Stap niet in de klachtenprocedure!

door Mees-Ruben van Embden – slachtoffer – 12 oktober 2011
Slachtoffers: stap niet in de klachtprocedure van Meldpunt Seksueel Misbruik RKK, zoek geen mediation !

Ik was van mijn 12e tot en met 19e jaar geinterneerd op een internaat in Zeist. Ik heb lang terug een klacht ingediend bij Hulp & Recht voor 1. seksueel misbruik door een broeder en klachten te- gen die orde die te weinig heeft gedaan dit te voorkomen en voor
2. sodomie door oudere mede- leerlingen en
3. hard fysiek slaan en pesten.

Hieronder schets ik enkele ervaringen die ik opdeed gedurende een klein jaar hardnekkig en zeer constructief toewerken naar een schikking met een overste en mijn ervaringen met de procedures bij Hulp & Onrecht (H&R), Meldpunt Sexueel Misbruik (MSM), BAC en KlachtenCommissie (KC) tot nu toe. Ik verwachtte fatsoen, eerbied, gelijkheid, professionaliteit, maximale zorgvuldigheid, christelijke intenties: je gesprekspartners noemen zich immers dienaren van (hun) God. Nu zijn de schellen van mijn ogen gevallen. Ton Leerschool van KLOKK/Stichting Mannenhulpverlening waarschuwde mij al eerder, maar ik was op dat moment eigenzinnig. Ik geef hieronder vanuit mijn ervaringen graag mede-slachtoffers waarschuwingen mee over:
– het RKK-aanbod tot informele klachtafhandeling
– de vooropgezette benadeling van het slachtoffer in de klachtenprocedure van BAC/KC – het structurele streven naar eigen belang van RKK zoals dat uit de procedures blijkt
– het RKK-aanbod tot mediation (zie bijlage)

1. Niet doen die informele klachtafhandeling !
Een jaar lang heb ik zeer constructief gestreefd naar een minnelijke schikking met de overste. Toen het overleg met de overste verstroefde omdat hij schriftelijke afspraken niet nakwam stelde ik bemiddeling voor en suggereerde ik een pater als bemiddelaar. Met die pater die inmiddels kon spreken namens de overste voerde ik een (tweede) bijzonder goed gesprek waarna ik me zeer gehoord en erkend voelde. Op schrift werd vastgelegd dat mijn beweringen over sodomie en hard fysiek pesten voor 100% werden erkend en het misbruik voor 90%.

Daarop brak de overste het al bijna zes maanden durende schikkingsproces eenzijdig af. Hij bleek ineens niet bereid tot schikking. Nergens over. Toen bleek hij ook eerdere met mij – op zijn verzoek ! – schriftelijk gemaakte afspraken over geheimhouding van de naam van broeder “7x” al 1,5 maand daarvoor te hebben geschonden. Dat was in lijn met het door hem niet nakomen van andere afspraken en zijn zeer ge- brekkige inzet. De overste gaf toen aan: ik wil geen schikking maar een uitspraak van KC of rechter. Deze overste bleek dus nooit de intentie te hebben gehad tot een schikking.

Mijn advies aan alle slachtoffers die een informele klachtafhandeling overwegen; doe het niet. Het volgende zal er gebeuren: eerst wordt er pastoraal “geluisterd”. Dat wekt de indruk dat er een intentie is je serieus te nemen als slachtoffer. Je krijgt schriftelijke mededelingen waarin staat “ik wens u veel sterkte in deze voor u zo moeilijke tijden”. En als het er op aan komt laat men zien wat de echte intentie is: alles doen om een klacht niet te hoeven erkennen, een overeenkomst daarover naast zich neer leggen en steeds vertragen. En weer je vertrouwen in hen misbruiken.
Mag je uit een incident met een overste alle oversten over een kam scheren ? Natuurlijk niet. Maar wat is inmiddels na alle signalen die slachtoffers ontvangen hebben de kans geworden op een fatsoenlijke bejegening ?

2. De klachtprocedure bij KC bevoordeelt de orde en benadeelt het slachtoffer
Bij wat nu recent KlachtenCommissie onder de nieuwe onafhankelijke MSM (voorheen H&R) is gaan heten gaat het om de aannemelijkheid dat de misdaad door een aangeklaagde is gepleegd. Het is voor slachtoffers om te jammeren wat je daar krijgt aan behandeling en condities voordat en nadat je daar bent gehoord.
Ik heb het dus niet over de onafhankelijkheid van van de KC: voorzitter en leden daarvan doen hun werk naar eer en geweten en staan boven partijen. Zij lopen wel een heel klein gevaar gezien te worden als burgemeester in oorlogstijd.
a. vooraf
Ik sta zelf nu een week voor mijn zitting bij die KC. Voor die zitting werd niet ik als slachtoffer per brief uitgenodigd maar werd mijn juridisch adviseur per brief uitgenodigd mij als slachtoffer op de zitting te presenteren. Er werd aangegeven dat de zaak nu bij het MSM en niet meer bij H&R lag en dat de BAC nu KC heet. Ik verwachtte dus – conform advies commissie Bandell – een meer onafhankelijke bejegening en procedure. Maar nee.

In mijn geval leeft aangeklaagde. En er werd in de MSM-uitnodigingsbrief al een eerste oordeel geveld: “broeder “7x” kan om medische redenen niet aanwezig zijn”. Bij die zitting wordt juist expliciet het principe gehanteerd dat de dader geconfronteerd wordt met de aangeklaagde en omgekeerd: men verwacht er toegevoegde waarde van staat er. Als slachtoffer verwachtte ik daar staat op te kunnen maken. MSM schrijft mij niet: broeder “7x” zegt ons om medische redenen niet aan- wezig te kunnen zijn. Dus kan ik concluderen dat wat een broeder – of zijn overste die voor hem spreekt – inbrengt bij MSM door MSM klakkeloos wordt genomen voor de waarheid. Wat ik als domme leek mag zien als een eerste voorbode voor de kwaliteit van bejegening en oordeelsvor- ming daar.

De tweede voorbode van niet-onpartijdigheid was: ik kreeg niet dezelfde uitnodiging als de broeder, maar een andere. Hij werd uitgenodigd aanwezig te zijn. Ik werd uitgenodigd om aanwezig te zijn zonder de aanwezigheid van de broeder. Gelijke behandeling door een onafhankelijk orgaan zou hebben moeten betekenen dat beide partijen – zou ik weer als leek zeggen – een gelijke uitnodi- ging van MSM krijgen en gelijktijdig uitgenodigd worden over hetzelfde naar MSM te reageren. Dan zou de een bijvoorbeeld MSM meedelen te ziek te zijn voor een zitting. En de ander zou tegelijker- tijd MSM kunnen melden er te ziek van te worden. Hier is sprake geweest van een voorkeursbe- handeling van de broeder. En op zijn minst is de schijn daarvan gewekt.
Uit de rapportage van Bandell weten we dat een meer onafhankelijk MSM nu juist het niet-onafhankelijke en inmiddels bezwaarde H&R moet vervangen. Er komt een nieuwe klachtenprocedure voor het nieuwe KC waarin die onafhankelijkheid beter geborgd wordt. De leerpunten met de oude procedure worden er in ingebouwd.

Tot mijn grote verassing vind mijn zitting bij de nieuwe KC nu echter plaats onder de oude BAC- klachtenregeling ! Men wacht niet tot de nieuwe KC-procedure er is. Dat betekent dat onder het nieuwe MSM en het nieuwe KC een serie klagers per definitie anders behandeld wordt dan een serie klagers daarna bij een nieuwe procedure. Dat zou onbestaanbaar en onacceptabel moeten zijn. Ik heb dit moeten ontdekken door zelf op onderzoek te gaan. Men deed schriftelijk of er niets aan de hand was.
Wie zich zoals ik vanuit interesse dan meer in de klachtenprocedure wil verdiepen komt ook daar in een doolhof. Er staan in die procedure slechts uitermate globale zaken. Informatie hoe het feite- lijk verloopt of kan verlopen wordt achter gehouden. Er blijken vele opties achter verscholen te liggen. Je kunt je als slachtoffer dus vandaaruit niet voorbereiden. Er worden slechts vele vragen opgeroepen!

Wie een slachtoffer bewust in deze zeer chaotische setting plaatst wekt het vermoeden van onkunde of onzorgvuldigheid. Maar dat is mogelijk niet de beste verklaring daarvoor. Een dergelijke strategie wordt namelijk in de managementliteratuur gezien als het schoolvoorbeeld van een machtsstrategie: lager volk onzeker maken door onduidelijkheden te laten of te creëren (chaos) over het procesverloop, met het doel hen in die onzekerheid beter te kunnen manipuleren.

b. de huidige BAC-klachtenregeling benadeelt duidelijk het slachtoffer, en naar verwacht zal de nieuwe KC-klachtenregeling dat ook blijven doen. Ik meen te kunnen vaststellen dat de procedure zo is opgezet dat een slachtoffer op voorhand al in het nadeel is. En dat is zeer ernstig.
Steeds is mij – vanuit wat de klachtenprocedure beschrijft – gemeld: na het oordeel van de KC maakt de overste zelfstandig zijn mind op. Hij is niet verplicht het KC-oordeel te volgen. Hij beslist zelfstandig op wat hem bekend is. En op wat hij wil zien. Hooguit gaat van het KC-advies een morele verplichting uit daar serieus mee om te gaan. Een morele verplichting geldt natuurlijk alleen voor degene die zich op de beoogde moraliteit laat aanspreken. Een overste zal dan ook dat KC- advies aan zijn laars kunnen lappen.

Na zijn zelfstandige oordeel regelt de overste vervolgens de materiele schuldvereffening. Tenzij volgens advies Commissie Lindenbergh (juni 2011) dit door een centrale instantie boven de oversten wordt geregeld. Hierover laten BC en KNR overigens al vier maanden onzekerheid.

In de uitnodigingsbrief van Meldpunt aan mijn advocate wordt me en-passent meegedeeld dat omdat de aangeklaagde broeder niet aanwezig kan zijn zijn overste dus de zitting zal bijwonen. Dit “bijwonen” wordt niet nader geduid. Maar iemand die bijwoont is naar de letter slechts aanwezig. Die volgt het procesverloop als buitenstaander, zonder enige actieve rol te spelen. Schriftelijk is me dus zeker niet meegedeeld dat de overste van broeder “7x” daar een andere rol dan die van “bijwo- ner” zal vervullen, bijvoorbeeld als gemachtigde.
Ik heb daarom nog eens “De Procedure bij klachten van Sexueel Misbruik” op de site van MSM doorgenomen en kaart een issue aan dat in die huidige procedure mijns inziens bewust onduidelij- kis gehouden en feitelijk zeer ten nadele is geregeld voor een slachtoffer. De overste of bisschop in twee (strijdige) rollen:
– als eindbeoordelaar (met zelfstandige beslisruimte) op een klacht na advies BAC/KC, en
– als belangenhartiger van een procespartij (die van aangeklaagde)

Die dubbele rollen niet uitsluiten in de nieuwe procedure, maakt dat wat nu als onafhankelijk is aangekondigd, dat niet is of niet als zodanig gezien kán worden door slachtoffers.
Naar ik vernam zouden ook oversten zelf hebben ervaren dat hier iets (zeer fors) wringt.
Art 15.3 van de oude procedure stelt op dit punt slechts: “Tijdens de zitting wordt aan partijen de gelegenheid gegeven: (a.) haar belangen voor te dragen of te doen voordragen”. Het “te doen voordragen” lees ik zo dat aangeklaagde – als hij leeft – het recht en de vrijheid heeft iedereen te benoemen, ook zijn overste. Als hij dood is kan hij niet benoemen. In dat geval heeft de nu aangeklaagde zijn overste al eerder gemachtigd om als hij na overlijden zou worden aangeklaagd voor hem op te treden. In mijn persoonlijke casus benoemt conform dit artikel de levende (zeg) A zijn overste (zeg) B. als zijn voordrager-belangenbehartiger.
Een zo rechtvaardig (eerlijk) mogelijke oordeelsvorming op het advies van de KC is het hoogste belang van een overste. Zo’n oordeel is het einddoel van de overallprocedure. Van dit belang van overste is ook afgeleid zijn verplichting om alles te doen om het beeld van zijn rechtvaardige behandeling en oordeelsvorming naar het psychisch ernstig bezwaarde slachtoffer overeind te houden.
In alle gevallen – bij zowel een verscheiden als een levende aangeklaagde – is het door een overste vervullen van die twee rollen principieel onverenigbaar. Een belangenbehartiger van een van de procespartijen kan niet tot een rechtvaardig oordeel over beide partijen komen. En die wekt ook een (grote) schijn van vooringenomen partijdigheid.
Dat een overste in de rol van belangenbehartiger ook nog eens volgens de klachtenprocedure toehoorder kan zijn van feiten die aan de KC worden verklaard door een slachtoffer, maakt dat een overste die informatie kan gebruiken voor zijn eigen zelfstandige oordeelsvorming. Dat maakt diens rolvermenging voor een slachtoffer alleen maar erger en wijst nog meer op de ingebouwde ruimte voor partijdigheid.
En in het beeld van het slachtoffer is er nog meer partijdigheid ingebouwd wanneer de overste-be- langenbehartiger actief tijdens een zitting direct of indirect vragen zou kunnen stellen aan klager en/of namens aangeklaagde inhoudelijk gaat antwoorden. Daarbij mag de volgende realiteit ook niet worden veronachtzaamd: een bisschop of overste is iemand die op het hoogste niveau van de kerkelijke hiërarchie staat. Een leek-slachtoffer staat onderaan in die hiërarchie. Van de aanwezigheid van een overste gaat voor een gezagsgetrouwe gelovige sowieso een intimiderende werking uit. Dat verplicht de hoger gestelde.
Een procedure die dergelijk dubbel handelen van een overste mogelijk maakt bewijst het – door het misbruik nu op zijn hoede zijnde – slachtoffer dat bij de opstellers van de procedure en bij de
uitvoering ervan – bewust of onbewust – het belang van de orde (partijdigheid) voorop staat. Ook omdat er andere voor de hand liggender mogelijkheden zijn een en ander meer symmetrisch op te zetten.
Uit de wandelgangen vernam ik dat al vast zou staan dat in de nieuwe KC-klachtenregeling geen verbetering zal worden gepresenteerd op dit fundamentele punt. Zou dat ook echt het geval blij- ken dan zou mijns inziens KLOKK dit met een persbericht en anderszins in de media aan de kaak moeten stellen en slachtoffers moeten adviseren hoe zich daar tegenover op te stellen.

3. De zorg voor het eigen belang van de RKK in eerdere fasen van slachtofferbehandeling is groot
De maximering van het eigen belang ten koste van de slachtoffers tref ik niet alleen op de net besproken punten aan maar is structureel. Al eerder verzette ik mij zeer tegen de voor een slachtoffer zo duidelijke zeer onheuse klachtbehandeling. Elke stap die ik sinds mijn klachtmelding moest zetten is te verklaren uit het eigen belang van de orden en bischoppen. Welke stappen zette ik ?
Ik dien mijn klachten in samenhang in. Ik wordt persoonlijk door De Korte van Groningen gebeld die zijn medeleven kenbaar maakt. Ik voel me vereerd door deze hoge pastorale attentie.
Mijn klachten beleef ik als geheel: wat er op deze gebieden gebeurde hangt zeer nauw voor mij sa- men. Dan blijkt deze klacht door H&R super-bureaucratisch te worden behandeld.
Ten eerste krijg ik een H&R-antwoordbrief met: wil u pastorale hulp OF wil u een klacht indienen (twee kafkaiaanse hokjes of pigeon-holes in vaktaal)). U moet kiezen: als u een klacht heeft bent u niet hulp-waardig meer en als u een hulpvraag heeft vervalt uw klachtrecht. U kunt niet van twee vruchten uit ons paradijs tegelijk eten.
Ten tweede zegt men me: alleen klacht 1 kan ingebracht worden. Men zegt dus ook: je zoekt zelf maar uit waar en hoe je die andere voor je belangrijke klachten tegen de orde inbrengt.
Ten derde: ik wil dan een klacht indienen tegen broeder “7x” en tegen de orde die door mijn ou- ders goed betaald werd om voogd van mij te zijn. Die orde is aantoonbaar nalatig geweest naar de kennis van toen. Seksueel misbruik door betaalde voogden, ernstige sodomie en zwaar fysiek pes- ten zijn al eeuwen een issue in internaten. Historische feiten van misbruik door religieuzen liggen op tafel. Een voorbeeld van sodomie: een golf van sodomie vond op mijn internaat enige tijd zelfs nog medio jaren vijftig plaats. De sodomie op mij vond zeven goede jaren daarna plaats. Er waren geen zichtbare maatregelen genomen. Wij werden nooit geinstrueerd.
Dan verneem ik vervolgens dat er geen klacht tegen de orde ingediend mag worden over haar na- latigheid. U mag alleen een klacht indienen tegen broeder “7x”.
Ten vierde: ik wil dan een klacht indienen tegen broeder “7x” en nu wordt me gemeld: je kunt geen klacht indienen tegen de broeder, maar alleen tegen de burger (meneer) “7x”. Als meneeren staan jullie straks tegenover elkaar op zitting bij KC, hoorde ik in ongeloof aan. Meneer “7x” blijkt in de prodedure waarin ik gestapt ben de enige die alle schuld aan het gebeurde kan hebben. De orde heeft zich lijkt me als leek handig buiten de orde gesteld.
Kijk naar deze stappen. Ze zijn bewust steeds ! zo geconstrueerd. Er is sprake van structuur, niet van incidenteel onvermogen van de opstellers van die regelingen. Van een incident kunnen ze zeg- gen: dat wist ik niet. Een steeds terugkerende structuur van handelen naar slachtoffers toe waarin het slachtoffer benadeeld wordt en de orde bevoordeeld moet geweten zijn.
Waarom handelt men steeds zo naar slachtoffers ? Structureel onvermogen in inter-menselijke communicatie is zeer onwaarschijnlijk. Mijns inziens moet daarom de verklaring dieper gezocht worden: op het vlak van de intenties. Wie niet de juiste intenties heeft naar slachtoffers toe, kan zich niet “als goed mens” naar slachtoffers toe gedragen. Wie wel goede intenties heeft liegt niet goede intenties voor, en wordt ook niet structureel “betrapt” op gedrag dat gevoed wordt door zijn echte “andere” intenties.
Er is structureel bij RKK zelf geen enkele wil (en behoefte) samen met slachtoffers op pad te gaan en in dialoog procedures te ontwikkelen die ook aan de positie van slachtoffers tegemoet komen. Dat blijkt ook uit de voortdurende afwijzingen om slachtoffers in een of andere rol mee te nemen in het proces. Ik stelde de portefeuillehouder voor dit onderwerp in de Bisschoppenconferentie schriftelijk voor een slachtoffer als lid deel te laten deelnemen aan de commissie Deetman: nee. Commissie Lindenbergh: geen slachtoffervertegenwoordiging. Commissie Bandell: geen slachtof- fervertegenwoordiging. Zelfs steeds niet een vaste advies- of klankbordgroep van slachtoffers !. De leken-voorzitters van deze commissies leggen (soms) incidenteel op eigen initiatief (kort) contact met slachtoffervertegenwoordigers.
En nu komt er binnenkort een nieuwe klachtenprocedure waaruit de onafhankelijkheid van de KC onder het nieuwe MSM moet blijken. Ik hoorde uit betrouwbare bron dat slachtoffers ook hier weer niet bij betrokken zullen worden.

4. Slotaccoord
Het in het vooruitzicht gestelde “wetenschappelijke” onderzoek voor meneer Deetman kan binnen- kort over het heden niet anders dan gefundeerd concluderen dat de slachtoffers weer misbruikt zijn. Hen is niet handelen uit het Rijk Gods ten deel gevallen, wat zij nu wel mochten verwachten. En in dat handelen zit een structuur die wijst op opzet.
Slachtoffers worden (ook letterlijk) buiten de deur gehouden. Ze zijn hun boekje te buiten gegaan door hun klacht aanhangig te maken. Net als klokkenluiders bij de overheid. Zij maken de HH RRKK publiekelijk te schande. Daarmee hebben zij hun recht op enige deemoedige bejegening, op vertrouwen, op gelijkheid, op zorgvuldigheid verspeeld. Slachtoffers zijn vooral lastposten, paria’s. De meesten van hen betalen hun verenigingsgelden niet meer: ook daarmee verspeelden zij hun rechten.
Zij die naar de eigen leer als een herder over alle schapen zouden moeten zijn, behandelen die slachtoffers feitelijk als zwarte schapen in hun kudde. De RKK heeft met haar Zij-Wij denken het escaleren van haar conflict met de slachtoffers en hun vertegenwoordigers in Nederland gevoed (polarisatie). En er (bijna) niets aan gedaan om vanuit KNR en BC zelf in persoon verzoenende bruggen te slaan naar slachtoffers: het instellen van een flinke hoeveelheid commissies en “het plaatsen van een nieuw fundament onder bestaande (!) organisaties”1 is geen daad van verzoe- ning. Het is een daad van management-by-organisation. Voor verzoening is een goed geregisseerd proces nodig waarin kwetsbare onzekere mensen elkaar oprecht willen naderen. Wat is men toch ver weg geraakt van wat het Tweede Vaticaans Concilie van Paus Johannes XXIII en het Pastoraal Concilie van de Nederlandes Kerkprovincie in de tijd van Kardinaal Alfrink (jaren zestig) heel grote groepen jonge gelovigen aan intenties en hoop meegaven.
Toch kun je in die kerkgemeenschap religieuzen ontmoeten wier ziel hen tot een ware roeping bracht. In de persoon van ieder uniek slachtoffer herkennen zij – vermoed ik – hun God. Ik blijf me graag positief en open opstellen tegenover dat deel van de Romeins Katholiek Kerk dat mij (en andere slachtoffers) als slachtoffer-mens wel ziet staan en vanuit een door hun roeping geinspireerd meeleven in staat zijn met een slachtoffer op weg te gaan naar reële oplossingen voor ware feiten.
Mees-Ruben van Embden – slachtoffer

Bijlage: Bezint eer gij begint aan Mediation !
RKK biedt ook nu de mogelijkheid van mediation aan. Hoe RKK dat ziet is me niet duidelijk. Ik geef enkele vrijblijvende waarschuwingen aan slachtoffers die dit middel overwegen.
Vanuit mijn vak heb ik grote kennis en ervaring met onderhandelen en conflicten op diverse schaal. Mediation is een van de vele methoden om een conflict op te lossen, maar is alleen geschikt voor specifieke conflictonderwerpen in een bepaald conflictstadium. Mediation kan een beetje strakker verlopen dan informele klachtafhandeling: omdat partijen niet in staat zijn (!) constructief genoeg met elkaar te praten over de oplossing van een conflict halen zij er een derde bij die hun gesprekken begeleidt. Daar is niets mis mee. Maar ik schat in dat mediation bij de vaststelling van het misbruik geen middel kan zijn. Waarom ?
De website van de Nederlandse Mediatorsvereniging meldt in één zin wat mediation is: “De media- tor stimuleert en begeleidt U bij het creatief zoeken naar een oplossing en bewaakt het proces”.
Mediation wordt bijvoorbeeld ingezet als twee partners voor het feit staan te scheiden en de boedel-, geld- en kinderverdeling beheerst en goedkoper willen laten verlopen, zonder tussenkomst rechter en dure advocaten. Die partners hebben beiden een (bijna) gelijk belang bij een (creatieve) oplossing. Een onderdeel daarvan kan zijn dat zij nog met elkaar willen kunnen optrekken bij- voorbeeld uit beider zorg voor kinderen.
Is mediation dan het middel om samen toe te werken naar het besluit te scheiden ? Nee. Partijen kunnen er te ongelijk in staan en dit lang verborgen houden. Bijvoorbeeld: een van partners wil scheiden, maar meldt dit niet. Om tegen familie en vrienden te kunnen zeggen dat hij alles – zelfs mediation – heeft geprobeerd om er met de ander goed uit te komen. Maar die weet dat hij aan het eind op een goed getimed moment zegt: ik besluit dat we uit elkaar gaan.
In het geval van een overste als partij zal de mediator niet vooraf uit de verklaringen van de over- ste kunnen afleiden dat deze echt serieus wil meewerken. Die mediator kan dat niet waarborgen. De klager loopt bij mediation daarom hier hetzelfde risico als bij informele klachtafhandeling.
Met creativiteit de aannemelijkheid van seksueel misbruik vast stellen ?
Kan via mediation worden toegewerkt naar de vaststelling van de aannemelijkheid (of het bewijs) van misbruik ? Kun je bij het vaststellen van misbruik “creatief zoeken naar een oplossing” ? Nee, dit is te ongeloofwaardig om serieus te nemen. Feiten verplichten de overste tot erkenning van bewijs of aannemelijkheid. Daar kun je niet over gaan marchanderen.
Is het aannemelijk dat die overste je klacht bij mediation eerder erkent dan bij een onafhankelijke KlachtenCommissie onder leiding van een ervaren rechter ? Nee. Het is eerder omgekeerd: er wordt morele druk op de overste uitgevoerd door het oordeel van de KC.
Bovendien werkt de KC als een “meervoudige kamer” bij een rechtbank: er zijn drie personen die samen tot een gewogen oordeel komen. De kans op een eerlijk en zorgvuldig onderbouwd antwoord is bij de KC veel groter dan het antwoord van de overste (één persoon) die voor zijn eigen belang gaat. Voor de kleine kans dat je een overste treft die zich gedurende het gehele traject als een rechtvaardige Salomo boven partijen opstelt zou ik als slachtoffer echter nooit zo’n emotioneel belastend traject ingaan. Zeker niet als het veel waarschijnlijker is dat je aan het eind toch nul op je verzoek krijgt. Ga naar de KC.
Mediators verkopen mediation wel met het argument dat het sneller is dan een gang naar (de KC of) de rechter. Maar hoe snel mediation is hangt van het verloop van de mediation af. Mediation kan sneller verlopen dan de gang naar de KC. Maar de KC kan ook sneller resultaat opleveren. Had ikzelf bijvoorbeeld niet voor informele klachtafhandeling gekozen vanuit mijn streven de orde en de aangeklaagde gezichtsverlies en mezelf tijd en emoties te besparen, dan was ik nu een half jaar eerder bij de KC geweest. En had ik een half jaar eerder het KC-oordeel binnen. Informele klachtafhandeling en mediation zijn dus door een partij met slechte intenties in te zetten als ver- tragingsstrategie. Is mediation sneller dan een gang naar de rechter ? Mogelijk. Maar waarom niet wat meer geduld ennaar de rechter omdat je over de erkenning van misbruik niet marchandeert.
Mediation zou efficientie opleveren. Maar ik zie geen efficiencywinst t.o.v. een gang naar de KC. Ik kan geen redenen bedenken. Mediation kost je wel minder dan een gang naar de rechter met een door je betaalde advocaat. Bij mediation ben je tot slot erg afhankelijk van twee zaken: van de kwaliteit van de mediator, énvan de oprechtheid en inzet van de tegenpartij (zie voorwaarden mediation van ned.med.ver.).
Mediation over de schadeloostsstelling ligt niet het meest voor de hand
Mediation over de schadeloosstelling van een slachtoffer lijkt op het allereerste gezicht mogelijk kansen te hebben: de misdaad (of jaren van misdaden) is al (in bepaalde mate) erkend. Het misbruik staat voldoende vast (net als bij het voorbeeld van de scheiding). Je kunt dan met elkaar een creatieve oplossing zoeken voor wat je aan schade eist en wat zij aan schade willen uitkeren.
Maar er zijn serieuze redenen aan te dragen dat ook dan mediation slechts een optie is die tegen andere opties moet worden afgewogen.
Als slachtoffer mag je namelijk op het moment van erkenning verwachten dat de schuldenaar (de overste) dan naar vermogen een passende schadeloosstelling of een kader daarvoor aanbiedt. De overste-schuldenaar is dan namelijk aan zet ! Het slachtoffer kan in zijn luie stoel wachten op het aanbod. Die overste moet nu namelijk met zijn aanbod met geld duidelijk maken wat hij feitelijk erkent en hoe ernstig hij de gevolgen (bv gemaakte kosten van therapie, inkomstenderving, smartegeld) vindt. Die overste kan nu niet verblijven in een zelf gecreeerde wereld van bijvoorbeeld “absoluties” maar moet zich verlagen naar de aardse wereld waarin de ziel van de slachtoffers ja- ren onder het misbruik leed en de indrukwekkende effecten van het misbruik hun levenskwaliteit decennia, zo niet hun hele leven (heimelijk) bleven vormgeven. Komt de overste met een aantoon- baar lachwekkend kader of aanbod (onderbieding) dan is duidelijk dat hij zijn erkenning en zijn schuldenaarschap niet serieus neemt. Hij smeerde met zijn erkenning het slachtoffer slechts pastorale stroop om de mond. Overste zet onderhandelingsgedrag in: zo laag mogelijk starten om zijn eigen belang te maximeren. Hij gaat voor zijn eigen belang.
Een al te belachelijk aanbod kan zonder mediation door een slachtoffer anoniem – misschien via de KLOKK-site – gepubliceerd worden. Onderhandelen heeft dan namelijk nog geen zin. Overste er- vaart geen sancties, ook niet vanuit het leven van degene die hij bij zijn gelofte als zijn levensver- vulling beloofde na te leven. Alleen brede maatschappelijke verontwaardiging via de media, of col- legiale druk van verontwaardigde collega’s zal hem dan tot serieus handelen aan de onderhande- lingstafel kunnen dwingen. Een mediator kan daar niets aan veranderen als de overste niet wil. Meest voor de hand liggend is gewoon zelf met de overste te onderhandelen of een onderhande- laar uit eigen kring naar voren te schuiven.

1 antwoord
  1. Jan
    Jan zegt:

    Idd vindt mij in dit artikel ondanks reeks aan bewijzen klacht ongegrond ( omgekeerde bewijslast ) vecht al vanaf mijn 24 ste tegen de kerk. Op 9 jarige misbruikt ect. Commissie heeft klacht ongegrond verklaard. Ga nu mediation in via jezuïeten. Belgie. Ook klokk is niet schoon.

Reacties zijn gesloten.