Seksueel misbruik
In 1968/69 woonden wij in Kaapstad (Zuid-Afrika) aan de Burnsideweg (Burnside Road, Cape Town) in een groot huis. Mijn ouders verhuurde één slaapkamer. Eén van de mannelijke huurders was een jonge man in zijn twintigs. Het was een lange dunne man. (Heette Henry, en verkocht later motoren – motor cycle in Sea point). Een aardige man, vertelde mijn moeder, maar wel één met problemen: “De lakens waren niet meer schoon te krijgen”. (Zij weet niet wat hier verder is gebeurd.) Ik was vier jaar oud. Het verdrietige is: toen was ik niet in staat dit tegen mijn moeder te vertellen. Nu dat ik wel kan, is zij niet in staat om op haar leeftijd dit aan te horen.
Mijn ouders gingen zondag ’s avonds (in Z-A is de tweede dienst om 19:00) naar de kerk. Toen heeft deze man toegeslagen. Ik lag op bed en lokte hij mij weg naar zijn kamer. Ik zou een cadeautje krijgen als ik meeging. Als ik de andere ochtend mijn moeder vertelde dat er toch een cadeautje zou liggen, maakte zij dat af dat het een droom was. Hoeveel keer dat was weet ik niet. Eerst was het spelen. Hij was een motorrijder. Op een keer zei hij: “Wij gaan motor rijden”. Ik mocht de helm opdoen. Hij dwong mij met mijn handen op het bed te leunen. Hij verkrachtte mij.
Veertig jaar lang was ik dit vergeten. Tot de dag in januari 2009 dat ik een foto achterop een tijdschrift zag in een winkel. Dit beelde deze situatie uit. Ik werd emotioneel bij het zien van deze foto. Ik begreep mijn emotie niet. Toen ik ‘s-avonds in de spiegel keek kwam het als donderslag bij heldere hemel: dat was ik in die foto. Ik barste in tranen uit. Daarna zijn de beelden teruggekeerd. Toen begreep ik wat er gebeurd is. Ik herinner aggressie.
Ik herinner mij dat hij mij naar de badkamer naast zijn kamer nam en het bloed weghaalde. Hij dreigde dat hij mij moeder wat zou aandoen als ik dit zou vertellen.
Niemand heeft wat ooit gemerkt. Ik heb de herinnering verdrongen. Ik had wel veel nachtmerries van paardachtige wezens dat ik ‘Cockcocks’ noemde. Zij wilde mij vast drukken. Later veranderde de nachtmerries en werd ik soms gillend wakker. Of ik droomde dat een demon naast mijn bed stond. Ik ging weer in bed plassen. Ik wilde nooit met andere kinderen spelen. Als kind was ik niet bij mijn moeder weg te slaan als wij ergens op bezoek waren. Ik voelde mij alleen en anders. Als ik wel probeerde vrienden te maken lukte dat niet of hield het niet stand. Ik houd niet van drukte om mij heen en wil niet door anderen aangeraakt worden. Ik word woedend als iets uit mijn handen valt. Ik kan dat voorwerp wel stuk gooien, zo boos kan ik worden. Ik voelde mij vaak somber. Vooral als wij door de uitgestrekte gebieden van Zuid-Afrika reden. Ik voel minderwaardig en ik probeer het ieder naar zijn /haar zin te maken. Ik vlucht weg wanneer ik tussen mensen ben en ik eenzaam voel. Soms wil ik gewoon gaan huilen. Maar ik wist nooit waarom.
Nu dat ik dit herinner heb veel last van emotie: haat, schaamte, verdriet, woede en boosheid. Ik ging alles opschrijven. Ik ging met mensen die ik vertrouwde praten. Ik heb mijn zus als eerste geinformeerd. Zij was erg geschrokken. Gelukkig heb ik met haar goed contact en ondersteunt zij mij geweldig. Ik ben erg blij met haar volhoudende ondersteuning en altijd weer klaarstaan om mij verhaal (met emoties) aan te horen!
Ik heb veel verdriet. Ik huil veel. Ik ben begonnen met therapie. Ik doe EMDR en dat helpt echt. Tijdens EMDR leef ik mijn woede uit op deze lafhartige pedofiel. Ik beleef het steeds weer. Ik kan zelfs nachtmerries stopzetten. Want ik wil dit verwerken. Ik ben een vechtertje. Jaren lang was ik opstanding naar God toe. Nu is dat wel anders. Maar ik vraag mij toch af hoe Hij dit had kunnen laten gebeuren. Ik ben onlangs bij het huis waar het gebeurde in Kaapstad, langs geweest…confronteren wilde ik! Alles wat ik heb opschreven, heb ik, in de tegenwoordigeheid van mijn zus, verbrand en het as laten wegwaaien over de stad.
Ik wil de dader graag vragen waarom hij dit gedaan heeft. Ik wil hem vertellen wat dit met mij gedaan heeft. Ik wil het hem wel vergeven. Hier bid ik om Gods hulp. Het heeft een kras door mijn hele leven gezet…door mij als mens. Veertig jaar lang verdriet gehad en ellende beleeft…een geestelijke woestijn.