Minus
Mijn verhaal
Als vijftiger weet ik sinds twee jaar dat ik als 2 jarig
jongetje ben verkracht. Een wurgpoging heb ik overleefd.
Hieronder volgt in het kort mijn verhaal over mijn therapieweg
en hoe ik dit te weten ben gekomen.
Van jongs af aan heb ik me alleen en anders gevoeld. Ik kon
geen vriendjes krijgen, maar verlangde daar heel erg naar. Ik
werd altijd snel boos bij getreiterd worden door broers, maar
voelde me niet weerbaar. Het greep mij soms aan als iemand me
begreep of steunde. Ik klaagde nooit, ook niet bij mijn ouders,
maar slikte alles. Zo heb ik mijn studies gedaan, ben getrouwd
en heb kinderen gekregen.
Ik ben acht jaar geleden in gespreks- en ontspanningstherapie
gegaan. Het was net of ik in een rouwperiode gekomen was. Ook
vond ik dat mijn emoties te heftig waren en belastend voor m’n
gezin. Kort daarna kreeg ik schaamtevolle herbelevingen. In die
herbelevingen werd onder meer hard op mijn buik, borst en keel
gedrukt totdat het zwart werd. Ik begreep deze herbelevingen
toen niet. Tijdens jarenlange gesprektherapie heb ik de
gevolgen verwerkt die het misbruik en de wurging op m’n leven
hebben gehad, maar ik voelde altijd dat de therapeut mij niet
begreep dat er nog iets achter zat wat hij niet wist. Ik wist
zelf ook nog niet wat dat was.
Als ik hoorde over misbruik of incest, raakte me dat
onverwachts alsof het op mij sloeg. Ook voelde ik me altijd
aangetrokken tot sommige jonge mannelijke personen met
sympathieke gezichten waarvan ik dacht dat die me zouden kunnen
begrijpen. Ik voelde dan een heel sterk verlangen met verdriet.
M’n leven lang heb ik daardoor getwijfeld over m’n geaardheid.
Door de therapie ging ik begrijpen dat dit verband hield met
m’n geschonden zelfgevoel en de ongeschondenheid die ik in het
uiterlijk van die andere personen herkende en waar ik zo’n
behoefte aan had. Ook ging ik begrijpen dat een ander mij
daarin niet kan helpen, maar dat ik me moet realiseren dat ik
zelf iemand ben, maar dat vond en vind ik nog steeds moeilijk.
In deze periode stopten dromen waarin ik boven de mensen uit
kon vliegen om me veilig te voelen. Ook had ik minder last van
koud zweet door angstgevoelens.
Omdat ik me in deze gesprekstherapie niet begrepen voelde, ben
ik begonnen met regressietherapie. Bij deze therapie maakt de
therapeut gebruik van het lichaamsgeheugen, dus van wat mijn
lichaam voelt. Mijn lichaam herhaalt daarbij de bewegingen die
het maakte toen “het” gebeurde. Daarbij komen de emoties alsnog
naar buiten en kan ik die gebeurtenissen verwerken en loslaten.
Bij deze therapie laat m’n lichaam zien dat ik ben verkracht.
Dat gebeurde tijdens een korte logeerperiode bij familie in
verband met een ziekenhuisopname van mijn moeder.
Door het gewicht van de dader op mij kon ik nauwelijks ademen. Toen ik
geluid maakte, deed hij zijn hand op mijn mond zodat de anderen
in huis niet wakker zouden worden. Toen hij ermee klaar was,
heeft hij zo lang op mijn keel gedrukt dat hij dacht dat ik er
niet meer was. Ik heb zo klein als ik was met al mijn kracht
mijn handen omhooggedrukt tegen zijn lijf zodat ik met mijn
buik toch nog iets kon ademen. Hij heeft mij ook pijn gedaan en
beschadigd. Dat gaf hem alibi om mij naar het ziekenhuis te
brengen.
Nog steeds voel ik dat hij toen in zijn auto heel hard
tegen mij heeft geschreeuwd dat ik er nooit over mag praten.
Het gevoel dat ik in rouw ben, is nu voorbij, maar de wurging
heb ik nog niet verwerkt. Mijn hoofd draait opzij zodra ik op
bed lig. Dat was mijn houding toen hij op me lag. Dan ervaar ik
weer de druk en benauwdheid rondom mijn hals, nek, borst en
schouders. Ik verwacht dat dit over zal gaan als ik de wurging
heb verwerkt.
Nu weet ik de betekenis van de herbelevingen. Eindelijk begrijp
ik mezelf. Alles is uitgekomen – zelfs na meer dan vijftig jaar
– ook al was ik pas 2 jaar oud toen het gebeurde. Vertrouwde
kennissen geloven me. Ik vind het heel pijnlijk om niet geloofd
te worden, vooral door familieleden.
In 2003 ben ik via deze website voor het eerst in aanraking
gekomen met vijf mannen die net zoals ik bezig zijn met het
verwerken van misbruikervaringen. Dat had ik nodig. Ik had een
heel diepe behoefte aan contact met lotgenoten. Ik heb ervaren
dat die behoefte niets met seksualiteit te maken heeft en
zuiver is, dat ik me daarvoor niet hoef te schamen. Het is een
logische behoefte aan compensatie voor het tegengestelde: wat
een man vroeger met mij gedaan heeft. Ik heb me daar verbonden
gevoeld met lotgenoten. Ook heb ik geoefend om te gaan met mijn
kwetsbaarheid. De workshop heeft iets in mij opgevuld waar ik
lang naar heb uitgezien.
Ik heb dit over mezelf geschreven omdat iemand hier wellicht
iets aan kan hebben.
18 november 2003.