Schandjongens










Schandjongens

Ontroofd

Hebben ze jullie aanschijn
jullie jongens overmand
overwalst
door een harige vent

Je luister Gods ontnomen
al je oprechtheid en je eerlijkheid
al je onnozelheid en je zuiverheid
al je onbevangenheid en je onwetendheid
de jongen in je weggekaapt

Je laten stikken in het
stront
van hun aanschijn
hun vunzige lach
hun rotte adem
hun geilheid spat uit hun twinkelende
ogen
grotten vol onheilspellende duisternis
geheel
naar hun wil moest gebeuren
een bevel

Dan weer een flemerige
zoetgevooisde stem
die het toch goed met je meent
het
beste
met je voorheeft
vertrouwen
moest je hem
je
wegschenken
aan hem

Doen naar al zijn begeren
al zijn wensen vervullen
hij drukte je in zijn modderpoel
haalde je fierheid omlaag
je pik verschrompelde tot een rups
een terugtrekkende slak in haar hol

Hij duwde je gezicht diep in het kussen
niets meer zag je
je smekende stem deed hij smoren in het dons
en het
onvermijdelijke
gebeurde
gebeurde
toch

verpletterd
onder zijn vlezig gewicht
dan weer even op adem komend

dan die
nietaflatende
snerpende
pijn
doordringend tot in het
d
i
e
p
s
t
van je wezen

Nog veel minder begreep je ervan
je
schreeuwde
het uit
sidderde
van pijn en ontsteltenis
maar het mocht niet baten

Vernederd
werd je tot een meisje
tot een hoertje die zich overgaf

Al die onsamenhangende geluiden
je zweet vermengde zich met de zijne
zijn lijf
vastgehecht
aan de jouwe

Waarom toch
waarom toch is alles zo
zoals het nu is gebleken
moet alles wezen

Zoals het zich nu openbaart
is dit nu de
werkelijkheid
de enige waarheid
of bestaan er nog andere mogelijkheden

Met wie kan je dit delen
slechts te delen kan je het met die overmeesteraar
dat kan toch geen
eerlijk
spel wezen
een p e r t i n e n t e leugen sneeuwt de waarheid onder

Wat is echt en niet echt
een droom
en toch de werkelijkheid
ontnuchterd
door stekende pijnen overal

Je kont zo groot als een olifant
een bittere grijns omtrok je lippen
diepe ernst daalde neder in je hart
en toen
vergenoegd
kreunend gleed hij van je af
en keek niet meer naar je om
liet je liggen in al zijn drek
jouw drek
een fraai cadeautje achteraf
je wist je te redden naar het toilet

Ook onder de douche knapte je niet op
voorgoed
was je innerlijk bedorven
heel je geest aangetast tot aan het bot
het
kind
in je vermoerd

Je bleek toch niet alleen te wezen
je wilde andere lotgenoten delen in je leed
maar die haalden slechts onverschillig hun schouders op
ja
jullie geest raakte versufd na de zoveelste herhaling
een gelatenheid tot in het hier en nu
van de ene ellende in de andere
van de regen in de drup
tussen al die harige meesters
niets
in te brengen immers had je
een willoos slaafje in al zijn onderdanigheid
talloos bleken hun vunzige spelletjes
geen weerstand bood je meer tegen die snerpende zweep
waar het vuur vanaf spatte

Veel te strak hadden ze je gebonden
je tegenstribbelende spieren lam gelegd
hoelang nog laat je ons zo hangen
als gekeelde zwijnen in een slachterij
elk wachtend op zijn beurt
je besloot er maar wat van de maken
want weerstand bieden bood geen enkel soelaas
daar had je slechts jezelf mee

Die knop in je hoofd zit er toch niet voor niets
telkens weer omdraaien naar een andere stand
hun vreugde is ook
jullie
vreugde gebleken
hun genot ook de
jouwe
ja, toch hadden ze het goed met je voor
delen mocht je in al hun zaligheden
op gewiekste wijze wisten ze steeds je pijngrens te verleggen
zinderend genot
kwam er voor in de plaats
trok door al je ledematen heen
uitte zich in een krachtige explosie
hoe lang
moet je nog wachten op die volgende keer
dan zou het nog zaliger worden
maar onder je lotgenoten werd er nauwelijks nog gesproken

Tastbaar
werd die inktzwarte duisternis voor je ogen
je voelde je meer dan
ontmand
want een lieftallig meisje zul je nooit meer omklemmen
haar met al je kracht mogen bezadigen
je had immers geleerd onvoorwaardelijk te gehoorzamen
dagelijks werd je onderdrukt
met zachte of harde hand – het gebeurde
nietaflatend

Je leven hebben ze uit je weggekaapt
dat geluk met een meisje
de zegen van het ouderschap
een kinderschare om jullie beiden heen
hebben ze jullie allen aangedaan

Maar mijn Vader kon dit niet langer aanzien
deze boodschap heeft Hij naar jullie afgevaardigd
een fel oordeel zal Hij over jullie belagers doen trekken
en jullie voorgoed bevrijden uit jullie ellende
ja
het onbevangen jongensschap zal Hij in jullie herstellen
en meer dan dat
al het onmogelijke zal Hij toch mogelijk maken
overstelpend
zal Gods liefde jullie blijken
aan al je ellende zal nimmermeer gedacht worden
en Zijn Zoon zal jullie weiden als Zijn dierbare kudde
in grazige weiden zonder einde zullen jullie voor eeuwig verblijven
Zijn dauw zal op het gras gebleken zijn