Onthullingen over seksueel misbruik deden de Rooms-Katholieke Kerk in Duitsland een jaar geleden op haar grondvesten schudden. Het proces om met het verleden af te rekenen verloopt moeizaam, zeer tot ongenoegen van de slachtoffers.
Acht jaar lang was Thomas Weiner leerling op het Canisius College in Berlijn, een prestigieus gymnasium van de jezuïetenorde. Aanvankelijk voelde hij zich er bevoorrecht. „We kregen ingeprent dat we bijzonder waren, dat we een elitekorps vormden. Ik was daar ook van overtuigd,” zegt de 49-jarige it-specialist.
Na twee jaar op het college gezeten te hebben veranderde alles. Er kwamen jonge paters die wilden breken met de harde, autoritaire opvoedingsmethoden van de oude generatie. „Ze lieten zich tutoyeren en wilden maatjes van ons zijn. Dat wekte bij de leerlingen natuurlijk veel vertrouwen.”
Weiner, een lange man met een ernstige blik, wrijft licht nerveus onder zijn kin voor hij verder spreekt over zijn ervaringen. Een aantal paters overschreed de grenzen van wat toelaatbaar is tussen opvoeders en scholieren. Weiner vertelt van sadistische afranselingen, van een pater die zichzelf tijdens de biecht seksueel bevredigde. Hoe lang het misbruik in zijn geval aanhield, weet hij niet meer precies: „Misschien een halfjaar, misschien een jaar.” In ieder geval lang genoeg om zijn leven voorgoed te tekenen.
Via internet leerde Weiner lotgenoten kennen. Hij merkte dat velen met dezelfde problemen kampten. Hij somt op: „Depressies, geen nabijheid van anderen kunnen verdragen, wantrouwend zijn, geen seksuele relatie kunnen aangaan. Sommigen hebben hun school niet afgemaakt.”
Een jaar geleden verbraken de eerste slachtoffers het zwijgen over de misstanden van toen. Wat volgde was een tsunami aan onthullingen van misbruik. Na soms tientallen jaren durfden mensen voor het eerst naar buiten te brengen wat hun was aangedaan.
Door de onthullingen in de media zijn heel wat heilige huisjes omgevallen. Zo kwam aan het licht dat ook bij de Regensburger Domspatzen, het wereldberoemde Duitse jongenskoor, seksueel misbruik had plaatsgevonden. En bisschop Mixa van Augsburg moest het veld ruimen nadat hij voorvallen waarbij hij kinderen geslagen zou hebben eerst ontkende en daarna bagatelliseerde.
Gegevens over het misbruik leverde tot nog toe alleen het bisdom München. Juriste Marion Westpfal heeft het kerkelijke archief onderzocht en kwam begin december met ontnuchterende gegevens. Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben zich in het bisdom meer dan 250 priesters en kerkelijke pedagogen schuldig gemaakt aan seksueel wangedrag. Veel akten waren intussen vernietigd; het werkelijke aantal misbruikgevallen zal ongetwijfeld hoger liggen. Het misbruik heeft ook betrekking op de ambtsperiode van Joseph Ratzinger, de huidige paus, die van 1977 tot 1982 aartsbisschop van München-Freising was. Slechts in 10 procent van de gevallen volgde er strafvervolging.
De misbruikgevallen bleven niet tot de Rooms-Katholieke Kerk beperkt, maar dat ze juist op grote schaal binnen een instantie als de kerk plaatshadden, schokte velen. Nog niet eerder in de geschiedenis verlieten zo veel leden de Duitse Rooms-Katholieke Kerk.
Voormalig minister van Volksgezondheid Andrea Fischer, zelf rooms-katholiek, deed op voorspraak van de slachtoffers onderzoek naar de misbruikgevallen op het Berlijnse Canisius College. Bij twee gespreksrondes tussen de jezuïetenorde en de slachtoffers was zij als voorzitter betrokken. „Het eerste treffen maakte veel indruk en was ook louterend voor de slachtoffers. Maar toen het een volgende keer over geld ging, verhardde de toon van de kerkelijke vertegenwoordigers snel.” Fischer ziet een grote mate van radeloosheid onder kerkelijke leiders. „De Rooms-Katholieke Kerk moet zich vaak verdedigen tegen aanvallen en haar visie aan de buitenwacht meedelen, maar ze is niet gewend om open over de eigen problemen te spreken en in samenspraak met anderen tot een oplossing te komen.”
Toch zijn het vooral de jezuïeten die openlijk aan zelfkritiek doen en cultuurverandering binnen de kerk eisen. Maar dat is iets wat niet zonder slag of stoot gaat. Jezuïetenpater Klaus Mertes trok onlangs in een radio-interview het boetekleed aan: „De sprakeloosheid in de kerk als het over seksualiteit gaat is een structureel probleem”, zei hij. De huidige rector van het Canisius College was de eerste die aandacht had voor de nood van oud-leerlingen.
De misbruikombudsman van de bisdommen, de Trierse bisschop Stephan Ackermann, weigert het boetekleed vooralsnog aan te trekken. Tegenover de krant Frankfurter Rundschau erkende hij weliswaar dat het tijd wordt dat de kerk openlijk in een mis boete doet, maar hij voegde eraan toe: „Ik waarschuw ervoor om voortijdig de verantwoordelijkheid van afzonderlijke daders op het instituut kerk af te schuiven.”
Inmiddels hebben de kerkelijke instellingen wel interne richtlijnen opgesteld die nieuwe gevallen van misbruik moeten voorkomen en pedagogen op dit gebied alert moeten houden. De jezuïeten hebben hun slachtoffers 5000 euro smartengeld per persoon toegezegd. „Dat kan het leed niet vergoeden, maar meer kan de orde niet opbrengen.”
Thomas Weiner besloot in mei 2010 als slachtoffer naar buiten te treden. Hij werd een van de vertegenwoordigers namens het lotgenotenverband Eckiger Tisch (hoekige tafel). Weiner ergert zich groen en geel aan de trage, lakse houding van de kerk. „Voor de buitenwereld ziet het er misschien goed uit. De richtlijnen om misbruik in de toekomst te voorkomen, duiden op een cultuurverandering. Maar daar gaat het ons op dit moment niet om. Wij wachten nog steeds op een uitgestoken hand van de kerk, op de vraag: „Wat hebben jullie nodig?” Die 5000 euro smartengeld is een lachertje.”
Friederike Beck, die namens de ombudsvrouw van de Duitse regering optreedt, valt Weiner bij: „Veel slachtoffers zijn ongeduldig. Zij willen dit hoofdstuk kunnen afsluiten. Boven alles willen ze bijstand, bijvoorbeeld in de vorm van therapeutische hulp. Daarom moet de kerk snel met een voorstel komen.”
Op de vraag hoe hij nu tegenover de Rooms-Katholieke Kerk staat, zwijgt Weiner even veelbetekenend. Al die jaren is hij lid van de kerk gebleven, tot vorig jaar. Zijn vertrek lijkt een bevrijding voor hem te zijn. „Het kan best zijn dat de kerk goede kanten heeft, maar de tijd van vergoelijken is wat mij betreft voorbij.”
Smartengeld voor slachtoffers van seksueel misbruik
De jezuïeten in Duitsland maakten in januari bekend dat slachtoffers van seksueel misbruik op jezuïetenscholen elk 5000 euro ontvangen. Het gaat om ruim 200 gevallen. Bisschop Stephan Ackermann van Trier, ombudsman van de Duitse bisschoppen met betrekking tot seksueel misbruik, heeft aangekondigd dat de Rooms-Katholieke Kerk dit bedrag als richtlijn beschouwt voor een eigen smartengeldregeling. Via de hulplijn van de kerk hadden zich tot eind vorige maand ruim 4500 mensen gemeld voor een schadevergoeding.
Eckiger Tisch, de organisatie van slachtoffers van jezuïetenscholen, eist daarentegen een vergoeding van ruim 80.000 euro per slachtoffer. Zij baseert zich naar eigen zeggen op berekeningen van de universiteit van Innsbruck.
Jezuïeten en Duitse bisschoppen willen in maart gezamenlijk met een aanbod voor ondersteunende slachtofferhulp komen, zoals vergoedingen voor therapieën.
Het Duitse pedofilieschandaal blijft overigens niet beperkt tot rooms-katholieke instellingen. Veel ophef ontstond door de onthulling in maart 2010 dat er in het liberale internaat Odenwaldschule in het Hessische Heppenheim tientallen jaren sprake is geweest van pedofiele handelingen. Minstens 132 leerlingen zouden tussen 1965 en 2004 seksueel misbruikt zijn door verschillende docenten. Het internaat stond bekend om de bijna familiaire banden die er waren tussen leraren en leerlingen. Bekende oud-leerlingen zijn de schrijver Klaus Mann (zoon van Nobelprijswinnaar Thomas Mann) en een van de zonen van de voormalige Duitse president Richard von Weizsäcker. De directie en het verbond van slachtoffers zijn het eens over een smartengeldregeling van ongeveer 500.000 euro in totaal. Het voortbestaan van de school is door het sterk teruggelopen aantal leerlingen onzeker geworden.
Na de campagne ”Spreken helpt” van de Duitse overheid meldden zich bij een speciale telefonische hulplijn tot nu toe meer dan 10.000 mensen die aangaven dat ze met ongewenste seksuele handelingen te maken hebben gehad. Uit de gegevens blijkt dat het in het merendeel van de gevallen, 60 procent, om misbruik in gezinnen gaat. Bij het overige misbruik gaat het in de helft van de gevallen om rooms-katholieke instellingen. Bij de meldlijn van de Duitse bisdommen kwamen nog eens 4500 meldingen van seksueel misbruik binnen.
In april 2010 riep de Duitse regering een conferentie in het leven onder voorzitterschap van de ministers van Justitie, Gezinszaken en van Onderwijs en Wetenschap. Tal van wetenschappers, belangenorganisaties, kerken en overheden werken sindsdien aan maatregelen om kindermisbruik te voorkomen en strafvervolging te verbeteren. Voor de financiële tegemoetkoming aan de slachtoffers wordt gesproken over een fonds waarin alle betrokken partijen geld doneren. De Rooms-Katholieke Kerk is hier vooralsnog tegen.