclusies van het eindrapport.
Een commissie onthulde bewijzen van seksueel misbruik binnen onder meer scholen, kerken en sportclubs. Sinds 2013 zijn 2.500 beschuldigingen door de commissie doorverwezen naar de autoriteiten. De meeste beschuldigingen werden geuit naar geestelijken en leraren. De meeste misbruikgevallen werden gerapporteerd binnen de kerk.

De onderzoekers doen in het eindrapport meer dan vierhonderd aanbevelingen. “Het is niet zo dat het slechts gaat om een paar ‘rotte appels’. De grootste instellingen van de samenleving zijn ernstig tekortgeschoten”.

Kinderveiligheid
Een landelijke invoering van een strategie om seksueel misbruik van kinderen te voorkomen is een van de belangrijkste aanbevelingen. Ook moeten er preventieve trainingen komen voor kinderen op scholen en moet er een landelijk kantoor komen voor kinderveiligheid dat wordt aangestuurd door een minister van de regering.

Volgens de Australische premier Malcolm Turnbull heeft de commissie een “nationale tragedie” blootgelegd. “Het is een buitengewone oefening in liefde. Ik dank de commissieleden en diegenen die de moed hebben gehad om hun verhalen te delen”, zei Turnbull bij de presentatie van het onderzoeksrapport.

Straffen voor ontucht met kinderen te vaak onvoorspelbaar

kaft-ontucht-voor-de-rechter_tcm23-95679Rechters in ontuchtzaken maken onvoldoende duidelijk hoe ze tot hun straffen komen. De rechter noemt allerlei factoren in zijn strafmotivering, maar vermeldt er vaak niet bij hóe deze factoren leiden tot de op te leggen straf. ‘Als de rechter bijvoorbeeld ingaat op de jonge leeftijd van het slachtoffer, betekent dit dan voor de dader een langere straf? Dit wordt vaak niet duidelijk’, aldus Nationaal Rapporteur Corinne Dettmeijer. Naast meer helderheid in de strafmotivering is ook meer uniformiteit in de strafoplegging nodig. Voor zowel daders als voor slachtoffers moet het begrijpelijk zijn waarom een straf wordt opgelegd. In haar onderzoek ‘Ontucht voor de rechter’ pleit Dettmeijer daarom voor een landelijk kader voor straftoemeting in ontuchtzaken.

De rechter veroordeelt jaarlijks ruim driehonderd daders voor het plegen van hands-on ontucht met een kind. Het gaat hierbij om zedendelicten waarbij sprake is van fysiek contact tussen dader en slachtoffer zonder dat daarbij geweld of dwang wordt uitgeoefend. Op het plegen van ontucht met een kind staan maximum gevangenisstraffen van zes tot twaalf jaar. Uit het vandaag gepubliceerde onderzoek van Nationaal Rapporteur Corinne Dettmeijer blijkt dat deze strafmaxima in de praktijk bij lange na niet worden opgelegd. Zo krijgt bijna de helft (43%) van de volwassen daders geen gevangenisstraf, maar een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf of een taakstraf. Eén op de vijf volwassen daders krijgt een gevangenisstraf die een jaar of langer duurt.

Landelijk kader nodig
Er is geen patroon te ontdekken in de factoren die de rechter noemt in zijn strafmotivering. Ook is vaak onduidelijk hoe zwaar deze factoren wegen, en of bepaalde factoren voor een lichtere of juist zwaardere straf zorgen. Dettmeijer: ‘Waar de rechter in de ene zaak oordeelt dat de lange duur van het misbruik tot een hogere straf leidt, besteedt de rechter in andere zaken hier in het geheel geen aandacht aan.’ Dit biedt weinig houvast voor de dader, voor het slachtoffer en de maatschappij. Het is van belang dat de straffen transparant en begrijpelijk zijn, en daardoor beter voorspelbaar. ‘Daarom moet er een landelijk kader komen voor de straftoemeting in ontuchtzaken.’

Wanneer krijgt een ontuchtpleger een langere gevangenisstraf?
Het onderzoek laat ook zien dat vier factoren statistisch gezien van grote invloed zijn op de duur van de gevangenisstraf. De rechter legt een langere straf op als het OM een langere straf eist, als er minimaal één slachtoffer jonger dan twaalf jaar misbruikt is, als minimaal één van de slachtoffers een jongen is, en als er tijdens het misbruik sprake is van binnendringen met een geslachtsdeel.

Eerdere veroordeling speelt geen rol
Opmerkelijk is dat enkele factoren tegen de verwachting in géén rol spelen bij de hoogte van de straf. ‘Als de dader al eerder werd veroordeeld voor een zedendelict dan zou je verwachten dat dit een langere gevangenisstraf oplevert. Dit is nu niet het geval’, aldus de rapporteur. Ook andere factoren blijken niet van invloed te zijn op de strafhoogte. De wetgever heeft bepaald dat sommige omstandigheden extra zwaar bestraft kunnen worden, bijvoorbeeld als iemand een kind misbruikt dat aan zijn zorg is toevertrouwd. Denk aan een ouder of een leraar. ‘Toch zien we dat deze daders gemiddeld niet zwaarder worden gestraft.’

 

Nieuwsbericht | 14-9-2016 | 05:00
Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen.

Slotmonitor Commissie Deetman

Voor mijn commentaar op de Slotmonitor van dhr. Deetman, vraag ik je heel even terug te denken aan waar het nou ook weer allemaal om ging. Wat was ook alweer het uitgangspunt van het onderzoek door de Commissie Deetman? Wie zou het ook alweer moeten dienen ? Voordat je de Slotmonitor leest is het goed die vragen weer even scherp te hebben…

Als ik het me nog goed herinner had het uitgangspunt iets te doen met “genoegdoening en erkenning voor de slachtoffers”. Zou “de laatste steen boven” komen en zou alles voor iedereen “op het dorpsplein” zichtbaar zijn. Prachtige uitspraken bedacht door  iemand die gewend is in één klap heel veel mensen te manipuleren en op het verkeerde been te zetten: dhr Wim Deetman.

Door de wol geverfd in politiek Den Haag en vanuit zijn christelijke geloofsovertuiging zowiezo aan de kant van de organisatie die hij moest onderzoeken, in opdracht van henzelf, wel te verstaan…

Als je dan de slotmonitor (of ‘snotmonitor’) leest, met in je achterhoofd het eindrapport van de 1ste Commissie Deetman, het Vervolgonderzoek en de eerdere Monitor rapportage, dan kan het bijna niet anders dan dat je op de zelfde conclusie komt als ik: “Wat zijn we toch prachtig ingepakt met z’n allen !”

Genoegdoening en erkenning ?
Op slinkse wijze zet de Commissie Deetman de verkrachting van duizenden kinderen in het licht van de seksuele revolutie en  het losbandige leven (mijn ouders denken daar heel anders over !!!) van die tijd. En dat lijfstraffen bij de standaard opvoeding van die tijd hoorden, dus ook genadeloos toegepast werden door de opvoedende geestelijken. Tegen die achtergrond is het dus net alsof het heel gewoon was voor die tijd om je aan kinderen te vergrijpen. Slachtoffers dubbel genaaid: toentertijd door die pater, priester, broeder of non en nu nog even dunnetjes over gedaan door Deetman. Dank u wel, meneer Deetman.

In de monitor lees ik dat dhr Deetman en dhr Kreemers beide de behandeling van een klacht door de Klachtencommissie van het Meldpunt bijgewoond hebben. Zij waren het er beide over eens dat de klagers met empathie en respect behandeld werden. Er was zelfs een overste van een kloosterorde aanwezig ! Prima werk gedaan Klachtencommissie…
Dat velen van ons een heel andere behandeling ‘genoten’ hebben. Dat manipulatie, intimidatie en respectloze omgang met de betrokkenen aan de orde van dag waren is daarmee van tafel geveegd. Dank u wel, meneer Deetman

Wat vond ik het fijn te lezen dat mevrouw dr. P.J. (Nel) Draijer op basis van de informatie verkregen van de melders een onderzoek heeft kunnen doen en zelfs in wel drie internationale tijdschriften heeft kunnen publiceren. Mooi voor mevrouw Draijer. Iets minder voor de betrokkenen, omdat het doel, en dus de uitkomst, van dit wetenschappelijk onderzoek was te bewijzen dat slachtoffers van seksueel misbruik altijd liegen. Ik dacht eigenlijk dat dhr Pieter Kalbfleisch (ander lid van de commissie Deetman die over dit zelfde onderwerp al internationale faam geoogst heeft) een patent had op deze stelling, maar vanwege de goede samenwerking in de commissie Deetman heeft hij even een stapje terug gedaan denk ik. Dank u wel, mevrouw Draijer. Dank u wel meneer Deetman.

Verder loopt ook deze monitor, net als eerdere rapportages van die z.g. onderzoekscommissie, weer over van het “onderzoek-snot” (vanuit het perspectief van de betrokkenen bekeken) en is er niets te vinden dat mij een gevoel van “genoegdoening” of ‘erkenning” geeft. Nou ben ik daarvoor gelukkig niet van de commissie Deetman afhankelijk, want daar heb ik zelf al voor gezorgd, maar niet iedereen is zo gelukkig ! Het zal dus wel allemaal niet gebeurd zijn, niet zo erg zijn, die kerkinstelling helemaal niet zo slecht zijn, de hulpverlening prima geregeld zijn en verdiend dit onderwerp ook van onze overheid geen extra aandacht… Dank u wel, meneer Deetman ! Mooi stukje op je CV geschreven, de katholieke kerk lacht u toe.

Ik lees niet meer verder, ga een teiltje zoeken en kijk ook niet uit naar de komende acties van onze overheid, want dit levert mij afgezien van negatieve energie helemaal niks op. Voor wie een sterkere maag heeft dan ik, hierbij het monitor rapport.

De Slotmonitor

Regeling misbruik jeugdzorg nodig

Aaldert van Soest

Slachtoffers van seksueel misbruik in de jeugd- en pleegzorg moeten voor genoegdoening dezelfde mogelijkheden krijgen als gedupeerden in de Rooms-Katholieke Kerk.

Den Haag

Dat staat in de slotmonitor van de commissie-Deetman, die het misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk onderzocht. Na de verschijning van zijn onderzoeksrapport in 2011 bleef commissievoorzitter Wim Deetman toezicht houden op de afhandeling van misbruikklachten. Dinsdag verscheen zijn laatste rapportage daarover en vandaag spreekt de Tweede Kamer met Deetman over het misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk.

In zijn slotmonitor schrijft Deetman onder meer over misbruikklachten die aanvankelijk werden afgewezen vanwege gebrek aan bewijs. Veel van die verhalen waren echter wel authentiek en geloofwaardig. In een ‘slotactie’ liet de kerk 249 van deze zaken opnieuw bekijken en werden er 144 alsnog gehonoreerd. De klagers kregen gemiddeld 5000 euro.

Iets dergelijks moet ook buiten de kerk gebeuren, vindt Deetman. In 2012 verscheen een rapport over grootschalig seksueel misbruik in de jeugd- en pleegzorg. Het percentage klachten dat daar wordt afgewezen vanwege gebrek aan bewijs, ligt hoger dan in de Rooms-Katholieke Kerk en de financiële tegemoetkomingen zijn beduidend lager. Deetman vindt dat de ‘slotactie’ in de Rooms-Katholieke Kerk navolging verdient. ‘Naar de maatstaf van rechtvaardigheid is te hopen dat afgewezen slachtoffers van seksueel misbruik in de jeugd- en pleegzorg ook zo’n mogelijkheid voor erkenning en genoegdoening krijgen’, stelt hij.

Bron: Nederlands Dagblad: https://www.nd.nl/nieuws/geloof/regeling-misbruik-jeugdzorg-nodig.1835381.lynkx

Lees meer

Test jezelf

Nieuw!

enquetescherm-1-495x400Heb ik de kenmerken van Traumaseksualiteit? Lijd ik aan een Psychische dwarslaesie?
Je kunt er op deze site van alles over lezen. Vanaf vandaag kun je jezelf ook testen! Ga naar traumaseksualiteit.nl, lees de instructies en vul in. Je krijgt na het invullen direct je score. Anoniem.

Drie vragenlijsten zijn bestemd voor mannen. De vrouwenlijsten zijn in de maak: maar we hebben nu ook de eerste traumaseksualiteit – vrouwen online.

Je kunt ook testen hoe ver je bent met het verwerken van je seksueelmisbruik-ervaring(en).

Ga naar TRAUMASEKSUALITEIT.NL om jezelf te testen.

Namens het Team Vragenlijsten seksueel misbruik,

Ton Leerschool

Seksueel misbruik minderjarigen vrijwel altijd door bekenden

Nationaal Rapporteur: “Dé ontuchtpleger bestaat niet”

In haar onderzoek “Ontucht voor de rechter”, waarvan het eerste deel vandaag verschijnt, schetst Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen een gedetailleerd beeld van ontuchtzaken die door de rechter worden behandeld. Ontucht met kinderen neemt vele gedaantes aan, het is dan ook niet mogelijk een beeld van de typische ontuchtpleger te schetsen. Duidelijk is dat de maatschappelijke focus niet past bij de feiten. In weerwil van het stereotype beeld van de onbekende dader, blijkt de dader van fysiek seksueel misbruik van kinderen meestal een bekende van het slachtoffer: een familielid, vriend, of kennis. Daarnaast zijn het niet alleen volwassenen die het misbruik plegen: één op de zes daders is zelf nog minderjarig. Ook het beeld dat daders vaak veel slachtoffers misbruiken, moet worden rechtgezet: de meeste daders worden veroordeeld voor het misbruiken van één kind.

Nationaal Rapporteur Corinne Dettmeijer: “Het is een grote angst van ouders dat hun kind ooit slachtoffer wordt van seksueel misbruik. Veel ouders waarschuwen hun kinderen voor kinderlokkers, en zijn alert waar hun kind in contact komt met bijvoorbeeld mannen die werken in de kinderopvang of als zwemleraar. Door zoveel nadruk te leggen op vreemden en mannen die met kinderen werken zie je slachtoffers en daders over het hoofd.” Het onderzoek toont aan dat maar een klein deel van de slachtoffers (7%) wordt misbruikt door een volslagen vreemde. In verreweg de meeste gevallen gaat het om een dader uit de eigen familie- vrienden- of kennissenkring van het slachtoffer.  Lees meer

Internationaal onderzoek naar slachtoffers kinderpornografie

Meer inzicht nodig in gevolgen en hulpbehoeften op lange termijn Nieuwsbericht | 28-01-2016 De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, het Canadian Centre for Child Protection en andere partners kondigen vandaag een nieuw internationaal onderzoek naar slachtoffers van kinderpornografie aan. Het onderzoek moet meer inzicht verschaffen in de hulpbehoeften van slachtoffers van deze […]

Onderzoeksverslag van Drs.Th Kroon naar Klachten- en Compensatieprocedure van het Meldpunt Misbruik RKK

 

Op 27 januari j.l. heeft Theo Kroon zijn onderzoeksverslag”’n weg naar erkenning, genoegdoening en compensatie”,m.b.t de behandeling van de klachten van seksueel misbruik door zowel de klachtencommissie als ook de compensatiecommissie van het Meldpunt Misbruik RKK, aangeboden aan de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie.

De belangrijkste conclusies:

  •  Zaken waarbij sprake is van een nog levende aangeklaagde lijken anders te worden beoordeeld door de klachtencommissie.
  • de zgn. Lindenbergh regeling kent  geen definitie van aanranding (deze zaken komen juist veelvuldig voor) met als gevolg dat er bij de compensatiecommissie een vorm van willekeur lijkt te ontstaan bij de uitspraken in deze “aanrandingszaken”.
  • De doorlooptijden bij zowel klachten- als compensatiecommissie zijn nog steeds onnodig lang

Lees hier het hele verslag:

Onderzoeksverslag

“Komt dat echt door vroeger?”- de gevolgen van kindermishandeling op lange termijn

Op 17 november 2014 organiseerde Stichting Geheim Geweld een themadag over de gevolgen van kindermishandeling op lange termijn. Kindermishandeling is een breed begrip: het gaat over verwaarlozing, fysieke mishandeling en seksueel misbruik, of een combinatie hiervan. Wanneer mensen in hun jeugd te maken hebben gehad met mishandeling, leeft vaak de behoefte om het verleden af te sluiten en achter zich te laten. Het is een mechanisme dat ook in de maatschappij sterk aanwezig is. Niet langer achterom kijken, maar vooruit, naar de toekomst die je zelf handen en voeten kunt geven.

Onverklaarbare klachten

Helaas blijkt dit mechanisme van vergeten en verzwijgen vaak niet te werken. Op volwassen leeftijd kampen slachtoffers van kindermishandeling geregeld met onverklaarbare angsten, met moeite om relaties aan te gaan of vast te houden, met een laag zelfbeeld en met wantrouwen naar medemensen. Het blijkt dat de lichamelijke en geestelijke klappen die mensen in hun jeugd hebben opgelopen kunnen leiden tot psychische problemen die een leven lang meegaan.

Om het geweld te kunnen overleven, maken slachtoffers gebruik van overlevingsstrategieën. Manieren om de bedreigende en moeilijke periode door te kunnen komen. Deze patronen of overlevingsmechanismen zijn in de context van geweld noodzaak. Het laat de kracht en overlevingsdrang van slachtoffers zien. Buiten de context van de mishandeling zijn deze patronen echter minder adequaat en kunnen zelfs een tegenovergesteld effect hebben. Vandaar dat dit het thema was op de lotgenotendag van de Stichting Geheim Geweld: ‘Patronen doorbreken’.

In de inleiding op de themadag gaf de voorzitter van de stichting, mr. Gretha Kostwinder, aan dat er in de samenleving een gebrek is aan begrip en aandacht voor de gevolgen van mishandeling op lange termijn. Dr. Elise van de Putte en prof. dr. Bernet Elzinga bevestigden in hun lezingen de noodzaak van goede aandacht voor die gevolgen, zodat overleven leven kan worden.

Narratieve geneeskunde

Dr. Van de Putte is kinderarts sociale pediatrie en lid van de Taskforce Kindermishandeling en Seksueel Misbruik. In haar betoog benadrukt ze het belang van het erkennen en herkennen van de doorwerking van trauma’s in de kindertijd. Narratieve geneeskunde vraagt niet alleen naar de klachten waarmee mensen zich bij de arts melden, maar vraagt ook naar het levensverhaal van de patiënt en eventueel van de nabije zorgverleners. Verschillende studies laten een aantoonbare relatie zien tussen mishandeling en gevolgen op de lange termijn. Die gevolgen betreffen niet alleen psychische klachten zoals angsten en depressies, maar ook lichamelijke klachten, zoals bewegingsklachten, onverklaarbare vermoeidheid en dergelijke.

Een belangrijk aandachtspunt in de narratieve geneeskunde is het hechtingspatroon van de patiënt. Ruim de helft van de patiënten vertoont een veilig (autonoom en adaptief) hechtingspatroon. Het betekent dus dat de andere helft te maken heeft met een hechtingspatroon dat in meer of mindere mate onveilig is. Dat heeft gevolgen op twee niveaus: de arts zal goede aandacht moeten besteden aan rust en ruimte tijdens de contacten met de patiënt. Daarnaast zal de observatie van het hechtingspatroon licht kunnen laten schijnen over de klachten waarmee de patiënt binnen is gekomen.

Kindermishandeling is terug te zien in het brein

Prof.dr. Bernet Elzinga, hoogleraar stressgerelateerde stoornissen, vertelt op deze themadag meer van de invloed van traumatische ervaringen in de kindertijd op de ontwikkeling van het brein. Door een gezonde intieme relatie met ouders ontwikkelt een kind het vermogen om eigen emoties te reguleren, veiligheid en geborgenheid te ervaren, empathische te reageren, een ander te vertrouwen en om positief over zichzelf te kunnen denken. Wanneer er sprake van het ontbreken van die gezonde intieme relatie ontwikkelt een kind angsten en het vermogen tot dissociatie.

De gevolgen kunnen zo totaal zijn, omdat gedragingen niet alleen cognitief te verklaren zijn, maar ook terug te lezen zijn in het brein. Het brein is in ontwikkeling tot tussen het twintigste en vijfentwintigste levensjaar. Verwaarlozing, mishandeling en misbruik beïnvloeden die ontwikkeling. Zo is de amygdela het deel van de hersens dat dreiging detecteert. In een veilige omgeving is de amygdela relatief bescheiden ontwikkeld. Wanneer kinderen veel dreiging ervaren, blijkt de amygdela zich sterker te ontwikkelen. Het betekent dat een volwassene die te maken heeft gehad met kindermishandeling veel gevoeliger is voor dreiging. De hersenen geven niet of veel later dan bij gezonde mensen het ‘sein veilig’. Dat is een van de redenen waarom mensen die in hun jeugd traumatische ervaringen hebben meegemaakt veel meer stress ervaren.

Overigens benadrukt de hoogleraar dat deze ontwikkelingen ook weer omkeerbaar zijn, met goede therapie en aandacht voor het verleden.

Lotgenoten

In dat kader wijst Hameeda Lakho, de oprichter en directeur van de Stichting Geheim Geweld op het belang van lotgenotencontact. De stichting biedt ook een digitaal platform. Lotgenotencontact biedt een thuis met gelijkgestemden, een thuis met begrip. Het delen van kennis en inzicht kan ondersteunend zijn om het vol te houden in het dagelijks leven. Het is een opstap om de regie weer terug te krijgen over het eigen leven en te groeien in eigen kracht. Om die reden heeft Hameeda Lakho de Stichting Kunst uit geweld uitgenodigd om tijdens de themadag een aantal kunstwerken te laten zien.

Steeds weer is het weerkerend refrein: erken de verhalen en onderken hoe diep kindermishandeling in een mensenleven ingrijpt.

Bron: https://alexanderveerman.wordpress.com/2014/12/01/komt-dat-echt-door-vroeger-de-gevolgen-van-kindermishandeling-op-lange-termijn/