Canoniek Recht – geheime archieven e.a.

Behandeling geheime archieven
Tussen alle duizenden wetsregels, in het Wetboek voor Canoniek Recht, over duizend-en-een algemene zaken staat een heel specifieke paragraaf welke de behandeling van documenten m.b.t. zedenmisdrijven in de geheime archieven betreft (zie hieronder: Can. 489).

Is die tekst op zichzelf al interessant, veel interessanter vind ik nog dat men besloten heeft dat hier iets over voorgeschreven moest worden! Dan riekt het naar vernietiging van bewijs betreffende criminele activiteiten met voorbedachte rade.

Ook interessant zijn de voorwaarden waaronder overgegaan kan worden tot vernietiging van de betreffende documenten, namelijk:
– dat de aangeklaagde overleden moet zijn
– of de zaak 10jaar eerder door een veroordelende uitspraak gesloten is

Wij weten allemaal dat veel van ‘onze’ daders nog steeds in leven zijn en dat heel weinig zaken door een “veroordelende uitspraak gesloten zijn”, kerkelijk of werelds.
Dus hebben de bisschoppen van het bisdom Den Bosch de wet gebroken door die documenten te vernietigen. Zouden ze nu gestraft worden of een pauselijk lintje krijgen; wat denk jij?


Uit:
Codex Iuris Canonici – Wetboek van Canoniek Recht – 1983
Boek II-Volk Gods Dl.II 330-572
Boek II Deel II Afdeling II Titel III – Interne ordening van particuliere kerken 460-572
Hoofdstuk II – Diocesane curie 469-494
Art. 2 – Kanselier, andere notarii en de archieven 482-491

Can. 489 – § 1 Er dient in de diocesane curie ook een geheim archief te zijn of ten minste in het gewone archief een kast of kist, geheel dicht en afgesloten, die niet van de plaats verwijderd kan worden, waarin namelijk documenten die geheim gehouden moeten worden, met de grootste voorzorgen bewaard dienen te worden.
§ 2 Elk jaar dienen documenten betreffende strafzaken op het gebied van de zeden, waarvan de aangeklaagden overleden zijn of welke sinds tien jaar door een veroordelende uitspraak gesloten zijn, vernietigd te worden, behoudens een korte samenvatting van het feit met de tekst van de definitieve uitspraak.

De volgende, Can. 490, levert ook een interessant detail op. Namelijk dat alleen de bisschop de sleutel tot het geheime archief mag hebben en geen documenten elders gebracht mogen worden.
Dat legt dan in elk geval vast dat de bisschoppen altijd hebben geweten wanneer er documenten vernietigd werden! Dat zou in de toekomst nog weleens handig kunnen zijn dit te onthouden als wij de doelbewuste vernietiging van het bewijs van criminele handelingen bij de rooms-katholieke kerk aanhangig maken.

Can. 490 – § 1 Alleen de Bisschop mag de sleutel van het geheim archief hebben.
§ 2 Wanneer de zetel vacant is, mag het geheim archief of de geheime kast niet geopend worden, tenzij in een geval van echte noodzaak door de diocesane Administrator zelf.
§ 3 Uit het geheim archief of de geheime kast mogen geen documenten naar elders gebracht worden.

Crimen Sollicitationes
Kerkelijke wetten leveren wel meer dergelijke interessante details op.
Zo bijvoorbeeld de Crimen Sollicitationis uit 1962. (De wet welke de zwijgplicht oplegt voor iedereen, op straffe van ex-communicatie, als er gesproken wordt over de seksuele spelletjes die een collega uithaalt met een toevertrouwd kind).
Interessant is dat deze wet geheim was…zelfs voor de geestelijken totdat zich een dergelijk ‘incident’ voordeed!
En dat deze wet uitgevaardigd werd, dat iemand een document van 40 pagina’s geschreven heeft om de beleidsregels, in het geval van seksueel misbruik, vast te leggen. Dat klinkt als rook en vuur…

Waarom een wet uitvaardigen als daar niet een duidelijke aanwijzing voor is?
Ook toen wisten ze dus al van het seksueel misbruik van collega geestelijken en dat dat geheim gehouden moest worden. En dat is de periode waar veel van het misbruik plaats vond in Nederland, in de internaten en scholen e.d.

Deze vragen bewaar ik voor als ik weer eens met een bisschop aan tafel zit voor de camera’s of microfoon.
Ben toch weer benieuwd naar de reactie….hoe ze zich ‘eruit glijden’….
Ton Leerschool

3 antwoorden
  1. H.A.M. Raap
    H.A.M. Raap zegt:

    Schrijver is totaal niet op de hoogte welke zaken er in een geheim (vertrouwelijk) archief bewaard moeten worden. Het kerkelijk recht wijkt in deze niet zo heel veel af van de Nederlandse Archiefwet en het Archiefvesluit voor overheidsarchieven. Ook een burgemeester geeft bijvoorbeeld heeft een geheimarchief waar dus alleen alleen personen toegang hebben die door hem gelegitimeerd zijn bijv. een secretaris of een daartoe aangestelde ambtenaar.
    De aanduiding geheim ( bij de overheid nog verdeeld in drie dimensies) zegt totaal niets over de plicht tot bewaring. Ook deze stukken kunnen dus als de aktualiteit voor administratie verdwenen is vernietigd worden volgens de bewaartermijnen die daartoe zijn bepaald zijn.
    Zelden treft men dus ook in overheidsarchieven dossiers over “heikele kwesties”
    zoals corrruptie, ambtmisbruik. Overigens betreft dit voor een klein deel maar strafrechtelijke zaken. Bij bisschoppen betreft het over het algemeen voornamelijk familierecht en anonieme klachten.
    Het punt is dat , jammer of niet, de katholieke kerk in deze totaal niet te laken valt en overkomstig alle geldende procedures gehandeld heeft.
    Iedere historicus weet dat al zijn bronnenmateriaal al is gebaseerd op een zekere selectie

  2. Ton Leerschool
    Ton Leerschool zegt:

    Beste H. Raap: Bedankt voor de bijdrage.
    Het punt dat ik probeer te maken, en dat u blijkbaar ontgaat is dat het zo interessant is dat er in het canoniek recht op dit punt wel degelijk sprake is van heel specifieke documenten.
    Zie Can. 489 par. 2.
    “…§ 2 Elk jaar dienen documenten betreffende strafzaken op het gebied van de zeden…”
    Het gaat hier niet over alle documenten, en dus het algemeen beleid, maar specifiek om documenten met betrekking op zedenmisdrijven.
    Wat voor mij interessant is, is het feit dat er een wet bestaat die specifiek op deze zaken gericht is. Daar is een reden voor, namelijk dat die feiten bekend zijn, anders maak je er geen wetten voor.

    De bischop heeft niet (zoals u beweert) volgens de regels gehandeld en valt mogelijk wel degelijk te laken, (het zou mogelijk moeten zijn vast te stellen op basis van de korte samenvatting) omdat de aangeklaagde overleden of het strafbaar feit 10jaar eerder door een veroordelende uitspraak gesloten moet zijn. Hij dacht alleen dat het niet belangrijk meer was en heeft mogelijk door zijn handelen tegen Can. 489 par. 2 verstoten.
    Niet dat iemand binnen de kerk hem dat aanhangig zal maken, want dit komt iedereen binnen de hierarchie prima uit en dit zal ook wel niet het laatste geval zijn van persoonlijk falen van bisschoppen.
    Het versterkt alleen de inmiddels wereldwijd algemeen aangenomen doofpot mentaliteit van de katholieke kerkorganisatie uit het principe: Eerst de kerk, dan God en dan de mens.

    • H.A.M. Raap
      H.A.M. Raap zegt:

      uw laatste zin is veelbetekend. Ik heb ook kerkgeschiedenis gestudeerd en ik weet als geen ander dat vele feiten deze stelling met gemak kunnen ondersteunen. Toch pleit ik in alles voor een genuanceerde benadering. Het boeiend en knap geschreven boek van Cees Fasseur over de jonge koningin Wilhelmina steunt natuurlijk op eenzijdig bronnenmateriaal alleen al van wege het feit dat het Koninklijkhuis Archief een particulier archief is waaruit stukken die deze tijd bij uitstek interessant vindt verwijderd zijn. De meeste stukken die uit bisschoppelijke archieven verdwenen zijn zijn vermoedelijk klachten over het optreden van geestelijken zijnde niet van sexuele aard bijv. over het functioneren van het voorzitterschap van het kerkstuur etc. Het probleem is dat er nauwelijks protocollen bestonden voor het indienen van een klacht, maar dat gold ook voor bestuurders.Voor 1980 zou bijna niemand geweten hebben hoe men zo’n procedure aanhangig zou moeten maken. De basisfout is niet het vernietigen van stukken betreffende klachten waarvan trouwens waarschijnlijk vele ongefundeerd zijn maar een gesloten cultuur, die onwelgevallige dingen afschermt. Overigens moeten wel bij het indienen van klachten alle procedures in acht genomen worden ook met betrekking tot voorzichtigheid en privacy.
      Helaas moet ik ook constateren dat in de lawine van de huidige klachten er vaak maar wat geroepen wordt. Maar dan moeten er ook protocollen ontwikkeld worden voor het opnemen van verbalen waaruit enige bewijskracht ontleend kan worden. Dat is moeilijk genoeg als zaken meer dan 40 jaar terug liggen, maar het moet uitaard gaan om meer dan vermoedens en subjectieve interpretaties.
      Als psycholoog zet ik bijv levengrote vraagtekens aangaande een beschuldiging tav de voormalige bisschop van Roermond Gijsen. In feite komt de hele beschuldiging er op neer een masturberende student zich bekeken voelde door een surveillant. Wel wordt op voorhand de man al beschadigd. Helaas staan er juist ook op deze site allerlei spookverhalen van lieden die niet serieus te nemen zijn. Die willen waarschijnlijk alleen hun gram halen.De rancune is begrijpelijk maar dit bemoeilijkt het serieus onderzoek.

Reacties zijn gesloten.