Brief aan Dirk
Haaksbergen, 21 maart 2013
Dag Dirk,
Dit is mijn afscheidsbrief aan jou. Alle dingen die jij mij ongevraagd hebt opgelegd, ga ik je bij deze terug geven.
Ik ga je hier vertellen wat jij in mijn leven hebt aangericht en waar je mijn leven nog steeds beïnvloed. Ik wil je daar niet meer, ik wil dat je oprot. Heb er helemaal genoeg van!
Welke dingen jij precies met mij gedaan hebt weet ik niet meer. Ik kan maar 3 situaties herinneren, voordat ik uit mezelf trad. Ik weet nog dat we een boot in elkaar aan het zetten waren. Eentje die je eerst moest uitknippen en daarna in elkaar kon zetten. Ik zat naast je in een stoel aan je bureau. Je begon ineens over mijn piemel te strelen terwijl ik nog aan het knippen was. Ik vond dat fijn, maar ook raar. En hoe precies weet ik niet, maar we belanden op bed en ik weet alleen nog, dat ik onder de lakens zat en over je piemel wreef. Ik zie/herinner deze situatie alleen vanuit een derde positie.
Doordat ik elke keer uittrad (omdat het te heftig was voor mij), is het bijna onmogelijk geworden om die emoties van dat moment te voelen. Ze zijn in mijn lichaam gaan zitten. Omdat ik me niet bewust als toen kan voelen, ben ik me later ook gaan afvragen of die dingen wel werkelijk gebeurd zijn.
Een bijzonder fenomeen is dat je lichaam soms geuren of andere dingen herinnert en daar op reageert, zonder dat je bewust weet waarom.
De andere situatie is na een verjaardag dat we op mijn ouders bed nog bleven zitten spelen terwijl de rest al naar beneden ging. Onder de dekens kan ik me alleen nog herinneren dat je me aankeek met een lach. Daarna gaat bij mij het licht uit… Stopt de herinnering. Dankzij mijn therapie heb ik nog een andere beeld weten boven te halen. Dat is waarschijnlijk het moment kort voordat ik weer terug in mijn lichaam ging. Het is een volledig troebel beeld dat ik in foetushouding lig en een donder iets van me weggaat.
Een andere situatie is dat ik in bed lag, net nadat ik in bed was gelegd en jij ineens achter me stond. Wat ik verder nog weet is dat jij bovenop me lag te schuren en ik met mijn armen boven mijn borst mijn hoofd beschermde. Wat je daar allemaal hebt gedaan weet ik niet. Het was donker.
Een andere situatie is, maar dan niet met jou, met een leerling van mijn vader. Deze kwam op mijn kamer en ik was aan het drummen. Hij pakte mij vast en zat met zijn vieze zoute vinger in mijn mond te wroeten. Geen idee of dat alles is geweest.
Ik heb nooit begrepen of ik aan jou heb kunnen zien waarom jij de dingen ging en wilde doen die je met me hebt gedaan. Ik kon het nergens aan aflezen. Nog steeds ben ik verschrikkelijk alert op geluiden en bewegingen. Zelfs zo erg dat ik oordoppen draag om alle geluiden om me heen te dempen. Ik was zelfs zo alert op bewegingen dat mijn aandacht getrokken werd naar mensen of objecten, die – en dat bleek op dat zelfde moment- op het punt stonden te vallen, struikelen, of iets dergelijks. Zo hypersensitief heb je mij gemaakt. Volledig uit mezelf en alleen maar alert.
Omdat ik niet kon zien waarom en wanneer jij ging toeslaan, ben ik in geesten gaan geloven. Ik begin ze te voelen. Wanneer ik naar bed gebracht was en alleen was, was ik er van overtuigd dat er eerst een geest langskwam. Als ik dan niet bewoog zou hij weer weg gaan. Ik heb hem nooit gezien omdat ik verstopt onder de dekens afwachtte tot hij weer weg ging. Ook die kon je niet horen. Maar ik was er heel bang voor.
Het niet zien en horen aankomen van jou zat zo duidelijk in mijn nachtmerries van toen. Ik droomde dat ik met vriendjes bij ons thuis in de woonkamer aan het spelen was. Het was al donker en we wisten allemaal dat in het huis aan de overkant van de straat er iets niet in orde was. Dat daar mensen verdwenen. We waren er bang voor. En in elke droom kwam dan in eens vanachter de heg een zwevende heks aan en die nam een kind mee. Niemand wist wat er met dat kind ging gebeuren, maar deze zou niet meer terug komen.
Dat ik in die tijd geen maagzweer heb opgelopen in een wonder.
In die tijd ben ik naar het RIAGG heen gestuurd. Geen idee waarom en waarvoor. Mij is nooit vertelt waarom ik daar heen moest. Mij is nooit vertelt hoe men naar mij keek, of wat men van mij vond. Alles is altijd in stilzwijgen om mij heen gebleven.
En waarom ben ik nooit naar mijn ouders gegaan om te zeggen dat ik het niet fijn vond? Heb je mij bedreigd? Ik weet het niet.
Bij het RIAGG moest ik veel over de dood praten, omdat (achteraf gelezen in de rapporten) men dacht dat ik verandert was omdat de bijna dood van een vriendje de oorzaak zou zijn geweest.
Hier begint ook dat alles scheef en naast elkaar begint te lopen. Alles wordt langs elkaar gezet. Mijn dromen krijgen een andere betekenis dan dat het werkelijk was. Ik word nog meer van de werkelijk afgehaald. Ik heb nooit begrepen waarom het zo over de dood moest gaan. Ik heb films moeten kijken, boeken moeten lezen… Zonder dat ik er maar iets van begreep.
Ik heb logopedie moeten volgen omdat men dacht dat ik niet goed kon praten. Maar toen had ik geen idee waarom… Bijles Engels moeten volgen, omdat ik het niet goed genoeg zou kunnen.
In mijn leven ben ik elke keer weer net langs de ravijnen gegleden. Ik ben nooit ergens helemaal ingestort. Ik zou willen dat dát eens wel gebeurd was, dan zou alles ineens duidelijk zijn geworden. Nu is het steeds net niet en ziet niemand dat er werkelijk iets met mij aan de hand is.
Doorjou ben ik van de basisschool af gepest. Ik had toen geen idee waarom ik zo gepest werd. Wat er verkeerd met mij was. Van jou weet ik ook niet waarom jij mij moest hebben. Ik kon het nergens aan zien… Ik kan me nog zo goed herinneren dat ik me zo klein in een hoekje gedrukt voelde en de hele klas mij uitlachte op het schoolplein.
En toen vertelde mijn moeder me in de trein dat ik naar een andere school toe moest. Ik weet nog heel goed dat ik op de bank stond en voor het eerst in mijn leven naar buiten staarde… Ik had geen idee waarom ik, als het zo ging, naar een andere school heen moest.
Ik weet ook dat ik in die tijd alleen maar reële dingen kon tekenen. Fantasie dingen kon ik niet meer. Ik was bang geworden voor mijn fantasie. Terwijl ik in de kleuterklas nog verhaaltjes aan het verzinnen was, als de juffrouw de laatste 5 minuten niet meer wist te vullen. Ik druk zo alle angsten voor geesten en (achterafgezien) gevoelens weg. Ik drukte mezelf weg. Ik werd heel erg rationeel. Vanaf de middelbare school werd ik duister. Het is zoveel makkelijker om je slecht te voelen omdat je daar alle antwoorden meteen kunt vinden. “Het ligt aan mij”, is een antwoord die daar voor me klaar lag. “Ik zal wel dingen doen, die de aanleiding geven”, “Ik kan het niet”, “Ik ben niet goed genoeg”. Zo belande ik in de donkere kant.
Alleen zijn op mijn kamer was de enige plek waar ik me kon afsluiten van alle input van buiten af. Ik heb nu nog steeds ‘ruimte’ nodig om me veilig te voelen. Een ruimte die te overzien is en ik alle bewegende dingen kan zien. Het liefst met zo min mogelijk prikkels.
Ik heb mezelf nooit durven laten zien. Omdat ik bang was dat ik dingen deed, waardoor ik weer misbruik zou gaan worden. En ik deed niks, zodat ik zeker wist dat ik zo min mogelijk aanleiding gaf. En ik deed niks, om (mezelf) te beschermen wat ik diep in mij voelde. Ik heb God dank altijd ergens bij mijn hart iets gevoelt wat mij de kracht gaf om door te gaan. Ik heb nog steeds idealen die ik indirect aan de wereld laat zien. Niet dat ooit iemand die zag. Maar ik heb binnen het drummen mijn idealen kunnen omzetten. Ik ben op het conservatorium zo teleur gesteld dat ik die aansluiting met mijn intenties niet heb gevoeld bij anderen.
Ik kon tijdens het drummen ook veilig nadenken. Muziek was voor mij een sfeer, waar ik aansluiting bij kon voelen.
Ik maak niet muziek omdat het leuk is, maar om in sferen te komen die de dingen kunnen zeggen, die ik niet met woorden kon zeggen.
Wanneer ik me erin verloren had, schrok ik me ook rot wanneer iemand mij verstoorde in deze sfeer. Ik had mijn verdediging laten zakken en moest meteen weer terug in de verdedigingsmodus.
Omdat alle prikkels op school me zo bezig hielden kon ik niet goed concentreren. Daardoor koste het me extra energie om toch bij de les te blijven. Want ik durfde ook niks te vragen, dus moest ik het wel in 1x goed meekrijgen.
Ik wilde en wil nog steeds niet gezien worden en durfde daarom ook geen fouten te maken. Want wanneer je een fout maakt moet je die herstellen en dat vraagt communicatie. En met een fout was ik bang met de grond gelijk gemaakt te worden. Een fout maken was als de angst om misbruikt te worden. Dat dát de reden was om misbruikt te worden. Dat dát het recht aan de ander gaf om mij te misbruiken.
Dat allemaal omdat ik aan jou niet kon zien of begrijpen waarom je me misbruikte.
Ik vertelde thuis niks meer om maar niet gezien te worden. De bijlessen en logopedie onderging ik ook maar, omdat ik dacht dat ik fout was.
Ik was helaas slim genoeg om naast dit alles de middelbare school af te kunnen maken.
Ik vertrouwde de formules van wiskunde bv niet, waardoor ik de opdrachten dubbel checkte met 2 berekening van verschillende kanten.
Sociaal gezien heb ik in die tijd niks ondernomen. Dat allemaal om maar niet gezien te worden. Ik was stil, om de omgeving goed in de gaten te kunnen houden. Ik ben mensen gaan analyseren en categoriseren. Letten op hun handelingen, om daaruit misschien te begrijpen en te zien of ik zo kon begrijpen wanneer jij wat met mij ging doen.
Ik had toen de band Dialogue en ik kon daar zijn omdat ik daar via mijn drummen ‘aanwezig’ kon zijn. Alle andere dingen zoals verjaardagen ed kon ik niks mee. Te veel mensen om alert te kunnen zijn om potentieel gevaar te kunnen waarnemen. Te veel prikkels.
Door over muziek te praten kon ik indirect over mijn idealen praten. Kon ik praten over wat ik wilde. Als ik maar niet in de ‘ik’-vorm hoefte te praten. Dan sloeg alles bij me dicht en had ik geen stem meer. Ik verstarde.
Alle drumlessen die ik heb moeten volgen waren verschrikkelijk. Ik trilde als een rietje en zweette verschrikkelijk. Bang dat ik weer wat fout zou gaan doen. Het was zo frustrerend. En toen snapte ik er nog steeds niks van, waarom ik zo bang was. Ik voelde toen nog steeds dat het aan mij lag. Maar ik zie nu dat jij de schuldige bent. De leraren waren een projectie van jou. Ik ben bang voor hen geworden, omdat jij zonder aankondig mij vernederd hebt. Jij bent er nog steeds in iedereen die ik tegen kom. Jij moet daar weg! Als jij mij nu zou vertellen waarom jij dat gedaan hebt zou ik jou een plek kunnen geven. Dan hoef ik niet meer te gokken.
Ik weet ook nog dat ik op de middelbare school, omdat ik een keer ziek was, aan een leraar moest vragen of ik een proefwerk kon inhalen. Toen zei die leraar voor de gein heel bot: “Nee”. Ik weet nog dat ik toen spontaan heel erg moest huilen. Toe schok hij wel en ik mocht het proefwerk inhalen.
Aan het einde van dat schooljaar moest ik van mijn ouders als bedankje hem een pot jam brengen. Dat vond ik toen helemaal niet leuk omdat ik (nu achter af gezien) (een projectie van) JOU dan eigenlijk moest bedanken. Ik begin te leren (projecties van jou) te vriend te houden.
Om geen fouten te maken, begon ik te leren me ideaal te gedragen en ik kon ondertussen heel goed inschatten wat anderen graag verwachten. En zo raakte ik verder en verder van mezelf af. En dat allemaal om mezelf te beschermen. Ik zat steeds te denken wat de ander nodig had. Ik hielp alleen nog maar andere mensen. Ik zag al wat ze zochten. Allemaal om zo maar te voorkomen dat ik iets fouts kon doen en heel veel ‘goodwill’ kon opbouwen. Er was geen sprake meer van of ik in hun verhaal nog voorkwam. Ik werd ongrijp- en onbereikbaar.
Ik werd neurotisch wat betreft de boekhouding en begon op het conservatorium heel veel voor anderen te organiseren. Zodat ik het werk van anderen kon overnemen. Dat ik daarvoor aardig gevonden kon worden. Maar ook dit was een indirect zeggen wie ik eigenlijk was. Ik wilde ook graag anders doen dan dat jij mij hebt aangedaan. Maar ik had geen andere manier om ‘ik’ te zijn. Zo begonnen alle lijnen nog meer door elkaar heen te lopen. Ik heb creatief vermogen genoeg om leuke dingen te doen, maar jij zat er elke keer steeds maar weer tussen.
Ik kan me ook na het eerste optreden dat ik georganiseerd had, herinneren dat iedereen bij elkaar kwam en blij was dat het gelukt was, me heel erg verdrietig begon te voelen en ertussenuit ben geknepen. Toen snapte ik er niks van, maar nu weet ik dat ik me niet gezien voelde. Om wat ik indirect bedoelde met het organiseren ervan.
Toen we met de band Dialgue op mijn 16 aangifte deden bij de politie, heeft mijn vader alles lopen regelen zonder dat ik het wist. Pas toen de officier van justitie mij uitnodigde om de rechtszaal te bekijken kreeg ik de map te zien. Zeker nu weet ik dat ik aan dat hele proces dus niks heb gehad. Ik weet nog steeds niet wat jij met me hebt gedaan en het gevoel dat ik iets heb kunnen doen tegen jou als autoriteit, is er dus ook niet geweest. Laat staan dat ik gevoel en emotie van mijn vader heb kunnen meekrijgen.
Ik sta zo ver van mijn ouders af. Het is in die zin nog steeds een geheim tussen ons. Terwijl alles bekend is. Dat maakt het ook zo onbegrijpelijk en raar. Dat alles bekend is en toch weten we niks van elkaar.
Ik ging supervroeg naar school om maar niemand tegen te komen thuis. Om maar niet met gevoelens in aanraking te komen.
In deze tijd was ik ook heel erg met gewicht bezig en met alle uiterlijke zaken. Om maar niet gezien te worden. Ik viel niet teveel af, want ik wilde een normaal postuur hebben en in alles niet opvallen. Waarschijnlijk viel ik daardoor dus juist wel weer op, maar ik was elk moment er mee bezig. Er mee bezig om niet op de vallen. Constant bang om er uit gepikt te worden.
Ik ben toen ik 18 was zonder iets te zeggen het huis uit gegaan. Heb met een toenmalig werk collega wat spulletjes van me opgehaald en weggaan. Mijn ouders wisten niet waar ik was. Ik was toen al zover van mijn gevoel af dat ik mijn ouders niet meer voelde. Ik zat toen al helemaal in jouw web vast dat ik nergens anders meer heen kon dan alleen zijn. Nu kan ik zeggen dat ik elke keer bang was dat jij er weer was. Ik zonderde me helemaal af. Eigenlijk om niet in aanraking te komen met iets waar ik jou in zag. Toen ben ik ook verhard. Om maar niet te voelen dat ik jouw voelde. De angsten… Ik ontliep alles…
In die tijd had ik mijn 2de relatie. In die relatie ben ik vreemd gegaan omdat ik opzoek was naar vrijheid. Ik zat weer vast.
Een jaar later ben ik bij mensen in huis gaan wonen, omdat ze me graag wilde helpen. Dit is mis gelopen om redenen die ik tot op de dag van vandaag nog steeds niet begrijp. Of eigenlijk weet ik de redenen niet eens. Maar de kans is groot dat ik niet kon delen en dat daar alles op vast gelopen is.
Later heb ik ook bij andere mensen in huis gewoond, maar ik zat vast in het web dat jij gemaakt hebt. En ik kon helemaal niks met de hulp die ik van de mensen kreeg. Ik zat zo in mezelf vast. Ik durfde niks te laten zien. Ik was heel hard bezig, maar ik kon niks delen. Ik was veels te bang om een vrijbrief te geven. Ik ben druk geweest in spiritualiteit, omdat ik hypersensitief was. Maar natuurlijk lag daar nergens het antwoord. Het inzicht van het antwoord wat ik nodig had, kwam pas veel later. Het antwoord is dat jij uit mijn lichaam moet. Ik ben zo vaak overdonderd door een benauwd gevoel. Deze problematiek gaat veel verder dan alles geestelijk op een rijtje te krijgen. Mijn lichaam signaleert situaties waarbij ik weer lichamelijk herinnert wordt aan jou. Zonder dat mijn verstand het snapt. En dat is ook altijd dat gebied geweest wat ik niet zag en nu pas inzicht in begin te krijgen.
Ik ben gaan roken om me nog slechter te gaan voelen. Zo voelde ik ook dat het dus nog slechter kon… Ik rook nu weer. Ik voel geen verslaving, maar wel het willen voelen dat het slechter kan.
Momenteel zit ik flink aan de grond. Ik krijg het niet voor elkaar om mezelf te laten zien. Ik voel me zo egoïstisch. Zo nog niet goed genoeg. Het zaken doen om geld vind ik verschrikkelijk. Ik wil leven, maar niet op de kosten van een ander. En dat geeft de andere de mogelijkheid om misbruik van mij te maken. Ik heb bewust gekozen voor de winkel om zo meer voor mezelf op te moeten komen. Maar het past zo niet bij mij. Ik heb totaal geen behoefte aan gewin. Daar ben ik nu te idealistisch in, maar het komt allemaal door jou! Jij zit elke keer er weer tussen. Jij laat mij voelen dat ik slecht ben. Dat ik een slecht mens ben, wanneer het eigenlijk eerlijke handel is. Ik heb alleen maar goede spullen en bied een goede service. Maar dan toch ben ik weer bang dat wanneer ik verkeerd doe de ander een vrijbrief heeft mij te misbruiken.
Ik krijg momenteel niks meer georganiseerd omdat ik steeds meer besef dat jij de hele tijd een rol speelt in mijn handelen. Ik krijg mijn huis niet op orde, omdat ik daarmee mezelf kan laten zien. Ik wil wel een fijn thuis hebben, maar door jou durf ik mezelf niet te late zien. Bang dat anderen me gaan uitlachen en een vrijbrief krijgen om mij met de grond uit te lachen.
Ik besef steeds meer dat ik mezelf niet laat zien. Ik had altijd een dekmantel door het via anderen dingen te laten zien. Ik had eerst mijn huis wel op orde, maar dat was in de ‘neurotische-tijdperk’ om zo geen opmerkingen te krijgen. Maar dat was ‘ik’ niet. Door de therapie van de afgelopen 3 jaar, is dat besef er steeds meer en valt al mijn oude controle steeds meer uit mijn handen.
Ik zou het liefst weg gaan en ergens anders opnieuw beginnen, maar dan loop ik alleen maar voor jouw weg, want jij weet mij nu nog steeds te vinden. Ik ga niet op vakantie, omdat ik weet dat jij daar ook bent. Jij moet werkelijk uit mijn leven, anders zal ik nooit mijn eigen leven in handen kunnen krijgen. Ik heb spuuggenoeg van jou! Als je dat maar weet!
Ik heb verschillende relaties moeten laten gaan (met verschrikkelijke eindes) omdat ik me verschrikkelijk in een hoekje gedrukt voelde, maar ik kon niet weg. Ik had letterlijk geen woorden meer en vluchtte.
Er zijn verschillende mensen nog heel boos op me.
Ik glip tot nu toe elke keer overal tussen door, maar daardoor lijkt het ook voor iedereen dat ik me wel red. Maar dat is alles behalve. Ik kan geen fatsoenlijk kopje koffie drinken met mijn huurbaas die 50 meter verder op elke dag aan het werk is. Bang om verkeerd te doen en daarmee een vrijbrief te geven. Ik ben elke dag alleen maar bezig om geen vrijbrieven uit te delen. Terwijl ik bezig zou moeten zijn met mijn ontwikkeling. Mijn creativiteit te ontwikkelen en dat te doen wat ik graag wil.
Maar juist omdat ik overal tussendoor glip, blijf ik hangen in jouw web. En momenteel voelt dat als een grote gevangenis. Er is maar 1 manier om daar uit te komen en dat is jou uit mijn leven te zetten.
Pas op mijn 20ste heb ik voor het eerst gevoelt dat ik gezien werd. Tot die tijd voelde ik me nog eenzamer dan dat ik me nu voel.
Ik ben drums gaan studeren omdat dat het enige was wat ik naar buiten kon brengen. Maar het is niet omdat ik dat wilde. Ik had geen andere keus. Ik doe tot nu toe alleen maar zaken waar ik niet voor gekozen heb. Ik accepteer mijn leven, maar het moet drastisch veranderen wil ik kunnen gaan leven. Niet meer bang te zijn voor iedereen om me heen; dat ze kunnen gaan misbruiken.
Ik ben me gaan schamen voor wie ik ben, omdat het voor mij zo onduidelijk is geworden waarom jij mij bent gaan misbruiken.
Alle lijnen lopen zo door elkaar, dat ik letterlijk in de war ben welke acties ik nog kan ondernemen. Door alle lijnen in mijn kop raak ik gedissocieerd uit de realiteit.
Jij bent nog dagelijks in mijn leven. En jij moet daar gewoon uit oprotten.
Doordat wat jij mij hebt aangedaan, ben ik een misschien wel een nog grotere idealist geworden. Dat verhaal wil ik ook graag uitdragen. Het voelt als een missie.
Die idealen kun jij ook niet bij mij uitwissen, maar doordat jij mij nog steeds beïnvloed, kan ik mezelf niet op het toneel zetten.
Er staat nog lang niet genoeg op papier. Ik verwaarloos mezelf nog net niet, maar ik haal alleen het minimale. Bang om uitgelachen te worden om wat ik haal.
Je kunt het zo gek niet verzinnen of jij bent er wel weer. Ik stel het uit of ga het zo lang mogelijk uit de weg.
Wanneer iets te dichtbij komt heb ik weer buikpijn en voel ik ingehouden woede. Machteloosheid en verstarring.
Het was zelfs zo erg dat wanneer ik niet in slaap kon komen (maar dan ook echt niet), ik me aftrok, om me maar zo slecht, vies en ranzig te voelen dat er niks meer in mijn hoofd kon rond spoken.
Als het me te veel word en ik heb geen woorden meer, dan denk ik in muziek… in sferen om me weer terug te krijgen. Of ik verdwijn helemaal in de ander, zodat ik mezelf niet meer voel.
Door jou heb ik 3 relaties gehad die alle 3 1,5 jaar hebben kunnen duren. In de eerste maanden kan ik nog overweg met het delen, maar naar een jaar begint het er echt flink in te sluipen. Ik doe steeds meer wat de ander van mij verwacht, ik loop vast omdat ik niet kan aangeven wat ik wil.
Ik heb ook in die tijd gedacht dat ik uiteindelijk met ‘wie-dan-ook’ kon trouwen. Het maakte niet uit, het zou elke keer hetzelfde worden. En toch was er dat ‘iets’ in mij wat me blijvend liet zoeken. Die wist dat er meer was. En ik weet nu dat dat zoeken naar MIJZELF was. Ik was zelf mijn intuïtie geworden. Maar omdat ik me naast dit alles het mezelf niet waard vond, kwam dat voor de werkelijk reden te liggen. En uit eindelijk ben ik gestopt met relaties aangaan om anderen niet met MIJ lastig te vallen. Want ik weet dat wanneer ik niet alles zelf op een rijtje heb, een relatie aangaan, geen optie is.
Ik heb altijd gedaan wat ik diep van binnen voelde dat goed was. Ik heb alles gedaan om jou niet te zijn. Daardoor ben ik heel erg teruggetrokken geworden, heb het leven ontlopen door sober te gaan leven. Alles te gaan controleren… Te gaan begrijpen wat ik doe en zo verloor ik mijn spontaniteit.
En juist doordat alle dingen bekend waren en die lijnen zo krom en dwars door elkaar heen begonnen te lopen, werd alles een grote wirwar in mijn hoofd en kon ik niet meer fatsoenlijk denken wanneer mensen wat aan me vroegen.
Nog wat meer voorbeelden:
Toen ik op het conservatorium bijna klaar was, bleek ik een onderdeel niet te hebben gevolgd. De docent had mij niet op de lijst staan en ik was er niet bewust van dan ik dat had moeten volgen. Dit was kort voor mijn eindexamen, die vervolgens niet mocht plaats vinden. Omdat ik het samen deed met iemand anders en alles al ingestudeerd was, hebben we wel het hele programma gespeeld. Ik heb daar een drumsolo gedaan die indirect mijn verhaal vertelde. Het was een compleet uitgedachte drumsolo. Niemand die dat ooit begrepen heeft. Het was geen showcase, maar mijn verhaal.
Aan het einde van dat jaar heb ik de rest laten zitten en niet afgemaakt.
Het schooljaar erop zou ik gaan bekijken hoe ik deze vakken allemaal weer zou kunnen gaan inhalen. Maar ik heb het niet kunnen aanpakken en is mijn diploma zo aan mijn neus voorbij gegaan.
Ik heb het altijd als mijn plicht gevoelt dat ik mijn vader moet helpen door hem duidelijk te maken dat ik hem niks verwijt. Ik voel mij de spil in de familie. Die verantwoordelijkheid heb ik altijd gevoelt en gedragen. Doordat jij alles kapot hebt gemaakt voel ik ook nog eens verantwoordelijk voor om dat weer goed te maken. Die verantwoordelijkheid ligt eigenlijk bij jou… maar ik heb dat op me genomen. Ook daarom heb ik nooit contact met de rest van de familie kunnen hebben, omdat ik voelde dat ik eerst zelf alles op een rijtje moest hebben om zo de rest te kunnen helpen. En om dan te zien hoe de rest daar onder lijdt, heeft me ook altijd erg dwars gezeten. Omdat ik me verantwoordelijk voelde en voel. Alsof het mijn schuld is dat de familie uit elkaar ligt.
Ik ben nu 6 pagina’s verder en dit is maar een grove schets van wat jij in mijn leven hebt aangericht!
Ik wil dat jij je verantwoordelijkheid neem en mij recht in het gezicht zult gaan vertellen, wat je precies met me gedaan hebt. Alle rotzooi waar jij me mee achter hebt gelaten krijg je bij deze zwart-op-wit terug op papier. Je kunt er niet meer omheen.
Groeten Dirk