‘In de ogen van Griet Op de Beeck zag ik mijn eigen zwarte gat’

‘In de ogen van Griet Op de Beeck zag ik mijn eigen zwarte gat’

Uit TROUW: SAMENLEVING door Iris Pronk– 8:43, 27 september 2017

2017-04-19 16:12:30 AMSTERDAM - Een portret van schrijver Griet op de Beeck, de Boekenweekauteur voor de 83ste Boekweek 2018. ANP KIPPA LEVIN EN PAULA

De persoonlijke getuigenis van schrijfster Griet Op de Beeck op tv maakt veel los bij andere slachtoffers van incest.

Het was alsof hij een vrouwelijke versie van zichzelf zag, zegt de vijftiger Boudewijn die als kind jarenlang seksueel werd misbruikt. Maandag zag hij het tv-programma ‘De Wereld Draait Door’, waarin schrijfster Griet Op de Beeck openbaarde dat haar vader haar misbruikt had. “Toen ik haar in de ogen keek, dacht ik: ‘Ik kijk in mijn eigen zwarte gat’.”

Boudewijn − die niet met zijn echte naam in de krant wil − was zo geroerd door de Vlaamse bestsellerauteur, dat hij gisterochtend al om kwart over acht zijn therapeut belde. Die kreeg gisteren nog veel meer telefoontjes en mailtjes van cliënten die zich in het verhaal van Op de Beeck herkenden. Ook bij Korrelatie kwamen tientallen telefoontjes binnen.

Liegen

De schrijfster was aanvankelijk van plan om ‘staalhard te liegen’ over haar misbruikverleden, vertelde ze in ‘DWDD’. Maar dat voornemen begon steeds meer te knellen. Haar nieuwe roman, deel 1 van een trilogie, heet ‘Het beste wat we hebben’ en drááit om incest. “Elke journalist met vier hersencellen op een rij zou natuurlijk vragen: waarom is dat voor jou zo belangrijk en heb je het zelf meegemaakt?”

Door te liegen zou Op de Beeck, die volgend jaar het Boekenweekgeschenk schrijft, een drukkend geheim met zich mee blijven zeulen. Bovendien zou ze op die manier meedoen aan “de cultuur van het grote zwijgen over de stukken werkelijkheid waar we eigenlijk liever niet naar kijken. En dat begrijp ik wel, maar dat heeft nog nooit een slachtoffer vooruit geholpen. Dat speelt alleen de daders in de kaart.”

Daarom besloot ze toch te vertellen over het misbruik, dat duurde van haar vijfde tot haar negende jaar. En over de verdringing van die traumatische ervaringen, waarvan ze zich pas in 2012 in therapie bewust werd. “De angst om niet geloofd te worden is verschroeiend en verschrikkelijk en staat herstel in de weg”, aldus de schrijfster op tv.

Integer

Die angst koesteren alle misbruikslachtoffers volgens Peter John Schouten, auteur van het boek ‘Traumaseksualiteit’ en de therapeut van Boudewijn. “Hun angst is chronisch en hardnekkig. Slachtoffers geloven het misbruik zelf eigenlijk niet, ze hebben het in een afgesloten deel van hun leven geplaatst. Ze bagatelliseren het: ach, het was maar een handeling die ik moest verrichten. Of: ach, het duurde maar een poosje.”

Hij vindt het moedig dat Op de Beeck het zwijgen verbrak. Ze krijgt op de sociale media ook wel kritiek, ze is al vergeleken met het jeugdige loverboyslachtoffer Maria Mosterd die later als fantast werd ontmaskerd. Maar Op de Beeck wekt een integere en krachtige indruk, vindt Schouten: “Ik vond haar optreden heel aangrijpend, door haar taal, door haar lef. Ze is een rolmodel. Ze laat zien hoe incest alles beïnvloedt, ze koppelt het aan haar depressie, haar eetstoornis, aan de verkeerde mannen die ze steeds weer koos. Ze laat zien: zo lééf je door misbruik. Maar ze zit niet te jeremiëren.”

Voor lotgenoot Boudewijn was de getuigenis van de schrijfster confronterend . “Ik heb er vannacht geen oog van dicht gedaan.” Hij had al zo’n vermoeden: “Toen ik haar eerste roman las, ‘Vele hemels boven de zevende’, dacht ik al: zij is vast misbruikt.”

Hij voelt zich ook gesteund door haar tv-ontboezeming. “Ze maakt het bespreekbaar. Incest ís er en je kunt er heel veel last van hebben. Het heeft mij helemaal gevormd.”

De echte naam van Boudewijn is bij de redactie bekend.

Lees ook: Griet Op de Beeck heeft alsnog woorden gegeven aan de ervaring uit haar jeugd

 

Wel verband celibaat en seksueel misbruik

Uit het Nederlands Dagblad – 14 september 2017 – Hendro Munsterman

Volgens Australisch onderzoek is er een verband tussen het priestercelibaat en seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk. In het rapport staat dat tussen 1950 en 2000 zo’n 7 procent van alle priesters minderjarigen seksueel zou hebben misbruikt.

Melbourne
Het onderzoek, verricht door The Royal Melbourne Institute of Technology, baseert zich op 26 internationale onderzoeken die sinds 1986 zijn uitgevoerd, waaronder het Nederlandse rapport van de commissie-Deetman.

Maar in tegenstelling tot het Deetman-rapport, dat geen direct verband zag tussen celibaat en misbruik, spreekt het Australische onderzoek juist van een belangrijke verhogende risicofactor. In de katholieke kerken van de oosterse ritus, waar priesters kunnen trouwen, is het misbruikpercentage lager en vrijwel te verwaarlozen. Verder is volgens de onderzoekers ook de patriarchale structuur en de bijbehorende zwijgcultuur een belangrijke oorzaak.

Volgens de onderzoekers, die ook geconsulteerd werden door de Australische Royal Commission, die onderzoek deed naar het misbruik en die later dit jaar haar eigen conclusies zal presenteren, is in de katholieke kerk in Australië en andere westerse landen inmiddels veel vooruitgang geboekt, maar staat preventie elders in de wereld nog in de kinderschoenen.

Dat werd eerder deze week overigens bevestigd door de Duitse jezuïet Hans Zollner, lid van de pauselijke antimisbruikcommissie. Volgens hem is in meer dan 75 procent van de landen het seksueel misbruik in de kerk nog onder de radar gebleven.

Tijdens een lezing die hij in Brisbane hield voor Australische kerkelijk werkers zei Zollner tevens dat Australiërs hun vertrouwen in de katholieke kerk volledig hebben verloren. Volgens de priester en psycholoog, die aan het hoofd staat van een onderzoeks- en onderwijscentrum over seksueel misbruik aan de Gregoriaanse Universiteit te Rome, is dat een specifiek Australisch probleem, dat op deze schaal uniek genoemd mag worden.

Het gehele rapport is te lezen via:
https://www.rmit.edu.au/content/dam/rmit/documents/news/church-abuse/child-sex-abuse-and-the-catholic-church.pdf

Seksuele en relationele vorming in het onderwijs moet beter

Er moet nog veel verbeteren om met seksuele en relationele vorming in het onderwijs seksueel geweld tegen kinderen te voorkomen, stelt Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen Corinne Dettmeijer in haar rapport ‘Effectief preventief’. ‘Seksuele en relationele vorming in het onderwijs is een belangrijke manier om seksueel geweld tegen te gaan. Maar scholen kunnen op dit moment nog geen methode kiezen waarvan bewezen is dat die slachtoffers en daders van seksueel misbruik kan voorkomen.’

In het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs zijn scholen verplicht aandacht te besteden aan seksualiteit en seksuele diversiteit, om de seksuele weerbaarheid van jongeren te versterken. Scholen zijn vrij om te kiezen hoe ze dat doen. De Nationaal Rapporteur benadrukt dat scholen het beste kunnen kiezen voor een lesmethode waarvan bewezen is dat die effectief is in het voorkomen van seksueel geweld. Dettmeijer: ‘Een methode die geen effect heeft betekent een verspilling van tijd, geld en moeite. Bovendien kan een lespakket waarvan de effecten onbekend zijn contraproductief werken en dat is mogelijk schadelijk.’ Maar kiezen voor een effectief lespakket is nu nog onmogelijk: die zijn er namelijk niet.

Meer onderzoek

Het beste alternatief waar scholen nu gebruik van kunnen maken zijn methoden waarvan het op basis van de theoretische onderbouwing aannemelijk is dat ze werken. Om vast te kunnen stellen of deze ook echt seksueel geweld weten te voorkomen, moet er meer onderzoek worden gedaan naar de effectiviteit en moeten de resultaten hiervan vindbaar zijn voor scholen die een lespakket willen kiezen. Het is volgens de rapporteur aan de minister en staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om de ontwikkeling van en het onderzoek naar effectieve lespakketten te stimuleren.

Vergrote kwetsbaarheid

Bij het ontwikkelen van effectieve lespakketten is het belangrijk om specifiek aandacht te hebben voor kwetsbare groepen. 16- en 17-jarigen lopen een groter risico op zowel slachtoffer- als daderschap van seksueel geweld dan jongere kinderen. Scholen die les geven aan 16- en 17-jarigen hebben niet de plicht om aandacht te besteden aan seksualiteit op school, maar deze leerlingen zouden wel gebaat zijn bij effectieve seksuele vorming. Ook kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking hebben een grotere kans om slachtoffer te worden van seksueel geweld dan kinderen zonder een beperking. Daarom is het des te belangrijker dat scholen die speciaal onderwijs bieden een effectieve methode kunnen gebruiken om de seksuele integriteit van hun leerlingen te beschermen.

Het belang van preventie

Eén op de drie meisjes en één op de vijf jongens maakt voor hun achttiende levensjaar een vorm van seksueel geweld mee. De gevolgen hiervan kunnen tot ver in de volwassenheid doorwerken en dat veroorzaakt niet alleen schade bij slachtoffers en hun naasten, maar kost de maatschappij ook veel geld. Rapporteur Corinne Dettmeijer: ‘We worden steeds weer opgeschrikt door verhalen over seksueel misbruik. Nu is er veel aandacht voor de sport. Het laat zien dat we onze aandacht niet alleen moeten richten op slachtoffers en daders nadat seksueel geweld heeft plaatsgevonden, maar dat we ook moeten kijken hoe we dit leed kunnen voorkomen. Het onderwijs heeft daarbij een belangrijke rol.’

bron: https://www.nationaalrapporteur.nl/actueel/2017/seksuele-en-relationele-vorming-in-het-onderwijs-moet-beter.aspx

‘Ik zat gevangen in mijn lichaam en geest’

Misbruik in de sport

Als meisje had de Ierse Karen Leach (47) een droom: zwemmen bij de Olympische Spelen. Maar haar lichaam ging haperen, nadat ze was misbruikt door haar zwemtrainer. „Dit gesprek maakt veel los, ik moet er bijna van kotsen

* Danielle Pinedo  9 april 2017

Derry O’Rourke. Bij het horen van die naam kromp ex-zwemster Karen Leach nog niet zo lang geleden ineen. „Een paar jaar geleden had ik hier niet kunnen zitten”, zegt zij. „Dit gesprek maakt veel los. Ik moet er bijna van kotsen.”

Karen Leach (47) is een van de achttien Ierse ex-zwemsters die voormalig bondscoach O’Rourke in de jaren negentig aanklaagden voor seksueel misbruik. „Ik ben ervan overtuigd dat er meer slachtoffers zijn”, zegt Leach. „Sinds ik mij publiekelijk over zijn wandaden uitspreek, hebben veel vrouwen zich bij mij gemeld.”

De rechter achtte bewezen dat O’Rourke zich in de jaren tachtig en negentig aan minderjarigen had vergrepen. Hij kreeg twaalf jaar celstraf. Dat hij na negen jaar vrij kwam, vindt Leach onbegrijpelijk. „Door hém heb ik ruim drie decennia gevangen gezeten”, zegt zij. „Ik zat gevangen in mijn lichaam en geest. In de goot, met de ratten.”

We zitten in de bibliotheek van een vliegveldhotel bij Dublin. Op de achtergrond klinkt gekwetter van vakantiegangers. In de twee uur die volgen zal Leach haar verhaal vertellen. In razend tempo. „Ik voel mij sterk”, zegt zij. „Sinds kort heb ik mijn stem gevonden.”

Wat voor meisje zij was? Ze denkt even na en staart naar de kast met Ierse bestsellers. „Ik had drie jongere broers en speelde veel in de natuur. We woonden in een dorp bij Dublin met veertien huizen. Mijn jeugd was gelukkig. Ik groeide op in een liefdevol gezin.”

Ze vertelt dat haar ouders niet konden zwemmen. Ze vroegen hun kinderen of ze het wilden leren. Leach was zeven jaar toen ze voor het eerst een zwemcomplex betrad. Ze begon op vrijdagavond in de kinderklas, samen met haar broers. Het water gaf haar een gevoel van vrijheid, meer nog dan fietsen of hink-stap-springen. Al snel zwom zij baantjes met oudere zwemmers. Op haar negende werd ze uitgeroepen tot most improved swimmer of the year. Het is de enige prijs die zij niet in de prullenbak gooide.

Leach zwom voor haar plezier, maar droomde er ook van uit te komen bij de Olympische Spelen. Niet om Ierland trots te maken, al was dat natuurlijk een leuke bijkomstigheid. „Het leek mij gewoon mooi zoiets mee te maken. In gedachten liep ik achter de vlaggendrager tijdens de openingsceremonie.”

Alsof hij God was

Naarmate zij ouder werd – en zich meer ontwikkelde als zwemmer – werd het verlangen sterker. Ze trainde hard en won als junior alles wat er te winnen viel. Ze vertegenwoordigde de stad Leaxlip en het graafschap Kildare. Op haar tiende nam zij namens Kildare deel aan een groot zwemtoernooi in eigen land. Haar belangrijkste optreden tot dan toe. Die dag hoorde ze een buzz toen ze de zwemhal binnen liep. „It’s him! The olympic coach is in the building!” Zijn naam zei haar niets. Ze wilde naar de volgende fase van het toernooi, meer niet. „Maar ik voelde wel dat die man op dat stoeltje aan de rand van het bad belangrijk was”, zegt zij. „Zijn aura…” Ze zwijgt even. „Je kon niet om hem heen.”

Derry O’Rourke was kort daarvoor teruggekeerd van de Olympische Spelen van 1980 in Moskou. Zijn zwemsters hadden er geen medailles gewonnen, maar zijn faam was groot. „Hij gaf les bij de beste zwemvereniging van het land: Kings hospital swimming club in Dublin. „Mensen behandelden hem alsof hij God was. Daar gedroeg hij zich ook naar.”

Die dag in het wedstrijdbad deed ze haar stinkende best. Niet omdat de olympische coach aan de badrand zat, maar omdat zij de race wilde winnen – wat ook gebeurde. Na afloop belde O’Rourke met haar vader. Hij zei dat Leach ‘groot potentieel’ had. ‘Als ze bij mijn club komt, kan ze het ver schoppen. U weet dat ik coach ben van het olympische team?’

Haar ouders wilden het beste voor haar. En zij hield van het clubje waar al haar vriendinnen trainden. Toen O’Rourke bleef bellen, stemde ze toe. Hij had het tóen al over de Olympische Spelen. Alsof hij haar gedachten kon lezen.

Zwemmen bij Kings hospital swimming club stond in geen verhouding tot het zwemmen bij haar oude club. Niet alleen werd er véél langer en harder getraind, de sfeer was er ook anders. „O’Rourke duldde geen tegenspraak”, zegt Leach. „We deden wat hij ons opdroeg. Het plezier was weg.”

Maar het contact met haar ploeggenoten maakte veel goed. Ze brachten zeven uur per dag met elkaar door, stonden ’s ochtends samen te bibberen langs de badrand. „Als ik over hen praat zie ik hun hoofdjes weer voor me”, zegt zij. De ploeggenoten zaten jaren later samen tegenover Derry O’Rourke in de rechtszaal, maar hebben onderling nooit over zijn misstappen gesproken.

De bestuurskamer

Hoe het misbruik begon, kan Leach zich niet herinneren. Wat het inhield wel, al heeft zij zich voorgenomen daar niet in detail over te praten. „Hij deed verschillende dingen met mijn lichaam”, zegt zij. „Invasie en verkrachting, laat ik het daar op houden.”

Het misbruik vond vaak plaats in de bestuurskamer, aan het uiteinde van het zwembad. De kamer kon niet worden afgesloten, maar O’Rourke vond altijd wel een manier om anderen de toegang te versperren. „Hij plaatste zijn rug tegen de deur, of duwde de deurhendel omhoog”, zegt Leach. Ze was tien of elf toen hij haar voor het eerst betastte.

In de bestuurskamer lagen de peddels en zwemplanken opgestapeld, legt zij uit. Je moest wel naar die kamer om aan de training deel te kunnen nemen. „O’Rourke zat er niet ver vandaan, op zijn stoel. Ik moest langs de hele lengte van het zwembad lopen, terwijl hij mij in het vizier hield. Terwijl ik liep was er maar één vraag die mij bezighield: staat hij op van zijn stoel?”

Ze kon niet rennen om hem voor te zijn; dat zou opvallen. Langzaam lopen had ook geen zin; soms rinkelde halverwege haar gang de telefoon, en wandelde hij naar de bestuurskamer om hem zogenaamd op te nemen. „En soms zat hij al in de bestuurskamer als ik binnenkwam. ‘I will call you back later’, sloot hij abrupt af.

Ze herinnert zich het gelige licht in de schaars verlichte kamer. En ze weet nog dat hij altijd die ene zin uitsprak voordat hij haar kleding uittrok: ‘Ik wil je lichamelijke ontwikkeling checken’. Leach bleef „stokstijf staan”. In gedachten was zij op een andere plek, al weet zij niet meer welke.

Niet ver van die bestuurskamer zat haar vader te wachten in zijn auto. Hij bracht haar iedere ochtend naar de training. Moeder maakte thee, die ze meegaf in een thermosfles. Vaak rolde vader zich op in zijn slaapzak in de auto. Hij doezelde tot zijn dochter een paar uur later op het raam tikte.

Sterfbed

In de loop der jaren begon het lichaam van Leach steeds meer te haperen. Haar armen, rug en benen: overal deed het pijn. De artsen konden geen oorzaak vinden. Tot overmaat van ramp plaatste O’Rourke haar op haar vijftiende terug naar het B-team. Misschien wel haar grootste angst; de Spelen kon zij vergeten.

Haar ouders konden haar moodswings niet verklaren. Pas jaren later, nadat zij O’Rourke had aangeklaagd, nam ze haar moeder in vertrouwen. „Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen mijn vader in te lichten”, zegt zij. „Die arme man met zijn thermoskan in zijn slaapzak… Ik had liever dat hij het van mijn moeder hoorde.”

Haar moeder ging gebukt onder schuldgevoel. Drie jaar later beroofde zij zichzelf van het leven. De vrouw zonder zwemdiploma werd uit het kanaal gedregd. Kort daarvoor had ze haar dochter verzekerd dat ze van haar hield. ‘Het spijt me’, zei ze ‘dat ik niet voor mijn kleine meisje heb gezorgd’.

Kort voor de vader van Karen Leach stierf, vijf jaar geleden, kwam het misbruik indirect ter sprake. „Bedankt voor alles”, zei ze tegen hem. „Je was de beste vader die ik mij kan wensen.” In zijn ziekenhuisbed vocht hij tegen zijn tranen. ‘Dat weet ik zo net nog niet’, antwoordde hij.

Het misbruik en de gevolgen daarvan deden Leach vaak op het randje van de dood balanceren. Met tussenpozen zat ze tien jaar in een psychiatrisch ziekenhuis. Na iedere zelfmoordpoging volgde weer een opname. Ze slikte valium, antidepressiva en pijnstillers. „Ik heb geluk dat ik nog leef”, zegt zij.

Psychotherapeute

Na de zoveelste zelfmoordpoging besloot zij zes jaar geleden dat het genoeg was. Ze woonde op zichzelf en had een zoon van drie. Toen ze de kleuter op een nacht zag slapen – „zo onschuldig met zijn blonde krullen” – besloot ze haar pijn niet langer aan hem door te geven. „Waar O’Rourke was geëindigd, had ik het opgepakt. Het werd tijd om in de spiegel te kijken. Al was het maar voor mijn zoon.”

Leach ging in therapie, volgde een opleiding tot psychotherapeute en begon zich uit te spreken over haar traumatische ervaring. Ze geeft sinds vorig jaar presentaties over de hele wereld. ‘Ik heb kindermisbruik overleefd’, houdt zij haar publiek voor. ‘Dat kunt u ook, met de juiste begeleiding.’
———————-

Bron: https://www.nrc.nl/nieuws/2017/04/09/ik-zat-gevangen-in-mijn-lichaam-en-geest-8040600-a1553869?utm_source=SIM&utm_medium=email&utm_campaign=Gespreksstof&utm_content=&utm_term=20170416

 

Misbruikslachtoffer Andy Woodward: ‘De dader werd mijn zwager’

Seksueel misbruik in de sport De Engelse ex-profvoetballer Andy Woodward onthulde eind vorig jaar hoe hij door een jeugdtrainer was misbruikt. Na hem vertelden honderden anderen hun verhaal. „Een geheim kan je ruïneren.”

Voormalig profvoetballer Andy Woodward: „Mijn verhaal kan ook anderen bevrijden van een last” Foto Mark Waugh/Manchester Press Photo

Zijn verschijning doet niets vermoeden. Zwarte haren, donkerbruine ogen, strak colbert boven een getailleerde broek. Hoffelijk op zijn Brits, maar gedistingeerder en zachtmoediger. Een man naar wie vrouwen nog eens omkijken.

Je moet ook maar weten dat er achter de voorkomendheid een gehavende ziel schuilgaat. Wie in het hoofd van voormalig profvoetballer Andy Woodward zou kunnen kijken, ontwaart een trauma met flashbacks van een monsterlijke voetbaltrainer die tevens zijn zwager is geweest. Een sinister drama.

„Ik heb altijd een masker gedragen. Maar van binnen was het nooit weg, de paniek, de angstaanvallen, de pijn. Nu kan ik eindelijk mezelf zijn.”

In een leeg en sober restaurant in Manchester schetst Woodward (43) de nasleep van zijn onthullende interview in The Guardian van november vorig jaar. Tot in detail vertelde hij wat zijn jeugdtrainer Berry Bennell hem als kind heeft aangedaan. All the way – van de meer dan honderd verkrachtingen tot de suïcidale gedachten die hem sindsdien achtervolgden.

De tijd was er rijp voor. Op aanraden van zijn therapeut benaderde hij een journalist, die het anoniem zou opschrijven. Maar na twee gesprekken en enkele weken bedenktijd besloot hij dat zijn naam toch genoemd kon worden. „Zodat het verhaal nog meer impact zou hebben. Want dit gaat niet alleen om mij, dit kan ook anderen de moed geven om zich te ontdoen van die vreselijke last.”

Dat is ook wat gebeurde. Ook andere misbruikslachtoffers zochten contact met media en politie. De politie kondigde nieuwe onderzoeken aan en meldde in januari dat er 526 slachtoffers en 184 daders waren geïdentificeerd, verdeeld over meer dan 240 clubs. Voorzitter Greg Clarke van de Engelse voetbalbond FA sprak van de grootste crisis in het Engelse voetbal die hij zich kon heugen.

„De media en de mensen hebben het geweldig opgepikt”, zegt Woodward. „Er is zoveel steun. Mensen op straat stoppen om me de hand te schudden. Ze zeggen: jij hebt onze ogen geopend, jij hebt mensen gered. Er was een jongetje van veertien dat zelfmoord wilde plegen, maar nu hulp krijgt. Andere slachtoffers vertelden me dat ze hun geheim mee het graf in hadden genomen als ik mijn verhaal niet had gedaan. Dit is zo’n taboe.”

Ruim een week na de publicatie deden vier slachtoffers onder wie Woodward hun verhaal in een talkshow bij de BBC. Een van hen zei daar dat BBC-presentator Jimmy Savile, die na zijn dood werd ontmaskerd als pedoseksueel, vergeleken met Bennell een „koorknaap” was. In tranen vertelde Woodward over een voetbaltrip naar Gran Canaria. Zeven jongetjes van twaalf jaar, zeven dagen lang. Elke avond had Bennell een ander.

Flamboyante levensstijl

Hoewel Bennell inmiddels drie celstraffen heeft uitgezeten voor kindermisbruik, denkt Woodward dat er nog veel meer onbekende slachtoffers zijn van deze meestermanipulator, die zijn seksuele voorkeur maskeerde met voetbalkennis en een flamboyante levensstijl. Tot zijn eerste veroordeling gold Bennell als een gewaardeerd talentenspotter. Hij reed een blinkende Mercedes, had het altijd over zijn contacten bij grote clubs als Chelsea en woonde in een groot huis dat voor kinderen het paradijs was, inclusief jukebox, pooltafel, speelautomaten en wilde dieren als een aapje. Wanneer voetballertjes kwamen logeren, werd het beestje uit zijn kooi gehaald om op hun schouder te zitten.

Hoe het misbruik ontstond? Zo: Bennell vertelt ouders dat hij hun zoon aan een stage kan helpen bij een grote club, biedt aan de jongen er zelf heen te rijden en betast tijdens de autoritten het spelertje, dat van schrik verstijft en vaak nog te onwetend is om naderhand alarm te slaan.

Woodward: „Je gaat twijfelen aan jezelf, aan je eigen seksualiteit. Wie weet ligt het aan jou.”

Anders dan je zou kunnen denken, zijn óók de ouders slachtoffer, benadrukt Woodward. Als een van de betere coaches van het land liet Bennell hen geloven dat hij hun kind richting het profvoetbal kon loodsen, wat soms ook zo was. Dat geïdealiseerde vooruitzicht leidde de aandacht af van een risico dat in de jaren tachtig minder snel werd opgemerkt dan nu.

Tegen de jongens werd gezegd: „Als je thuis iets zegt, voetbal jij nooit meer.”

Woodward is veertien als zijn zestienjarige zus een relatie krijgt met de veel oudere Bennell.

In het restaurant zijn er momenten dat Woodward glazig voor zich uit kijkt. Aan de wil om te praten ligt het niet – hij ziet het als zijn plicht, zodat hij anderen kan helpen. Maar tegelijk herinnert elke vraag hem aan de gruwel, als een aaneenschakeling van pijnigende flashbacks. Door afstand te houden, is hij minder kwetsbaar.

„Pas als je bent misbruikt kun je bevatten wat mij is overkomen, welke last ik bij me draag”, zou hij later zeggen.

Vanaf zijn elfde droeg hij die last. „Tot die tijd was ik een happy kid. Ik was een zachte jongen, beleefd, stil, lief. En helemaal voetbalgek. En op een of andere manier weten pedoseksuelen precies wie ze eruit moeten pikken. Hij koos mij, omdat hij wist dat zachte jongens zich minder snel verzetten. Sterke persoonlijkheden worden er minder snel uitgepikt.”

Bennell helpt hem op weg in het profvoetbal. Na een door hem geregelde (mislukte) stage bij topclub Manchester City brengt de scout hem onder in de opleiding van de kleinere profclub Crewe Alexandra. Woodward doorloopt alle jeugdrangen en maakt er in 1994 op twintigjarige leeftijd zijn debuut in het eerste elftal. In zijn tien jaar omvattende carrière speelt hij bij zes verschillende clubs in de lagere divisies van Engeland.

„Er had meer ingezeten als het misbruik nooit was gebeurd. Voetbal werd een mentale strijd, een gevecht tegen demonen in mijn hoofd. Bij Bury veinsde ik een hamstringblessure terwijl ik een paniekaanval had. En dat gebeurde steeds vaker. Andere jongens gingen er al net zo kapot aan. Je moest innerlijk heel sterk zijn om alsnog ver te komen. Veel carrières gingen verloren.”

Totale shock

Zijn verhaal bevat een onwaarschijnlijk element dat aantoont hoe diep Bennell indertijd is doorgedrongen in zijn leven. De man die hem verkracht, wordt zijn zwager. De man van zijn zus. Vader van zijn neef en nicht.

Dit maakt zijn tienerjaren nog ingewikkelder dan ze al zijn. Woodward is veertien als zijn zestienjarige zus een relatie krijgt met de veel oudere Bennell. Vier jaar later, in 1991, is hij getuige van hun huwelijk. Zijn toestand van binnen: totale shock. Maar hij zegt niets. De verdediger wil doorbreken bij Crewe, waar Bennell veel macht heeft. Eén woord kan hem zijn carrière kosten.

In hetzelfde jaar dat Woodward debuteert in het profvoetbal, 1994, wordt Bennell voor het eerst veroordeeld wegens ontucht. In Amerika, waar hij voetbalkampen voor de jeugd organiseert, heeft hij een Engelse tiener aangerand. Thuis raakt de jongen in paniek, uit vrees voor aids. Bennell zit drie jaar in een Amerikaanse cel.

Bij terugkeer in Engeland wordt hij meteen gearresteerd. Nadat er een documentaire over Bennell is verschenen over de ware aard van de voetbaltrainer, is ook de Britse politie een onderzoek gestart. Een ander slachtoffer merkt Andy Woodward aan als potentieel slachtoffer, maar als rechercheurs hem benaderen, trekt de voetballer een muur op. Hij blijft zwijgen uit vrees voor de impact die zijn verklaring zal hebben op zijn familie. Met name op zijn zus.

Wie de moed heeft om erover te praten, zal uiteindelijk vooral opluchting voelen.

Andy Woodward

Pas na langdurig aandringen breekt hij. „Mijn neef en nichtje kwamen op een leeftijd waarop ik dacht: nu zouden zij aan de beurt kunnen zijn. Ik maakte me zorgen om hen en moest dat statement maken.”

Mede door zijn getuigenis wordt Bennell een jaar later veroordeeld tot negen jaar celstraf op basis van 22 aanklachten. Na het horen van zijn verhaal scheidt zijn zus van Bennell. Dat Woodward destijds anoniem bleef, heeft ertoe geleid dat de impact van het interview van november 2016 des te groter was. Niemand wist dat zijn carrière stokte door een trauma. Dat hij voetbalde als een wrak, omdat hij een wrak was. Zoals dat ook geldt voor andere slachtoffers die een belofte waren maar nooit zo goed werden als verwacht.

„Na de rechtszaak in 1998 is het één jaar goed gegaan. Ik was opgelucht, dacht dat de ellende voorbij was. Maar de flashbacks kwamen terug. Angst, paniek, slapeloze nachten, suïcidale gedachten. Het hakte erin.”

Drie jaar en maar 53 duels later beëindigde hij vervroegd zijn loopbaan als voetballer. Erna werkte hij zich bij het politiekorps van Lancashire op tot rechercheur. Achteraf noemt hij dat de slechtste keuze die hij had kunnen maken. De confrontatie met ellende betekende nog meer wanorde in zijn hoofd.

Tv-presentator

Als zijn mentale problemen verergeren licht Woodward zijn chef in bij de politie waar hij werkt als rechercheur. Er is begrip, maar nog geen jaar later wordt hij op de zaak van tv-presentator Stuart Hall gezet, die wordt veroordeeld voor ontucht met meerdere meisjes. „Die zaak kwam veel te dicht bij mijn eigen verleden, de uitwerking in mijn hoofd was verwoestend. Wat ik nu doe, geeft me veel meer voldoening. Nu kan ik mensen echt helpen, dit ligt dichter bij mijn hart.”

Naast klokkenluider wil hij een boegbeeld zijn. Een bemiddelaar tussen hulpinstanties, slachtoffers en autoriteiten, die fulltime het woord verspreidt ten behoeve van gerechtigheid en preventie. „Zelf kreeg ik geen hulp na mijn getuigenis in 1998. Niks. Nu is die hulp er wel, volop. Maar voor trainers, ouders en sportbonden valt er nog veel te leren. In Engeland hebben we nog steeds geen meldplicht voor iemand die getuige is van misbruik of ontucht. Misbruikslachtoffers die zich melden worden soms pas weken later teruggebeld door de politie. Als slachtoffer is dat frustrerend. Met de stichting Enough Abuse UK proberen we voor meer bewustwording te zorgen.”

Een gehavend mens zal hij altijd blijven. Nog lang zal hij behandeld moeten worden voor de posttraumatische stressstoornis waarmee hij is gediagnosticeerd. Maar er is hoop. Sinds hij figureerde op de voorpagina van The Guardian is hij meer in balans. Meer dan ooit put hij kracht uit zijn relatie. Na drie mislukte huwelijken vond hij rust bij een oude vriendin die als een van de weinigen wist wat hem was overkomen. „Dat helpt in een relatie. Zelda is mijn rots.”

Wat zou hij willen meegeven aan slachtoffers die altijd hebben gezwegen? Weer die bedachtzame blik, een stilte. „Een geheim kan je ruïneren. Wie de moed heeft om erover te praten, zal uiteindelijk vooral opluchting voelen.”

Politieke partijen samen in strijd tegen seksueel ongewenst gedrag

Er moet een aanvalsplan komen tegen seksueel ongewenst gedrag. Zes politieke partijen ondertekenen daartoe vandaag een ‘stembusakkoord’, op initiatief van kenniscentrum Rutgers. Daarmee beloven ze om zich in te zetten voor het vormgeven van een campagne om seksueel ongewenst gedrag te bestrijden.

Het gaat om de partijen D66, 50Plus, GroenLinks, PvdA, PvdD en SP. Lees meer

ZEMBLA – Afrekenen met de kerk

Woensdag 22 februari 2017 zond ZEMBLA de uitzending “Afrekenen met de kerk” uit.
Om deze terug te zien: ZEMBLA
 
Wat mij persoonlijk beviel aan de uitzending waren de sterke mensen die Zembla bereid gevonden had in de uitzending te praten over hun ervaringen met de katholieke kerk. Over hoe ze behandeld werden door het z.g. onafhankelijke meldpunt en de “managers” binnen de kerk (bisschoppen, hoofden van congregaties, e.d.). Sterke mensen, woedend, over hoe ze behandeld zijn. Hoe het misbruik zich herhaalde in de behandeling door het meldpunt en kerkelijk leiders. Over het belachelijke “menu” van de compensatiecommissie en over de nog steeds ongewillige katholieke kerk die de ellende die ze heeft laten gebeuren nog steeds niet echt wil opruimen.
Mijn bewondering en complimenten aan: Willem Thomas, Merapi Obermayer, Pascal Rademakers, Brigitte Kicken, Corrie van Nunen.
Wat zijn jullie een prachtmensen! Ik hoop dat jullie woede door heel veel mensen overgenomen wordt. Want het is tijd dat overheid én de mensen in de straat kwaad worden op die kerk. Heel kwaad !

Mooi ook het gesprek met Johan Verschueren, provinciaal overste van de Jezuïeten. Eindelijk een eerlijke geestelijke die open verteld over de hoe de slachtoffers door de vertegenwoordigers van de kerk gezien werden. Atheïsten, vijanden van de kerk, goudzoekers! En hoe hij, door het persoonlijke contact met de slachtoffers aan te gaan, tot inkeer kwam.
Hij heeft duidelijk meer innerlijke rust overgehouden aan zijn intensieve samenwerking met de slachtoffers. Omdat hij het goed gedaan heeft. Compliment !
Uit de persoonlijke verhalen van slachtoffers weet ik dat zij veel meer gerechtigheid en erkenning gevonden hebben in het mediatietraject met Verschueren dan ooit het geval geweest zou zijn als zij door de procedures van het meldpunt en compensatiecommissie waren gegaan.

Wat mij irriteerde?
In de inleiding wordt gezegd “Nederland nam maatregelen” na het rapport van Deetman. Dat is maar een halve waarheid.
Het zou moeten zijn “Nederland vroeg de kerk netjes om te gaan met de slachtoffers.” De overheid liet het over aan de kerk hun eigen ruïnes op te ruimen. Geloofde dat het (nogmaals: zogenaamde) onafhankelijke meldpunt tot de erkenning en gerechtigheid zouden leiden. Dan moet je naderhand niet teleurgesteld zijn als blijkt dat het misbruik zich daar herhaalde !

Kardinaal Eijk die wederom de slachtoffers misbruikt om niet te reageren in de uitzending. “Uit respect voor de slachtoffers” zoals hij aangeeft, want: “de ervaring is dat communicatie via de (massa)media als pijnlijk kan worden ervaren door de slachtoffers van seksueel misbruik”. Dat argument gebruiken ze voortdurend in de kerk, wereldwijd: om redenen van vertrouwelijkheid, de anonimiteit van de slachtoffers, reageren wij niet. Terwijl de slachtoffers niets liever willen dan dat er voortdurend en openhartig over ‘hun’ misbruik gesproken word, dat het uit de schaduw en in het volle licht komt !
Ik hoorde dat zelfde argument gebruikt worden door Gerard Dielessen van NOC NSF. Die hebben natuurlijk geleerd uit de ervaringen van de katholieke kerk dat je daar mee wegkomt…

Over leren. De woordvoerder van de bisschoppenconferentie: “bisschoppen en hogere oversten hebben de laatste jaren een leerproces doorgemaakt…”. Dit is klinkklare onzin en een leugen. Nog steeds worden mensen op hun weg naar erkenning door de kerk tegengewerkt en herhaald zich het misbruik. De verhalen van Pascal en Brigitte bevestigen dat ook.

Wereldwijd word er door de kerk naar buiten gecommuniceerd hoe men meevoelt met de slachtoffers en hoe alles beter word en tegelijkertijd verzandt iedere roep om gerechtigheid van de slachtoffers in een juridische strijd. Ik heb het al zo dikwijls gezegd, maar nog eens: de katholieke kerk wíl dit probleem niet netjes oplossen… Niet in Nederland en niet in heel de rest van de wereld. En dat gebeurt allemaal met de goedkeuring en in opdracht van die o toch zo goede en brave paus aan het hoofd !

En wie dat nog niet doorziet en nog steeds achter deze organisatie blijft staan als kerkganger, pastoraal medewerker of op andere manier zich direct verbind aan deze instelling is medeplichtig aan de instandhouding van een door en door corrupte en misleidende organisatie.

Australische bisschop zelf ook seksueel misbruikt

Hendro Munsterman

De Australische bisschop Vincent Long Van Nguyen is zelf ook door katholieke geestelijken seksueel misbruikt. Dat getuigde hij voor de Australische Royal Commission die onderzoek doet naar de omvang van seksueel misbruik in het land, onder meer in de Rooms-Katholieke Kerk.

Sydney

‘Ik was zelf ook slachtoffer van seksueel misbruik door geestelijken toen ik net in Australië kwam’, zei Long die als jong-volwassene per boot uit Vietnam vluchtte. ‘Het had een grote impact op me en op hoe ik … [korte stilte] … in de voetstappen wil treden van andere slachtoffers en er werkelijk alles aan wil doen om gerechtigheid te bereiken en hen hun waardigheid terug te geven’, zei Long. Sinds zijn aantreden ontmoette hij in zijn bisdom negen slachtoffers. ‘Ik kan hen in de ogen kijken en zeggen: ik deel je pijn en je lijden’

Long klaagde bovendien over de hiërarchische machtsstructuur van de kerk die misbruik en toedekking ervan in de hand werkt. De kerk is volgens hem nog te veel een koninkrijk met een aan de koning onderdanig volk en met hiërarchische graden en gesacraliseerde werkelijkheden. Deze kerk kende hij uit Vietnam, maar zij is volgens Long ook in Australië nog volop aanwezig. Hij noemde het een kerk van ‘titels en privileges, en met klerikaal superioriteitsgevoel en elitisme’.

‘Als gelovigen me ontmoeten, kussen ze mijn ring’, zei Long die in deze praktijken een ‘infantilisering van de gelovigen’ ziet. Deze machtsstructuren leiden er volgens hem toe dat iemand slechts verantwoording schuldig is tegenover degene boven hem in de hiërarchie. Volgens Long moeten gelovigen meer inspraak krijgen. Ook is hij voorvoor de afschaffing van het voor priesters verplichte celibaat, want ‘dat schept te veel scheiding tussen priesters en gelovigen’.

Long pleitte voor een kerk die zichzelf meer gaat zien als gemeenschap met een geordend netwerk van relaties die het volk helpen om het evangelie te verkondigen. Tijdens zijn getuigenis kreeg Long een paar keer applaus en nadien kwamen slachtoffers in tranen naar hem toe om te praten.

Bron: https://www.nd.nl/nieuws/geloof/australische-bisschop-zelf-ook-seksueel-misbruikt.2512011.lynkx

Paus schrijft voorwoord in boek over misbruik van ex-priester

Het boek van Daniel Pittet
Het boek van Daniel Pittet | beeld nd
De Zwitser Daniel Pittet (58) werd als kind vier jaar lang, in totaal meer dan 200 keer, seksueel misbruikt door een katholieke pater. Hij vergaf hem, schreef er een boek over – met een voorwoord van paus Franciscus en een verslag van het gesprek met de kapucijn die hem misbruikte.

Fribourg

Hij twijfelde lang of hij zijn verhaal aan het papier en de buitenwereld zou toevertrouwen. Maar een ontmoeting met paus Franciscus in 2015 trok hem over de streep. ‘Een noodzakelijk, waardevol en moedig getuigenis’ noemt de paus het boek van Pittet, die in 1979 zelf benedictijnermonnik werd, maar later uittrad, huwde en zes kinderen kreeg, en inmiddels als bibliothecaris werkt.

Het misbruik vond plaats tussen 1968 en 1972, in het klooster zelf en tijdens vakantiekampen. Pittet was tussen de 9 en 13 jaar en leefde in een gezin zonder vader.

De dader wordt in het boek met naam en voornaam genoemd. Pater Joël Allaz woonde in het kapucijnenklooster in Fribourg. Toen de eerste klachten kwamen, werd hij overgeplaatst naar het Franse Grenoble.

Volgens Pittet maakte Allaz meer dan honderd slachtoffers. Slechts 24 daarvan zijn bekend, maar vanwege verjaringstermijnen in Zwitserland en Frankrijk werd de pater slechts voor twee ervan veroordeeld. De Franse rechter legde hem in 2012 twee jaar voorwaardelijke gevangenisstraf op.

Sindsdien woont de pater afgezonderd in een Zwitsers klooster. Nadat Pittet zijn boek klaar had, zocht hij hem in de zomer van 2016 op. En schonk hem vergeving.

Pittet wilde niet alleen een relaas van de dramatische feiten schrijven, zonder omwegen of verhullend taalgebruik, maar ook van de weg van vergeving die hij is gegaan. Dankzij het geloof dat hij nooit verlaten heeft. Of beter: dat hem nooit heeft verlaten.

pijn

Paus Franciscus schrijft in zijn voorwoord dat ‘sommige slachtoffers zelfdoding pleegden’: ‘deze overledenen drukken op mijn hart en mijn geweten, en op die van de hele kerk. Aan hun families bied ik mijn gevoelens van liefde en pijn aan, en vraag ik nederig om vergeving.’

Volgens de paus zijn getuigenissen zoals deze nodig omdat ze ‘de beerput openen waarin het lijden verstikt’. De kerk is volgens hem inmiddels ‘uiterst streng voor priesters die hun zending misbruiken, evenals hun bisschoppen of kardinalen die hen beschermden, zoals dat in vroegere tijden gebeurde’.

Pittet verheugt zich over de vooruitgang die de Rooms-Katholieke Kerk onder Benedictus XVI en Franciscus gemaakt heeft in het bestrijden en voorkomen van misbruik: ‘Als iedereen evenveel zou doen als de katholieke kerk nu, zou er veel leed voorkomen worden.’

Zembla – Afrekenen met de kerk

Na decennia van zwijgen hebben de afgelopen jaren duizenden slachtoffers van seksueel geweld hun verhaal gedaan bij het Meldpunt Seksueel Misbruik Rooms Katholieke Kerk. Als kind werden ze vaak niet geloofd en nu hopen ze eindelijk op gerechtigdheid.

Zembla spreekt slachtoffers die vertellen dat ze door toedoen van de kerk opnieuw zijn getraumatiseerd. In plaats van een luisterend oor trok de kerk hun verhaal weer in twijfel en kregen de slachtoffers het gevoel dat zij in de beklaagdenbank zaten, in plaats van de daders. Zembla onderzoekt of de slachtoffers recht is gedaan.

ZEMBLA – Afrekenen met de kerk, woensdag 22 februari 2017 om 21:20 uur bij de VARA op NPO 2