Dit doet seksueel misbruik met je brein

hersenenUit psychologiemagazine.nl november 2015 door E.Oden (edwin)

Misbruikslachtoffers in de jeugdzorg krijgen tot en met februari 2017 om een claim in te dienen, stond vanochtend in de Volkskrant. De commissie die de claims beoordeelt, zegt geraakt te zijn door de vernietigende uitwerking van het misbruik op de levens van slachtoffers. Wat doet misbruik met je brein?
Misbruik beschadigt het brein Misbruik beschadigt het brein
Seksueel misbruik laat littekens na in het zich ontwikkelende kinderbrein, zo wordt steeds duidelijker uit onderzoek. Hoe ernstiger het misbruik, hoe groter de schade op volwassen leeftijd in het brein blijkt te zijn. Vooral als kinderen niemand hebben bij wie ze zich veilig voelen, zijn hun hersenen kwetsbaar voor de impact van een traumatische ervaring als seksueel misbruik.

Een kind dat wordt misbruikt, maakt grote hoeveelheden stresshormonen aan. Het hormoonsysteem raakt daardoor ontregeld en hersencellen worden beschadigd of sterven zelfs af. Zo zijn de cortex en het corpus callosum – de verbinding tussen de beide hersenhelften – vaak dunner bij volwassenen die als kind seksueel zijn misbruikt. Dat kan leiden tot meer moeite met leren, concentreren, focussen en plannen.

Gelukkig kunnen therapie, goede ervaringen met anderen en zelfreflectie veel ten goede keren, zo blijkt uit onderzoek. In 2002 ontdekte de Amerikaanse psycholoog Glenn Roisman bijvoorbeeld dat mensen die als kind seksueel waren misbruikt, op latere leeftijd beter functioneerden wanneer ze in staat waren het misbruik als onderdeel van hun leven te accepteren en het van een betekenis te voorzien; vaak is dat ook waar in therapie naartoe wordt gewerkt.

Ook dieper gelegen hersengebieden die te maken hebben met geheugen en emoties – de hippocampus en de amygdala – kunnen worden aangetast. Dit zou kunnen verklaren waarom slachtoffers van seksueel misbruik meer moeite hebben met hechting en het reguleren en benoemen van hun emoties, vaker last hebben van geheugenverlies en nare herbelevingen, en eerder geneigd zijn zich tijdelijk af te sluiten voor wat er om hen heen gebeurt.

Door de toename van de stresshormonen gaan bepaalde genen ook anders werken, met als gevolg dat de productie in de hersenen van sommige boodschapperstoffen als serotonine en dopamine drastisch wordt beïnvloed. Dat zijn stofjes die zorgen dat we kunnen genieten van dingen en toenadering zoeken tot anderen; mensen die als kind zijn misbruikt, hebben daar vaker moeite mee. Ze hebben ook een grotere gevoeligheid voor verslaving aan drugs en alcohol, meer problemen met relaties en een grotere kans op depressie en persoonlijkheidsstoornissen.