Leer kind wat seksueel misbruik is
Een kind dat door een familielid seksueel wordt misbruikt, komt in een gigantisch loyaliteitsconflict. Zelfs als er een open sfeer is in het gezin. Bij seksuele opvoeding hoort ook openheid over de risico’s van misbruik.
‘Het is een grote angst van ouders dat hun kind ooit slachtoffer wordt van seksueel misbruik. Veel ouders waarschuwen hun kinderen voor kinderlokkers en zijn alert waar hun kind in contact komt met bijvoorbeeld mannen die werken in de kinderopvang of als zwemleraar. Door zo veel nadruk te leggen op vreemden en mannen die met kinderen werken, zie je slachtoffers en daders over het hoofd.’
Dat zegt de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Corinne Dettmeijer. Begin februari bracht zij het rapport Ontucht voor de rechter uit. Daarin analyseert zij 182 recente zaken waarin iemand voor seksueel misbruik van kinderen is veroordeeld.
In het overgrote deel was de dader een familielid (36 procent) of een andere bekende (32 procent) van het slachtoffer. Slechts 7 procent werd door een volslagen vreemde misbruikt. Ook misbruik door iemand die met kinderen werkt (docent, sportcoach, oppas), is met 10 procent een minderheid.
‘Duidelijk is dat de maatschappelijke focus op de man uit de bosjes, de zwemleraar of de medewerker van het kinderdagverblijf niet past bij
de feiten’, schrijft Dettmeijer.
In Trouw voegde zij daar iets aan toe. Het is belangrijk om met je kind te praten over seks, om een sfeer van openheid te creëren. ‘Als die er is, dan is de kans vele malen groter dat je kind bij je komt als er iets misgaat. Is die openheid er niet, dan kan misbruik onder je eigen dak plaatsvinden zonder dat je het merkt.’
Daarin maakt de rapporteur een begrijpelijke, maar grote denkfout.
loyaliteitsdilemma
Een kind dat seksueel wordt misbruikt in de kring van vertrouwde familieleden (laat staan de nog kleinere kring van het eigen gezin), heeft te maken met een gigantisch loyaliteitsdilemma. Dat is te groot voor een kind om te dragen en onderdeel van de schade die het oploopt.
Wat doet een kind, ook als er in het gezin openheid is over seksualiteit, wanneer het wordt misbruikt door opa, papa, oom of broer? Durft ze – het is meestal een meisje – erover te spreken? Of neemt het – zonder dit bewust te kunnen verwoorden, in het geval van een jong kind – de verantwoordelijkheid voor het welzijn van iedereen, behalve zichzelf, op zich en zwijgt het?
Want als ‘ik’ vertel dat opa, papa, oom of broer mij misbruikt, wat gebeurt er dan met ons gezin, onze familie? Worden ze dan niet boos op ‘mij’? Of op degene die ‘ik’ genoemd heb, en wordt die dan boos?
Het kind is voor zorg en geborgenheid afhankelijk van datzelfde gezin. En welk kind wil ruzie tussen familie/gezinsleden?
minderjarige daders
Over de totale omvang van seksueel misbruik van kinderen is weinig bekend. Nog steeds wordt vaak teruggegrepen op het onderzoek van psychologe Nel Drayer (1987): een op de drie vrouwen is er voor haar zestiende mee in aanraking gekomen.
De Nationaal Rapporteur merkt op dat een op de zes daders zelf nog minderjarig is. Er blijkt nauwelijks verschil tussen minder- en meerderjarige daders te bestaan waar het gaat om de aard van de seksuele handelingen. Met andere woorden: minderjarigen plegen even ernstig misbruik als meerderjarige daders.
Hoogleraar Seksuele Gezondheid Christian Hoebe van de Universiteit Maastricht pleitte op Radio 1 voor meer en betere voorlichting door ouders en scholen.
Deze voorlichting moet niet pas in het voortgezet onderwijs gebeuren, maar al in het basisonderwijs. Het moet geïntegreerd worden in de morele opvoeding als geheel. Het moet uit de schaduw van ongemak en onmacht worden gehaald, zodat de verantwoordelijkheid voor het bespreekbaar maken én houden ervan door ‘ons allemaal’ gedragen wordt.
Het begint met kleine kinderen leren dat ze nee mogen zeggen, ook tegen volwassenen en dus ook tegen opa of papa. Ieder mens, ook het kind, is eigenaar van en baas over het eigen lichaam.
Niet enkel openheid over seks, maar openheid over alles wat met seksueel misbruik, en de gevolgen daarvan, te maken heeft, biedt kansen voor preventie en hopelijk de moed aan kinderen en jongeren om het zwijgen te doorbreken. <
Bron: https://www.nd.nl/nieuws/opinie/leer-kind-wat-seksueel-misbruik-is.1389897.lynkx
Auteur: Gery Noviello
Moet een kind van zo jongsaf aan mogelijk geleerd worden over dat seksueel misbruik? De seksuele voorlichting is al te ver doorgeslagen in het onderwijs op scholen, daar zou dan ook nog seksueel misbruik bij moeten komen, en, waarom niet ook nog ritueel (satanisch) misbruik van kinderen [zie artikel hierover op deze blog van 10 oktober 2014]? Enkele decennia geleden moesten de kinderen zonodig volgestopt worden met onze milieuproblematiek, en, o ja, ook dat tandenpoetsen, wat inmiddels achterhaald is.
Zo kunnen we nog wel even doorgaan met ons betuttelend vingertje het kind vol te stouwen met problemen die we zelf veroorzaken. Echt zeer nederlands, die overmatige regeldrift! We moeten onze kinderen tegen alles beschermen, toch? Bureau HALT, en in België dat afgrijselijke GAS-reglement, belet de kinderen voorgoed om zich op juiste wijze te kunnen ontwikkelen; vooral moeten zij kunnen spelen – het echte spelen zijn zij allang verleerd. Buiten is het maar een saaie bedoeling geworden, en een kwajongen die kattekwaad of streken uithaalt (opdat hij zijn grenzen leert kennen) is verdwenen uit het straatbeeld [ zie “al die veelzijdig verdrukte kinderen” van 24 september jongstleden in “Ben” van 1 juli jongstleden: een pittig stukje poëzie, waar ook het nederlandse beleid ten aanzien van kinderen onderuit gehaald wordt]. Onlangs belde er nog een groepje kinderen aan bij ons, en we gaven ze allemaal een bonbonnetje in een stukje papier. Met bedrukt gezicht namen ze dat aan. Later vonden we een van die bonbons onaangeroerd in onze tuin liggen. Wat seksuele voorlichting met kinderen doet….
Waar is het zuivere en onbevangen en onwetende kind gebleven? Waarom maakt niemand zich zorgen daarover? De schrijver van deze reactie wèl: hij heeft zich zestien jaren lang uitgesloofd om zijn zoontje een alternatieve opvoeding thuis te geven; nu is hij “persoonlijk begeleider in de psychiatrie”. Weet dus heel goed waar hij het over heeft.
Hoe dan? Dat is een goede vraag. Straffen moeten zo streng zijn voor seksueel misbruik [zie blog van 14 september jongstleden “straffen
voor ontucht met kinderen vaak onvoorspelbaar” mèt reacties], dat iedereen het wel uit zijn hoofd laat zich aan kinderen te vergrijpen. De Heer Jezus was daar duidelijk over: bind een molensteen om hun hals en werp ze in de zee. Dan hoeven ouders ook niet meer zo bang te zijn over hun kroost, en hun angst op hen te projecteren door foutieve voorlichting. En over seksuele voorlichting in het algemeen: zwangerschap wordt gezien als een soort van vreemde ziekte, die gemeden moet worden. Als volwassen geworden lees je nog steeds die angst in hen af: kinderen krijgen, ja of nee? Zo ja, dan nu niet, nog eventjes uitstellen.
Ach, waar zijn we in godsnaam toch mee bezig in dit kikkerlandje! En we zijn zo’n beetje het meest atheïstische land van de wereld geworden. Waar heeft God dat aan verdiend? Hij is niet de schuldige; zou de schuld niet eerder bij onszelf liggen? Ben