Parlementaire vragen
20 augustus 2003
E-2613/03
SCHRIFTELIJKE VRAAG van Maurizio Turco (NI) , Marco Pannella (NI) , Marco Cappato (NI) en Gianfranco Dell’Alba (NI) aan de Commissie
Betreft: De “Crimen Sollicitationis”-instructie van de Hoogste Congregatie van het Heilig Officie van de Heilige Stoel om door geestelijken begane seksuele misdrijven in de doofpot te houden
De Amerikaanse zender CBS heeft op 6 augustus 2003 een document gepubliceerd dat sedert 1962 geheim was gehouden. Het gaat om een document van de Hoogste Heilige Congregatie van het Heilig Officie (tegenwoordig de Congregatie voor de geloofsleer, oorspronkelijk de Heilige Congregatie van de Romeinse en Universele Inquisitie).
Dit document, de Crimen Sollicitationis-instructie, was bestemd voor alle patriarchen, aartsbisschoppen, bisschoppen en hulpbisschoppen, ook die van de Oosters rite, over hoe men in deze zaken te werk moest gaan. Het document is gedateerd 16 maart 1962.
Het is bedoeld om zorgvuldig te worden bewaard in het geheim archief van de Curie en biedt gedetailleerde instructies die moeten worden gevolgd bij seksuele misdrijven die geestelijken hebben begaan aan gelovigen.
Uit dit document blijkt dat de Heilige Stoel heeft opgedragen aan de kerkelijke autoriteiten om alle gevallen van seksueel misbruik buiten de publiciteit en buiten justitie te houden op straffe van excommunicatie.
In de door Johannes Paulus II ondertekende apostolische brief d.d. 30 april 2001 “Motu Proprio Datae Quibus Normae De Gravioribus Delictis” en in het herderlijk schrijven “De Delictis Gravioribus” van de Congregatie voor de geloofsleer, ondertekend door kardinaal Ratzinger op 18 mei 2001, staat te lezen dat de “Crimen Sollicitationis” althans in recente gevallen wordt bevestigd, terwijl de afgelopen decennia de zaken alleen maar erger zijn geworden en een ware plaag voor de Rooms-katholieke kerk, met alle schandalen vandien.
Uit allerlei hoeken is er kritiek op de weigering samen te werken met justitie en politie, wat duidt op obstructie van de rechtsgang.
Gezien de institutionele en diplomatieke banden die de Europese Unie met de Heilige Stoel onderhoudt, luidt de vraag:
– Welke initiatieven (onderzoek, preventie, sancties, diplomatieke druk) denkt zij te nemen gezien het feit dat de in dit document vervatte instructies strijdig zijn met het beleid van de Unie en de lidstaten ten aanzien van de mensenrechten en fundamentele vrijheden en bestrijding van seksueel misbruik, met name tegen kinderen en vrouwen?
– Denkt zij de Heilige Stoel zover te krijgen dat deze instructies worden ingetrokken omdat zij duidelijk en expliciet bedoeld zijn om een morele, maatschappelijke en politieke plaag te verdoezelen voor de samenleving en in het bijzonder voor justitie?
– Is zij voornemens een onderzoek in te stellen naar de betrekkingen tussen de lidstaten en het Vaticaan om na te gaan of de juridische betrekkingen die aan deze betrekkingen ten grondslag liggen en die privileges verlenen aan de geestelijkheid ten aanzien van de regels van de lidstaten, niet in strijd zijn met de internationale en Europese voorschriften voor de fundamentele rechten en vrijheden?
– Is zij ook niet van mening dat het dringend nodig is artikel 51 van de Europese ontwerpgrondwet te herzien opdat het Europese en nationale recht gevrijwaard blijft van schaduwgebieden en straffeloosheid voor de geestelijkheid?