Slachtoffers misbruik Duitsland: wachten op uitgestoken hand

Onthullingen over seksueel misbruik deden de Rooms-Katholieke Kerk in Duitsland een jaar geleden op haar grondvesten schudden. Het proces om met het verleden af te rekenen verloopt moeizaam, zeer tot ongenoegen van de slachtoffers.

Acht jaar lang was Thomas Weiner leerling op het Canisius College in Berlijn, een prestigieus gymnasium van de jezuïetenorde. Aanvankelijk voelde hij zich er bevoorrecht. „We kregen ingeprent dat we bijzonder waren, dat we een elitekorps vormden. Ik was daar ook van overtuigd,” zegt de 49-jarige it-specialist.

Na twee jaar op het college gezeten te hebben veranderde alles. Er kwamen jonge paters die wilden breken met de harde, autoritaire opvoedingsmethoden van de oude generatie. „Ze lieten zich tutoyeren en wilden maatjes van ons zijn. Dat wekte bij de leerlingen natuurlijk veel vertrouwen.”

Weiner, een lange man met een ernstige blik, wrijft licht nerveus onder zijn kin voor hij verder spreekt over zijn ervaringen. Een aantal paters overschreed de grenzen van wat toelaatbaar is tussen opvoeders en scholieren. Weiner vertelt van sadistische afranselingen, van een pater die zichzelf tijdens de biecht seksueel bevredigde. Hoe lang het misbruik in zijn geval aanhield, weet hij niet meer precies: „Misschien een halfjaar, misschien een jaar.” In ieder geval lang genoeg om zijn leven voorgoed te tekenen.

Via internet leerde Weiner lotgenoten kennen. Hij merkte dat velen met dezelfde problemen kampten. Hij somt op: „Depressies, geen nabijheid van anderen kunnen verdragen, wantrouwend zijn, geen seksuele relatie kunnen aangaan. Sommigen hebben hun school niet afgemaakt.”

Een jaar geleden verbraken de eerste slachtoffers het zwijgen over de misstanden van toen. Wat volgde was een tsunami aan onthullingen van misbruik. Na soms tientallen jaren durfden mensen voor het eerst naar buiten te brengen wat hun was aangedaan.

Door de onthullingen in de media zijn heel wat heilige huisjes omgevallen. Zo kwam aan het licht dat ook bij de Regensburger Domspatzen, het wereldberoemde Duitse jongenskoor, seksueel misbruik had plaatsgevonden. En bisschop Mixa van Augsburg moest het veld ruimen nadat hij voorvallen waarbij hij kinderen geslagen zou hebben eerst ontkende en daarna bagatelliseerde.

Gegevens over het misbruik leverde tot nog toe alleen het bisdom München. Juriste Marion Westpfal heeft het kerkelijke archief onderzocht en kwam begin december met ontnuchterende gegevens. Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben zich in het bisdom meer dan 250 priesters en kerkelijke pedagogen schuldig gemaakt aan seksueel wangedrag. Veel akten waren intussen vernietigd; het werkelijke aantal misbruikgevallen zal ongetwijfeld hoger liggen. Het misbruik heeft ook betrekking op de ambtsperiode van Joseph Ratzinger, de huidige paus, die van 1977 tot 1982 aartsbisschop van München-Freising was. Slechts in 10 procent van de gevallen volgde er strafvervolging.

De misbruikgevallen bleven niet tot de Rooms-Katholieke Kerk beperkt, maar dat ze juist op grote schaal binnen een instantie als de kerk plaatshadden, schokte velen. Nog niet eerder in de geschiedenis verlieten zo veel leden de Duitse Rooms-Katholieke Kerk.

Voormalig minister van Volksgezondheid Andrea Fischer, zelf rooms-katholiek, deed op voorspraak van de slachtoffers onderzoek naar de misbruikgevallen op het Berlijnse Canisius College. Bij twee gespreksrondes tussen de jezuïetenorde en de slachtoffers was zij als voorzitter betrokken. „Het eerste treffen maakte veel indruk en was ook louterend voor de slachtoffers. Maar toen het een volgende keer over geld ging, verhardde de toon van de kerkelijke vertegenwoordigers snel.” Fischer ziet een grote mate van radeloosheid onder kerkelijke leiders. „De Rooms-Katholieke Kerk moet zich vaak verdedigen tegen aanvallen en haar visie aan de buitenwacht meedelen, maar ze is niet gewend om open over de eigen problemen te spreken en in samenspraak met anderen tot een oplossing te komen.”

Toch zijn het vooral de jezuïeten die openlijk aan zelfkritiek doen en cultuurverandering binnen de kerk eisen. Maar dat is iets wat niet zonder slag of stoot gaat. Jezuïetenpater Klaus Mertes trok onlangs in een radio-interview het boetekleed aan: „De sprakeloosheid in de kerk als het over seksualiteit gaat is een structureel probleem”, zei hij. De huidige rector van het Canisius College was de eerste die aandacht had voor de nood van oud-leerlingen.

De misbruikombudsman van de bisdommen, de Trierse bisschop Stephan Ackermann, weigert het boetekleed vooralsnog aan te trekken. Tegenover de krant Frankfurter Rundschau erkende hij weliswaar dat het tijd wordt dat de kerk openlijk in een mis boete doet, maar hij voegde eraan toe: „Ik waarschuw ervoor om voortijdig de verantwoordelijkheid van afzonderlijke daders op het instituut kerk af te schuiven.”

Inmiddels hebben de kerkelijke instellingen wel interne richtlijnen opgesteld die nieuwe gevallen van misbruik moeten voorkomen en pedagogen op dit gebied alert moeten houden. De jezuïeten hebben hun slachtoffers 5000 euro smartengeld per persoon toegezegd. „Dat kan het leed niet vergoeden, maar meer kan de orde niet opbrengen.”

Thomas Weiner besloot in mei 2010 als slachtoffer naar buiten te treden. Hij werd een van de vertegenwoordigers namens het lotgenotenverband Eckiger Tisch (hoekige tafel). Weiner ergert zich groen en geel aan de trage, lakse houding van de kerk. „Voor de buitenwereld ziet het er misschien goed uit. De richtlijnen om misbruik in de toekomst te voorkomen, duiden op een cultuurverandering. Maar daar gaat het ons op dit moment niet om. Wij wachten nog steeds op een uitgestoken hand van de kerk, op de vraag: „Wat hebben jullie nodig?” Die 5000 euro smartengeld is een lachertje.”

Friederike Beck, die namens de ombudsvrouw van de Duitse regering optreedt, valt Weiner bij: „Veel slachtoffers zijn ongeduldig. Zij willen dit hoofdstuk kunnen afsluiten. Boven alles willen ze bijstand, bijvoorbeeld in de vorm van therapeutische hulp. Daarom moet de kerk snel met een voorstel komen.”

Op de vraag hoe hij nu tegenover de Rooms-Katholieke Kerk staat, zwijgt Weiner even veelbetekenend. Al die jaren is hij lid van de kerk gebleven, tot vorig jaar. Zijn vertrek lijkt een bevrijding voor hem te zijn. „Het kan best zijn dat de kerk goede kanten heeft, maar de tijd van vergoelijken is wat mij betreft voorbij.”

Smartengeld voor slachtoffers van seksueel misbruik

De jezuïeten in Duitsland maakten in januari bekend dat slachtoffers van seksueel misbruik op jezuïetenscholen elk 5000 euro ontvangen. Het gaat om ruim 200 gevallen. Bisschop Stephan Ackermann van Trier, ombudsman van de Duitse bisschoppen met betrekking tot seksueel misbruik, heeft aangekondigd dat de Rooms-Katholieke Kerk dit bedrag als richtlijn beschouwt voor een eigen smartengeldregeling. Via de hulplijn van de kerk hadden zich tot eind vorige maand ruim 4500 mensen gemeld voor een schadevergoeding.

Eckiger Tisch, de organisatie van slachtoffers van jezuïetenscholen, eist daarentegen een vergoeding van ruim 80.000 euro per slachtoffer. Zij baseert zich naar eigen zeggen op berekeningen van de universiteit van Innsbruck.

Jezuïeten en Duitse bisschoppen willen in maart gezamenlijk met een aanbod voor ondersteunende slachtofferhulp komen, zoals vergoedingen voor therapieën.

Het Duitse pedofilieschandaal blijft overigens niet beperkt tot rooms-katholieke instellingen. Veel ophef ontstond door de onthulling in maart 2010 dat er in het liberale internaat Odenwaldschule in het Hessische Heppenheim tientallen jaren sprake is geweest van pedofiele handelingen. Minstens 132 leerlingen zouden tussen 1965 en 2004 seksueel misbruikt zijn door verschillende docenten. Het internaat stond bekend om de bijna familiaire banden die er waren tussen leraren en leerlingen. Bekende oud-leerlingen zijn de schrijver Klaus Mann (zoon van Nobelprijswinnaar Thomas Mann) en een van de zonen van de voormalige Duitse president Richard von Weizsäcker. De directie en het verbond van slachtoffers zijn het eens over een smartengeldregeling van ongeveer 500.000 euro in totaal. Het voortbestaan van de school is door het sterk teruggelopen aantal leerlingen onzeker geworden.

Na de campagne ”Spreken helpt” van de Duitse overheid meldden zich bij een speciale telefonische hulplijn tot nu toe meer dan 10.000 mensen die aangaven dat ze met ongewenste seksuele handelingen te maken hebben gehad. Uit de gegevens blijkt dat het in het merendeel van de gevallen, 60 procent, om misbruik in gezinnen gaat. Bij het overige misbruik gaat het in de helft van de gevallen om rooms-katholieke instellingen. Bij de meldlijn van de Duitse bisdommen kwamen nog eens 4500 meldingen van seksueel misbruik binnen.

In april 2010 riep de Duitse regering een conferentie in het leven onder voorzitterschap van de ministers van Justitie, Gezinszaken en van Onderwijs en Wetenschap. Tal van wetenschappers, belangenorganisaties, kerken en overheden werken sindsdien aan maatregelen om kindermisbruik te voorkomen en strafvervolging te verbeteren. Voor de financiële tegemoetkoming aan de slachtoffers wordt gesproken over een fonds waarin alle betrokken partijen geld doneren. De Rooms-Katholieke Kerk is hier vooralsnog tegen.

Directeur ‘t Hofnarretje misbruikte kinderen

Albert Drent, de directeur van kinderdagverblijf het Hofnarretje, zou begin jaren negentig ontslagen zijn omdat hij beschuldigd werd van kindermisbruik.

Dat hebben meerdere bronnen aan AT5 bevestigd. Het zou zijn gebeurd op een kinderdagverblijf van de Amsterdamse stichting AKROS. De stichting zou Drent direct na de aanklacht hebben ontslagen.

De zaak kwam aan het rollen door een anoniem telefoontje dat bij AT5 binnen kwam. Deze persoon vertelde: “Toen ik hoorde dat Albert Drent directeur was van een kinderdagverblijf kon ik mijn oren niet geloven. Die man is namelijk begin jaren ’90 ontslagen door Stichting AKROS omdat hij op een kinderdagverblijf van AKROS twee kinderen heeft misbruikt. Die stichting heeft hem toen meteen ontslagen. Drent is een onberekenbare man.”

Na dit voorval is Drent voor zichzelf begonnen en heeft hij onder andere de kinderdagverblijven het Hofnarretje en Ayla opgericht. Justitie ziet Drent niet als verdachte in de grote zedenzaak, maar hij raakte afgelopen week wel in opspraak. Hij zou thuis namelijk slaapfeestjes voor kinderen hebben georganiseerd. Het blijkt het einde van Drents directeursschap. Na een indringend gesprek met burgemeester Van der Laan legde hij dinsdagavond zijn taken neer.

Uiteraard heeft AT5 geprobeerd contact te krijgen met Albert Drent, hij was niet bereikbaar voor commentaar.
Ook de Stichting AKROS was niet bereikbaar voor commentaar.

‘Levenslang voor hoofdverdachte Robert M.’

Een meerderheid van de Nederlanders (72 procent) vindt dat de hoofdverdachte in de grote Amsterdamse zedenzaak, de 27-jarige Robert M., een levenslange gevangenisstraf zou moeten krijgen. Dat blijkt uit een zondag gepubliceerde peiling van Maurice de Hond.

Voorstanders van levenslang zijn vooral te vinden onder PVV-stemmers (83 procent), gevolgd door VVD- en SP-stemmers (beide 82 procent) en PvdA-stemmers (70 procent). Bij stemmers op CDA en GroenLinks is het percentage respectievelijk 67 en 49 procent. Uit de peiling blijkt verder dat het overgrote deel van de Nederlanders (80 procent) niet vindt dat nu geen mannen meer op kinderdagverblijven mogen werken. Bij ouders met kinderen op een kinderdagverblijf is het percentage dat zich keert tegen mannelijke medewerkers 19 procent, 74 procent vindt dat mannen er wel mogen werken en 7 procent heeft er geen mening over.

Bron: ANP

"Beelden misbruik Robert M. ernstig"

De politie heeft beelden op de computer van Robert M. gevonden waarop sprake is van ernstig misbruik van kinderen.

Het onderzoeksteam heeft overigens nog niet alle data op de computer van Robert M. kunnen ontsluiten. Het Openbaar Ministerie in Amsterdam wilde donderdag nog niet ingaan op de aard en ernst van de gevonden foto’s omdat “het onderzoek nog in volle gang is”, aldus de zegsvrouw.

Donderdag werd bekend dat M. al eerder in Duitsland werd veroordeeld voor het hebben en verspreiden van kinderporno. Die veroordeling was in Nederland niet bekend. Daarom kon M. hier gewoon een Verklaring Omtrent Gedrag (vog) ontvangen, die nodig is om te kunnen werken in de kinderopvang.

In de Tweede Kamer werd geschokt gereageerd op het bericht dat M. in Duitsland al eens is veroordeeld. Als justitie in Nederland dat had geweten, had hij waarschijnlijk nooit een vog gekregen.

Bron: ANP

Medewerker van kinderopvang misbruikt 30 tot 50 kinderen

Uitgegeven ANP : 12 december 2010

AMSTERDAM – Tussen de dertig en vijftig kinderen tussen de 0 en 4 jaar zijn mogelijk het slachtoffer geworden van een 27-jarige verdachte die is aangehouden op verdenking van een ernstig seksueel misdrijf tegen een jong kind van onder de twaalf jaar.
Dat zei burgemeester Eberhard Van der Laan zondagavond tijdens een ingelaste persconferentie.

De 27-jarige verdachte zou werkzaam zijn als begeleider bij de kinderdagverblijven Het Hofnarretje en Het Knuffelparadijs. Ook zou hij zich op internet hebben aangeboden als oppas. Volgens Van der Laan zou de verdachte inmiddels een “bekennende verklaring” hebben afgelegd.

Ontuchtige handelingen
De verdachte is geboren in Riga, de hoofdstad van Letland, en beschikt over een Nederlands paspoort. Ook wordt hij verdacht van het vervaardigen en verspreiden van kinderporno. Ook de 37-jarige echtgenoot van de verdachte is opgepakt op verdenking van het bezit van kinderporno. Beiden hebben geen strafblad.

Ook is een 39-jarige medewerker van een van de kinderdagverblijven opgepakt. Hij wordt verdacht van ontuchtige handelingen op het internet.

Herman Bolhaar, hoofdofficier van justitie, toonde tijdens de persconferentie een foto van de verdachte.
“Het is een zwaar middel, maar we doen dat om twee redenen: om de hulpverlening aan slachtoffers te stimuleren en uit opsporingsbelang om op deze manier zoveel mogelijk mensen en slachtoffers te bereiken.” Bolhaar zei dit ook om mensen gerust te stellen dat hun kinderen niet met deze man in aanraking zijn gekomen.

Justitie wil de naam van de verdachte voorlopig nog niet vrijgeven. De man zit momenteel in alle beperkingen in voorarrest, wat wil zeggen dat hij geen enkel contact met de buitenwereld mag hebben, behalve met zijn advocaat. Hij wordt sinds zijn aanhouding veelvuldig aan verhoren onderworpen.

Ernstig misbruik
Korpschef Bernard Welten van Amsterdam-Amstelland meldde tijdens de persbijeenkomst dat er onderzocht wordt of er meerdere personen betrokken zijn bij de zedenzaak. Hij verklaarde dat zeker een slachtoffertje zeer ernstig is misbruikt. De ernst van het misbruik varieert per kind.

De naam van de man komt voor in een melding van een tweetal ouders in 2008, maar dat heeft uiteindelijk niet geleid tot verdenking van een strafbaar feit. Volgens Van der Laan is er destijds mogelijk ”een beoordelingsfout’’ gemaakt.Hij is sinds vrijdag in bewaring gesteld.

Beeldmateriaal
Ook verklaarde hij dat een aantal slachtoffers is vastgelegd op beeldmateriaal. De digitale bestanden worden momenteel onderzocht. Computers zijn in beslag genomen, maar zijn beveiligd.

Een team van 150 rechercheurs, waaronder forensische specialisten van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) probeert een overzicht te verkrijgen om de totale aard en omvang van het misbruik in kaart te brengen. Het Openbaar Ministerie heeft een team van zes officieren op de zaak gezet, eveneens met ondersteuning van experts.

Invalkracht
De verdachte zou een invalkracht zijn op kinderdagverblijven en hij zou zich maandenlang hebben vergrepen aan zelfs de jongste kinderen. Uitgenodigde ouders van kinderen op de betreffende kinderdagverblijven hoorden tijdens een bijeenkomst in het Amsterdamse hotel Grand zondagmiddag dat het om veertig tot vijftig slachtoffers gaat.

Eerder leek het erop dat de zedenzaak zich in een kinderdagverblijf in de Watergraafsmeer had afgespeeld, maar Van der Laan liet tijdens de persconferentie weten daar nog geen uitsluitsel over te kunnen geven, omdat het onderzoek nog gaande is.

Kinderdagverblijf Jenno’s Knuffelparadijs in Amsterdam wil geen commentaar geven op het nieuws. De verdachte werkte van oktober 2009 tot en met januari 2010 in het kinderdagverblijf aan de Admiraal de Ruijterweg in Amsterdam-West. Toen hij er begon, was Jenno’s Knuffelparadijs nog niet lang open.

Amerikaans onderzoek
Een justitieel onderzoek naar kinderpornografie in de Verenigde Staten hebben politie en justitie in Nederland op het spoor gezet van de 27-jarige misbruikverdachte. Het Amerikaanse onderzoek naar beeldmateriaal wees uit dat een aantal foto’s en filmpjes vermoedelijk in Nederland is gemaakt. De Amerikanen hebben daarop contact opgenomen met de autoriteiten in Nederland, waar direct een onderzoek is gestart.

De Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan laat de woning van de man door de politie beveiligen. Op internet circuleren de adresgegevens van de verdachte. Vooral op Twitter en Facebook worden ze veelvuldig gepubliceerd.

Marktplaats
Marktplaats.nl heeft de advertentie van de 27-jarige man zondagavond van haar website gehaald.
Volgens een woordvoerder van Marktplaats heeft het bedrijf hiertoe besloten zodra op de persconferentie werd gemeld dat de man een advertentie op Marktplaats had. Op de site stond een afbeelding van de verdachte met drie kindjes in zijn handen. Hij noemde zichzelf in zijn advertentie een ”opgeleid en ervaren kinderopvangprofessional’’.

Er is een callcenter ingericht voor direct betrokkenen: 020 5593600. Deze telefoonlijn is tot middernacht overbelast geweest. De lijn was rond half een weer goed bereikbaar, aldus een zegsman.
© NU.nl/ ANP

Misbruik Eikenburg: verkrachting stopte toen ik bloedde

Publicatie: Omroep Brabant – woensdag 6 oktober 2010 – 17:42 | Auteur: rianne jansen

EINDHOVEN – Seksueel misbruik en mishandeling was tientallen jaren schering en inslag op het katholieke jongensinternaat Eikenburg in Eindhoven. Nergens in Nederland ging het er erger aan toe, blijkt uit een boek van onderzoeksjournalist Joep Dohmen.

Dit voorjaar kwamen verschillende verhalen in de media. Onderzoeksjournalist Joep Dohmen schreef een boek over misbruik bij verschillende katholieke instellingen in Nederland. Eikenburg viel op: “Van geen ander instituut waren er zóveel meldingen van vaak ernstig fysiek geweld.”

In het boek ‘Vrome zondaars’ van Dohmen wordt één hoofdstuk gewijd aan het misbruik op Eikenburg. Hierin vertelt Dolf zijn verhaal. “In zijn hok heeft hij (broeder Clemens) mij verkracht. Omdat ik begon te bloeden is hij gestopt.” Dolf kwam in 1956, als 11-jarig jongetje, naar Eikenburg. Groepsleider broeder Clemens wachtte hem op. Een psychopaat, merkte Dolf al snel, die over zijn groep heerste als een licht ontvlambare despoot en regelmatig jongens in elkaar sloeg. Jongens plasten van zenuwen in hun bed. Van broeder Clemens moesten de jongens hun bed met militaire precisie opmaken. De broeder trok het bovenlaken en de deken los om te controleren of het onderste laken vlak lag. En om de achterste rij kleren in de kast te controleren, gooide hij de voorste rij eruit. Deze terreur was er dag in, dag uit.

Verkrachting
Hiermee hielden de escapades van broeder Clemens niet op. Dolf was een van de jongens die bovendien slachtoffer werd van seksueel misbruik. “Na een paar weken werd ik ’s nachts wakker gemaakt op de slaapzaal. Broeder Clemens nam mij mee naar de kleedkamer. Ik moest op mijn knieën gaan zitten. Ik kreeg allerlei dekens over mij heen. Zo zat ik daar drie kwartier te transpireren. Ik was elf, begreep er helemaal niets van. Vervolgens moest ik hem bevredigen. Dat heeft zich nagenoeg wekelijks, een jaar lang, herhaald. Op allerlei mogelijke manieren. ’s Nachts gebeurde het geruisloos. Tussen de slaapzaal en de kleedkamer waar ik misbruikt werd, zaten twee deuren. Ik wist als kind niet wat me overkwam”, zegt Dolf in het boek.

“Op een dag kreeg ik van hem een tweede blauwe kaart. Ik moest een weekeinde blijven. Toen is het gebeurd. In zijn hok heeft hij mij verkracht. Omdat ik begon te bloeden is hij gestopt. Ik zie zijn handen nog voor me. Zo groot, ze gingen over mijn hele gezicht, hoofd en lichaam. Of ik schreeuwde of niet, het maakte niets uit. Hij was te sterk en te groot.”

Na anderhalf jaar was broeder Clemens opeens, zonder verklaring, verdwenen. Hij was afgevoerd naar de psychiatrische inrichting Sint Bavo in Noordwijkerhout. Dat was, net als Eikenburg, een instelling van de Broeders van Liefde.

‘Godsdienstige opvoeding’
Verscholen in de bossen lag het katholieke internaat Eikenburg aan de Aalsterweg in Eindhoven, ver weg van de buitenwereld. In 1849 werd het internaat geopend. De Broeders van Liefde hadden er de leiding. De broeders hadden als doel ‘de leerlingen een echt godsdienstige opvoeding te geven, hen gewoon te maken aan orde en regelmaat, ijver en goede omgangsvormen’. Voor de Broeders van Liefde is naastenliefde ‘de centrale opdracht in hun leven’. Gestart werd met een jongenspensionaat en een school voor lager en uitgebreid lager onderwijs, tevens voor de Broederopleiding. Later werden ook meisjes toegelaten. In hoogtijdagen telde Eikenburg 350 internen. Pensionaat Eikenburg ging in 1996 dicht, bij gebrek aan belangstelling.

In goede handen
Ouders dachten dat hun kinderen in goede handen waren bij de Broeders van Liefde. Het waren vooral zonen van middenstanders, diplomaten, industriëlen en Philips-managers die door hun ouders naar Eikenburg werden gestuurd. Slachtoffer Dolf zegt in het boek dat hij anderhalf jaar lang geen kant op kon. Wat hem het meest pijn had gedaan, was de mengeling van eenzaamheid, onveiligheid en heimwee. Zijn ouders zaten in het buitenland toen Dolf naar Eikenburg werd gestuurd. Toen ze weer terugkwamen, vertelde hij zijn ouders zijn verhaal, zonder alle details. Zijn vader ontplofte en wilde de broeders te lijf gaan. Maar zijn moeder hield hem tegen. Zij was bang voor de publiciteit en de beschadiging van hun goede naam. Ze dacht dat het ook wel meeviel.

Beerput
Dit voorjaar kwamen veel gevallen naar buiten van misbruik in katholieke instellingen. Onderzoeksjournalist Joep Dohmen en de Wereldomroep startten zelf een onderzoek. Met 423 slachtoffers werd gesproken. 35 slachtoffers van Eikenburg in Eindhoven vertelden hun verhaal. Onafhankelijk van elkaar vertelden ze gedetailleerd hoe zij en anderen tussen 1949 en 1984 waren misbruikt en mishandeld. Deze oud-leerlingen beschuldigen 23 broeders en een leek.

De rode draad in alle verhalen was zwaar fysiek geweld en seksueel misbruik. De broeders en leken konden jarenlang hun gang gaan. De leiding van het internaat faalde, zo staat in het boek. “Als er dan al werd ingegrepen, al dan niet gedwongen door een advocatenkantoor, dan volgde een stille verplaatsing van een broeder. De veiligheid van de kinderen had op geen enkel moment prioriteit.”

Braaksel opeten
Broeder Clemens was een van de mensen die werd overgeplaatst. Zijn naam werd vaak genoemd als dader van mishandeling en seksueel misbruik. “In de refter zat hij in de hoek bij de radio. Daar speelde hij met zijn grote bos sleutels. Als er rumoer was, gooide hij met de bos sleutels. Die moest een jongen dan terugbrengen. Als Clemens er zin in had, sloeg hij hem in elkaar. Was de broeder erg kwaad, dan trok hij in de eetzaal aan de punten van het tafelkleed en moesten de jongens de rotzooi opruimen. Op het menu stond vaak zure zult. Dat vonden veel jongens het vreselijkste voedsel op aarde. Wie het niet kon binnenhouden, moest zijn braaksel opeten. Opnieuw met veel slaag.”

Wriemelen
Niet alleen broeder Clemens werd door de slachtoffers genoemd. Gé Laarakkers kwam in 1958 op Eikenburg aan. Hij vertelt in het boek over broeder Nicasius. “Deze broeder toonde ook in de klas geen gêne. Hij wriemelde in de korte broeken van de jongens. Wij vroegen ons ’s morgens af wie die dag de aandacht van de broeder zou krijgen. Broeder Eusebius betastte me zelfs een keer toen ik bij hem achter op de fiets zat.”

Blote billen
Henri Looymans was negen jaar oud toen broeders in Eikenburg hem misbruikten en betastten. Onder hen was ook een voormalige directeur van het internaat. Op zijn kamer moest Henri zijn broek en onderbroek uitdoen, voor slaag op zijn blote billen. “Maar het ergste was een andere broeder, die mij op de slaapzaal kwam halen. Hij deed seksuele dingen met mij op zijn kamer en dwong mij dingen met hem te doen.”

Een andere oudleerling, Stef Josso, werd seksueel niet lastiggevallen. Zijn kwelgeest was een broeder die aan bodybuilding deed. Hij kon goed slaan en trappen. Stef werd stevig mishandeld. “Het was een ramp. Ik heb er nog steeds last van. Ik ben onder behandeling van een therapeut. Door die toestanden in Eikenburg kan ik niet omgaan met onmacht en onrechtvaardigheid. Als ik me machteloos voel en iets onrechtvaardigs ervaar, ga ik over de rooie.”

Razende broeder
Henk Overdevest werd in 1968 door zijn vader, een bollenkweker uit de kop van Noord-Holland, naar Eikenburg gestuurd. Al snel zag hij hoe een leerling werd mishandeld door broeder Johannes. Maanden later zag hij hoe deze broeder een jongen misbruikte. Een paar weken later werd Henk aangerand door een surveillant van de slaapzaal, een leek. En een paar weken later werd Henk door een razende broeder Johannes tegen de grond geslagen. Toch wilde Henk niet alle broeders over één kam scheren: “Gelukkig waren veel broeders heel anders. Er waren ook echte Broeders van Liefde. Maar het is echt ongelooflijk dat de engerds jarenlang hun gang konden gaan.”

Post
Hielden al deze misbruikte jongens, en later ook meisjes, dan altijd hun mond? Lieten ze nooit iets van het misbruik weten aan hun ouders? Elke zondagochtend mochten de jongens een brief schrijven aan hun ouders. De leiding van het pensionaat las alle in- en uitgaande post. Op een zondagochtend had Gé Laarakkers genoeg moed verzameld om zijn ouders te schrijven wat Nicasius en Eusebius allemaal deden. Na het middageten, nog dezelfde dag, werd hij van school gestuurd. “Mijn ouders hebben die brief nooit gekregen. Toen ik ze het vertelde, geloofden ze me niet.”

Weglopen
Weglopen had geen zin, merkte oud-leerling Frank in 1958. Hij werd mishandeld, liep dertien keer weg. “Na de laatste keer bracht mijn vader mij terug met de boodschap dat ik, als ik nog één keer zou weglopen, nooit meer naar huis mocht.” Slachtoffer Henri Looymans kon het thuisfront ook niet overtuigen over het misbruik dat zich afspeelde in Eikenburg. “Weglopen had geen zin.” Hij deed het één keer. “Thuis hadden ze al een telefoontje gehad. Ik werd ontvangen met een tirade. De morgen erop werd ik om zeven uur weer teruggebracht.”

De ouders van oud-leerling Peter Roozendaal kwamen wel te weten wat zich afspeelde op Eikenburg en wat hun zoon overkwam. Peter werd op een dag mishandeld door broeder Clemens. “Toen mijn ouders eens onverwachts kwamen opdagen, troffen ze mij totaal ontredderd aan met een kapotte bril, een blauw oog en vol blauwe plekken. Vader werd woedend en heeft mij meegenomen naar huis.”

Politie
Volgens het boek van Joep Dohmen schakelden de broeders nooit de politie in of kwam er iets van het misbruik naar buiten. Slachtoffer Dolf kreeg vorig jaar de tip van een vriend om broeder Clemens, zijn kwelgeest, op te zoeken en hem te confronteren met wat hij gedaan heeft. Dolf belde de Broeders van Liefde, vol verdriet. “Mijn verhaal werd gebagatelliseerd. Ach, het viel allemaal reuze mee. Ja, het was een wat vreemde, wat agressieve man. Maar zo erg was het nu ook weer niet. Die broeder was een beetje gek, zeiden ze. Toen kreeg ik te horen dat Clemens overleden was.”

Dolf vervolgt: “In december 2009 zocht ik contact met de provinciaal overste, Ton van Heugten. Hij schreef mij een briefje: “Kindermisbruik waar ook ter wereld is voor niemand acceptabel. We zouden het zeer betreuren indien er ooit een incident op ons internaat mocht zijn geweest.” “Ik ben niet eens gaan praten.”

Advocaat
Wel stuurde de advocaat van Dolf eerder dit jaar een brief aan Van Heugten. Hij wilde weten of de congregatie bereid was de geleden schade te vergoeden. Ook vroeg de advocaat inzage in het personeelsdossier van de overleden broeder Clemens. En, vroeg hij, hoe kan het toch gebeuren dat tien jaar na het misbruik van Dolf nog steeds jongens misbruikt werden in Eikenburg?

Het antwoord was een standaardbriefje dat meer slachtoffers ontvingen. Daarin liet Van Heugten weten dat de klager zich bij Hulp en Recht, het klachtenbureau van de Rooms-Katholieke Kerk, kon melden: “Uiteraard kunnen wij geen aansprakelijkheid erkennen daar deze nog niet vaststaat. Het regelen van schade is daarom niet aan de orde. Bovendien zouden wij het op prijs stellen indien u onze (uitgetreden) broeder niet voortijdig als dader kwalificeert.”

Van Heugten
Provinciaal overste van de Broeders van Liefde Ton van Heugten werd ook genoemd als dader van het misbruik. Zijn kloosternaam, broeder Anselmus, gebruikte hij al jaren niet meer. Oud-leerlingen klonk deze naam bekend in de oren. “Hij sloeg met een vlakke hand, gooide sleutelbossen tegen je hoofd, verdraaide je wang en trok je omhoog aan je oorlel”, verklaarde een oud-leerling. Van Heugten was zich eerder dit jaar, kort voor hij op 74-jarige leeftijd stierf, van geen kwaad bewust. Hij had ‘niets fout’ gedaan en ‘van de rest’ wist hij het niet. Dat zei hij tegen NRC Handelsblad.

Een dag later wilde Van Heugten wel iets zeggen tegen de krant: “Ik weet het ook niet meer meneer. Nu komt dit allemaal op mijn nek. Ik hoop alleen maar dat u geen namen van broeders noemt.”

Schade
De aangerichte schade is bij de meerderheid van de 35 slachtoffers groot. Ze hebben jarenlang therapie achter de rug of zijn nog onder behandeling. De mishandeling was erg en de poging tot verkrachting vreselijk, maar wat slachtoffer Dolf het meest pijn had gedaan was de mengeling van eenzaamheid, onveiligheid en heimwee. “Ik heb het jaren verzwegen. Later vertelde ik het mijn vrouw, maar ook niet alle details. Daar wil ik haar niet mee belasten.”

In het boek ‘Vrome zondaars’ zegt Dolf dat hij lang psychologische hulp heeft gehad. En dat de beelden rond zijn pensionering sterker terugkwamen. In zijn fotoalbum zit een klassenfoto van de groep van broeder Clemens. Een ijzige blik, schrijft Joep Dohmen. “Tussen de kinderen Dolf, een breekbaar ventje, dat onzeker in de camera kijkt.”

Wie ook misbruikervaring met Boomsma in Rijsbergen

Hij was in de jaren zeventig hoofdonderwijzer in Rijsbergen en daarvoor volgens mij in Oudewater. Hij heeft mij enkele jaren misbruikt begin jaren zeventig. Ik heb het sterke vermoeden dat er meer jongens door hem zijn lastig gevallen. Zijn bijnaam was “Bosaap”.

Klooster Stapele, lagere school Don Bosco in Eindhoven

Kwam op deze site omdat ik wil weten wat er met mijn ex(man) de vader van mijn kind is gebeurd. Hij was in de jaren63 tot ongeveer 65 op semenarie in Stapele vlakbij Belgie.

Ik weet vrijwel zeker dat hij seksueel misbruikt is; mij heeft het mijn relatie gekost.  Het kind, de vader. de neerbuigendheid waarmee hij naar mij als vrouw keek is niet te beschrijven en ook de weerstand tegen seksualiteit. ben wel boos op mezelf geweest, waarom tref ik uitgerekend zulk een man; maar hij was ook uitermate beleefd en het leek of hij vrouwen juist vereerde. Hij was niet lomp maar tot intimiteit kwam het nooit want dan was de hel los. Een keer heeft hij de handen op mijn keel gezet.

Het kan je verwonderen dat er nog een kind van is gekomen maar seksualiteit om een kind te maken daar had hij weer niets op tegen. Het mocht niks met seks of intimiteit te maken hebben. De eerste school die hij noemde is de lagere school Don Bosco Eindhoven maar ik denk zelf dat het misbruik plaatsgevonden heeft op het seminarie in Stapele. Zijn ouders mochten er de eerste maanden niet op bezoek en hij vertelde me dat hij er honger had geleden ; een broeder uit de keuken had hem nog wel eens wat te eten gegeven ( maar in ruil voor wat?). Hij heeft aan de periode op het seminarie zelf een einde gemaakt door betrapt te worden op het stelen van geld uit de zakken van andere kinderen waarvoor hij gebak en snoep kocht dat hij soms uitdeelde. Met dat gedrag vestigde hij wel de aandacht op zichzelf  en werd hij stilzwijgend geroyeerd.

Via deze weg; weet iemand wel wat er gebeurt is? Mijn ex zal er nooit over praten, hij drinkt , veel; heeft inmiddels wel weer een nieuw gezin en dat gaat ook weer fout Hij is nu rond de zestig jaar oud.  Zijn manier heeft een zware wissel op mijn leven getrokken; ik heb het met een ander nooit meer durven te proberen; alles wat je probeert gaat steeds mis.

Ja, het is belangrijk voor mij om het te weten wat rond de zestiger jaren is voorgevallen; eerder kan natuurlijk ook. Verder vind ik het heel erg moedig van alle anderen op de site   dat ze durven te getuigen, alleen samen kun je iets bereiken erg genoeg van de pijn die al is geleden. Dus alsjeblieft reageer.

Misbruik op Gymnasium Rolduc

Na veel wegen en wikken, wil ik eindelijk mijn verhaal doen…

In 1978/1979 ben ik enkele malen gedwongen tot seksuele handelingen door een docent godsdienst.

Ik heb dit verhaal jaren uit schaamte met me mee gedragen. Nu, jaren later, word ik gesterkt door alle andere verhalen die verschijnen, om ook mijn verhaal te doen. Ik sta niet alleen. Ik heb niets misdaan… Ik wil eindelijk leven en een ‘normale’ relatie aan kunnen gaan.

De dader is inmiddels overleden (heb ik vernomen).

Ik wil leven, maar wil dit doen met rust in mijn ziel…

Lagere school Frankrijkstraat in Eindhoven

Ze zeggen dat…, als je het van je af schrijft, dat het vanzelf beter gaat. Mooi niet dus.

Het begon in de tweede klas van de lagere school in Eindhoven. Daar aan de Frankrijkstraat, zaten in hoofdzaak fraters als leerkrachten. Een frater die als “klaar over”dienst deed die dag, stuurde me terug naar binnen, naar zijn klaslokaal.
Even later, kwam ie ook, en na een kort intro gesprekje over dat ik er wat slordig bij liep, werd ie handtastelijk. Ik moest ook bij hem voelen, en daar bleef het die middag bij.

Hem ontwijken leek me de beste remedie, maar een dag of 2 later mocht ik weer naar binnen.
Daar onder z’n bureau heb ik ‘m voor het eerst laten ejaculeren. Ik schrok me kapot, omdat volgens mij het ding was om mee te plassen. Stijf werd ie alleen als je nodig moest, en soms door onbekende omstandigheden, waar ik niet van wist wat het kon zijn.
Bedenk, ik was net 7 jaar.

Daarna in het fraterhuis, waar ie er genoegen in schiep, over me heen te plassen, en daarna te spuiten.
Ik noemde hem “Frater Spuitertje”, omdat het noemen van zijn naam heiligschennis was, waarop hel en verdoemenis mijn lot zouden zijn.

In de tuin van het klooster, werden we gezien door een andere frater, met dezelfde ideeën. Waarop een “uitnodiging” volgde. In de kelder van school, leerde ik dan hoe fellatio in zijn werk ging.
In mum van tijd, lag het hele zootje van ‘m in mijn mond. Zijn naam werd: “Frater Zuigertje”, om dezelfde

reden: De hel, omdat ook die naam noemen dat opleverde.
Maar de ergste moest nog komen: “Frater Duwertje”. Als je straf kreeg, gaf ie je eerst een paar halfzachte tikken op je blote kont, waarna ie er overheen aaide, zo van, “Sorry, maar je had het verdiend.”
Het aaien ging vooral over de bilnaad, met de vinger steeds over het gaatje.

Na de diverse “intro” bezoekjes, nam ie me mee naar zolder van het fraterhuis, en op een bed of stapel matrassen, stopte ie met creme ingesmeerde vingers in mijn anus. Eerst een, dan twee, en zo verder. Daarna duwde ie z’n piemel er in, wat erg veel pijn deed en het bloedde ook wat. Maar gelukkig, deed het na enkele keren geen pijn meer. Bedenk daarbij, dat die rotzak nog niet eens bij ons op de school werkte.

Maar hij had me gezien in die tuin, met de twee anderen, waardoor ik denk, dat ze het van elkaar wisten.
Zo heb ik die mannen 4 jaar mogen helpen. Al gauw een keertje per week ieder.
Maar op een goeie dag was daar Frater Carolus Borromeus. Hij vroeg me mee te gaan naar de st Petruskerk.
Daar zou ie me het orgel laten zien. Nou, dat orgel kende ik dus wel intussen!

Maar wat schetst mijn verbazing? We gingen écht naar dat orgel, en hij speelde dat het een lieve lust was!!
Hij gaf een rondleiding door het orgel, alsof ik er eentje moest gaan bouwen. Hij leerde me wat registers waren, en
hun funktie. Hoe ze te bedienen. Via een lijstje en hoofdknikjes als commando speelden we wat af.

Ook bezochten we tentoonstellingen over de meest uiteenlopende onderwerpen.
Daardoor was ik steeds “bezet”en konden de anderen mij niet meer reserveren. Hun aandacht werd stilaan minder.
Mijn gedachte is, dat ze gewoon een ander slachtoffer zijn gaan zoeken. Een sociaal zwakkere uit die kleine huisjes.
Frater Carolus Borromeus was een vent, die stond voor wat ie uitdroeg! ’n Vent uit één stuk!!

Hij is al lang geleden overleden, maar ik ben hem nog steeds dankbaar.
Gesterkt door Frater Carolus, durfde ik het te gaan biechten bij de pastoor.
Dat was dus de grootste fout die ik toen kon maken: Ik was een zondaar, die heiligschennis pleegde, en naar de hel zou gaan. De mantel werd me effetjes uitgeveegd daar in die rotbiechtstoel.

Speciaal voor mij, werd er een ZONDAARSBANKJE achter in de kerk ingericht, en ik moest dagelijks alle missen volgen, en ’s avonds in de pastorie de rozenkrans bidden. Daarbij op Zondag ook het Lof bijwonen. Zes weken lang!

En weet je wel, hoe het is in zo’n achterlijk bankje te zitten, als de kerk uit gaat????
Als alle beminde gelovigen langs dat bankje gaan, om te zien wat dat toch voor een gemene vent dat is daar???
Dan komen die schoolgenoten ook nog effe genieten van het schouwspel, met als resultaat pesterijen op school.
En géén communie meer, dat is niet voor zondaars.

Als extra, moest de tuin van de pastorie een heel jaar bijgehouden worden. Alwaar je niet gerust kon werken, omdat die lieve jongens van school, de hele middag stonden te schelden, en je bekogelden met van alles.

We hadden daar ook nog een zekere frater Desire, die er klaarblijkelijk genoegen in schiep, slaag uit te delen.
OK, ze timmerden er allemaal wel op, maar Desire was de ergste. Hij zette juist DIE mannekes bij elkaar waarvan ie wist dat er ge-OH van kwam. Hij pikte er eentje uit, en gaf die een flink pak slaag voor de  klas, waarbij de hele klas gierde van het lachen. Er waren er steeds twee de klos, en je zat te beven in je bank, of jij, dan wel je buurman het volgende slachtoffer zou zijn. 
Een zucht al je het niet zelf was, maar dan kwam je morgen wel aan de beurt.

Wanneer ik de school verliet, ben ik NOOIT meer naar een kerk geweest, zelfs niet naar begrafenissen.
Dit verhaal is maar beknopt, om het overzichtelijk te houden.
Maar zo ging het wel, in de jaren 50.