Dader kindermisbruik is vaker dan gedacht familie

Bij kindermisbruik is de dader in 38 procent van de gevallen een familielid van het slachtoffer. Dat is vaker dan tot nog toe werd gedacht.

Dit wordt duidelijk na een onderzoek van de Nationaal Rapporteur Seksueel Geweld tegen Kinderen naar zevenhonderd vonnissen van misbruik in 2012 en 2013.

Bijna een kwart van de daders is een ouder, broer of stiefbroer. In dertien procent van de gevallen gaat het om ’tweedelijns familie’, zoals een opa of oom.

Vaak wordt gedacht dat het gevaar van buitenaf komt, zegt nationaal rapporteur Corinne Dettmeijer. “Van de enge, onbekende man in de bosjes. Maar het gevaar komt juist vaak van heel dichtbij, soms zelfs van de allernaaste familie.”

 

Beter signaleren

Dettmeijer pleit voor meer aandacht voor het signaleren van misbruik binnen de familiekring, aangezien slachtoffers van misbruik door een bekende vaak pas veel later aangifte doen dan wanneer een onbekende in het spel is. Het complete onderzoek wordt begin volgend jaar gepresenteerd.

De nationaal rapporteur vindt dat er meer aandacht moet komen voor het signaleren van misbruik binnen familiekring. Slachtoffers doen doorgaans pas later aangifte als de misbruik wordt gepleegd door een bekende. Bij misbruik door een onbekende doen ze gemiddeld binnen tien dagen aangifte, bij een familielid of naaste duurt het vaak acht maanden.

Ook wordt er vaak helemaal geen aangifte gedaan, zodat het onduidelijk is hoe vaak deze vorm van  misbruik precies voorkomt in Nederland.