‘Ik zat gevangen in mijn lichaam en geest’

Misbruik in de sport

Als meisje had de Ierse Karen Leach (47) een droom: zwemmen bij de Olympische Spelen. Maar haar lichaam ging haperen, nadat ze was misbruikt door haar zwemtrainer. „Dit gesprek maakt veel los, ik moet er bijna van kotsen

* Danielle Pinedo  9 april 2017

Derry O’Rourke. Bij het horen van die naam kromp ex-zwemster Karen Leach nog niet zo lang geleden ineen. „Een paar jaar geleden had ik hier niet kunnen zitten”, zegt zij. „Dit gesprek maakt veel los. Ik moet er bijna van kotsen.”

Karen Leach (47) is een van de achttien Ierse ex-zwemsters die voormalig bondscoach O’Rourke in de jaren negentig aanklaagden voor seksueel misbruik. „Ik ben ervan overtuigd dat er meer slachtoffers zijn”, zegt Leach. „Sinds ik mij publiekelijk over zijn wandaden uitspreek, hebben veel vrouwen zich bij mij gemeld.”

De rechter achtte bewezen dat O’Rourke zich in de jaren tachtig en negentig aan minderjarigen had vergrepen. Hij kreeg twaalf jaar celstraf. Dat hij na negen jaar vrij kwam, vindt Leach onbegrijpelijk. „Door hém heb ik ruim drie decennia gevangen gezeten”, zegt zij. „Ik zat gevangen in mijn lichaam en geest. In de goot, met de ratten.”

We zitten in de bibliotheek van een vliegveldhotel bij Dublin. Op de achtergrond klinkt gekwetter van vakantiegangers. In de twee uur die volgen zal Leach haar verhaal vertellen. In razend tempo. „Ik voel mij sterk”, zegt zij. „Sinds kort heb ik mijn stem gevonden.”

Wat voor meisje zij was? Ze denkt even na en staart naar de kast met Ierse bestsellers. „Ik had drie jongere broers en speelde veel in de natuur. We woonden in een dorp bij Dublin met veertien huizen. Mijn jeugd was gelukkig. Ik groeide op in een liefdevol gezin.”

Ze vertelt dat haar ouders niet konden zwemmen. Ze vroegen hun kinderen of ze het wilden leren. Leach was zeven jaar toen ze voor het eerst een zwemcomplex betrad. Ze begon op vrijdagavond in de kinderklas, samen met haar broers. Het water gaf haar een gevoel van vrijheid, meer nog dan fietsen of hink-stap-springen. Al snel zwom zij baantjes met oudere zwemmers. Op haar negende werd ze uitgeroepen tot most improved swimmer of the year. Het is de enige prijs die zij niet in de prullenbak gooide.

Leach zwom voor haar plezier, maar droomde er ook van uit te komen bij de Olympische Spelen. Niet om Ierland trots te maken, al was dat natuurlijk een leuke bijkomstigheid. „Het leek mij gewoon mooi zoiets mee te maken. In gedachten liep ik achter de vlaggendrager tijdens de openingsceremonie.”

Alsof hij God was

Naarmate zij ouder werd – en zich meer ontwikkelde als zwemmer – werd het verlangen sterker. Ze trainde hard en won als junior alles wat er te winnen viel. Ze vertegenwoordigde de stad Leaxlip en het graafschap Kildare. Op haar tiende nam zij namens Kildare deel aan een groot zwemtoernooi in eigen land. Haar belangrijkste optreden tot dan toe. Die dag hoorde ze een buzz toen ze de zwemhal binnen liep. „It’s him! The olympic coach is in the building!” Zijn naam zei haar niets. Ze wilde naar de volgende fase van het toernooi, meer niet. „Maar ik voelde wel dat die man op dat stoeltje aan de rand van het bad belangrijk was”, zegt zij. „Zijn aura…” Ze zwijgt even. „Je kon niet om hem heen.”

Derry O’Rourke was kort daarvoor teruggekeerd van de Olympische Spelen van 1980 in Moskou. Zijn zwemsters hadden er geen medailles gewonnen, maar zijn faam was groot. „Hij gaf les bij de beste zwemvereniging van het land: Kings hospital swimming club in Dublin. „Mensen behandelden hem alsof hij God was. Daar gedroeg hij zich ook naar.”

Die dag in het wedstrijdbad deed ze haar stinkende best. Niet omdat de olympische coach aan de badrand zat, maar omdat zij de race wilde winnen – wat ook gebeurde. Na afloop belde O’Rourke met haar vader. Hij zei dat Leach ‘groot potentieel’ had. ‘Als ze bij mijn club komt, kan ze het ver schoppen. U weet dat ik coach ben van het olympische team?’

Haar ouders wilden het beste voor haar. En zij hield van het clubje waar al haar vriendinnen trainden. Toen O’Rourke bleef bellen, stemde ze toe. Hij had het tóen al over de Olympische Spelen. Alsof hij haar gedachten kon lezen.

Zwemmen bij Kings hospital swimming club stond in geen verhouding tot het zwemmen bij haar oude club. Niet alleen werd er véél langer en harder getraind, de sfeer was er ook anders. „O’Rourke duldde geen tegenspraak”, zegt Leach. „We deden wat hij ons opdroeg. Het plezier was weg.”

Maar het contact met haar ploeggenoten maakte veel goed. Ze brachten zeven uur per dag met elkaar door, stonden ’s ochtends samen te bibberen langs de badrand. „Als ik over hen praat zie ik hun hoofdjes weer voor me”, zegt zij. De ploeggenoten zaten jaren later samen tegenover Derry O’Rourke in de rechtszaal, maar hebben onderling nooit over zijn misstappen gesproken.

De bestuurskamer

Hoe het misbruik begon, kan Leach zich niet herinneren. Wat het inhield wel, al heeft zij zich voorgenomen daar niet in detail over te praten. „Hij deed verschillende dingen met mijn lichaam”, zegt zij. „Invasie en verkrachting, laat ik het daar op houden.”

Het misbruik vond vaak plaats in de bestuurskamer, aan het uiteinde van het zwembad. De kamer kon niet worden afgesloten, maar O’Rourke vond altijd wel een manier om anderen de toegang te versperren. „Hij plaatste zijn rug tegen de deur, of duwde de deurhendel omhoog”, zegt Leach. Ze was tien of elf toen hij haar voor het eerst betastte.

In de bestuurskamer lagen de peddels en zwemplanken opgestapeld, legt zij uit. Je moest wel naar die kamer om aan de training deel te kunnen nemen. „O’Rourke zat er niet ver vandaan, op zijn stoel. Ik moest langs de hele lengte van het zwembad lopen, terwijl hij mij in het vizier hield. Terwijl ik liep was er maar één vraag die mij bezighield: staat hij op van zijn stoel?”

Ze kon niet rennen om hem voor te zijn; dat zou opvallen. Langzaam lopen had ook geen zin; soms rinkelde halverwege haar gang de telefoon, en wandelde hij naar de bestuurskamer om hem zogenaamd op te nemen. „En soms zat hij al in de bestuurskamer als ik binnenkwam. ‘I will call you back later’, sloot hij abrupt af.

Ze herinnert zich het gelige licht in de schaars verlichte kamer. En ze weet nog dat hij altijd die ene zin uitsprak voordat hij haar kleding uittrok: ‘Ik wil je lichamelijke ontwikkeling checken’. Leach bleef „stokstijf staan”. In gedachten was zij op een andere plek, al weet zij niet meer welke.

Niet ver van die bestuurskamer zat haar vader te wachten in zijn auto. Hij bracht haar iedere ochtend naar de training. Moeder maakte thee, die ze meegaf in een thermosfles. Vaak rolde vader zich op in zijn slaapzak in de auto. Hij doezelde tot zijn dochter een paar uur later op het raam tikte.

Sterfbed

In de loop der jaren begon het lichaam van Leach steeds meer te haperen. Haar armen, rug en benen: overal deed het pijn. De artsen konden geen oorzaak vinden. Tot overmaat van ramp plaatste O’Rourke haar op haar vijftiende terug naar het B-team. Misschien wel haar grootste angst; de Spelen kon zij vergeten.

Haar ouders konden haar moodswings niet verklaren. Pas jaren later, nadat zij O’Rourke had aangeklaagd, nam ze haar moeder in vertrouwen. „Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen mijn vader in te lichten”, zegt zij. „Die arme man met zijn thermoskan in zijn slaapzak… Ik had liever dat hij het van mijn moeder hoorde.”

Haar moeder ging gebukt onder schuldgevoel. Drie jaar later beroofde zij zichzelf van het leven. De vrouw zonder zwemdiploma werd uit het kanaal gedregd. Kort daarvoor had ze haar dochter verzekerd dat ze van haar hield. ‘Het spijt me’, zei ze ‘dat ik niet voor mijn kleine meisje heb gezorgd’.

Kort voor de vader van Karen Leach stierf, vijf jaar geleden, kwam het misbruik indirect ter sprake. „Bedankt voor alles”, zei ze tegen hem. „Je was de beste vader die ik mij kan wensen.” In zijn ziekenhuisbed vocht hij tegen zijn tranen. ‘Dat weet ik zo net nog niet’, antwoordde hij.

Het misbruik en de gevolgen daarvan deden Leach vaak op het randje van de dood balanceren. Met tussenpozen zat ze tien jaar in een psychiatrisch ziekenhuis. Na iedere zelfmoordpoging volgde weer een opname. Ze slikte valium, antidepressiva en pijnstillers. „Ik heb geluk dat ik nog leef”, zegt zij.

Psychotherapeute

Na de zoveelste zelfmoordpoging besloot zij zes jaar geleden dat het genoeg was. Ze woonde op zichzelf en had een zoon van drie. Toen ze de kleuter op een nacht zag slapen – „zo onschuldig met zijn blonde krullen” – besloot ze haar pijn niet langer aan hem door te geven. „Waar O’Rourke was geëindigd, had ik het opgepakt. Het werd tijd om in de spiegel te kijken. Al was het maar voor mijn zoon.”

Leach ging in therapie, volgde een opleiding tot psychotherapeute en begon zich uit te spreken over haar traumatische ervaring. Ze geeft sinds vorig jaar presentaties over de hele wereld. ‘Ik heb kindermisbruik overleefd’, houdt zij haar publiek voor. ‘Dat kunt u ook, met de juiste begeleiding.’
———————-

Bron: https://www.nrc.nl/nieuws/2017/04/09/ik-zat-gevangen-in-mijn-lichaam-en-geest-8040600-a1553869?utm_source=SIM&utm_medium=email&utm_campaign=Gespreksstof&utm_content=&utm_term=20170416